De profeet Maleachi is de laatste profeet van het Oude Testament. Hij heeft een ernstige boodschap: de grote en vreselijke dag van de Heere komt. Zeer troostrijk zal het zijn voor de gelovigen in Christus, zij zullen wegsmelten voor de Zonne der gerechtigheid en opgaan in Gods eeuwige barmhartigheid. Maar zij die ongelovig blijven, zullen worden uitgebannen. Het Evangelie klinkt: eer die grote dag komt zal ik Elia, dat is Johannes de Doper, zenden. Die boodschap klinkt ook vandaag: bekeert u en geloof want het Koninkrijk van God is nabij gekomen en de bijl ligt reeds aan de wortel van de boom.

Maleachi 4 vers 4-6: ‘[4] Gedenk der wet van Mozes, Mijn knecht, die Ik hem bevolen heb op Horeb aan gans Israël, der inzettingen en rechten. [5] Ziet, Ik zende ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal. [6] En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met den ban sla’.

Maleachi’s profetie van de oordeelsdag

We hebben het vanmiddag gezongen: Gods is Rechter die het beslist. Die als aller Oppervoogd deze vernederd en die verhoogd. En ja: Hij is het die de boze hoorn, vellen wat Zijn naam bestrijdt, maar verhoogd de hoorn die Hem vreest. Vanmiddag beleden: zal oordelen de levenden en de doden.

Wij vaak: deze dominee, en die. Wat makkelijker. Mensen de hemel in praat of anderen uit. Maar bedenken: God is rechter. In Zijn handen. Verzekerd geloof mogen hebben. Hij is het die de harten en nieren proeft.

De lofzang van Hanna, 1 Samuël 2. De koningen moesten altijd in opdracht van de Heere zo alles besturen in die orde. David als koning zo een afschaduwing zijn, Salomo ook van de meerdere Salomo. Zo steeds mag in het Oude Testament gewezen worden van Hem die Rechter is van het heelal.

Vers 4-6: ‘[4] Gedenk der wet van Mozes, Mijn knecht, die Ik hem bevolen heb op Horeb aan gans Israël, der inzettingen en rechten. [5] Ziet, Ik zende ulieden den profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal. [6] En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met den ban sla’.

Maleachi’s profetie van de oordeelsdag

  1. De wet des Heeren;
  2. De dag des Heeren;
  3. De ban des Heeren.

1. De wet van de Heere

Wat een verschil hè, jonge mensen vinden jullie ook niet, hoe het Oude Testament eindigt en het Nieuwe Testament. Opdat ik niet kome en de aarde met de ban sla. Amen. En dan kom Heere Jezus Christus. Amen. Als je mag kiezen? Zullen we dat andere maar weglaten? Pas op, mag niet.

Wat is dat met de ban sla? Verbannen. Wegdoen, vervloeken. Geen aangenaam woord. Dat Nieuwe Testament eindigt veel aangenamer. Dan zeg je het een staat toch niet los van het ander. Misschien wel haaks op elkaar staan? Twee zaken die gaan over hetzelfde onderwerp: die oordeelsdag. Die grote en vreselijke dag. Het een kan niet zonder het ander.

Tweeërlei uitwerking: als die Rechter gaat komen om te oordelen over de levenden en de doden. Tot gelovige tot eeuwige zegen maar tot de ongelovige en onbekeerde de eeuwige ondergang. Christus de zonne der gerechtigheid.

Nou is het januari en nog niet veel sneeuw gevallen. Bak met sneeuw. En dan de zon schijnt. En dan een bak met modder, met leem. Die sneeuw smelt helemaal weg. En die bak met leem hard geworden. Hard als klei. Tweeërlei uitwerking. Wie door de Zonne der gerechtigheid bestraald is, die smelt weg in God en mag het eeuwig smaken  van Gods goedertierenheden. En dat andere, verhard wordt. Eeuwige ondergang.

Zo mag Maleachi, de laatste profeet van het Oude Testament profeteren. Zo’n 450 jaar voor de komst van Christus. Wat betekent de naam Maleachi? Mijn engel spreekt. Engelen zijn gedienstige geesten. De komst van Christus. Voor die de Heere vreest mag het zijn tot verwarming. Mag je daar iets van weten?

Wat zeiden die Emmaüsgangers? Was ons hart niet brandende in ons als Hij ons onderwees? Dat gebeurt nou. Die harten smelten weg onder Gods goedheid. Verbrokenen van harten gaat Hij helen. Die separeert. Vroeger had je taxi’s met een separatieruit. Voorin de chauffeur, achterin de passagiers. Belangrijk dat we steeds separeren, zie maar hoofdstuk 3. Onderscheid tussen rechtvaardigen en goddelozen. Die die Hem dient en die die Hem niet dient.

Die komst moet voorbereid worden. Zoveel ongerechtigheid is en zonden gedaan wordt, en met de wet van God een loopje wordt genomen. En die priesters namen het niet zo nauw. In de tempel moesten de mensen komen met een offerdier. Schaap, lam. De Heere vroeg een gaaf offerdier. Moest echt goed zijn. En dan kwamen ze bij de tempeldeur, met een schaap die helemaal kreupel was of blind. Zo werd er een loopje met de dienst van de Heere genomen.

En trouw in het huwelijk. Dat deden ze niet. Met heidense vrouwen en vergaten hun eigen vrouwen. Ze namen het niet zo nauw. Het volk wist het zelf niet. Ze vermoeiden de Heere. Waarmee dan? De Heere kijkt naar je hart.

Als je in de kerk bent en zingt God heb ik lief want die getrouwe Heer. Maar je meent het niet. Dat klopt niet! Dan kan het zijn dat de mensen het niet in de gaten hebben, maar God ziet het hart. Het volk beloofde heel plechtig. Zijn stem gehoorzaam zijn. Terugkeerde uit de ballingschap. Ezra en Nehemia. Beloofden het heel plechtig. Naar Uw woorden komt het alzo toe te doen.

Nu moet diezelfde profeet het zeggen, Maleachi zegt het ook, dat er zoveel vormendienst, oppervlakkig leven. Wat zit hier voor ons een les in is het niet. Wat hebben we hier voorin gezegd bij het doopvont? Ja. En de dominee plechtig beloofd voor het ambt? Ja, ik van ganser harte. En met belijdenis met de groep? Ja gezegd. Maar ja zeggen en nee doen voor de Heere kan niet. Daar loopt Mozes zo vast op bij het volk. Het deugt niet.

De wet van Mozes afgekondigd. Psalm 1: de wet van de Heere blijmoedig dag en nacht herdenkt bepeinst en ijverig betracht. Dat volk, u en ik, ook zullen luisteren naar wat God heeft gezegd in die wet. Zeg het maar met die samenvatting. God liefhebben boven alles met alle krachten, en onze naaste als onszelf. Herdenken. Dat ook zoeken. Om naar Gods Woord en wet te leven.

Als je die koeien in de wei ziet. Wat doen die? Grazen in de wei. Dat gras. De koe gaat liggen. Gras herkauwen. Want een koe heeft drie magen. Zo ook met de wet betrachten zoals de reine dieren. Met het Woord van de Heere nadenkt en overweegt. Wat houdt dat Woord mij voor? In die spiegel van die wet dat ijverig betrachten. De mensen in Berea, wat zegt de apostel, de dingen vergelijken. De Schriften onderzoeken of het alzo was.

Onderwijs in de prediking overdacht en betracht te worden. Er ligt nog zoveel je het Woord met het oog op die oordeelsdag. Wat is het dan nog nodig, vanmorgen gezongen: mijn ziel herdenkt met heilig beven, hoe God Zijn wet op Horeb heeft gegeven.

Iedere zondaar die genade heeft leren kennen moet buigen voor het oordeel van die wet. Als die wet nou zo gepredikt, wat blijft er over van die mensen? Een leugenaar. Ik heb een bedrieglijk hart. Voor dat recht gaat buigen. Hij is waarachtig. Dat je biddend bezig bent met die wet.

2. De dag van de Heere

Zo mee bezig in het laatste van de dagen. Jonge mensen doe dat maar: Heere maak in Uw Woord mijn gang en treden vast. In vers 5, zie. Eer dat die grote en vreselijke dag gaat komen, daar gaat iets aan vooraf. De profeet Elia zal komen. De dag des Heeren. Als je dat zo los ziet, en dan ik u ga vragen wat is de dag des Heeren? Dan zegt u de zondag. Maar hier ook de dag des Heeren. De oordeelsdag, ook de dag van de Heere.

Eer dat die grote en vreselijke dag. Vreeswekkende dag. Zendt de Heere de profeet Elia. Niet letterlijk erin lezen de profeet Elia maar in het verband Johannes de Doper. Heel duidelijk in Lukas 2. Voorbereider en plaats ging maken en ging wijzen op de Christus, het Lam Gods. Gekomen in het vlees maar die komst houdt ook in de wederkomst. Zal komen als Rechter van het heelal.

Dat is zo nodig. Doet de Heere door Zijn Woord en Geest ook vandaag. Dat de Heere plaats zou maken. Christus zegt dat hij in de geest en kracht van Elia zal verschijnen. Engel Gabriël gebruikt dezelfde woorden. Gekomen als de heraut van de Koning. Voor die dag die brandt als een oven. In Johannes moet die taak plaatsvinden. Plaats maken voor de Bruidegom. Voor Hij die komt.

Laat ik het zo zeggen dat wij een Johannes de Doper nodig hebben. Johannes de Doper was ernstig in zijn prediking. Wat zei hij? De bijl ligt al aan de wortel van de boom. Leven vergeleken met een boom. Als je dan onbekeerd bent. Die bijl ligt er al. Wat moet die bijl doen? Dat die boom omgehakt worden? Wat is dat ook in je persoonlijk leven nodig dat je zo leert buigen voor de Heere. Leert erkennen wie de Heere is.

Wiens wan in Zijn hand is. Wat is dat? Wannen? Dorsvloer. Werd zo gestampt. Kaf van het koren gescheiden. Dat gebeurt op de grote oordeelsdag. Zo wordt het kaf van het koren gescheiden. Eer dat die grote en vreselijke dag aan zou breken wordt dat onderscheid gemaakt. Waar zal jij onder vallen? Kaf of koren?

Mozes en Elia zijn gekomen en hebben gesproken op de berg van verheerlijking en met de Heere Jezus gesproken. Mozes en Elia lijken zo op elkaar. Mozes gaf de wet en de handhaving. En Elia sprak tot Achab en Izebel. Johannes de Doper moet hetzelfde doen tegenover Herodus en Herodias. Ze waren beiden godvrezende mannen. De moesten dat allebei doen. De bijl ligt al aan de wortel van de boom.

Dan zie je hoe belangrijk de prediking van het Woord is vandaag de dag. Hij komt om te oordelen de levenden en de doden. Wat is het dan groot als je zo mag buigen. Opstellers van de Catechismus: dat in dit leven het eeuwige leven al aanvangt. Dit is dat zij U kennen, die het eeuwige leven is. Aan het einde van het Nieuwe Testament mag de genade van Christus klinken. Hoe kan dat nu? Hij moest die grote en vreselijke oordeelsdag ondergaan als Middelaar.

De straf die ons de vrede aan bracht was op Hem. Hij moest tot zonde gemaakt worden. Daarom moest Hij komen. En van God verlaten en verdrukt worden. Mijn God, Mijn God waarom hebt U Mij verlaten? Daar hebben Mozes en Elia al met Hem over gesproken. Zijn uitgang. Buiten Jeruzalem. Van God verlaten worden. Uw uitgang. Uitgang te Jeruzalem. Moet het dan zo? Ja, Hij wilde dit.

Toen Petrus zei: het is hier zo goed laten we hier drie tabernakelen bouwen. Nee zegt Hij. Laten we van hier gaan. Daarom werd het Goede Vrijdag. Betaaldag voor de kerk van God. Eeuwige leven hier al aan zou vangen. Eeuwige sabbat. Daarom mogen wij vandaag deze boodschap horen met het oog op de dag van de Heere.

3. De ban van de Heere

Al van gesproken. Hart van de kinderen  tot hun vaders wederbrengen en van de vaders tot de kinderen. Dat gaat Johannes de Doper aanzeggen. Wee u. Liefde Gods om ze te behouden. Want Hij wilde Zijn leven geven tot een verzoening, een rantsoen, voor velen. Het was alles om plaats te maken, die Zaligmaker.

Om dat verderf te ontkomen is alleen mogelijk als de harten van kinderen en vaders worden teruggebracht. Het gaat om het hart.

Abraham, Izak, Jakob, Jozua, Samuël, Ezra, Nehemia. Terug naar het geloof van de vaderen. Die in het verbond met de Heere zo in getrouwheid leefden. Die kende dat verlangen. Abraham heeft het van verre gezien en omhelsd. Dat is zo nodig. Daar moet het hart van de kinderen naar gericht zijn. Eenstemmig want er is een schreefgroei gekomen dat begrijpt u wel.

Wat is dat de oorzaak geworden van het uit elkaar groeien. Ze konden het niet meer samen zingen: komt laat ons samen Israël, de rotssteen van ons heil met eer, met Godgeweiden zang ontmoeten. Tempeldienst onteerd, noemden we al. Gebroken en gemengde huwelijken. Tiende niet meer gebracht. Deden naar eigen inzichten. Daarmee beroofden ze, moeten we niet zeggen ze maar we, beroven we de Heere van Zijn eeuw. Bij ons hoor je toch ook van de scheefgroei? Secularisatie. Hoe komt het nou dat er zoveel oppervlakkigheid is. Op eigen manier invullen. Wat een geestelijke vruchten was er bij de Puriteinen. Hoe komt het dat het alles zo laag neergezonken is op uitzonderingen nagelaten. Ook in de tijd van Elia. Nog zevenduizend die hun knie niet buigen voor Baäl.

Ook nu horen in de Coronatijd mensen op de knieën gebracht. Wat zeiden de Joden tegen Johannes de Doper? Wij zijn Abrahams zaad. Bloed van Abraham stroomt door onze aderen. Maar ik zeg u dat God uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken. Bekering een woord dat zo belangrijk is. Want zonder bekering en geloof kan het niet. Soms vanuit gegaan dat alleen maar bekeerde mensen in de kerk zitten. Maar de worsteling van de vaderen, ook van David. Dat die dingen op dezelfde manier mogen functioneren ook in de wereld van vandaag waar zoveel aan de hand is.

Bekeren doet Johannes niet. De dominee niet. Dat doet God. Bekeren is omkeren. Heb jij het leren zien? Het moet op een andere manier. Eigen weg een doodlopende weg. Zelf komt te staan voor een onmogelijkheid. Maar dan dat wonder te zien dat God wat Hij eist ook wil geven. Ik zal uw afkeringen genezen. Dan mag gesmaakt worden hoe goed de Heere is voor een albederver.

Die bekering maar ook die dagelijkse bekering. Hij gestalte in ons krijgt, Jezus Christus. Hij die de voeten van de discipelen wasten en zo ook geroepen zijn om elkaar de voeten te wassen. Inkeer, afkeer en wederkeer. Inkeer tot onszelf, afkeer van de wereld, heenkeer tot God in Christus. Naar de ware dienst van de Heere. Dicht bij de Heere leven. Weleens gezegd van een kind van God, die leeft dicht bij de Heere.

Kind van de Heere zal dat altijd gunnend zeggen: doe dat maar jongen, meisje. Om zo te ondervinden dat de Heere de getrouwe is. Duivel gaat rond als een briesende leeuw. Zijn voetstappen te volgen. Zo komen ze Thuis. Buiten Hem geen leven. In Hem het leven. Zoek dat. Eer Hij komt en de aarde met de ban sla.

Amen.

 

Zondag 16 januari 2022 – Bethel Christelijke Gereformeerde Kerk Katwijk – ds. A. van der Weerd – Schriftlezing Maleachi 4 en Openbaring 22 vers 16-21