Jezus aanvaart in Getsemané de drinkbeker van Gods toorn. God toornt over de zonde, maar Hij heeft in Zijn oneindige liefde Zijn Zoon vernietigd opdat wij bewaard en verlost zouden worden voor de eeuwigdurende quarantaine. Getsemané is een grote crisis in het leven van Jezus, de voorbereiding op het kruis en de dood. Welke kracht gaat het winnen: de zwaartekracht van ziekte, lijden of dood of de geloofskracht van overgave? Jezus gaat verder en dieper, waar wij niet kunnen komen. Er is ruimte voor worsteling, maar het gaat om overgave en gehoorzaamheid aan de wil van de Vader. Jezus stond op – ondanks de zwaartekracht van het lijden. Hij stond op en gaat ons voor. Jezus is de lichtkrans (= Corona) die we zien in de duisternis van de tijd. Hij is het licht in alle angst en onzekerheid.

Lijdenstijd, crisistijd: ondergaan in angst of opstaan in hoop?

Gemeente van onze Heere Jezus Christus te Putten en allen die met ons verbonden zijn, we zouden het door alle consternatie bijna vergeten: het is vandaag de vierde lijdenszondag. We weten het: gedurende zeven zondagen voor Pasen concentreren we ons op het lijden van de Heere Jezus Christus. Tussen de consternatie is er de concentratie op het lijden van Jezus. De veertigdagentijd. Niet het belangrijkste is hoe wij deze tijd noemen, maar dat er inkeer en bezinning is. Een tijd van soberheid en ingetogenheid. We denken na over wat we echt nodig hebben om te leven en te sterven. Want we kunnen best wel zonder heel veel dingen. Dingen die het leven van elke dag bepalen. In een tijd van bezinning ontdekken we andere waardevolle zaken.

Zoals een minder volle agenda. Tijd dus voor bezinning. En aandacht voor de mensen om je heen. Het valt niet toe om daar keuzes in te maken. Wat streep je weg?

Er zijn ook omstandigheden waar niet meer te kiezen valt. We worden gewoon stilgezet. Er wordt voor ons beslist en gestreept. Of we het nu willen of niet. Onze regering neemt besluiten en we proberen daar naar te luisteren. In de kerk kijken we ook verder en hoger: Jezus Christus heeft macht in hemel en op aarde. We kijken omhoog. We zijn niet overgeleverd aan het noodlot en aan kwade machten.

Eerlijk is eerlijk, ook in de kerk proberen we intussen te ontdekken hoe we de dingen die ons treffen, hoe we die moeten duiden. Wat is de betekenis van het coronavirus? Er zijn geluiden in de kerk: is het een oordeel? Een oordeel van God over ons menselijk handelen, dat zo vaak tegen de wil van God in gaat? Of ligt de oorzaak bij onszelf? Dat de zelfgebouwde bomen van de welvaart, zeepbellen zijn? Die, als ze uit elkaar spatten, zich tegen ons keren? Of is het ook een oproep? Om op zoek te gaan naar het diepere geheim van het leven. Het geheim van een leven dat door zware strijd niet verliest, maar overwint. Dat geheim! Een geheim van het leven, dat tot het doel komt wat God voor ogen heeft. En het doel van God is, het heil van de verlossing. Verlossing van angst, oordeel, dood, ondergang. Je zou ook kunnen zeggen: verlossing van onszelf, van ons ik. Waar zoveel om draait. Tegelijk: machteloosheid en eenzaamheid.

Ja, juist de lijdenstijd is bij uitstek de tijd waarin we op God gericht moeten en mogen zijn. Op Jezus, die wilde sterven. Voor zondaren. En dan kijken we naar onszelf. We moeten niet wijzen naar anderen, naar schuldigen. We wijzen naar onszelf. Jezus die geleden heeft voor zondaren, we zeggen dan: de een is niet beter dan de ander. We scharen ons naast elkaar: wij zijn mensen. Mensen die het hoogste doel, en dat is God, kwijt zijn. En het niet meer redden om dat hoogste doel te halen. Dat zijn zondaren. Doelmissers. Mensen die vertwijfeld zoeken om de leegte te vullen. Mensen in de crisis van het leven, dat zijn zondaren. Die zeggen: hoe komen we door de crisis heen? Wie zal mij redden?

We merken in deze tijd dat er veel getallen worden genoemd. Anonieme getallen. Mensen zonder naam. In de kerk gaat het niet om de anonimiteit van het getal. In de kerk gaat het om het persoonlijke. Dat je weet dat je gered bent. Dat er een God is die om je geeft. Dat je leven Hem ter harte gaat. Uw, jouw, mijn leven.

Vanmorgen hebben we gelezen uit Lukas. Jezus in Getsemané. Als we daarnaar kijken, hebben we het over een crisismoment. Nee, nog niet Golgotha, de kruisiging en de dood. Getsemané is de worsteling, met het oog op het kruis. De voorbereiding op de dood. Getsemané is het moment om de dingen te aanvaarden, die komen gaan. Zoals wij hebben gelezen in vers 39. Neem deze drinkbeker van Mij weg, maar laat niet Mijn wil geschieden, maar Uw wil. Jezus gaat in overgave de weg. Of niet?

Wat is die weg dan? Dat wordt in een woord samengevat: drinkbeker. Dat is de samenvatting van alles wat op Hem afkomt. En dat ene woord omvat geweldig veel. Voor ons is dat nu corona, daarin vatten we alles samen. Daar zit alles in. Zelfs het kleinste kind kent het al. Corona. Daar klinkt een wereld in mee. In een woord. Voor Jezus is dat ene woord: drinkbeker.

Een bijzonder beeld. Een bijbels beeld. De drinkbeker die gedronken moet worden. Niet een drank die blij maakt. Niet zoet, maar bitter. Vol is. Nog maar kort geleden heeft Jezus bij het Pascha gesproken over de drinkbeker van het Nieuwe Verbond. Vorige week waren nog veel mensen bijeen hier bij het avondmaal. We dachten na over de drinkbeker, het nieuwe verbond in Zijn bloed. We hebben samen gevierd, verwonderd, dat Jezus de Zoon van God de drinkbeker gaat drinken om mensen in een nieuwe verhouding te zetten tegenover God. Weet u het nog? Dat Nieuwe Verbond in Zijn bloed dat is een verhouding niet als slaaf, maar als kind. Dat is niet een verhouding van onderdrukking en angst, maar van vrijheid in liefde. Dat wil Jezus. Die drinkbeker die Hij gaat drinken, dat doet Hij om mensen in de vrijheid te zetten. Om dat te bewerken, moet Hij die drinkbeker drinken.

Het lijden, vanwege de toorn van God over de zonde. Toorn. Wat een zwaargeladen woord. Maar dat zit wel bij die drinkbeker erin. Een drinkbeker van toorn. Wat is toorn? Nee, met dat woord strooien we niet zomaar in de kerk. Met dat woord spelen we niet. Toorn dat is de reactie van God op het kwaad. Dat is de maatregel van God om het kwaad ten onder te brengen. Ach ja. En als God maatregelen neemt, om het kwaad te bestrijden, omdat Hij het kwaad niet wil, zou Hij ook de kwaaddoeners ten onder moeten brengen. Kwaad en kwaaddoener. Dat is huiveringwekkend om aan te denken, vindt u niet? Dat God het kwaad vernietigd. In een eeuwigdurende quarantaine, van eeuwige eenzaamheid en duisternis. Daar wil God het kwaad hebben. Een werkelijkheid waarvan je alleen maar kan huiveren.

Maar nu God, Hij wil het kwaad in de drinkbeker doen die Jezus gaat drinken. Het oordeel, de vernietiging van het kwaad. Niet om ons te vernietigen. Maar Zijn Zoon wordt vernietigd. Hij laat Zich breken door het drinken van de beker. En dat doet Hij alleen.

Er staat in vers 41: Hij verwijderde zich van hen, een steenworp afstand. Een steenworp. Dat is niet zo ver, ruimtelijk gezien. Wel van oneindige betekenis. Jezus gaat een steenworp verder om de drinkbeker te drinken. Dan maken Zijn discipelen (het zijner drie op dat moment) pas op de plaats. Verder kunnen ze niet. Hij wel. Hij gaat daar komen waar wij niet kunnen komen.

Hij gaat dieper. Waar wij het af laten weten. Op een steenworp afstand. Tegen Zijn discipelen zegt Hij: bid opdat gij niet in verzoeking komt. Dat betekent: bidden jullie maar om bewaring. Probeer maar op de been te blijven, dat je niet in angst en wanhoop ten onder gaat. O ja, ze hebben grote woorden gesproken. Wij kunnen en zullen wel. Maar ze redden het niet. Zoals wij. Jezus gaat verder. Een steenworp. Altijd verder, dieper. Alleen.

Een paar korte aandachtsstrepen.

  1. Wat mij opvalt, is dat Jezus het lijden van God niet aanvaard met een kalme onbewogenheid. Hij is angstig. In de Griekse geschiedenis kennen we het verhaal van Socrates. Met een ijzige kalmte dronk hij de gifbeker die hem ten dood bracht. Zo is Jezus niet. Hij zucht onder het lijden. Hij vraagt zelfs of de drinkbeker weggenomen kan worden. Zo is Hij gewoon mens.
  2. Jezus vraagt tot driemaal toe of de drinkbeker weg mag gaan. Dat wil zeggen: er is ruimte voor worsteling en strijd. Niet: o, dat aanvaarden wij wel. Er is altijd ruimte voor worsteling. Blijf je vragen? Daarom hebben wij ook deze dienst, ook in alle strijd en met alle vragen. Biddend tot God gaan. Al zou het zomaar nog drie weken kunnen duren. Wij zijn bijeen om blijvend smekend, worstelend met het oog op de voorbede voor de wereld om ons heen, tot God te gaan.
  3. Als derde: Jezus blijft gericht op de wil van Zijn Vader. Niet Mijn wil, maar Uw wil geschiedde. Wat is die wil van God? Daar kunnen we het moeilijk mee hebben. Moet je maar in berusten? Terwijl je niet begrijpt wat er gebeurt. Jezus vraagt niet om een doffe berusting, maar om gehoorzaamheid en overgave. Om de wil van God te doen, die mensen wil redden.

We lezen trouwens niet dat Jezus een antwoord krijgt. De Vader zegt geen ja of nee. Wij krijgen op veel vragen geen antwoord. Wel lezen we dat een engel Hem versterkt. Wat komt die engel dan doen? Nou ja, ik denk dat die engel het antwoord heeft gegeven. Niet leesbaar voor ons. Maar die komt als een bode om de wil van de Vader bekend te maken. Jezus hoeft niet in het duister te blijven tasten. Hij weet de weg. Maar wel een weg door lijden heen naar overwinning.

Gemeente, ons wordt geen engel getoond in de kerk. Je kunt daar soms naar verlangen. Kwam er maar een. Maar God geeft Zijn Woord. En voorgangers, in de diensten, die als engelen de boodschap doorgeven. Ik hoop dat u ook zo’n bode zult zijn voor mensen in nood. Dat ze niet in het donker blijven tasten maar duidelijkheid krijgen over een weg. Om versterkt te worden in de overgave.

Dat maakt het niet allemaal makkelijker. Duidelijkheid betekent niet altijd dat het makkelijker wordt. Wel dat er overgave komt. Dat is geen goedkope oplossing. Het gaat door de crisis heen. Als Jezus de engel ontvangen heeft, staat er: Hij gaat nog zwaarder lijden. Nog zwaarder. Opvallend! Als Hij weet wat de weg is, brengt dat nog meer zwaarte mee. Hij komt in zware zielenstrijd terecht. Met grote druppels bloed. Dat is nauwelijks in woorden samen te vatten. Getsemané betekent olijvenpers. De olie werd uit de olijven geperst, met een steen, en behulp van de zwaartekracht. Jezus wordt het bloed uit Zijn lichaam geperst, onder de zwaartekracht van het lijden. Hier worden wij stil. Dit vraagt aanbidding: als Jezus tot in de diepten van het lijden wordt overspoeld met de zwaartekracht van wat wíj hebben verdiend.

In het Mattheüsevangelie staat dat Hij door angst en droefheid wordt overspoeld. Angst dat is een woord waarin je zelfbeheersing zou verliezen. Droefheid is overrompeld worden door gebeurtenissen. Dat is Zijn weg. Bijna verloor Hij Zijn zelfbeheersing. Angst. Als mens.

Wie kent het vandaag niet. Sowieso al heeft 1 op de 5 Nederlanders soms angst- en paniekstoornissen. En nu? Angst, nervositeit. Gebeurtenissen die ons schokken. Waar zijn wij bang voor? Ja, we kunnen ziek worden. Er komt economische teruggang. Mensen zijn misschien bang voor hun baan. We kunnen gaan sterven. Daar zitten we mee. Wat een toestand, zei iemand in de afgelopen week. Wat een toestand. Wat komt er nog meer?

Getsemané is voorbereidingstijd. Moeten we ons op nóg meer voorbereiden? Ons daarop bezinnen? Welke kracht gaat het winnen: de zwaartekracht van ziekte, lijden of dood of de geloofskracht van overgave? Dat is de strijd van Jezus. Hij zegt niet: kom maar hier, want dat kunnen wij niet. Hij blijft wel binnen de gezichtskring. Op steenworp afstand. We kunnen Hem zien.

We willen Hem graag zo verkondigen. Waar ik tegen de grens aan loop, is Hij in de gezichtskring. In de kerk, ook thuis. Als u denkt: ik ben bang. Hij staat binnen de gezichtskring van u, jou en mij. En na Zijn worsteling staat Hij op. En komt naar hén toe. Dat is het evangelie. Hij komt naar hen toe. Naar u, mij, jou. Eigenlijk heeft Hij ons niet nodig. Hij kan niet op ons aan. Maar Hij maakt zich zorgen om hen. Ik heb Mijn strijd streden en die stel Ik ter beschikking van u en jou. Zo gaan wij Hem ter harte. Als wij de test van zelfbeheersing en zelfredzaamheid niet halen. Wij verkondigen Jezus. Die opstond – ondanks de zwaartekracht van het lijden.

Ik hoop niet dat als Corona straks voorbij is, we ons oprichten en zeggen: zo, dat hebben we gehad, we gaan verder. Is dat de bedoeling? Er weer tegenaan? De crisis van Getsemané is een voorbereiding. Er komt nog meer. Er komt echt nog meer. Het kruis, het sterven, het lijden.

Laten wij niet na deze crisis de rug rechten en zeggen: we gaan er tegen aan. Maar laat ons in overgave aan Hem, gaan. Een ding weet ik: ik hoef mij zelf niet meer in het zweet te werken om het vege lijf te redden. Ik hoef me niet tot bloedens toe uit te sloven om staande te blijven. Maar we roepen elkaar op tot bekering. Een bekering waarin ik mijzelf leer overgeven aan God en Jezus, die is opgestaan, door de diepten heen. Hij overwon.

Hij zegt: sta op. En ik ga voorop. Bid u maar opdat u bewaard zult blijven. Dat u niet omkomt in uw wanhoop. Maar Ik ga voorop. En als er iemand meeluistert, die zegt: dit is niet voor mij. Ik heb zo maar even ingeschakeld bij de Oude Kerk van Putten om te luisteren. Ik zeg: die druppels van Jezus’ bloed vielen op de aarde. De aarde waarop u, jij, ik leven. Met alle verschrikking. Ook een aarde die eenmaal geoordeeld zal worden. Gezuiverd zal worden. Zijn bloed en de aarde raken elkaar. Niet om onder te gaan, maar om op te staan. Sta op. Laat ons gaan. Ziende op Jezus.

Er is een bekend verhaal van de Deense filosoof Søren Kierkegaard: Wanneer een zeeman op volle zee, wanneer alles om hem heen verandert, wanneer golven geboren worden en weer sterven, dan richt hij zijn blik niet naar de golven, want die veranderen, maar naar de sterren. Want die zijn betrouwbaar.’

Wij kijken niet naar de golven. Al zijn we net zo bezorgd en angstig. We kijken omhoog. Corona. Wat betekent het eigenlijk? Corona is de lichtkrans die om de zon komt, bij een totale zonsverduistering. Corona. Het is de lichtkrans die we zien in de duisternis van de tijd. Die Jezus is, het licht in alle angst en onzekerheid.

Tenslotte lees ik u het prachtige lied voor, wat Luther ooit dichtte:

Blijf bij ons Heer, wanneer de nacht zal komen –
nu wordt het stil en donker om ons heen.
Blijf bij ons, als ons alles wordt ontnomen,
Heer, laat Uw kerk, Uw schepping niet alleen.

Blijf ons nabij, al gaan wij eigen wegen;
blijf in Uw goedheid naar ons toegewend
met Uw genade, met Uw troost en zegen,
blijf bij ons, Heer, in Woord en Sacrament.

Blijf ons nabij, als ons zal overkomen
de bange nacht vol twijfel, angst en nood,
blijf, als beproeving strijdt met onze dromen,
blijf, ook al dreigt de strenge, bitt’re dood.

Blijf bij ons Heer, hoever van huis wij zwerven,
blijf, wat dan ook ons van elkander scheidt,
blijf bij ons, Heer, in leven en in sterven,
blijf bij ons, Heer, in tijd en eeuwigheid.

Amen.

‘Doch gij, mijn ziel, het ga zo ’t wil,
Stel u gerust, zwijg Gode stil;
Ik wacht op Hem; Zijn hulp zal blijken.
Hij is mijn rots, mijn heil in nood,
Mijn hoog vertrek; Zijn macht is groot;
Ik zal noch wank’len, noch bezwijken.’

– Psalm 62:4 (berijmd)

Hervormde Gemeente Putten, Oude Kerk, zondag 15 maart 2020. Vierde lijdenszondag. Aangepaste dienst (alleen kerkenraad, predikant, organist) i.v.m. Coronacrisis. Schriftlezing Lukas 22 : 39 – 46.