Jezus heet zoals Hij is en Hij is zoals Hij heet. In de Bijbel zijn namen belangrijk; zij weerspiegelen essentie en karakter van de persoon. De gemeente van Sardis heeft de naam een christelijke gemeente te zijn, maar in feite zijn ze dood. Dat is ernstig. Ze leven hun leventje, doen met alles mee, de godsdienst is leur geworden; Geest en leven ontbreken.

Zijn naam is Jezus. Wat is uw naam?

Gemeente, reputatie… Bent u gesteld op uw reputatie? U doet er alles aan om goed bekend te staan. Liever niet bekend staan met slechte reputatie. Kan op zakelijk en persoonlijk vlak. Bedrijven die goederen afleveren, rond rijdend. Er staan dan; bij klachten kunt u bellen naar … Dat kan een stok achter de deur zijn voor de koerier. Doldrieste snelheidsmonsters soms. Dat kan effect hebben op uw bedrijf. Of persoonlijk vlak. Mijn vader zei wel eens, weet dat niet alleen jij erop aan gesproken wordt, maar ook de zoon van. Mijn vader wordt er verantwoordelijk voor gehouden. Een goede naam hebben, wie wil dat niet. Toch?

In de tekst draait het om namen. 38x in Openbaring; 4x in deze 6 verzen. Een naam staat in de Bijbel voor meer. Niet alleen een kwalificatie: goed of slecht. Achter de ellebogen, of als een krant. Nee. Als de Bijbel spreekt over namen, gaat het over de essentie of karakter van de persoon.

Dat is niet altijd zo. Naam heeft in de tekst ook meerdere betekenissen. Een naam drukt in de bijbel wel het wezen uit van de persoon. Wij geven onze kinderen namen. Passen ze bij het wezen? Bij ons past het vaak niet bij de persoon. David krijgt een zoon. Absalom. Prachtige naam. Vader van de vrede. Mooie naam toch? Maar David had niet doorzien dat zijn zoon zijn naam geen eer zou aandoen. Het was eerder een vader van opstand. Salomo gaf zijn zoon de naam Rehabeam. Uitbreider van het volk. Het eerste wat er gebeurde was echter geen uitbreiding, maar gesplitst. Namen geven aan onze kinderen is geen succes.

Hoe anders is dat met God. Als God namen geeft, mogen we op het puntje van onze stoel gaan zitten. Abraham. Een nieuwe naam voor betekenis. Werkelijk vader van menigte van volken. Straks als die kerstnacht weer aanbreekt, dan moet u op het puntje van de stoel gaan zitten. Alleen God is in staat uit te drukken wie Zijn Zoon is en wat Hij komt doen. Die Naam heeft Zijn persoon als inhoud. God zelf heeft de taak op zich genomen op Zijn Zoon een naam te geven. Boven alle naam. Dat moeten we bij Hem zoeken. Jezus, Hij redt. Hij zal Zijn volk zaligmaken van hun zonden. Dat is Hij en dat doet Hij. Niets meer en minder. U kunt er vanmiddag of vanavond andere ideeën op na houden.  Hij heet zoals Hij is en Hij is zoals Hij heet.

Hoe anders is dat met Sardis. Ik heb een prekenserie gehouden in mijn gemeente. Bovenaan ligt Efeze. Landinwaarts meer Thyatria en naar het zuidoosten Sardis. Ligt ongeveer ten hoogte van Smyrna.

Die gemeente daar heeft een naam. Geen onvertogen woord. Enquête houden? Dan staat de Christelijke gemeente er buiten gewoon goed op. Jezus begint als op dezelfde manier als bij de andere gemeenten. Ik ken uw werken. Altijd kwam er dan een positieve reactie. Lees maar na. Je raakt er bijna aan gewend. Het is ergens ook weer niet zoals in die gemeente, zoals Efeze of Pargamus. Geen vervolging, armoede, buitensluiting, of doding, of bedreiging van binnenuit, door Izebel meegezogen…. Nee. Niets van dat alles. Het lijkt goed te gaan. Ga zo door. Hou dat ritme aan. We horen niet van onderdrukking, interne onrust, dwaalleer…

Ik weet dat u de naam hebt dat u leeft. Die mensen doen gewoon hun ding. Ze boeken vakanties. Pakken ritme van winterseizoen. Ging altijd zoals altijd. Weer een nieuw seizoen. Weer naar catechisatie, jv, koffie klaar zetten voor koffiemorgen, ouderenmiddagen, kerkenraadsvergadering, gewoon naar de kerk. Geen steen in de vijver, geen rimpeling. Ze doen mee in de cultuur. Die gemeenteleden zien er levend uit. Ze doen mee met de wolindustrie in Sardis. Geen reuring van buiten en binnenuit.

Ik ken uw werken dat u de naam en hebt dat u leeft… Het is te rustig in de gemeente. Als u luisterde, hebt u mij ‘gewoon’ horen zeggen. Het is gewoon, sleur. Die gemeente is dood. Er gaat niets van uit. Ze hadden hun kleding laten bezoedelen. Enkele personen (namen staat er) hebben niet meegedaan.

U heeft de naam: christen, christin. Alleen, zegt Christus, maar u bent geen waardige drager van die naam. U voldoet niet aan de naam. Zijn naam is Jezus. Wat is uw naam? Ziet u gemeente, net als met Absalom en Rehabeam. Het is ondermaats. Ze kunnen hun naam niet waar maken. Hun werken zijn niet vol bevonden voor God. ‘Bevonden’ heeft een juridische betekenis. Jezus ziet een doods gebeuren. De gemeente ging muf ruiken. Geen sprankeling. Dor en doods.

Wat denkt u nu? Wat gaat er in u om? Mijn moeder zou zeggen, een kwartje voor uw gedachten. Wat is uw naam? Naamchristendom? U heeft wel de naam. Bent u het waard die naam te dragen? Is het leven als christen zo routinematig geworden?

Jezus zegt niet, Ik ken uw werken, van volharding en inspanning. Nee. Ik ken uw werken, u hebt de naam maar u bent dood. Er wordt niet gesproken over hun zwakte. Hun sterkte is hun zwakte. Dat is triest. Niet waakzaam. Ze waren geworden als de stad zelf. Tot twee keer een nederlaag geleden in de geschiedenis. Ze liepen te slapen. De vijand kon de deur van binnen uit openen. Ze waren nog wel een vesting. Net als de Christelijke gemeente! Het waken was gewoon geworden.

Wees waakzaam. Nog mooier: word wakker. Sta op uit de dood. Word nu alstublieft wakker. Dat kan nog, er is nog iets over. Er is nog iets dat leeft. Dood zijn en toch wakker worden? Opstaan uit die doodsheid. Er is nog het heden van de genade. Als ze dat niet doen, komt Hij. Dan zou Hij de kandelaar wegnemen, in Efeze. Hij komt als een dief; je weet niet wanneer.

Ze deden toch hun werk en taak? Waarom zo moeilijk over doen? Voelt als muggenziften. Mag u vinden. Maar Jezus vraagt om waardige naamdragers. Geen doods gebeuren. Wilt u de naam dragen, dan moet dat waardig. Jezus kan niet met minder van doen hebben. U moet me niet vertellen dat dat niet kan. Niet van het leven de dood in. Nee. Jezus ging de andere kant op. Jezus openbaarde zich: Ik was dood, maar ben levend geworden. Dat is het leven van een christen. Een christen gaat mee naar het kruis, kruis af, graf in, graf uit. Dat is het leven van een christen. Levend. Tegengesteld aan wie Jezus is. Routine zonder bezieling hoort niet bij Jezus. Jullie moeten wakker worden. Jezus is er alles aan gelegen dat ze die naam waardig dragen. Bedenk dan hoe u het ontvangen en gehoord hebt, hou het vast. Of, anders vertalen: bedenk wat u ontvangen en gehoord hebt. Bedoeld Jezus: hóe het evangelie ontvangen? Het Woord indrinken als een spons? Of: denk terug aan wat je hebt ontvangen? Niet, jullie bekering, maar naar wat de inhoud was, hoe je werd gereinigd. Hoe je met Mij uit de dood opstaat. Eerlijk gezegd wil ik niet kiezen. Het een heeft invloed op het ander. Hoe en wat je hebt ook ontvangen.

Jezus zegt hier voor de 2e keer dat ze zich moeten bedenken. Ze moeten terug naar het begin. Ik vergis me niet denk ik, als het misgaat, als de sleur erin komt, als het mis gaat, dat ik terug ga naar Gods Woord – en ook alternatieve routes proberen. Volgende keer beter doen? Nee zegt Jezus, zo niet. Terug naar de oorsprong. Naar Gods Woord. U moet zich laten vullen. Zodat je werken vol bevonden worden.

Zou Jezus zich daarom ook niet introduceren als degene die de 7 geesten heeft. De volheid van de Geest. Wie kan tot leven wekken? Wie kan ons vullen? Wie heeft Hem opgewekt uit de dood? Als de Geest die Christus heeft opgewekt, zal Hij ook uw sterfelijke lichamen onsterfelijk maken. Christus bezit de volheid van de Geest. Hij kan Hem aan u geven. Terug naar het Woord. Daarmee kan de Geest werken. Er moet benzine in de motor. Niet in een dieselmotor benzine doen. Niet alternatieve routes.

Wilt u uw naam in het boek des levens geschreven hebben? Niet meer uit de boeken geschrapt? Dat gebeurde in Sardis. Na misdrijf, werd iemand uit de burgerlijke boeken geschrapt. Uw werken moeten vol bevonden worden voor God. Kan ik geschrapt worden uit het boek des levens? Nee. Waarom zegt Jezus, dan zal Ik uw naam beslist niet uitwissen. De mensen in Sardis meenden dat het goed zat. Niet vol, dood. Ook al zijn de namen geschreven, alsnog roept Jezus op u te bekeren. U wordt geoordeeld naar uw werken. Verkiezing en verantwoordelijkheid. God moet het doen? Ralph Erskine, de puritein, noemt dat een duivelse redenering. Omdat ik niet weet of ik uitverkoren bent, juist daarom ga ik naar Hem om het te weten. Uw werken zijn niet het middel maar het resultaat van de verzoening. U moet terug naar het Woord. Terug naar Jezus zelf. Het boek van het leven is verbonden aan het kruis: het boek van het Lam. Terug naar Hem, die Zijn leven gaf. Weet u nog die ene preek? Dat Hij gekruisigd werd voor uw zonden. U zag die vrolijke ruil. Het kruis op, af, het graf in en uit. U beleed Zijn Naam.

Zijn Naam is Jezus. Hij bevrijdt van zonden. Zonden van lauwheid. Sleur. Geen glans. Op hangende pootjes moeten we terug. Hij de Zaligmaker, Redder. Hij redt u van uw zonden. Hij maakt het waar. Hij redt van sleur. Waardige dragers maakt Hij van u. Christusvolger. Vlucht dan gemeente, eer u sterven moet, met uw zonden, aan Jezus’ voeten! Droevig als Jezus door de kerkdeuren naar buiten gaat, huilend, niemand gaf gehoor aan Mijn stem…?! Zijn naam is Jezus. Wat is uw naam? Draag die naam waardig.

Amen.

Loof, loof den HEER, gij heidendom;
Gij volken, prijst Zijn naam alom.
Zijn goedheid is, in nood en dood,
Voor ons, Zijn volk, oneindig groot;
Zijn waarheid wankelt nimmermeer.
Zingt, Hallelujah, zingt Zijn eer!

– Psalm 117 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 14 november 2021, 17 uur. Schriftlezing Openbaring 3:1-6 en Mattheüs 1:18-25.