De wonderlijke spijziging

Toen de discipelen een rustig moment dachten te hebben met de Heere Jezus kwam het volk Hem achterna in een woeste plaats nabij Bethsaïda. Tegen de avond willen de discipelen de mensen naar huis sturen om hen te laten eten. Jezus vraagt hen om de mensen te eten te geven. De discipelen rekenen dat ze met ee vijf broden en twee visjes onmogelijk de 5000 mannen te eten kunnen geven. Jezus, zelf het Broood des Levens, geeft zelf het antwoord en verricht het wonder van de wonderlijke spijziging.

Gemeente, er zal niemand zijn die brood heeft meegenomen naar de kerk. Verwacht na niet al te lange tijd thuis te komen na deze dienst. Naar school brood meenemen. Ik ook, mijn vrouw heeft brood voor mij klaargemaakt. Langere tijd weggaan toch brood mee. Soms gaat het anders dan we verwachten. Eenvoudig op te lossen nu om dan iets te kopen.

Dat was anders in de gescheidenis van de spijziging bij Bethsaïda.

1. Ontvangen door de Heere Jezus;
2. De vraag die de Heere Jezus stelt;
3. Het antwoord van Hem.

Zijn komst met schaduwkanten. Schaduw van het lijden kwam. Herodus wilde Hem wel zien. Nu de discipelen wilden wel met Hem rusten. Maar kwamen vele mensen. Hij ontving Hem! Staat er heel nadrukkelijk. Hij ontving ze en die het nodig hadden om genezen te worden.

De Zaligmaker uitgeweken om rust te hebben, uitgelezen moment om in kleine kring te zijn. Nu ontving Hij de mensen. Hoe bereid Hij was. Ging voort met Zijn werk. Schaduw van het lijden. Zei het: verworpen zou worden. Leven geven. Voordat liet Hij Zijn macht zien. Niet alleen aan de discipelen, ook aan het volk. Grote menigte. Allerlei mensen. 5000 mannen, waarschijnlijk niet veel vrouwen. Ze mogen horen ook al zou later blijken dat niet allen in Hem geloofden. In een woeste plaats ontving Hij hen.

Welke woorden Hij precies gesproken heeft staat er niet. Maar zal laten merken hebben dat het Koninkrijk van God te maken heeft met Hem. Dat laatste duidelijk laten blijken. Zieken genezen. Met Goddelijke macht gezonden van de Vader zelf ook wonderen verricht. Hij de beloofde. Wat een heerlijke ontvangst.

Nu mogen we zeggen dat Hij niet meer op de aarde is. Maar Zijn woord hetzelfde. Gekomen om het verlorene te zoeken. Opdat wij in onze zonden en ellenden alles in Hem mag vinden. Hij spreekt de woorden van het eeuwige. Opdat we in Hem het leven zouden hebben. Wonderen van genade in Zijn woorden en daden.

De mensen hadden er veel voor over om Hem te horen. Voor ons vandaag gemakkelijk. Zij moesten een lange reis maken en lopen. Zijn Woord hetzelfde. Van Hem die de Weg, de Waarheid en het Leven is. De Heere Jezus ontving Hem en de dag begon te dalen. Gesprek over, in een ander Evangelie lezen we over Filippus. Gesprek over waar mensen konden eten en overnachting. Het was goed dat de discipelen erover nadachten. De vraag van de Heere Jezus laat zien dat Hij iets anders wilde. Geeft u hen te eten. Moeilijke vraag voor hen. Op de proef gesteld. Discipelen werd gevraagd iets te doen dat zij niet konden.

Vandaag de dag hebben wij ook taken. En dan ook nog: ook nog dit en dat te doen. Wat de Heere van mij wil? Misschien van me afgeschoven. Wat wil Hij? Biddend te overwegen wat de Heere van ons vraagt. Wat te zwaar is vraagt Hij niet van ons. Wel dat we er tegenop kunnen zien. Het is waar, het is mijn weg, zie er als een berg tegenop en ik kan de uitkomst niet overzien.

Ik weet niet of u van rekenen houdt. Af en toe nodig. Verstandig om zaken uit te rekenen. Ik houd er persoonlijk wel van. Maar groot gevaar bij rekenen. Salomo: vertrouw op de Heere, steun op je verstand niet. Vijf broden en twee vissen van een jongen voor 5000 man. Je kunt het van alle kanten uitrekenen, te voor en te na maar komt van alle kanten te kort. Kan zo ook zo zijn bij de roeping tot ambtsdrager. Zwak van moed, klein van krachten, hoe ik ook reken ik kom te kort. Weet wel: Hij heeft het op de handen gelegd, Hij geeft het dan.

Voor de discipelen onmogelijk. Tenzij dat wij heengaan en eten kopen, voegen ze eraan toe. 200 penning nodig, een penning een dagloon. Veel geld nodig. Onbegonnen werk. Herkenbaar. In dagelijks werk en in geestelijke zaken, en in de kerk. Niet uit elkaar halen! In alles afhankelijk van Hem.

Wat nu zo duidelijk openbaar komt is dat ze niet leven in de hof van Eden. Woeste plaats hier. In de hof hadden Adam en Eva alles te eten, mochten van de vruchten in de hof eten behalve van de boom van de kennis des goed en kwaad.

Antwoord van de discipelen. Ze zijn teruggekomen. Mochten spreken over wat ze mochten verrichten. Was het niet de Zaligmaker die hen de krachten gegeven had. En ze hadden mogen zien hoe Hij zieken had genezen. Door slechts te spreken, Hij kon dat. God uit God, Licht uit Licht. Openbaarde zich als de Belover. U weet hoe wij verder moeten komen. In uw handen. Laat ons te doen dat er eten is. Bij u is de macht.

Is dat bij ons ook geen gevaar? Te rekenen zonder te zien op de macht van Jezus. Op wat Hij eerder deed. Alleen te wegen wat je ziet en het dan te laten vallen. Het antwoord wat de discipelen geven is bedroefend. En herkenbaar. Dit kan niet. In gebed onze onmogelijkheid laten blijken en ook onze verwachting in Hem uit te spreken. Juist die zwak van moed en klein van krachten is, heeft redenen om tot Hem te gaan. Maar Jezus zelf geeft antwoord! Begint met een opdracht. Hij ging niet mee in hun gedachtegang. In vertrouwen hen te laten zitten dat het goed was, dat Jezus zou voorzien. Als de Heere komt met Zijn antwoord dan neemt Hij hen mee. Bij het neerzitten nog niet de korven! Wat leert ons dit? Niet dat wat we zien maar het loslaten in vertrouwen op Hem. Gaan in het spoor dat Hij wees.

Zeggen wij dat ook in ons gebed? Ik zet mijn treden in Uw spoor. Van u alleen is mijn verachting. De Heere Jezus heeft hen ontvangen en ook wat betreft het brood liet hij hen niet leeg achter.

Dankte Zijn Vader om de zegen. Dankbaar mocht het worden uitgedeeld. Wetende dat het aan Zijn zegen is gelegen. Hij is gekomen uit de hemel en zit nu weer in de hemel aan de rechterhand van dr Vader. Contact met de Vader. Weg vervuld die de Vader Hem wees en wilde.

Discipelen mochten het brood uitdelen. Hebben ze gedaan. Staat niet meer van vragen. Ze aten en werden allen verzadigd. Twaalf korven. Daar was de milde overvloed van de Vader zichtbaar. Twaalf korven, twaalf discipelen, twaalf korven.

Al je bedenkt hoeveel eten werd weggegooid. Voorbeeld hier ook niet weggegooid. Goed mee omgaan. De Zaligmaker heeft voorzien juist toen zij het allerminst hadden verwacht.

Hij geeft het nog om arbeid te verrichten. Ieder een andere taak. Doen we wat Hij geboden heeft? Dan mag vandaag verwacht worden dat de Heere doet wat Hem behaagd. Ook al kun je het vooraf niet uitrekenen. Hij vermenigvuldige  het brood en de vis. Later zegt Jezus zelf het brood des Levens is. Discipelen mogen uitdelers zijn van het hemelse brood. Ja met Hem die het brood des levens is.

Dat we hier mogen zijn geeft aan dat Hij met dat Woord voortgaat. Hij geeft de prediking van Hem die het brood des levens is. Geleden heeft. Niet alleen maar uitdeler. Leven gegeven. Verzoeking in de woestijn, hongerde Hem ten laatste.  Niet voor zichzelf in Zijn lijden en sterven, daarin niet voor Zichzelf voorzien maar Zichzelf gegeven!

Niet Hem erkennen. En wij? Is het bij ons anders. De vrede van God uit Zijn handen ontvangen. Een teken wat Hij is. Wie Hem volgt zal niet eeuwig honger en kommer hebben maar het goede. Dat is bij Hem! De mensen hoefden niet weg te gaan. Ze kregen mild en overvloedig. Hoort en uw ziel zal leven. Doe uw mond wijd open. Als je alleen van het aardse brood eet, is mooi het gedeelte en dan dichtslaat. Maar dan verwerp je het brood des levens. Voor je ziel nodig. Hoort en uw ziel zal leven. In Hem is alles. Hij heeft alles gegeven, Zichzelf gegeven. Wonder voor een genade voor een mens die zelf gaat rekenen en tot de onmogelijkheid komt. In Hem de sterke held. Die alles heeft volbracht. Hij zal Zijn werk voor mij voleindigen.

Dan geen uitdelers meer tot hoeven zijn. Verzadiging van vruegde is bij Hem. De milde overvloed. Hij is goed voor een schuldig mens. Voor lichaam en ziel. Voor dit leven en voor eeuwig. Opdat een ieder die in Hem gelooft Hem ongestoord, zonder einde, en nu reeds, Hem prijst. Heere wat bent u goed voor een schuldig mens. Mild en overvloedig. Amen.

 

Zondag 11 februari 2018 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. A. van Wijk [Herkingen] – Lukas 9:10b-17