Zoals de invasie door de geallieerden in Normandië in 1944, is Pinksteren Gods invasie. De wereld is bezet gebied. Van nature horen wij God niet en luisteren we niet naar Zijn Woord. God zet grondtroepen in die het Woord verkondigen – gesteund door de luchtmacht, de Heilige Geest. Zo worden zielen ingewonnen en krijgsgevangene gemaakt van Jezus. En zo worden we verbonden aan de wereldwijde kerk waarin we dezelfde taal spreken. Het evangelie zoekt ons op in de intimiteit van ons bestaan. Gods genade maakt ons ‘horig’ – samen horig naar het Woord van God.

Pinksteren: Gods grote invasie

Gemeente,  vandaag vieren wij het Pinksterfeest. Afgelopen donderdag was er de herdenking van de invasie in Normandië. Alle grote wereldleiders waren present. Grootscheepse herdenking. De juf of meester heeft er misschien wel over verteld. Of je hebt een spreekbeurt gehouden. De geallieerde troepen landden toen in Normandië. Het duurde nog wel even voordat Europa werd bevrijd. De invasie betekende een niet te stuiten begin. Die invasie eiste heel wat offers, mensenlevens. Duizenden soldaten sneuvelden. Daar hebben we onze vrijheid aan te danken.

Vandaag herdenken we Gods Pinksterinvasie, van 2030 jaar geleden. De wereld is door de duivel bezet gebied. Hitler was een psychopaat en tiran. De duivel is veel erger. Pinksteren is bevrijding. Al is die bevrijding nog steeds niet af. De geallieerden, de Drie enige God, zette die invasie door.

Oude mensen weten uit ervaring van de bevrijding van de geallieerden. Vertellen over de grote opluchting. Gevoel van vreugde toen dat gebeurde. Hopelijk weet u van die geestelijke bevrijding van zonde, duivel en dood.

Mensen worden gezet in de vrijheid in Christus. De geestelijke en eeuwige vrijheid. Iemand denkt: nou ja, daar zit ik niet op te wachten. Ik ben tevreden met mijn leventje. Werk, hobby, luxe, vakantie, natje en droogte, ik vind het allemaal best. Zo gaat dat als je de macht van de satan niet beseft. Dan ga je naar de eeuwige ondergang zonder dat je er zelf bij stil staat.

Het gaat om een inval. Invasie. Dat gebeurt ongevraagd. God stort Zijn geest uit op alle vlees. Vlees is eigenzinnige, zwakke, onwillige mensen. Mensen met een afweergeschut richting God. Maar Gods werk kunnen we niet keren. Dan moeten we kapituleren.

Kost dit ook veel levens? Nee, maar 1 leven. Van Jezus! Daardoor heeft Hij de levendmakende geest verworven (zegt het avondmaalformulier). In vers 33 staat, Hij dan die verhoogd is (Hemelvaart) en de belofte van de Geest ontvangen heeft, heeft dit uitgestort wat u nu ziet en hoort.

Er zijn troepen bij betrokken. Grondtroepen. De discipelen. Zonder luchtmacht zouden ze nergens zijn. En munitie? Ja, ze schieten met scherp. Niet met kogels maar met woorden. In een paar uur tijd maaien ze er een paar duizend neer. Die beseffen hun zonde en schuld. Mannen! Wat moeten wij doen, roepen ze. Ze sneuvelen niet, maar ontvangen het eeuwige leven. Bent u wel eens zo geraakt? Door een preek? U ging wel naar de kerk vanmorgen; dat is wel een hele gewaagde onderneming. Het schootsveld van de Heilige Geest. Ik hoop dat u geen dekking zoekt onder de preek. God zet Zijn invasie door.

Die verkondiging staat centraal in Handelingen 2. Die tekenen, hoe opzienbarend, zijn alleen maar een trigger. Een plaatje bij het gebeuren. Centraal staat het horen en spreken. In dit gedeelte staat 5x spreken en 3x horen. Daar gaat het om. Hoort en uw ziel zal leven, zegt Jesaja. Wij leven in visueel tijdperk – het woord lijkt te verdwijnen. God spreekt! Wil je zalig worden dan moet je luisteren, luisteren, luisteren. Het geloof is uit het gehoor. En het gehoor door het gepredikte woord (Romeinen 10).

Wat een wonder dat God tegen rebelse zondaren als wij wil spreken! Als iemand ons heeft beledigd, keer op keer, dan zeggen we: met jou praten we niet meer. God heeft redenen om er het zwijgen toe te doen. Maar Hij spreekt! Een joodse leraar in de klas behandelde de tekst, God sprak tot Jona. Een leerling stond op. Met vuisten tegen de muur bonzen. Hij spreekt, Hij spreekt! Hij besefte: God is een sprekende God. Dat is een wonder. Vinden wij het vanzelfsprekend dat we in de kerk mogen zitten?

Wij horen hen in onze eigen taal de grote werken van God spreken. Een bonte mengeling van mensen. Die verblijven in Jeruzalem. Lukas vermeldt een hele lijst. 15 nationaliteiten. Is denk ik geen complete opsomming. Eerst de volken uit het oosten, daarna de volken uit het noorden, vervolgens de zuiderlingen (Egypte, Libië) en dan het westen (Romeinen). Uit alle windstreken. God heeft iedereen op het oog bij Zijn invasie.

God begint de invasie in de kerk. De gemeente als bruggenhoofd! De mensen die genoemd worden zijn joden en jodengenoten. Volbloed joden en proselieten (die zich erbij hebben aangesloten). Godvrezende mensen uit alle volken. Zij kenden het OT. Die mensen moeten allemaal tot bekering komen opdat ze daarna het evangelie gaan doorgeven. In hen heeft God de wereld op het oog. Dat bewaart ons voor heilsegoïsme. Als ik maar in de hemel kom? De mensen in de derde wereldlanden dan? William Booth (oprichter Leger des Heils): saved to save. Gered om te redden. Bid maar voor de buurman. Opening voor gesprek. Spreken over de grote woorden van God! Kunnen jouw vrienden dat zeggen? Je praat over het Nederlands elftal, je scooter, Lexus, vakantie… Maar over God?! Uitgelachen worden, kan. Vraag maar om kracht en vervulling. Zoals Petrus, dat je vrijmoedig kunt getuigen.

De discipelen waren angsthazen. Maar nu, moet je eens kijken. Alle mensenvrees kwijt. Dan vloeit mijn mond steeds over van Gods eer. Heerlijk is dat. Ze verkondigen de grote werken van God. Waaraan moet je dan denken? De grote werken van God in de schepping. De majestueuze bergen. En blei rijke dalen. Kolkende zee. Prachtige planten. Dierenwereld. Samenstelling van menselijk lichaam. Adembenemend mooi. Spreek je daarvan met een andere campinggast. Wat is de Schepper groot hè, zeg je dan. Of Gods leiding met Israël. Bevrijding uit Egypte, tocht door de woestijn (de schoenen sleten die 40 jaar niet!). Maar vooral de grote daden in Christus. Zijn redding!

In de preek van Petrus gaat het daarover. Mensen redden. Alles wat God doet is groot. Fanatieke moslims roepen dat uit, ‘Allah akbar’. Een christen roept: ‘Hoe groot zijt Gij!’ Ik hoop dat die aanbidding bij ons leidt. Hoe groot zijn Heer Uw werken (Psalm 92).

Hoog opgeven van God. Dat is het Pinksterleven. Van huis uit zit dat er niet in. Opscheppen op verjaardagen. Over een financiële klapper. Onze dochter die gaat promoveren. Sportprestaties. Onze werken. Onze dominees hoor. Preekagenda die vol zit. Meer belijdeniscatechisatie. Of de kerk die vol zit met kinderen. Maar zelfs onze beste werken zijn met zonden bevlekt.

Hoe nodig is die invasie van de Geest. We redden het zelf niet. We zijn aangewezen op Gods grote werken. Het werk van de geest. Die zorgt ervoor dat we aan de grond komen. Hij vernieuwt ons. Hij doet ons vrucht dragen. En geeft de gaven (charismata). Dat Hij ons leidt dat de duivel geen haar van ons kan krenken. Hij troost en leidt ons. Hij zal Zijn werk aan mij volenden.

Dat geloven en ervaren, dat gebeurt wereldwijd. In eigen taal, vers 4 en 11. Dialect, vers 6 en 8. Judea wordt er ook in meegenomen, dat is een ander dialect dan die Galileëers. Dialecten is voor de Geest geen belemmering. Als Groningers gaan spreken in hun dialect, versta ik er geen sikkepit van. De Geest vertaalt! Dat is een wonder van genade.

Het is de tegenhanger van Babel. De torenbouw. Eerst spraken ze verschillende talen, maar ze werken samen aan geduchte eenwording. Vergelijk het met de Europese eenwording. Het gaat zover: allemaal dezelfde taal spreken. Eensgezind in goddeloosheid. Hoogmoed. Jezelf als God wanen. Ze gaan een toren bouwen tot in de hemel – denken ze. Voor dat het zover is, grijpt God in. Ze verstaan elkaar niet meer. Wat zeg je nou toch? Geïrriteerd gaan ze uiteen. Meertaligheid is een straf op de hoogmoed. Je kunt dat zelf ervaren. In Frankrijk, je komt ten val, je hebt een dokter nodig, je klampt iemand aan, dan gebruik je maar gebarentaal.

Daarom is Pinksteren zo groot. Ze horen het in moedertaal. Emigranten grijpen als ze ouder worden op hun moedertaal. Op de ziekenzaal hoor ik soms iemand roepen in het Fries. Roept ‘ie om z’n moeder. Jezus aan het kruis ook: Eli, Eli, Lama Sabachtani. Moedertaal is iets van jezelf. Heel persoonlijke benadering dus hier van de Geest. Het evangelie zoekt ons op in de intimiteit van ons leven. In ons eigen bestaan, eigen taal. Belangrijk dat de Bijbel wordt vertaald!

Ik sprak met de secretaris van de GBS, enkele jaren geleden weer, die zei: ik wil de taal van de 17e eeuwse Statenvertaling handhaven en doorgeven. Maar het Pinksterfeest is dat ze juist werden aangesproken in hun eigen taal. Geen taalbarrières opwerpen. Het is wel van groot belang dat je recht doet aan de grondtaal – anders is het gevaarlijk en schadelijk.

Niet alleen een taalwonder, maar ook een hoorwonder. Echt gehoor geven aan het woord van God. Zo, dat het je hart raakt. Die preek was juist voor mee! Dan wordt je krijgsgevangene van Jezus Christus (2 Korinthe 10). Dat is diezelfde invasie. Opdat ze behoud vinden in de Ene naam. En zo de Heere gaan grootmaken. Dan vallen alle verschillen weg. Ervaren we samen de saamhorigheid. Samen horig zijn aan het Woord van God. De gemeenschap voelen. Dan voel je je geallieerd. Spreken met gelovigen in andere taalgebieden, dan voel je je verbonden. Straks wordt er maar één taal gesproken. Met een woord. Gods werken loven! Johannes schrijft dat hij een menigte zag. Met luide stem roepen ze: de zaligheid is van God. Nu al is er iets van die eenheid. ‘Samen in de naam van Jezus, heffen wij het loflied aan. De Geest spreekt alle talen, en doet ons elkaar verstaan.’ Amen.

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 9 juni 2019 (Eerste Pinksterdag), 9:30 uur. Schriftlezing Genesis 11:1-9 en Handelingen 2:1-13.