In Psalm 73 belijdt de dichter dat hij na dit leven altijd bij God zal zijn. In dit leven zijn mensen belangrijk in de kring waarin ze leven, maar het gaat van de ‘kleine u’ naar de ‘grote U’. Als mensenhanden tekortschieten, is daar Gods rechterhand. Christus heeft in het Vaderhuis een plaats bereid voor degenen die de HEERE vrezen.

Ik zal dan gedurig bij U zijn: van de ‘kleine u’ naar de ‘grote U’

Beste familie, zoals we hier vanmorgen bij elkaar zijn gekomen in de Oude Kerk. In de overdenking is het uitgangspunt: Ik zal dan gedurig bij U zijn. Mij is gevraagd in de overdenking iets te combineren over het leven van (…) Ik verbind dat met woorden van God.

Ik zal dan gedurig bij U zijn! Ik dacht, het gaat van de ‘kleine u’ naar de ‘grote U’. Hij had graag bij jullie willen zijn, maar dat werd plotseling gebroken. We mogen het vanmorgen hebben over die ‘grote U’. Van de ‘kleine u’ naar de ‘grote U’.

Die woorden, Ik zal dan gedurig bij U zijn, die zijn niet zomaar gekozen. Die zaten geplakt in een bijbeltje, zo in de voorkant, handgeschreven. Heeft u ook zo’n bijbeltje? Of een kruisje of streepje zet? Dit bijbeltje kwam voor de dag. Dit is duidelijk: het is het woord dat vanmorgen gezegd mag worden.

Het is moeilijk, waarom dit papiertje erin geplakt? Het is een woord wat hem op de een of andere manier heeft geraakt. Zoals woorden je raken kunnen. Niet alleen maar woorden die je uitspreekt aan het einde van je leven, maar blijkbaar betekenis hebben in je leven. Ik zal dan gedurig bij U zijn, in al mijn noden, angst en pijn. Had hij dat bij zich toen (…) overleed? Want het betekent: ik kom bij U uit. En dat kan zomaar zijn, als je nergens meer uitkomt. Soms komen we nergens meer uit. Wie komt er uit, uit alle vragen die je leven inbreken?

Misschien zit er iemand in de kerk, die zegt: ik kom er niet uit. Ik ook niet altijd. Maar dan is het: ik kom bij U uit! Misschien is dat de rode draad in zijn leven. Ik kom bij U uit! Maar dat is niet alleen zo geweest. Daarom zei ik, hij had graag bij jullie gebleven. Gedurig bij jullie gebleven.

Ik trek nog even wat cirkels. Bij u, jullie, als gezin. Je hoort de verhalen over hem. (…) Hij was graag bij jullie gebleven om de lofzang te zingen voor God. Je mist elkaar, misschien stond je naast elkaar [te zingen in het koor]. Hij was graag gebleven. Ik denk dat ik het niet goed kan zeggen. (…) Wat een (…)! (…) had graag gebleven. Ook in het midden van de gemeente (…) Als diaken maakte hij de liefde van Christus zichtbaar. De liefde van Christus moet handen en voeten krijgen in de kerk. Ik zal eerlijk zeggen, ik maakte het mee in de eerste jaren, in al zijn eenvoud hield hij ons bij de les, als het ging om rechtvaardigheid, oog hebben voor de kwetsbaren. Hij had een diaconaal hart. Hij heeft gediend. (…) Het geloof kreeg handen en voeten.

Hij had graag gebleven. Het werd anders. Van de ‘kleine u’ naar de ‘grote U’. Daar word je soms stil van. Die ‘kleine u’ is soms zo kostbaar. Maar dan dat aangrijpende moment, vrijdagavond. Je denkt, en dan…? Ik zal dan gedurig bij U zijn? U hebt mijn hand gevat en mij in Uw heerlijkheid opnemen. Soms kan je er beter van zingen dan over spreken, toch? Ik vind dat wel eens moeilijk precies te vertolken. Soms kan je beter ervan zingen. Je hart uitzingen. Ik denk dat (…) daar zijn geloof in uitte. In de lofzang. Daar zat ook iets positiefs, opgewekts in. Dat je soms zingend bij God uitkomt, door de woorden heen. Bij U! Ja.

Waar is dat? Bij U? Maar dan, niet hier, maar waar dan? Straks gaan we zingen:

Lichtstad met uw paarlen poorten,
Wond’re stad zo hoog gebouwd
Nimmer heeft men op deez’ aarde,
Ooit uw heerlijkheid aanschouwd.

Daar zal ik mijn Heer ontmoeten…

Wie is dat? Dat is Jezus. Die in Johannes 14 zegt: Ik ga heen om u plaats te bereiden. Als Ik plaats bereid heb, zul je zijn waar Ik ben.

In Psalm 73 staat: zal dan gedurig bij U zijn. Jezus zegt: je zult met Mij zijn. Er gaat een wissel om. Dat is altijd moeilijk, zwaar. Van dat kleine naar dat grote. Maakt u dat mee? Of blijf je steken bij die ‘kleine u’? Het geloof ontdekt dat er een ‘grote U’ is. Bij U zijn. Bij God uitkomen.

We zijn bij elkaar gekomen in Advent. Het feest van het licht, van uitzicht en toekomst. Ik mag u zeggen: God wil dat we bij Hem uitkomen. Met alle vragen waar we niet uitkomen. Bij Jezus uitkomen. Zoals we hoorden zingen:

Vaste Rots van mijn behoud,
als de zonde mij benauwt,
laat mij steunen op uw trouw,
laat mij rusten in uw schauw,
waar het bloed, door U gestort,
mij de bron des levens wordt.

Bij Jezus uitkomen.

Niet het offer dat ik breng,
niet de tranen die ik pleng,
schoon ik om mijn zonden ween,
kunnen redden, Gij alleen.

Dat is geloof. U kunt mij alleen redden, ook als het moment komt toen er geen redden meer aan was. Alles is geprobeerd om het leven van onze broeder te redden. Maar bij de ‘kleine u’ was er geen redden meer aan. Maar dan dit: bij U zijn. Geloven we dat? Dat toen iedereen zijn hand terug moest trekken: Gij hebt mijn rechterhand gevat. Dat er toen een hand was van de ‘grote U’. Ik zal er zijn. (…) je bent gedoopt in Mijn Naam, je hebt Mijn Naam beleden, je hebt zingend geloofd. En nou ben Ik er!

En dan staat er zo prachtig: dan zal Hij zorgen dat wij komen waar Hij is. Jezus Christus, in het Vaderhuis met de vele woningen. Je hoeft er niets aan te doen. Je wordt binnengedragen. Van beneden naar boven. Een heerlijk, machtig geloof. Ik ben nooit alleen. In leven niet, in sterven niet.

Dan gaat het naar het slotakkoord: van de ‘kleine u’ naar de ‘grote U’. Heb je dat wel eens als koor, naar de climax? Volgens mij gaan we dat straks horen, bij Lichtstad? Dan gaat het omhoog van de mineur naar majeur. Het slotakkoord van het geloof. Altijd bij U zijn… Ik zal U eeuwig loven in het koor hierboven. Wat zal dat een vervulling zijn geweest. Bij U zijn. Altijd, Thuis.

Amen.

Hervormde Gemeente Putten, Oude Kerk, vrijdag 2 december 2022, 11 uur. Schriftlezing Psalm 73:23-24 en Johannes 14:1-3. Rouwdienst.