Het nieuwe jaar 2020 is nog maar een even begonnen of heeft zijn sporen al getrokken. Maar wie is er die te midden van alle spanningen, dreigingen, moeiten en verdriet regeert? Vanuit Openbaring wordt door de Heere Jezus de geopende deur naar de hemel geopend. Het is de Heere die regeert, Hij zit op de troon en die troon zal nooit meer onbezet zijn. Rondom die troon is de regenboog van God als teken van Zijn trouw. Aan aan Zijn verbond en oordelen. Hij oordeelt het kwaad en de zonden maar laat de wereld niet ten onder gaan in het oordeel. Hij blijft trouw aan Zijn schepping, aan Zijn beloften. De kleur van de regenboog is smaragd [=groen] heeft. De kleur van de hoop. God is nog barmhartig en wil nu Uw Redder zijn. Met liefde en aandrang wordt het u verkondigd: vlucht nu tot uw Redder. God is een en onveranderlijk in Zijn trouw, Hij verandert niet van kleur. Wat klinkt in de hemel? De voortdurende lofzang tot eer van God in de hoge die regeert.


Openbaring 4 vers 1: ‘Na dezen zag ik, en ziet, een deur was geopend in den hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, als van een bazuin, met mij sprekende, zeide: Kom hier op, en Ik zal u tonen, hetgeen na dezen geschieden moet‘.

Het hemelse troongezicht: de Heere regeert
1. Wie op de troon zit;
2. De regenboog;
3. De voortdurende lofzang.

1. Wie op de troon zit

Gemeente, de eerste zondag van het nieuwe jaar heeft altijd iets bijzonders. Het nieuwe jaar is al begonnen en er is al een eerste dienst geweest op de Nieuwsjaardag. Ik hoop dat u en jij er was. Met de eerste zondag gaat alles langzamerhand weer beginnen. Hopelijk weer naar school naar de vakantie. Het leven krijgt weer zijn gang. We moeten verder, we kunnen het leven niet stilzetten. Gelukkig maar. Maar kunt u niet verder? Krijgt u de gang niet?

Met alles wat er gebeurd is. In het klein in de gemeente en in het groot de dreiging in het Midden-Oosten. Er hangt ons een derde wereldoorlog boven het hoofd, zei iemand. Maar vanmorgen gaat het niet over wat ons boven het hoofd hangt maar wat boven ons hoofd staat. De troon. Een van de grote geheimen van het geloof is de dingen van boven zien en niet van beneden. Vanuit God zien.

We hebben er weleens eerder bij stilgestaan. Rode draad. In het boek Openbaring vindt een voortdurende wisseling plaats. Van de aarde naar de hemel kijkt en van de hemel naar de aarde. Herkent u dat? Of is alles plat voor u? Geloofsbeleving van boven naar beneden. Kijken in die beweging van beneden naar boven en van boven van beneden. Zicht op de aarde krijgt van bovenaf.

We krijgen een open deur te zien van de hemel. We weten niet alles van de toekomst, zeggen mensen. Dat is niet waar. Als je naar het nieuws kijkt, allerlei bespiegelingen. De een kijkt er zo naar, de ander zo. De kerk, u, jij en ik houden ons toch niet bij bespiegelingen maar bij het profetisch woord dat zeer vast is. U doet wel als u daarop let. Het profetische woord laat ons dingen zien die boven het gewone uitgaat.

Al een prachtige uitdrukking: Johannes die zegt hierna zag ik dat er een deur geopend was naar de hemel. Stel je voor dat hij gezegd had dat de deur naar de hemel dichtzat. Dat zou wel terecht zijn. Misschien heeft u zelf de deur weleens dichtgedaan. Laat maar zitten, ik doe de deur achter me dicht. Die wereld buiten me, laat maar. Dat kan gebeuren. Als God dat gedaan had: die deur sluit ik en die aarde zoekt het maar uit. Als het God die aarde gelaten had. We leven tweeduizend jaar naar Kerstfeest, zo vaak gevierd de Kerst. Maar het wordt als maar dreigender op aarde, of niet?

Het is al een wonder, Evangelie, dat er een open deur was. Evangelie voor ons, voor u, jou en mij. Dat is al Evangelie. Als de deur dicht zou zijn zou er niemand boven komen. Zoals bij het Paradijs engelen stonden. Dan kwam er niemand boven. Dan konden we wel stoppen met preken. Dan ging ik nu nog van de kansel af. Gemeente, ga maar naar huis. We staan aan het nieuw begonnen jaar met de diensten voor ons maar het heeft geen zin als de deur gesloten is.

Aan een van de gemeenten heeft Jezus geschreven aan Pergamum over de geopende deur. We gaan preken. Het heeft zin. We gaan door. Niet om de gemeente draaiende te houden maar vanwege de open deur. Johannes staat bij die geopende deur. Kom en zie wat er moet gebeuren. Wie staat er bij de deur? Die stem klinkt als een bazuin en had eerder met hem gesproken. Wie wat dat dan die eerder met hem sprak op Patmos. Dat weet u wel. Openbaring 1. Jezus Christus had met hem gesproken. Eigenlijk is die geopende deur in de hemel er alleen door Hem. Dat is genade, Evangelie.

Diezelfde Heere Jezus waarvan wij zijn geboorte herdachten, die naar het kruis ging en opgevaren is naar de hemel. Hij heeft de deur niet achter Zich dichtgedaan. Niet op een kier. Maar een geopende deur. Johannes kom hier, ik zal je tonen. Hij heeft de deur geopend door Zijn werken. Dat zegt Hij tegen Johannes, tegen ons. Hij haalt Zijn gemeente erbij. Ik las, vond het een hele treffende opmerking, de Heere Jezus zal niets doen, noch in het klein noch in het groot, zonder Zijn gemeente daar in te kennen. Dat de Heere God niets doet zonder ons te kennen. Als we het hebben over het voorrecht naar de kerk te gaan, Bijbel te lezen. Naar de kerk te gaan, de Bijbel te lezen, de prediking. Zo belangrijk: ik kan het wel honderd keer zeggen hoe belangrijk de prediking is. Dat we niet in een soort onwetendheid leven. Er worden dingen getoond uit het Woord van God.

Op de eerste zondag van het nieuwe jaar: we gaan weer verder met het zicht op wat de Heere God laat zien en kennen. Wees maar dankbaar dat u het ziet wat een ander niet ziet. Verantwoordelijkheid. Wees maar zeer dankbaar dat u het Woord ziet. Johannes ziet een adembenemend beeld. Geestvervoering. Bijbelverklaarders zeggen er verschillende dingen over. Eentje: Geest je zo optilt boven je geest oplicht dat de afstand tussen de hemel en de aarde wordt overbrugd. Dat kun je weleens denken hè, dat je in het kerkbankje zit en dat je merkt ik ben zo dichtbij. Nooit gehad? Op de kansel wel hoor. Die aard en hemel verenigd te samen. Hemel zo dichtbij.

Johannes ziet prachtige dingen. Ik kan het allemaal niet zeggen wat het betekent. Prachtige vergezicht. Er wordt gesproken over dingen rondom de troon, uit de troon, voor de troon, alles is troon. Die hele werkelijkheid is heiligdom, is heilige der heiligen. Glorie, glans, een, harmonieus. Een regenboog en vierentwintig ouderlingen. Die regenboog haal ik er straks even uit. Vierentwintig ouderlingen. Vertegenwoordigers van de kerk. Twee keer twaalf, twaalf uit het Oude Testament en twaalf uit het Nieuwe Testament. Heel de kerk, compleet. Er worden nog mensen bekeerd nu? Ja maar Johannes ziet al het complete beeld.

Geweldig geluid. Bliksemstralen. Volop activiteit. God gaat optreden. Het naderende oordeel. God gaat het kwade overwinnen. Geweldige dreiging. Zeven vuur fakkels. Zeven Geesten van God. Volheid van de Heilige Geest. Openbaring 1, de gemeente die gegroet wordt door de zeven Geesten die voor de troon zijn. De vertroosting van de Heilige Geest die compleet is. Dreiging en troost. Een glazen zee. Als een spiegel die alles weerkaatst van de glorie van God. God weerkaatst Zijn heerlijkheid daarin. De leeuw, het kalf, de mens en de vliegende aren. De wilde, de getemde, de weldenkende en snelste. Alles wat in de schepping is vertegenwoordigt en staat daar.

Het belangrijkste is dat er Iemand op de troon zit. Voor wie de hele werkelijkheid zich buigt. Die troon staat niet leeg. Dat wij niet moeten denken, in de kerk en in de schepping, in oordelen, dat we moeten denken dat we nog maar moeten zien hoe het eruit gaat zien. Dat is niet aan de orde. Die troon is bezet. En zit die daar blijft zitten. Aan het eind van de Openbaring staat die troon er nog. Edelstenen. Jaspis en Sardis. Wit en rood. Heiligheid en gerechtigheid. Stralende heerlijkheid. Soms kunnen we niet goed zeggen wie God is. Adembenemend. Zo staat het ervoor. Ik zie het niet? Kijk maar door die geopende deur. Bij God is het al werkelijkheid. Dat gaat mijn denken te boven. Bij God zijn verleden, heden en toekomst een. Zo vol van glorie is Hij.

2. De regenboog

Die regenboog. Ik haal het er toch even uit. Ik hoef niet te zeggen wat de regenboog is. Dat prachtige symbool dat wij overgehouden hebben na de zondvloed. Jongeren, wie heeft er met de regenboog te maken, als ik dat vraag? Ik denk dat je zegt: Noach. God laat het er niet bij zitten. Hij oordeelt het kwaad. Hij oordeelt de zonden. Hij laat dat niet ongestraft. Ook al oordeelt Hij, Hij laat de wereld niet onder gaan. Regenboog prachtig, ja. Maar denk erom: God laat niet toe dat het kwaad altijd blijft bestaan. Hij laat de wereld niet ten onder gaan. Hij blijft trouw. Er is een verbond tussen God en de aarde. Die boog staat daar altijd om de troon. Als dat God eraan wordt herinnerd: Ik laat Mijn schepping niet los. Het zegt ons twee dingen. Hij is barmhartig en dat het ons hoop geeft. Hij wil niet dat wij verloren gaan.

Jongeren, je hebt weleens een regenboog gezien toch? Lijkt dat hij de hele aarde omspant, van de ene kant van de aarde naar de aarde. Zo breed. Zo machtig. Mag ik u zeggen dat die regenboog een blijvende aansporing. Dat de Heere God breid Zijn armen uitstrekt: kom er is een plaats bij Mijn troon. Hoe velen zijn er in de loop van de eeuwen al door die regenboog te trekken. Er is nog plaats. Dat zeg ik u met alle liefde, aandrang. Die regenboog omsluit alles. Bent u al gekomen, zult u komen? Hij die op de troon zat die nu de Redder van de wereld is zal eenmaal de Rechter zijn. Het zal voor u toch niet te laat zijn, dat er geen plaats meer voor je is?

Die regenboog is als een elastiek. Gods barmhartigheid. Lang uitgerekt. Op een bepaald moment is de rek eruit. Haast u. God wil nog redden. Mag ik nog komen? Jezus staat aan de deur en die zegt kom maar binnen. Er is ruimte, kom maar binnen. Deze regenboog heeft een kleur. Smaragd. Groen is de kleur van de hoop. Prachtig is dat de regenboog maar een kleur heeft. God is de God van de hoop. God verschiet niet van kleur, wij wel. Licht en groen. Hoop. We hoeven niet te denken dat de Heere God morgen zus en overmorgen zo. Dat we met een God te maken hebben die vandaag iets anders zegt dan morgen. U hoeft niet bang te zijn dat deze God u afwijst. Als u uw hoop op God stelt, dan hoeft u niet bang te zijn. God is een en onveranderlijk in Zijn trouw.

3. De voortdurende lofzang

De lofzang in de hemel. Die liturgie zeiden we. Alles wat daar is samen bundelt in een lofzang. De vier dieren en de vierentwintig ouderlingen. En u moet er stil thuis nog maar eens over nadenken als u dit vandaag nog eens leest. Dat die vier dieren dat ze vol ogen zijn, en dat ze zes vleugels hebben. Ze zijn vol ogen: ze zien niemand anders dan God. Heel de schepping ziet niets anders dan God. Zo zal die schepping eens weer zijn, zoals in het paradijs. Van voren en achteren. Zoals in het paradijs. Die schepping ziet helemaal God. Niet de verschrikkelijke wereld nu. Wie hebben zes vleugels? De engelen. Zo ziet Jesaja ze in Jesaja 1 als hij geroepen wordt tot profeet. Daar moet u eens over nadenken, gemeente, maar we zijn het soms zo weer kwijt, dat die schepping die bij God te zien het werk van de engelen doen. Heilig, heilig, heilig is de Heere der heerscharen. Wat de engelen doen neemt de schepping over. Dat vindt ik indrukwekkend. Dat God een schepping ziet die weer helemaal gericht is op Zijn lof. Ik hoop dat u en jij en ik daarin ook betrokken raken. Dat wij het werk van de engelen hier op aarde overneemt. Heilig, heilig, heilig is de Heere der heerscharen. Voor Zijn troon en hier beneden, ook op aarde.

Straks zal de aarde helemaal weer het engelenwerk doen: God aanbidden. En de vierentwintig ouderlingen die stemmen daarmee in. Heel de kerk, Oude en Nieuwe Testament. Ze dragen de witte kleed van de vergeving en de gouden kroon van de overwinning. Maar ze zingen het loflied. Terwijl wij hier op aarde zijn wordt in de hemel al het loflied gezongen. Dat vind ik altijd zo indrukwekkend hè, bij alle vragen die we hebben over de liturgie, moet dit bij ons wezenlijk zijn dat wij hier op aarde iets moeten weerspiegelen van de aanbidding. Of je dat alleen doet met Psalmen, of met weerklank. Snapt u dat een beetje? Als we het daar over eens zijn, dan is er volgens mij heel wat kou uit de lucht. Dat daar de kerk in samen stemt. Oude Testament en Nieuwe Testament.

Dat we hier op aarde de weg gaan, dan ga ik langzamerhand naar het einde van de preek, in die moeizame weg die we als kerk gaan, als gemeente. Ik weet niet wat we allemaal nog mee gaan maken gemeente. Ik hoop wel dat we bij elkaar blijven met alle verschillen die we soms hebben en noem maar op. Dat je ook weleens denkt komen we de strijd wel door en raken we elkaar niet kwijt? Sommigen zeggen: het is een verloren zaak. De kerk in Putten wordt steeds leger, dat zie je toch. Ja gemeente, als we zo gaan kijken. We moeten het oog op onze Koning kijken, op die open deur. Of je nu de Psalmen zingt of iets breder denkt. U bent het waard om te ontvangen de eer en de kracht. U hebt alle dingen geschapen en door U zijn ze. Wie stemt daar mee in? Nog nooit geleerd? Dan is er iets anders nodig dan de liturgische vragen. Nieuwe geboorte, levensverandering. Dan is er bekering nodig. Dan moet u bij Hem zijn die staat voor de deur en zegt komt maar hier. Als je het kent dan gaan we in dat licht verder. Voor Zijn troon en hier beneden. Gemeente, we kijken omhoog. En zo kunnen verder. En zo houden we het vol. Amen.

 

Zondag 5 januari 2020 – Oude Kerk Putten – ds. A.L. van Zwet – Schriftlezing Openbaring 4