In Hosea 11 komt het tot een climax tussen God en Zijn volk. Ondanks de ontrouw van Israël wil God Zijn volk niet loslaten. Als we bedenken hoezeer God voor Zijn volk en ons gezorgd heeft, dan is het beschamend om te zien dat wij steeds bij Hem vandaan lopen, naar de afgoden. God houdt echter vast aan Zijn belofte; ons heil gaat Hem aan het hart.
Ja, gemeente van Jezus Christus, we leven in een tijd waarin er veel foto’s worden gemaakt. We proberen veel momenten vast te leggen. Er zijn momenten dat je foto’s moet delen (BeReal). Zo heb je vele foto’s. Wie heeft er op zijn telefoon 3.000 foto’s? 4.000… 7.000… 9.000, 10.000 foto’s. Meer dan? Wat doe je ermee? De dingen die je vastlegt, een mooie zonsondergang, of een bbq, leuk met je vrienden. Je neemt zoveel foto’s. Foto’s geven je soms een herinnering. O ja, wat leuk. Digitale albums… Wij liggen al zo’n 12 jaar achter. Het is wel goed om albums te hebben. Wij komen uit een tijd dat er nog fotorolletjes waren. Je nam geen selfie. Als ze ontwikkelt waren, maakte je een album. Het is wel eens goed om met je kinderen het oude album door te kijken. O ja, dat was ik me nog bewust. Hebben jullie me zo vaak uit de luiers gehaald, leren lopen, praten, alles…! Misschien dat je als puber of wat ouder waardering krijgt voor wat je ouders hebben gedaan. Je zou het gewoon vergeten omdat je in nu leeft.
In Hosea is het alsof God een fotoboek erbij pakt. Het fotoboek van Israël. Samen met Israël gaat zitten en bladeren. Ik zag een baby, pasgeboren. Ik vond het op een plek waar het niet thuis hoorde. O, wat hield Ik van het kind. Ik bracht het thuis. Ik gaf het alles wat het nodig had. Ik leerde het lopen en praten. Als het viel, pakte Ik het op. Ik beschermde en koesterde. Soms tilde Ik op tot Mijn kaken, tot dicht bij Mijn gezicht. Ik trok het met menselijke touwen. Of het beeld verschuift naar vee. Het kan ook met leiding te maken hebben. Het Hebreeuws van Hosea 11 is heel moeilijk.
God heeft alles gegeven. Israël is de veelbelovende zoon van God. De eerstgeborene, degene die Ik lief heb. Ik heb Mijn hart gegeven. Zo liefhebbend en trouw is God.
Wat als God met jou, of met ons, het fotoboek erbij pakt? Een eeuwenoude kerk en gemeente. Wat heeft God al die jaren door gedaan, gegeven, gezegend? Ook persoonlijk. Als God het fotoboek met jou open slaat, wat zie je op die foto’s? Misschien wel een van de eerste foto’s: bij de Doop. Je hebt dan nog niets bewezen. Niet: hoe sterk gelovig ik ben, kijk eens, ik ben bekeerd. Nee. God verbond Zijn Naam met jouw naam. Jij hoort bij Mij. Ik ben jouw God. Leer leven als Mijn kind.
Je groeide op. Je hoorde de verhalen over wat God doet om te leiden, verzoenen. Je krijgt veel verwachting toch… Van Israël, van de gemeente. Als God zoveel gedaan heeft?!
Maar we zien in vers 2 dat het zo tegen valt. Dat het anders was dan God gehoopt had. Hoe meer God riep, kom erbij!, hoe harder ze wegliepen. Hoe groter de oogst was (hoofdstuk 10), hoe meer God gezegend had, hoe groter de offers aan Baäl werden, hoe mooier de altaren voor de afgoden werden.
Dat is wel heel verdrietig. Niet alleen voor toen en daar. Het komt dicht bij u en mij. Wat zij afgoden? Wat Luther zei: afgoden zijn waar je meer liefde, zekerheid, zelfvertrouwen, geluk van verwacht dan van God. Overal waar je meer geluk, liefde, zekerheid in zoekt dan in God, dat is jouw afgod. Dan zijn er nog best wel wat, denk ik. Hoe snel is het niet dat je…. Je vertrouwt op je bankrekening voor mijn toekomst. Offertes, gewerkt, je denk, ik heb er hard voor gewerkt. Ik heb 60 uur gedraaid. Je denkt dat het in eigen kracht is. Je werkt voor je zelf, je gezin, sport of wat dan ook.
Het is eigenlijk God geweest, als je de foto goed bekijkt. Je bent waanzinnig afhankelijk van God. Dat ben je gewoon vergeten. Dat ben je gewoon kwijt. Israël raakte ermee vertrouwd. Je hebt niet meer door hoe rijk gezegend je bent als je naar God kijkt.
Bij jullie thuis zijn ze geïnteresseerd in elkaar. Wat heb je gedaan vandaag? Jullie hebben interesse in elkaar, een bepaalde warmte, betrokkenheid. Dan krijg je een relatie. Je komt in een ander huis. Je merkt: hier zeggen ze niets. Hier worden geen harten gedeeld. Dan weet je: ik wist niet dat ik zo gezegend was.
En wat betreft geloof: ja, God is liefde. Maar is dat echt zo? Ben je er bewust van? Waarom zoek ik het dan op zoveel andere plekken. Die andere auto wil je, die relatie, of zoveel kinderen, dan pas echt gelukkig ben ik? Hoe snel zoek ik mijn heil en liefde niet bij iets of iemand anders dan bij God.
God is betrokken, het gaat Hem aan het hart dat Zijn volk het vaak niet bij Hem zoekt. Of, ook bij Hem. Dat raakt God. Het raakt Hem als we zo voor onszelf gaan. Als we in de gemeente meer omgaan als concurrenten of consulenten met elkaar.
Er is ook de andere kant. Als je Zijn liefde wel beantwoordt, weet dan dat God daar zo blij mee is. Dat klinkt misschien wel oppervlakkig. Maar in Lukas 15, die drie gelijkenissen (verloren schaap, munt en zoons), daar is blijdschap nadat er iets gevonden is. Zo is er intense blijdschap in de hemel als er iemand van jullie Gods liefde beantwoordt. Als iemand van jullie zich keert tot God. Als iemand Zijn liefde beantwoordt.
Jij en ik, Hosea en God, geven ons compleet aan mensen die het elders zoeken. Wij roepen hen terug. Gomer wil vaak niet. Voel je wat God ervaart in de relatie met de wereld, met u, met mij? Wij laten onze wegen niet zomaar los.
Als Jezus op weg gaat naar Jeruzalem, dan ziet Hij op een gegeven moment Jeruzalem. Hij gaat huilen. U die de profeten doodt! Hoevaak heb Ik uw kinderen niet bijeen willen brengen, zoals een hen haar kuikens bijeen wil brengen… Maar u hebt niet gewild.
We kunnen best zeggen, waarom doet God dit niet? Maar hoe zit het met mij: ik weet wat God vraagt, maar ik doe het niet. Jezus huilt erom. Je hebt geen zin, je hebt het druk. God, ja, dat komt nog wel. Of zondag. We zien in Israël loopt dat niet goed af. God verbaast zich erover. Mijn volk volhardt zich in afkeer van Mij. Ongelooflijk! Ze willen Mij niet als koning. Ze krijgen die koning, die ze willen, niet die van Egypte maar die van Assyrië. Die is nooit zo genadig als Ik ben. Dan wordt het harder. Die Assyriërs: dat is een bruut volk. Het zwaard zal rond gaan. Het volk heeft niet gewild. Ze wilden een andere heer. Het brengt onrecht en verdriet te weeg. Consequenties van het verlaten van God. Als je God buiten je leven zet, dan krijg je dat.
De toorn van God is een tragische noodzakelijkheid, maar voor God is het een verdriet, zegt een joodse filosoof. Hij schept geen behagen in de ondergang van goddelozen. Hij wil leven geven. God is traag tot toorn. Hij stelt elke keer weer het oordeel uit. Hij maakt ruimte voor Zijn volk. Hij schuift het oordeel op. Hij geeft de mogelijkheid om tot Hem terug te keren.
Uitstel is geen afstel. God zal eens de dingen recht zetten. De daders zullen niet voor altijd vrijuit gaan. Mensen met macht en invloed hebben een grote verantwoordelijkheid. Alle slachtoffers wordt recht gedaan. Hij neemt het voor de kwetsbaren op (Psalm 146). De daders zullen met het kwaad vergaan. God heeft alles gegeven. Telkens weer: maar jullie volharden in afkeer. Jullie verkozen een weg van Admah en Zeboim (vers 8; Deut. 29). Zij werden met Sodom en Gomorra omgekeerd. Complete vernietiging. Zo heftig is het. Als je de liefde van God blijft vertrappen. Dan neem je een ongelofelijk risico door nooit meer terug te keren.
De zonde loopt uit op de dood. Op het einde van alle dingen. Israël is verloren, zo is gezegd. Als God nadenkt, over het terechte einde van Zijn volk, dan gebeurt er iets. Opnieuw. Als God nadenkt dat Zijn volk verloren gaat, verwoest wordt. Dan scheurt Zijn hart. Dan keert Zijn hart zich om. Vers 8 en 9. Hoe zal Ik u prijsgeven? Oh, hoe zou Ik jullie kunnen opgeven! Aan de vernietiging en verlorenheid. Ik heb zo geprobeerd om jullie van die weg af te houden…
God had geen sterker woord kunnen gebruiken: het omkeren van het hart. Het woord dat gebruikt wordt, wordt vaker gebruikt voor de complete verwoesting van steden door vijanden. Ik ben gebroken, Verscheurd. Alle troost en liefde komt omhoog. Mijn hart scheurt zich. Mijn liefde verwoest Mijn hart. Het woord medelijden geeft een verlangen aan om te troosten en te bemoedigen. Mijn zoon komt aan zijn einde maar Ik wil het troosten en bemoedigen.
Gemeente, bepaald geen afstandelijke godheid, die oordeelt over de wereld, niet-gelovigen of over jou. Nee. Het gaat Hem aan het hart. Wat betekent het voor ons als gemeente om te geloven in zo’n God? God is zo bewogen over een wereld verloren in schuld!
Het is Gods ontferming en liefde – dat breekt dwars door het oordeel heen. Vers 9: Ik zal Mijn brandende toorn niet ten uitvoer brengen. Dat is een verrassing. Dat is niet logisch. Het was logisch als dat het einde was geweest. Zijn hart breekt en Zijn liefde komt naar boven. Ik zal Efraïm niet te gronde richten.
Want … Ik ben God. Ik laat Me niet meeslepen door emoties. Dat doen mensen. Mensen hadden die relatie allang weggegeven. Ik ben de Heilige. Ik zal hen door het oordeel heen trekken met koorden van liefde. Ik zal hen achter aan gaan. Er is geen Redder buiten Hem. Ik zal hen door het oordeel heen thuis laten komen. Er zal een rest overblijven – die zal thuiskomen.
Hosea heeft iets geproefd van Gods trouw en ook van Gods liefde. Dat ervoer hij ook met Gomer. Gods liefde voor de wereld is echter zo groot, dat Hij onderdeel wordt van Zijn schepping. Hij komt in ons midden. Het verlangen om te verbinden, verzoenen, genezen: dat dat vlees en bloed zou worden. Zo is onze God. Hij heeft de wereld zo lief, Hij komt eerst zelf, Hij neemt Zijn oordeel op zichzelf. Hij zag geen lichtpuntjes in ons. Nee. Als God niet roept, lopen wij echt weg. Ik vind andere dingen veel interessanter. Het is Gods liefde dat Hij onderdeel wordt van de schepping.
Het Heilige dat uit u geboren wordt, zei de engel tegen Maria. Hij zal Zijn volk redden van hun zonden. Jezus loopt rond. Ziet de menigte. Hij is op zoek naar verloren mensen. Als Hij hier zou rondlopen, wat ziet Hij? Mensen als schapen zonder herder. Mensen missen de verzoening van hun leven. Jezus loopt met ontferming rond. Zijn liefde komt naar buiten om deze mensen op te zoeken en te vinden en te redden. Hij gaat de weg van het kruis. Hij draagt het oordeel van ons. Van jou, u, mij. Zodat Gods liefde doorgang kan vinden in ons leven. Zodat je mag horen van Zijn liefde. God doet recht is en tegelijkertijd vol ontferming. Zodat wij niet te gronde gaan. Geloof je dat? Misschien is dat niet zo’n goede vraag omdat je dan naar binnen gaat kijken. Daarom: durf je je te laten lief hebben? Is Hij je hoop. Kom tot Hem.
‘Al wat ik ben, dank ik aan Hem:
aan Jezus’ liefde voor mij,
Zolang ik besta, volg ik Hem na;
krijgt Hij gestalte in mij.’
Er is geen ander dan Hij. Er is geen liefde te vinden dan die in Hem te vinden is. In onze God.
Amen.
Protestantse Wijkgemeente Grote Kerk Gorinchem, zondag 19 februari 2023, 9.30 uur. Schriftlezing Hosea 11:1-11. Wetslezing uit Romeinen 13-8-14.