Voor de Ander leven
Leven wij voor onszelf, op onszelf gericht, of zijn wij gericht op een ander. Paulus leert in de brief aan de gemeente van Korinthe dat Gods kinderen voor Degene leven die voor hen is gestorven en opgewekt. De Ander is Jezus die Zijn leven gaf voor zondaren.
2 Korinthe 5 vers 15c: ‘Opdat degenen, die leven, niet meer zichzelven zouden leven, maar Dien, Die voor hen gestorven en opgewekt is.’
Niet voor zichzelven. Ik weet niet of u dit weleens zegt. Ik neem even een ogenblik voor mezelf. Tijd aan mezelf. Na het avondeten. Of na een drukke werkweek de zaterdag voor onszelf. Of op school. Toets 45 minuten. Na 30 minuten. Klaar. Hard gewerkt Eigenlijk huiswerk maken dan voor een ander vak. Dan tekening zitten maken. Kan het wel begrijpen.
Tijd voor onszelf toch in een breder geheel. Taak en roeping ten opzichte van de Heere en anderen. Periode van rust kan ook langer zijn. Accu opladen zoals we zeggen. Er staat niet dat zinvolle rust verboden is. In de tegenstelling lezen. Of je leeft voor jezelf of voor de Heere.
Paulus mocht betrokken zijn bij de gemeente in Korinthe. Havenstad. Was niet makkelijk. Met bevingen. Tot zegen. Veel volk in deze stad. Paulus betrokken op hen. Ook anderen waar hij werkte. Tussen Paulus en de gemeente wat tussengekomen. Anderen gekomen na Paulus. Niets mis mee met een andere dienaar daarna. Maar kwamen afbrekers. Zonden aan de hand kon wel. Afgodendienaars. Ook: Paulus’ werk teniet doen. Hem vergeten. Paulus schrijft een brief aan hen. Orde op zaken stellen alvorens ik kom. Bepaalde dingen al verbeterd. Afgoderij, zedeloosheid. Paulus wil als dienaar van Christus erkend worden. Bedoelde niet eigen eer maar de eer van God. Niet dat ze Paulus Rabbi zouden noemen. Woorden van de Heere alle eer geven. Dwaalleraars waren er. Opstanding niet van belang. Lichamelijke opstanding niet. Niets nieuws aan de zon. Toch een gevaar. Paulus komt ervoor op. Gaat niet om hem persoonlijk. Dragen de schat in aarde vat, niet eervol, maar wel een grote schat.
Waarom wil hij dat Evangelie prediken? Opdat mensen zullen bedenken wat tot eeuwige vreugde is. Hetzij we uitzinnig zijn of gematigd van zinnen, de eer komt de Heere toe. Dat zondaren gezaligd worden. Paulus laat het merken. Die moeten leven die gestorven en opgewekt is, dat is Jezus. Opdat wij niet voor onszelf leven. Maar die ons opgewekt heeft, die Zelf opgewekt is.
Voor jezelf leven is op jezelf gericht zijn. Aan de ander wijden. Gericht op de ander. Hart. Weet wat de ander belangrijk vindt. Waar hij/zij mee zit. Ouders en kinderen. Tussen man en vrouw. Leeft voor de ander. Met je hart verbonden. Weet wat de ander nodig heeft. Spreekt ermee. Concreet met bezig houden. In gedrag. Als de ander hulp nodig, dan weet je niet alleen ervan maar dan ga je ook helpen. Soms zelfs wel zonder dat de ander het gevraagd heeft. Zo spreken over te maken heeft met je daden. Ook met de daden die je niet doet. Andere dingen niet doet. Tegen bepaalde dingen nee zeggen. Soms zegt: doe ik niet, geen tijd voor of zelfs strijdig.
Mogelijk denken aan Paulus’ woorden gematigd van zinnen. Met alle krachten het Evangelie te brengen. Overeenkomstig het Evangelie. Breder trekken. Aan de ander wijden. Toepassen op het leven met de Heere. Denken aan de Evangeliedienaren die bepaalde dingen doen en niet doen. Breder geldt ook ons. Bevrijd te zijn. Dingen na te laten. Verderop over juk met de ongelovigen. Niet mee te gaan in de zonden. Vaker gebruikt als het gaat over de huwelijksband. In hoeverre zijn wij een afgescheiden volk? Niet beter maar anders. Man en vrouw, samen de Heere de lof geven. Komt laat ons de Heere grootmaken.
Paulus wil niet weten van afgodendienst. Duidelijk dat het tegen elkaar ingaat. Gaat om de Heere. Reinheid. Ziel en lichaam. Seksueel opzicht maar ook in andere dingen. Wachten voor de zonden. Daarvan afkerig bent. Tegenin gaat. Afstand van houdt. Niet wacht tot een goede gelegenheid. Afstand van neemt. Enerzijds zonden belijden en anderzijds ermee breken. Concrete zaken. In de kracht van de Heere. Niet in eigen kracht. Leven voor de Heere.
Vanmorgen de wet gehoord. Opschrift. Ik ben de Heere Uw God. Uit het diensthuis uit Egypte uitgeleid. Nacht van Pascha. Heere Zijn volk bevrijd. Voor op die wet. Voor de wet. Ik heb u bevrijd. Daarom geen andere goden, daarom niet stelen enzovoorts. Vertouwen op de Heere is in feite het opschrift van de wet. Heeft ermee te maken.
Die in Christus is, die is een nieuw schepsel. Apostel spreekt over vrucht van de bevrijding. Voor de Heere zouden leven. Opdat Hij de bevrijder is. Gaat erom wie de Heere is voor ons. Die voor hen gestorven is. Wat heeft Hij er veel voor gedaan. Alles voor gedaan! Ziel uitgegoten tot de dood. Met de overtreders gesteld. Voor hen gebeden. Een last van zorgen en plagen door geen mens te dragen. Daarin komt de liefde van de Heere naar voren. Voor opstandelingen. Tegen de hoogste en goede majesteit van God. Heeft te maken met het nieuwe leven.
Tot zonde gemaakt al was Hij een en al zonden. Heerlijke bevrijdingswerk verricht. Daadwerkelijk gedaan. Situaties waarin de een de ander wil helpen maar slaagde niet. Laatst in het nieuws. Auto te water. Anderen probeerden te helpen maar lukte niet. Maar het werk van Christus is daadwerkelijk gebeurd. Zijn opwekking is het betalingsbewijs. God de Vader heeft het aanvaard. Allen die in Christus zijn heeft Hij in genade en liefde aangenomen.
Als eerste opgewekt van de volle oogst. Hij komt met verzoening en zaligheid. De grootste schatten: vergeving, vrede en zaligheid. Wat is dan ook belangrijk van die genade te leven. Doen we dat? Paulus zegt dat God weet van zijn prediking. Gode openbaar geworden. Bewegen de mensen tot het geloof. Ook in het geweten overtuigd. Dat de mensen in Korinthe het Evangelie aannemen. Hem lof en dankbaarheid te offeren. Leven wij zo met de Heere en Hem zo dienen? Sommige mensen zeggen dat het maar lastig is. Dit niet meer, dat niet. Kwaad hart. Goede wil doen maar het kwade ligt mij bij. Kan ook zijn dat je zegt: ik dien Hem helemaal niet. Wel bepaalde dingen doen voor de omgeving, geen moeilijkheden daarmee krijgen.
Als je leeft voor Degene die voor je gestorven en opgewekt is. Met je hart. Voorbeeld. Stel dat ik straks richting Nijkerk rijd, verkeerslichten tegenzin te wachten, politieauto naast me, niet al te vrolijk naar het rode licht kijken, krijg je geen boete voor. Maar als het naar de ander is. Boos gezicht. Alleen omdat het moet iets doen. Niet met liefde. Geen vreugde en vruchten. Dat geeft te denken. Ook ten opzichte van Hem die gestorven en opgewekt is. Wie veel vergeven is heeft veel lief. Wie daarmee niet bezig is, niet de zonden, die vreest de Heere niet.
In het houden van Gods geboden is grote loon. Hoe staan we ervoor? Zien wie Hij is. Christus tot zonde gemaakt. Zoals de offers. Totaal gedood en soms zelfs helemaal verbrand. Geheel aan de dienst van God gewijd. Met Christus gestorven. In geloof verbonden. Mijn schuld gedood met Hem. Hoop op Hem alleen. Oude mens met Hem gekruisigd. Leven geborgen in Hem bij God.
Lust de Heere te vrezen? Psalm 25. Je kunt wel jezelf voor een tijdje wijs maken dat je wat vreugde en geluk hebt. Maar het eeuwige geluk, de vrede. Allerhoogst en eeuwig goed. Laat u met God verzoenen! Opdat wij rechtvaardig voor God zouden zijn. Geen heerlijker boodschap dan de liefde van God. De bron van de liefde komt niet voort uit zondige mensen maar uit Hem. Als u Hem leert kennen en telkens weer leert. Ik mag Hem leven. Niet gericht op eigen eer. Niet gericht op mezelf als het grote doel.
Vandaag zegt men: voor jezelf opkomen. Natuurlijk, God heeft ons een persoonlijkheid gegeven. Maar gevaar. Niet in hoger dienst staat. Van nature ben je dat niet. Zoals mensen in Egypte op de koperen moesten zien, zo op Christus zien. Nalaten wat zich tegen Hem wil verheffen. Strijd. Kwade wat ik niet wil doe ik, en andersom. Wel hartelijk verlangen. Leven met de Heere. Paulus, gematigd van zinnen en alles gericht op het Evangelie, aan de mensen in Korinthe die hem zwart maakten. Roeping jezelf niet centraal te stellen.
Toespraak. Iemand die geroepen werd tot de dienst. Zo vissen. Ik weet niet of het waar is, zeg er maar bij. Zo vissen dat ze je zelf niet zien. Dan bijten ze niet. Zo in de dienst van de Heere. Niet voor zichzelf, voor eigen eer.
‘Zoo gaf ik gaarne wensch en wil; In ’s Heeren hand en hield mij stil’ [Gedicht Herdersfluit, Jacqueline E. van der Waals 1868-1922].
Gaat niet om de mens maar de eer van God. Die grote Zaligmaker. Bruid te werven. Overgegeven in de door en aan het kruis. Paulus weet ervan. Uit zo’n grote nood en dood verlost. Weet van genade. Als schuldig mensenkind. Wie voor de Heere komt mag weten dat Hij de zonden vergeeft. De Heere leven. Geen juk met de ongelovigen. Hem te leven. Hij alles gedaan Hoef je niets mee te brengen. De strijd te strijden. Hem voor ogen die het kruis gedragen heeft en de schande veracht. U dan die gelooft is Hij dierbaar. Kostbaar, liefelijk. Voor Hem leven. Geen genade mee te kopen. Hem belijden. U groot van waarheid, en voor mij schuldig mensenkind eindeloos goed. Amen.
Zondag 15 april 2018 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. A. van Wijk [Herkingen] – 2 Korinthe 5 vers 15c