Psalm 124 klonk op de eerste zondag na Bevrijdingsdag in 1945 en nu opnieuw. Het is belangrijk dat we de aanwezigheid van de HEERE erkennen in het lijden. Hij is erbij. De vrijheid die Hij schenkt is een diepe vrijheid, niet ‘doe maar waar je zin in hebt’, maar gehoorzaamheid aan de geboden van God. Christus heeft zichzelf gegeven voor die vrijheid.
Vrijheid
Gemeente van Christus,
De eerste zondag na de bevrijding, 1945. Vijf jaar verdrukking, onderdrukking, verliezen. De eerste kerkdienst. Wat zal dat bijzonder zijn geweest! Stel dat je dat hebt meegemaakt. Vroeger dacht ik, ik had dat wel willen meemaken, maar nu ben ik er dankbaar voor. Bombardement van Rotterdam; 900 doden. De joden die weggevoerd zijn… Gelezen over miljoenen mensen die zijn vermoord. Misschien kende je dan zelf ook mensen die door Duitsers waren meegenomen en gedood. Dan wordt het 5 mei, 1945. Bevrijdingsdag, of misschien eerder. Het was een zaterdag. Wat een feest zal dat geweest zijn! En dan zondag 6 mei. Waar zou je over preken als predikant? David en Goliath? De vijand een dreun geven met een slinger en steen. Geweld tegen Duitsland? Terugslaan?
Weet u, op die eerste zondag klonk in veel kerken Psalm 124. Als de HEERE niet bij ons zou zijn geweest… Mensen zouden ons levend hebben verslonden. Als de HEERE toch niet bij ons geweest was. En die herhaling. Zeg dat toch Israël!
Geschreven door David. We weten niet duidelijk om welke reden of welke oorlog. In elk geval is Israël bevrijd van de vijand of onderdrukker. David dicht deze psalm. Het volk is bevrijd.
Zo leerzaam! David is de koning. Wat zal de toon zijn van de psalm? Wij hebben de vijand verslagen? Ik David heb mijn tienduizenden verslagen? Piet Hein: David, David zijn naam is klein, zijn daden benne groot. Nee. Als de HEERE niet bij ons geweest was! Stel je voor dat de HEERE er niet bij was!
En in ons leven, in onze strijd! Als de HEERE er niet voor je zou zijn… Dat je niet kunt zeggen: ik vertrouw op de IK BEN DIE IK BEN. Zeg toch Israël! Zeg het me na. Als de HEERE er niet bij was geweest… Toen, in die donkere tijd. In uw, jouw leven. In het dal waar je in zit. Thuis, die zware operatie, die bevalling, overlijden van… een kind?! Als de HEERE me toch niet had gedragen. Zeg het toch, gemeente! Als de HEERE toch niet erbij was geweest.
1945, kerken vol, denk ik. Nederland, zeg dat toch! We waren vergaan. Ik hoor iemand denken: die zes miljoen joden dan? En die 900 Rotterdammers? Was de HEERE er niet? Kan je deze psalm wel zingen?
Daniel had drie vrienden. Die moesten buigen voor Nebukadnezar. Dat wilden ze niet. Kunnen en mogen ze niet. Was door de HEERE verboden. Ze zouden door hun weigering in de brandende oven geworpen worden. Wie kan jullie verlossen? vraagt Nebukadnezar. Als het moet – zeggen ze – kan God ons verlossen. Hij zal ons verlossen. En zo niet, zo niet, Hij blijft onze God. Zo hebben veel christenen hun werk gedaan in de ondergrondse. Onderduikers een plekje geven. Niet dat we ongeschonden uit de strijd zullen komen.
Psalm 124 is geen succespsalm. Geen mooi weer. Wel dat de HEERE erbij is! Er wordt bezongen dat de HEERE op de dag van de aanval aanwezig was. De kracht van de tegenstander wordt benoemd. De wil van de vijand om het volk te vernietigen. Er is niets nieuws onder de zon, als we naar Hamas kijken. De vijand is een monster die niet te temmen is. Als de HEERE er niet was geweest, had het monster zijn gang kunnen gaan. Als de HEERE er niet bij was geweest….
De Naam van God: Jahweh. Ik kom voor je op. Ik zal voor je strijden. Hij verbond Zijn Naam aan je toen je werd gedoopt. Denk aan het begin van Psalm 68: de HEER zal opstaan tot de strijd.
In Psalm 124 is die strijd nog heel levendig. Je leest over de angst. Nu is het afgelopen. Ze beseffen: als de HEERE er niet bij was geweest, hadden ze niet geleefd. Het is een pelgrimslied. Ze gaan naar de tempel. De HEERE streed. Psalm 124 geeft alle lof aan de HEERE.
Ook in Nederland; die tekst klonk. In 1945. De HEERE werd gedankt voor de bevrijding. Het was feest in de kerk. Niet moeilijk een psalmbriefje voor de organist. 68, 150, 42, 72. De HEERE de lof toezingen.
Zijn wij de HEERE nog dankbaar? Dat we in een vrij land mogen leven? En persoonlijker: de bevrijding van u en mij. Dat Hij u bevrijd heeft van de zonde. Dat u de genade mag kennen. Dat je leeft van de Bevrijder. U bent mijn Bevrijder! Hem hebben we nodig als Zaligmaker. Hij wil je bevrijden uit de macht van de zonde. Pak Zijn uitgestoken hand maar aan!
Of komt u niet toe aan danken. U zit in een gebedshouding: HEERE, bevrijd mij! Waarvan dan? Het kan zijn dat er zaken zijn die tussen God en jou instaan. Vult u dat maar voor uzelf in. Bevrijd me van… Zeg het maar. Ongeloof, twijfel, wantrouwen naar U toe, van die specifieke zonde, van die verslaving, verkeerde gewoonte, vele uren schermtijd waar ik van alles zie wat niet goed is. Waar wil je van bevrijd worden?
Dominee, kon ik maar bevrijd worden! Twijfelt u daar aan? Ik kan makkelijk zeggen: als u gelooft, komt het goed. Ik zeg dat niet. Ik weet dat kinderen van God gevangen kunnen zitten in gedachten, verleidingen, aandoeningen. Als je maar in God gelooft, komt het allemaal goed?! Ik weet dat God erbij wil zijn. Waar je ook mee loopt en strijdt. Je weet dat de HEERE erbij is toch? Als de HEERE niet bij ons geweest was… Zeg dat toch! Dan had ons – mijn leven in elk geval – leven er heel anders uitgezien.
(…) De rijkdom is het van een kind van God. De HEERE God is erbij. Al heb je te lijden van die aandoening. Die doorn in het vlees. Bevrijd van de gevolgen van de zonde. Mijn kracht in zwakheid volbracht! Er is genade beschikbaar. Ik bid dat we er allen uit leven. Dat je voluit mag zingen: de schuld van Uw volk hebt Ge uit Uw boek gedaan, ook ziet Gij geen van hun zonden aan. We doen nog wel zonden. Maar de HEERE doet de schuld weg. Weg zwarte bladzijde. Man, dan ben je de koning te rijk. Wat heerlijk als we dat als gemeente mogen doen. Gereinigd. Dat de HEERE in je woont. Het is een zegen! Hij is erbij. Een verantwoording ook: na je bekering en bevrijding niet alles toelaten in je leven. Wat doe je met die bevrijding? Met die vrijheid?
Vrijheid: dat mag ik lekker zelf weten? Daar heet het vrijheid voor?! Ja… dat is toch anders. Vrij van de Duitsers: ja, weer de straat op. Ook de joden. In alle vrijheid de straat op. Dat is nu ook anders. Gisteren de Dam, grotendeels leeg. Hebben joden nog de vrijheid om over straat te gaan?
Gemeente, wat doen we met de vrijheid die elk kind van God in Christus heeft? Ik leef in geestelijke vrijheid, ik kan op mijn lauweren rusten. Nee. Dat niet. Daarom lazen we Mattheus 12.
Het leerde mij zelf ook weer om me te wapenen. Jezus in gesprek met Schriftgeleerden en Farizeeën. De menigte nam al kennis van Johannes de Doper. Ze zagen Jezus’ werk. Ze hadden zich laten dopen. Hun zonden beleden. Uit velen van hen waren demonen en ziekten verdreven. Mensen knapten op. Mensen maakten schoon schip. Een opgeruimd levenshuis.
Maar wat ging men doen met die vrijheid? Het onreine was weg. De satan was weg. Verkeerde verleidingen weg. Boezemzonde eruit. Maar daarmee stopte het. Maar het huis is leeg, zegt Jezus. Die boze geest die eruit gewerkt is, die komt terug en ziet dat het huis leeg is. Wel schoon, inderdaad. Die boze geest trommelt z’n maten op en komt terug. Nu nog veel meer kwade geesten.
Al gebeuren er wonderen in je leven – een wonder is dat! Als je niet het werk van Christus erkent en je nodigt de HEERE niet uit, dan blijft je huis dus leeg. Dan ben je bevrijd, maar doe je er niets mee. Je hart wordt niet gevuld door Zijn Geest. Je houdt Jezus tegen. Dan wordt het einde erger dan het begin. Wat doe je met je vrijheid? Laat je vullen met Gods Woord!
Kerkgang: ja, ik ga netjes naar de kerk. Ik geef het zijne aan de kerk. Maar leeg! Geen wapenrusting aanwezig. Het Defensiebudget is geminimaliseerd. Iedereen kan binnenlopen. Een prooi voor de satan. Vrijheid van godsdienst kan een gevaar zijn. We zijn er dankbaar voor. In Nieuw-Beijerland hebben we binnenkort weer Nacht van Gebed van Open Doors voor christenen die vervolgd worden. Zij bidden voor ons! Wij zijn eraan gewend. De waarde van de vrijheid proef ik niet. Ik laat me niet vullen door Gods Geest….
We moeten elkaar aansporen om de vrijheid goed te gebruiken. Zoek Hem die ons hart vult met Woord en Geest. Vrijheid. Als je gaat zoeken op het woordje kom je veel tegen. 2 Korinthe 3. Waar de Geest van de HEERE is, daar is vrijheid. Dat lege hart, even terug, ons hart niet gevuld met Gods Geest, dan is er geen vrijheid. Ons hart gevuld met de HEERE: Ik heb U zo nodig! Anders komen de boze geesten.
En Galaten 5:1: staat dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt hebt. Gemeente van onze Heere, Jezus heeft ons vrijgemaakt. In de context van die brief gaat het ook om vrijgemaakt van de ceremoniële wetten. Niet van gehoorzaamheid aan God. Maak dus geen misbruik van de vrijheid. Staat vast in de vrijheid! We zijn bevrijd. Waarvan dan? Van de schuld van onze zonden, inderdaad. Ook van de overwinning van de satan. De satan zal ons niet kunnen overweldigen als de op Christus vertrouwen. We hebben wel met hem te maken!
De opdracht van Paulus: staat dan vast in de vrijheid. De gemeente van Galaten, toen en daar, maar het is ook aan ons gericht. Zij die weten dat ze voor God rechtvaardig zijn. Weet u dat? Ik had een gesprek met een vrouw die daarmee worstelde. Ik denk niet dat God me zo kan zien. Elke keer die verkeerde dingen. Je bent niet rechtvaardig omdat je geen zonde meer doet. Maar omdat je met de zonde naar Hem vlucht. Denk aan die tollenaar.
Geen goedkope vrijheid. Jezus heeft door dood en opstanding vrijheid geschonken. Daar wil Christus ons hebben: bevrijd van zien op mezelf. Donker, zwartgallig. We hebben een nieuwe leefrichting. Naar God toe. De tijd om met gebogen hoofd onder een slavenjuk te lopen, is voorbij. Hoofd omhoog, hart naar boven. Boven wacht onze erfenis. Je huis is dan vol van Hem. Paulus zegt niet: sta niet een beetje in de vrijheid. Maar nee: sta vast. Stevig staan. Niet ons inlaten met het juk van de slavernij (Galaten 5:1b).
Je niet meer laten knechten door de wetten die de joden ook gebruiken, de 614 ge- en verboden. Of je het licht mag aandoen op Sabbath, welke kleding je moet dragen enzovoort. Het kan ook midden in onze levensheiliging zitten. Als we ons teveel richten op de heiliging: ik moet heilig leven, ik moet dit en dat, dan wordt het wettisch. Zonder vrede, liefde, vrijheid. Nee, zegt Paulus, u bent door het bloed van Christus niet alleen gerechtvaardigd, maar ook vrijgemaakt. Verzekerd zijn we van ons aandeel in Hem. In die erfenis. Petrus zegt in een van zijn brieven: we zijn vrij maar niet als een dekmantel voor de slechtheid. Als dienstknechten van God.
Die vrijheid is niet zomaar alles kunnen doen voor jezelf. Nee, als dienstknechten van God. Wat een genade. In vrijheid Jezus dienen. Weet u wat Luther zei? Een christen is een vrij heer over alle dingen. Aan niemand onderworpen. En een zeer dienstvaardig knecht en onderworpen aan allen! Jezus doet het ons voor. Hij was helemaal vrij. Honderd procent vrij. Toch dienen: door de voeten te wassen. Dienend vrij zijn. Jezus doet het ons voor. De Immanuël.
Als Jezus niet bij ons was gekomen… Dan had de satan ons levend verslonden. Onze ziel is ontkomen. De strik is losgemaakt en wij zijn bevrijd!
Amen.
Gezegend zij de HEER, die t’ allen tijde
Mijn rotssteen is, mijn handen leert ten strijde,
En tot den krijg mijn vingers toebereidt;
Mijn hoge burcht, mijn goedertierenheid;
Die mij bevrijdt; mijn schild, op wiens vermogen
Ik vast vertrouw; wiens arm mij wil verhogen;
Die heerschappij en roem en sterkte geeft,
En die mijn volk mij onderworpen heeft.Welzalig is het volk, dat, dus gezegend,
Dit heug’lijk lot door ’s Hemels gunst bejegent;
Welzalig is het volk, dat bij ’t genot
Van overvloed, den HEER heeft tot zijn God.– Psalm 144 vers 1 en 7 (berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 5 mei 2024, 18.45 uur. Schriftlezing Psalm 124 en Mattheüs 12: 43-45 en Galaten 4:31 en 5:1.