De dichter van Psalm 89 wijst erop dat God trouw is aan Zijn eigen beloften. Ook al laten de omstandigheden van het volk Israël, gezeten in ballingschap, iets anders zien en al bevinden wij ons in donkere tijden, God is en blijft trouw aan Zijn Woord. Om getroost te kunnen leven en sterven is het nodig te weten dat we Zijn eigendom zijn – dankzij het werk van Christus.
‘Wandelen in het licht van Gods aangezicht’
Psalm 89 vers 7 speelde een belangrijke rol in het leven van (…) God bestaat. Ik zeg het in mijn eigen woorden: de God die ik van mijn jeugd af aan mag dienen, die ik mag kennen in Jezus Christus, bestaat echt. Het geloof is onbetwijfelbaar. (…) Twijfel niet aan wat je is meegegeven. God bestaat echt.
Tijdens de voorbereiding van deze overdenking heb ik me de vraag gesteld: waarom gebruikte de Heilige Geest deze woorden? Waarom [zijn] de woorden ‘Hoe zalig is het volk dat het geklank kent’ een bron van troost? (…)
Psalm 89 is een klacht van Israël uit de tijd van de ballingschap. De dichter bezingt de wondere grootheid van God. Zijn liefde en zorg voor Israël – toen Hij ze bevrijdde uit Egypte. Vanaf vers 20 gaat de dichter stilstaan bij de belofte van trouw aan David en Davids nagedacht. Vanaf vers 39 verandert de toon. En eindigt de psalm met een bittere klacht. Wat is er over van het huis van David? Wat kwam er terecht van de beloften van eeuwige trouw?
De onberijmde woorden van vers 7 spreken over een volk dat zalig is omdat het luistert naar de klanken van Gods stem. Naar Zijn beloften. Die staan echter onder druk. In de ballingschap merkt Israël er niets van. Het tegengestelde lijkt waar. Geen blijdschap. Geen goedheid van God in het lijden. Geen onbezweken trouw. Maar een diepe, dodelijke val waarvan Israël niet kan herstellen. De woorden van Psalm 89 vers 7 die daarin klinken die horen niet in een leven dat over rozen gaat. Die klinken temidden van een diepe klacht.
Toch biedt juist dat begin juist in die ellende hoop. Want: wie is als de HEERE? Hij is trouw. Hij heeft alle macht. Hij heeft bewezen dat Hij God is en zal blijven. Juist daarom is het volk horen dat de klank van de bazuin kent. Dat volk, dat ondanks alle moeiten en verdriet weet heeft van Gods machtige daden. Weet heeft van Zijn trouw en betrouwbare beloften. Ondanks verdriet en pijn mag dat volk weten dat God Zijn volk niet zal verlaten. Dat God hen zal verlossen en dat zij zich zullen verblijden over Zijn Naam.
Daarom eindigt het niet in een klacht, maar een oproep. Al is het maar een zin. Niet in de ellende blijven steken. Maar de naam van de HEERE te loven. De HEERE zij voor eeuwig geloofd, amen ja amen. De God van het begin die bestaat echt. En daarom zal Zijn volk Zijn Naam loven.
(…) God verzekert met deze woorden van Zijn trouw, waarheid en liefde. (…) De HEERE is er bij en helpt. De HEERE is een houvast. Wandelen in het licht van het goddelijk aanschijn voort. (…) God bewijst de blijvende trouw aan Zijn verbond. God is echt.
Niet iedereen krijgt dezelfde ervaring, niet iedereen hoort Gods woorden als bliksemschichten binnenkomen. (…) God heeft Zijn bestaan bewezen. Een God die helpt in nood. Een God die troost. Een God die onvolmaakte, zondige mensen tot Zich roept. Die mensen bevrijd van zonden. Hij komt naar ons toe. Niet met grote, machtige tekenen, maar heel eenvoudig door Zijn Woord. Alleen bij Mij vind je licht en vreugde.
(…) De God van Israël (…) is gisteren, vandaag en morgen dezelfde. Hij is ook vandaag een toeverlaat, rots, veilige vesting. Hij nodigt ons uit met je verdriet, zorgen, pijn uit het verleden en alles wat er mis is en misgegaan is in je leven, bij Hem te schuilen. Hij wil ook u en jou optillen en in de veilige vesting van Zijn Woord zetten. Hij wil je troosten met Zijn nabijheid, je helen door het bloed van Zijn Zoon. Zodat je de dichter gaat nazingen. Inderdaad, zalig is het volk dat naar Uw klanken hoort. Dat volk dat de beloften kent. Dat volk dat weet wat het betekent om te leven voor Uw aangezicht.
Het sterven van een geliefde stelt ons voor de vraag: hoe zal mijn sterven en wat zal mijn eeuwige bestemming zijn? Zal er op de rouwkaart staan: ‘in Christus ontslapen’? Mag ik dus weten dat ik Zijn eigendom ben? En dus veilig geborgen in Hem in leven en sterven, verzekerd van Zijn trouw? Ik hoop van harte dat u en jij die enige troost kent. Dat is noodzakelijk om getroost te kunnen leven en sterven. Al het andere dat we bereiken en bij elkaar schrapen in het leven, moeten we bij het sterven achterlaten. Alleen Hij, de Heere Jezus, die de dood heeft overwonnen, is in staat om ons door de dood naar het leven te dragen. Naar het licht bij God. Het is zo ontzettend belangrijk om Hem als je Redder en Heiland te kennen.
(…) God bestaat en weet alles van ons en helpt ons. (…) Wat er ook in je leven op dit moment aan je hand is: God bestaat. Bij die God (…) ben je veilig. Hij is en Hij blijft trouw. (…) Hoe zalig is het volk dat naar Uw klanken hoort, zij wandelen Heer in het licht van het goddelijk aanschijn voort. (…) Heb je zelf de waarheid van deze woorden leren kennen?
Amen.
‘k Zal dan gedurig bij U zijn,
In al mijn noden, angst en pijn;
U al mijn liefde waardig schatten,
Wijl Gij mijn rechterhand woudt vatten.
Gij zult mij leiden door Uw raad,
O God, mijn heil, mijn toeverlaat;
En mij, hiertoe door U bereid,
Opnemen in Uw heerlijkheid.Wien heb ik nevens U omhoog?
Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog,
Op aarde nevens U toch lusten?
Niets is er, waar ik in kan rusten.
Bezwijkt dan ooit, in bitt’re smart
Of bangen nood, mijn vlees en hart,
Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed
Mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed.– Psalm 73 vers 12 en 13 (berijming 1773)
Hervormde Gemeente Andel, donderdag 20 januari 2022, rouwdienst uitgezonden via YouTube.