De apostel Paulus onderwijst de christelijke gemeente te Filippi over de geboden van God. Naast de Tien geboden heeft God meer geboden gegeven. De apostel wijst op drie geboden: eensgezind te zijn in de Heere, verblijd u in de Heere en weest in geen ding bezorgd. Maar niet zonder de beloften eraan te verbinden: de vrede van God zal uw harten en zinnen bewaren in de Heere Jezus Christus.
Filippenzen 4 vers 1: ‘Zo dan, mijn geliefde en zeer gewenste broeders, mijn blijdschap en kroon, staat alzo in den Heere, geliefden!’.
Geboden met een belofte
Staat dan alzo, daarom hebben we de verzen uit hoofdstuk 3 gelezen. Het staat niet op zichzelf. Apostolische opdracht. In het Grieks bijna een militair woord. Misschien heb je op school gehoord over de tijd van de Grieken die gingen vechten. Spartanen. Slag bij Thermopylae. Dan moest je vaststaan, geen duimbreed wijken. Zo moeten we vaststaan wat Paulus aanreikte: ziende op Christus. En het einddoel waar gerechtigheid heerst op aarde.
Waarvoor we eigenlijk geschapen waren. Maar ging het mis in Adam en Eva. Daarom leven we in een wereld verloren in schuld. Daarom moet je vaststaan zegt Paulus. Terug naar het Woord. Het Woord van de Heere Jezus en doorgegeven heeft door de Geest aan de apostelen. Niet een gevoel. Maar concreet vaststaan in wat de Heere Jezus Christus leert.
Niet leven voor de buik. Onderbuik. Leeft voor sex en eten. Zijn er ook mensen die dat in de kerk doen en als een soort verzekeringspolis voor de eeuwigheid. Weest mede mijn navolgers. Als het christenleven echt is, dan moet je er doordeweeks iets van zijn te zien.
Zoals in Australië zouden zeggen: ‘pie in the sky’. Zonder heiligmaking zal niemand God zien. Ons burgerschap. In ons land en Australië burgerschap. […] We hebben hier geen blijvende stad. Dit leven hier op aarde is maar voor een tijdje. Wat hier nog ten dele is, straks volmaakt te dienen. God alles en in allen. Dat perspectief, daarin moet je vaststaan.
Daarin mag en moet je weten als christen dat God echt van je houdt in Christus. Paulus spreekt ook zo de gemeente aan. Wij als predikanten soms wat schroom. Daarin Reveil, oudvaders.
Dominee in de gevangenis moest spreken. In de negentiende. Hoe moet je ze aanspreken. Ware celbewoners. Maar vanmorgen bent u als kinderen van het verbond beminden gelovigen. Mijn blijdschap en corona. In het Latijn echt een kroon, bekroning.
Als we terugkijken op Paulus’ leven. Filippenzen 4 in de gevangenis. Keken hem met de nek aan. Van al die andere gemeenten was er eentje die hem wel opzocht. Filippi. Mijn blijdschap en kroon.
Perfectum. Iets dat in het verleden begint en steeds voortduurt. We hebben leren kennen en leren vertrouwen. Niet uit de hemel komen vallen. Maar bevindelijk levensproces. Dan durft ons verstand ook te zeggen ik ken iets van Hem in mijn leven. Geen theorie meer maar praktijk. We hebben Hem leren kennen en vertrouwen zoals de apostel Johannes zegt.
Soms zeggen mensen hoe kan ik weten dat God dat echt bedoelt wat Hij zegt. Soms raken we in de knoop met de uitverkiezing. Maar God bedoelt echt wat Hij zegt. We hebben leren vertrouwen en kennen. Niet laten we maar eens afwachten, zegt Johannes, of God de beloften gaat vervullen. Nee, u hebt de beloften ontvangen. Werkelijk te leven, dat het waar is, dat het werkt. Daarom kun je Paulus als voorbeeld nemen. Daar in de gevangenis. Kunt elk moment geëxecuteerd worden.
Die vrucht was echt. Dan zie je dat Paulus een getuige is in die gevangenis. Dat is een geheim. Van daaruit dingen doen. Als je het los gaat zien, dan ga je struikelen en blijf je liggen. Maar als je het met Hem doet, dan gaat het. Zelfs de rechtvaardigen struikelt in velen staat er. Maar zelfs in zeven struikelen, dan staan ze weer op.
Het kan ook weleens misgaan in Katwijk, in het persoonlijk leven. Samen atletiek bedrijven. Godsdienstige oefening zeiden we vroeger. In de praktijk doen. Dan merk je in de praktijk dat het werkt. Vaststaan. Militaire term. Niet in jezelf. Anders raak je wettisch, onzeker. En wettisch ten opzichte van anderen die niet voldoen. Nee, de liefde van Christus moet dringen.
Hoe je atletiek moet bedrijven. Paulus vermaant twee vrouwen. Ik weet niet hoe het op de vrouwenvereniging hier gaat. Overal is weleens wat. Wat moet je doen als gemeente als er zoiets voorvalt, als er scheiding van geesten is. Wat moet je dan doen? Terug naar de eenheid in de Heere.
We hebben een Bijbel vol met uitspraken. Terug naar de waarheid van Gods Woord en daarop aanspreekbaar zijn. Of we goed gedaan hebben in het licht van Gods Woord. We worden niet gered op grond van wat wij goed doen. We struikelen allemaal in velen. Daar gaan we in de Reformatorische gezindte vaak niet goed mee om. Zeggen zondaar te zijn maar dat we echt zondaar zijn.
‘Laat m’ in U blijven, groeien, bloeien,
o Heiland, die de wijnstok zijt!
Uw kracht moet in mij overvloeien,
of ‘k ben een wis verderf gewijd.
Doorstroom, beziel en zegen mij,
opdat ik waarlijk vruchtbaar zij.’
Gezang 229 vers 1
Samen eensgezind zijn. Euodia en Syntyche. Vonden elkaar niet in elkaars karakters. Die kunnen heel verschillend zijn. Maar in de Heere. Net als Paulus en Barnabas over Johannes Markus die onbetrouwbaar leek. Beiden getrouw wilden zijn. Naar apostolische geschriften aannemen dat het later goed is gekomen. Paulus dan zegt die Markus is mij zeer tot nut.
Commitment wilt hebben aan de waarheid en Gods Woord. Ambtsdragers bij. Die nodig. Arresteren. In de avond om 10:00 uur buren harde muziek. Ben je het zat. Belt de politie. Arresteert hen. Dat beeld: arresteren. Samen in de Heere. Dat is een sportschool. Samen atletiek bedrijven.
Als dit de ene zin is in de Bijbel die er over je staat. Dan is het toch tot zegen die fout van die twee zusters. Kunnen we toch leren van die fouten. Alle dingen medewerken ten goede die God liefhebben. Laat iets zien van de grootheid van God en onze kleinheid. Kleinheid van ons verstand.
Dat je blij kunt zijn dat er een regeltje over jou in kan staan ook al is het negatief. Dat de Heere tweeduizend ermee zegent. Trainen als gemeente, maar ook persoonlijk. Noordwolde verhuist. Bijna 200 kilometer rijden vanmorgen. Eerst woonde we in Waddinxveen. Tijdens corona dicht.
Marathon niet lopen zonder te trainen. Anders val je er letterlijk bij dood. Zoals de eerste Griek. Slag van marathon. Slag tegen de Perzen. Rende terug om het te vertellen. Dat niet moeten doen. Viel dood neer. Als velen van ons de marathon, 43 kilometer, zou lopen, dan niet overleven. Moet je voor trainen.
Dat we gered zijn met een reden. God door onderdanen gediend wil worden. Hier ten dele, straks in volheid. De Heere wil u gebruiken. Tot redding van anderen en voorbeeld van wat het leven met God is. De voorbeelden. Dominee Witteveen. En in Amsterdam. Stichting tot Heil des volks. Tekens van Gods koninkrijk dat opgericht wordt.
De tien geboden. Kun je ze allemaal onthouden, of vijf? Maar er staan nog meer geboden in de Bijbel. En de Heere gebiedt het wel. Hele belangrijke geboden ontmoeten we vandaag die onontbeerlijk zijn voor het christelijk leven. Verblijd u in de Heere alle tijd. Als je het vergelijkt met het eerste toestel in de gym. Verblijd u in de Heere.
Maar dominee, u weet niet wat ik meemaak. Verblijd u ten alle tijden. Dat betekent niet 24 uur met een glimlach. Ik heb ooit een Micky Mouse gelezen dat iedereen moest lachen. Met een beugel. Je moest altijd lachen. Nee, dat bedoelt Paulus niet. Dan moet je er moeite voor doen. Verblijden. Tijd voor apart zetten. Bewust je aandacht op richten. Je gedachte richten op wat de Heere doet. Daarop voortbouwen.
Tel uw zegeningen een voor een. Nee, natuurlijk moet je niet gaan zitten lachen bij een begrafenis. Dat leert de Bijbel niet. Maar altijd je verblijden.
Dat kan alleen maar omdat we uit het eeuwigheidsperspectief leven. Dat alles wat we hier hebben niet het enige is.
Zoals voorwaar voorwaar zeg Ik u, zoals de Heere Jezus zegt. Wederom zeg ik verblijd u. En dan het tweede, dat is ook een moeilijke voor ons, vanaf de twintigste eeuw. Vanaf de babyboomers zeg maar. Niet ikke ikke ikke en de rest kan stikken. Maar uw bescheidenheid zij allen mensen bekend: de ander uitnemender achten dan jezelf. Niet voordringen. Maar vertrouwen dat God jou zo leiden.
Niet zelf doen en achteraf zeggen dat God het allemaal goed gedaan heeft. Maar met Hem doen. Als Zoon van God voeten ging wassen. Niet bang was dat Hij daarvan slechter zou worden: maar wist dat anderen en Hijzelf daardoor voor de eeuwigheid beter zou worden. Paulus zegt je hoeft niet bang te zijn er slechter van te worden. De Heere is nabij. Dit is slechts tijdelijk. Niet bang zijn. Hij staat voor de deur.
Laat uw begeerten met dankzegging worden bij God. Ik zou u niet vragen dat uw uw hand moet opsteken. Dat zijn we niet gewend. Maar in de vroege kerk werd trouwens geapplaudisseerd als er iets goeds gezegd werd. Maar als ik u zou vragen heeft u de afgelopen week zorgen gemaakt. Ik denk dat iedereen dat, eerlijk in het hart, moet toestemmen. Paulus zegt dat zorgen maken moet je niet doen.
Als uw gemoed geplaagd worden door dingen waar u niets aan kunt doen. Als uw kinderen iets doen. Of collega waar u niet de baas over bent en geen invloed op hebt. Bidden. Bidden dat is vragen. Vragen aan God om in te grijpen in de situatie. Bidden en smeken. Daar mag intentie bij komen. Je moet aan de Heere God laten zien dat je het echt meent. Vasten in de Bijbel voor gebruikt.
Niet even op de gebedslijst gezet. Maar echt met die intentie. Het moet echt gemeend zijn. Maar dan nog een ding vergeten. Cadeautje krijgen voor je verjaardag. Papa of mama. Je zou super teleurgesteld als je het niet krijgt. En als het dan je verjaardag is. En je krijgt het. Dan ga je naar papa en mama en zeg je dankjewel.
Niet ik ga weer door. Niet ik zit op de troon. Maar dan word je ook dankbaar. Wordt van de praktijk. Heere in de hemel die bestaat en ook hier op de aarde leidt en ingrijpt. Zo worden de spieren sterker en kun je de marathon van het geloof lopen en de eindstreep bereiken.
Tot slot van de preek dan toch wat Paulus hier zegt tot ons. De drie geboden. En de beloften erbij. De vrede van God zal uw harten en zinnen bewaren in de Heere Jezus Christus. Deze drie geboden komen met een belofte. Alle begeerten bij Hem brengen. De omstandigheden kun er nog zijn. We kennen het van Johannes de Heer. Veilig strand in het oog. Want een hemelse Leidsman.
Beloften. Maar wel oefening in de atletiekschool van het geloof. Een echte gelovige doet dat. Al wat rein is, liefelijk is. Zo er enige deugd is, lof is, bedenkt dat zelve. Niet alleen wegblijven bij er verkeerde websites maar ook de mooie. Ook in de lente is het mooie. Dat moet je actief doen. Waarheid, rechtvaardigheid. Rein. Dat woordje dat hier gebruikt wordt als tempel van het lichaam rein bewaren. Kun je een aparte preek over houden. Krijgt u nu niet van mij, misschien vanmiddag.
Dan komt Paulus terug bij de ambtsdragers. Die mannen die iets hebben leren kennen, vertrouwen wat de Heere werkt. Dat die mannen voorbeelden zijn. Navolgenswaardig. Dat je dat kunt gaan volgen. Niet theorie zijn, maar dat het echt is. Zelf ook een voorbeeld zijn. Gehoord en gezien hebt. De heiligmaking doet. Dat is het laatste gebod van Paulus hier.
Gods geboden moeten gehoorzaamd worden. Gods geboden navolgen met al onze krachten. Niet iets mystieks. Maar doet dat. Heel de gemeente moet dat doen. Gebod met een belofte. Als u dat zult doen, zult u merken dat de God des vredes met u zal zijn.
Amen.
Zondag 8 mei 2022 – Uni-zaal Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk-upon-Sea Benjamin – ds. B.D. Zuiddam – Schriftlezing 1 Johannes 4 vers 14-21 en Filippenzen 3 vers 17-21 en 4:1-9