Door God vergeven te zijn gaat over losmaken. Losgemaakt van de schuld. Wij hebben een torenhoge schuld voor God en kunnen die zelf niet afbetalen. Maar God kwam in Christus naar deze wereld en heeft de zonden verzoend. Zo klinkt het Evangelie dag God de boosheid die mij altijd aankleeft ter wille van het bloed van Christus niet wil aanrekenen. Daar is kracht, wonderbare kracht in het bloed van het Lam. 

Mattheüs 18 vers 33: ‘Behoorde u ook niet u over uw mededienstknecht te ontfermen, gelijk ik ook mij over u ontfermd hebt?’.

Bevrijdende vergeving

1. Wat onze schuld is en hoe groot die schuld is;

2. De schuldvergeving;

3. Een schuld vergeven.

Gemeente, in het bijzonder jonge en meisjes, jonge mensen, vanmiddag deze leerdienst. Vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. Toch even een punt.

In Evangelie Mattheüs en Lukas. Vergeef ons onze schulden en onze zonden. Dat is wel bijzonder. Zet ons eigenlijk bij een vraag: wat weegt zwaarder zonden of schuld? Waar zou je nou het meest over inzitten. Dat je zonden doet of dat je schuld hebt? Gemeente dat moet je maar eens vragen aan mensen die in de schulden zitten. Schuldeisers. Die zijn er en komen er. De tijden zijn niet rooskleurig. Ik las ergens: de deurwaarders gaan straks het land door. Ergens de vraag stellen: hebt u nog meer?

Mensen die in de schulden zitten. Ik denk ook dat onze diakenen daarmee te maken. Dat is geen fictie. Waarom uit de schulden te hebben? Om ze een normaal leven te geven. Om van de schuld af te komen.

Terwijl dat je in de kerk zit en morgen staan ze aan de deur. Ik denk dat je anders in de kerk zit en dan alleen ik heb zonden. Als het bordje bij de Nieuwe Kerk: gratis schuldsanering. Had de kerk dan voller gezeten? Hier de kerk uitgekomen en zeggen ik ben het kwijt.

Ik denk dat de Catechismus terecht het meest zware woord heeft gebruikt. Zonden maakt schuld. Concordantie, tik het maar eens in op je telefoon, schuld. Zonden gedaan en hebben schuld. God mag heen daarop aanspreken. Eigenlijk betekent schuld letterlijk het verschuldigde. Waar je de verplichting van hebt te betalen. Het moet betaald worden. Het is recht. Het is recht dat schuld wordt afgerekend. Dus er zit een verplichting in.

Schuld kun je niet zomaar even ontlopen, ook voor God niet. God komt erop terug omdat er afspraken zijn gemaakt. Volk van Israël, het verbond. Als het volk daar niet aan beantwoorde, kwam het volk in de schuld. Vanuit de relatie. Zo ook bij ons.

Volk van het verbond, kijk maar eens in het Doopformulier zou ik zeggen. Als we niet doen wat God opdraagt, dan worden we ter verantwoording geroepen. Niet om de schuld heendraait. Kom laat ons samen richten. Die schuld moet naar boven komen.

U kent allemaal de geschiedenis van de aartsvader Jakob. De zegen had gestolen. Zijn vader Izak bedrogen. Hele lange omweg moest maken. Jakkob. Worstelen met God. Vanwege zijn schuld. Je kunt denken: vergeten maar, geen oude koeien uit de sloot. Maar God is recht, God komt er altijd op terug.

Het tweede schuld altijd heel concreet gemaakt. Mattheüs 18. Concreet. Tienduizend talenten. Gewoon concreet die schuld. God zegt niet het valt wel mee met jou. Nee het valt niet mee. Torenhoog. Tienduizend talenten. Een onbetaalbare schuld. Gemeente daar moeten we duidelijkheid over krijgen zeker in de kerk.

Als wij niet goed in onze gedachten, in ons hart krijgen, wat schuld is voor God, dan komt de vergeving in de lucht te hangen. Gewoon voor kennisgeving aan te nemen, zo langs ons heen te gaan. En dan kennen we ook het woordje arme zondaren niet meer. Kent u het wel? Maar dan zeggen we gebruiken dat niet meer in de kerk. O nee? Waarom wel?

Arme zondaren, dat zijn zielige mensen?! Arme zondaren zei iemand dan word je depressief. Maar dat is niet bedoeld om ons een zieligheidsgevoel te geven. Arme zondaren is bedoeld om in de schuld voor God een Bijbels schuldbesef hebben. Je kunt een ziek schuldbesef hebben, ik word er zo naar van, zo ziek. Maar er is ook een gezond schuldbesef.

Eerlijk worden voor God. Denk maar aan koning David en Bathseba overspel, en de man vermoord. Nathan vertelt over dat ene schaap. Die ene man moet sterven. Dat ben jij. Jij bent zo bezig. Ik?! Psalm 51. Ik heb gedaan wat kwaad was in Uw ogen.

Als je dat beseft ga je er niet goedkoop over praten. God trouwens ook niet. God ziet het door de vingers?! Soms denken we God aanvaard, je bent niet anders. Is dat zo?! Voert God verzachtende omstandigheden aan? Houd God ons niet voor toerekeningsvatbaar?

Je kunt het weleens in de krant lezen. En bij David ik laat het zitten. Nee, God haalt het voor de dag om er ons van te bedrijven. Stel je nou eens voor dat God ons bij onze schuld had neergelegd. Het blijft altijd wel bij je. Ik vind het een van de meest heerlijke dingen van de dingen die we in de kerk mogen hebben, hier van gesproken wordt. Over je schuld. Waar de wereld van zegt niet over praten. Of ze rekenen genadeloos met je af.

Prachtig boekje Van Ruler, waarom naar de kerk: om vergeving van zonden te ontvangen. Mag je voor de dag komen. Hoef je het bloed niet onder je nagels vandaan te halen. Hebben we het ons er weleens over verwonderd: ik mag mijn schuld bij U kwijt.

Ik denk dat mensen wel psychisch ziek worden over zonden en schaamte en schuld die verzwijgen. David: in mijn brullen dag en nacht. Ik word er beroerd van. Onbeleden schuld is onvergeven schuld. Als God afrekening met mij houdt. Onze Catechismus windt er geen doekjes om. Schuld en boosheden zit altijd in mij. Ook bij een kind van God. Stuk van de dankbaarheid, heiligmaking. Ik zit met die boosheid in mijn leven.

Ik zit nog in de maatstaf van de liefde. Vanmorgen Tien geboden samenvatting, God liefhebben boven alles en ons naaste als onszelf. Ik zit de wet niet wat op te vrolijken. Maar de maatstaf op te scheren: de liefde. Ik zit vaak mis. Misdaden en boosheid. Boosheid is verdorvenheid. Niet een beetje boos zijn. Misschien is je moeder weleens boos.

Maar boosheid ik ben verdorven. Dat is wat. Als je daaraan ontdekt wordt. Paulus zou naast je gaan zitten, staat echt in de Bijbel, ik weet dat in mij, in mijn vlees geen goed woont. Je bent toch een kind van God? In mijn vlees geen goed. Dat is ontdekking.

Word nou eerlijk. Het is nou voorbereiding op het Avondmaal. Bij al die vieringen, vind je nou dat het beter met me gaat? Of zeg je de misdaden en boosheid kleeft mij aan. Ik word niet beter. Is dat erg? Op zich wel, je verlangt wel maar het gaat niet.

Wat dan? Wat is dan vergeving gemeente? Vergeef ons onze schulden. Weet je wat vergeven letterlijk betekent? Losmaken, ontbinden, vrijmaken. Vergeven betekent niet in de eerste plaats dat ik een beter mens wordt, maar in een andere verhouding tot God kom te staan.

Ontbinden van mijn last. Los zien van mijn zonden. En dan gaat het niet om de vraag of God het graag wil. God wil het graag. God wil het zo graag om je los te binden van je schuld.

Spurgeon zei ooit eens: wij hebben langer tijd nodig om onze schuld te belijden dan God tijd nodig heeft om onze schuld te vergen. We houden het vaak achter de kiezen. Die jongste zoon had een omweg nodig. Terwijl die Vader elke dag op de uitkijk stond.

Dat God mij als een mens ziet zonder schuld. Hoe kan dat? Die prachtige woorden in de Catechismus, met goud geschreven: de boosheid die mij altijd aankleeft ter wille van het bloed van Christus niet wil aanrekenen. Wat is dat zo? Iets heel wonderlijks. Bloed van Christus. In de Bijbel staat bloed altijd voor leven.

Zijn offerbloed, Zijn leven dat Hij gaf. De losprijs. Weet je wat een losprijs is? Als er nou iemand gevangen wordt genomen, lees je het weleens in het nieuws, gegijzeld. Vragen een losprijs. Moet betaald worden gemeente. Wat een wonder als een losprijs betaald wordt en die gijzelaar komt vrij en die gijzelaars krijgen het geld.

Het leven van Christus de losprijs. Volkomen. Pontius Pilatus die het moest uitspreken, als een boodschap van de hemel, ik vind geen schuld in Hem. Dat is gemeente voor ons de losprijs. Betaling. Om het bloed van Christus.

Er zie eens een jongetje tegen mij als dominee: hoe kan bloed nou wit maken? Wit overhemd wordt door bloed rood. Bij Jezus wel. Zijn bloed reinigt. Maakt wit. Maakt je los van de zonden. Prachtig. En weet je wat nou zo bijzonder is gemeente, dat dat nou het rustpunt voor iedereen die vergeven is van de schuld. Schuld niet wordt toegerekend.

Arme zondaren. Mensen die het nooit kon betalen. Vroeger zeiden ze: een rijke Christus en arme zondaar horen bij elkaar. En mag je zien de schuld betaald. Er zei eens iemand als ik naar de kerk ga kom ik met de schuldbrief naar binnen, zoveel zonden en tekorten, en als ik de kerk uitga met de vrijbrief. Dat is toch een zegen. Dat is geloofstaal.

Vanmiddag het geloof beleden. Ik geloof de vergeving der zonden. Dat wil zeggen, ook al zou je het niet altijd voelen, dit is de taal van een christen door de Heilige Geest. Dan mag je het hele bestaan als de moordenaar aan het kruis. Verzoend. Daar zitten we ook altijd mee. Die vergeving heeft twee kanten. Door de losprijs van Christus en door het geloof mag de zondaar het ontvangen door de Heilige Geest.

Als de zondaar met God verzoend is, dan is dat eenmalig. Verzoening is verzoening. Maar vergeving is herhaling. Elke dag weer nodig. Houd het goed vast. Als je zonden eenmaal verzoend zijn, dan ligt het vast, daar komt God niet meer op terug. Maar in de dagelijkse strijd heb je steeds de verzoening nodig.

Dan houdt het op, berekenen hoe groot de genade is. Ik geloof de vergeving der zonden. Werp je neer op God die in Christus verzoend is.

3

Vergeef ook de schuldenaren. Hoe zit dat dan? De gelijkenis ontzettend veel de man kwijtgescholden, tienduizend. En dan 100 penningen bij een ander halen.

Is de schuldvergeving afhankelijk van het vergeven van de naaste? Als ik de naaste niet vergeef, vergeeft God ons de schulden niet. Iemand er zei er moet staan opdat. Opdat wij onze schuldenaren vergeven. Nee er staat omdat.

Er staat een directe verbinding, lijn tussen. Ik zou toch maar willen noemen de proef op de som. Het vergeven van de naaste of het ons menens is, daar zit het op vast. Degene die bij ons in de schuld staat, ontbinden. Soms grote schuld. Ik bagatelliseer het niet. Als ik het mis heb. Ik zeg ook niet dat iedereen leuk is.

Er staat ook niet dat iemand berouw moet hebben. Dat staat er ook niet. Zou je om vergeving kunnen vragen? Als je God vraagt, vraag je dan ook een ander. Ik weet niet wat er in Putten speelt al sta ik er een aantal jaar. Zou je elkaar kunnen aanspreken, ik zou het graag hersteld zien. Weg zien. Wat een zegen als we zo elkaar zouden bevrijden. Zeg nou niet hij moet eerst komen.

Als God dat tegen ons gezegd had: jij eerst. Ook niet gedaan, Hij kwam om te bevrijden. Dan is het de toetssteen dat ik ook die medezondaar vergeef. Als je zo niet doet, zullen zelfs de stenen van Putten gaan spreken over onze hardheid, onze trots, niet kunnen vergeven.

Dan zeg ik er een pastoraal ding bij. Dan zitten mensen aan het Avondmaal. Hij wil niet, ik heb het zo vaak geprobeerd. Mag ik dan niet aan het Avondmaal? Er zit wat tussen. Onze Catechismus zegt is het je voornemen. Als die morgen bij je op de stoep staat, ben je dan bereid om hem los te maken? Gaat de deur dan open of dicht?

Dat valt niet mee zegt iemand. Dat valt niet mee. Pijn. We moeten soms de weg van de pijn gaan, de onderste weg van de liefde. Straks zegt Jesaja zal een nieuwe hemel en aarde aanbreken,  geen zonden en ziekte. Want het volk dat daar woont zal geen zonden meer hebben. Wat ben je dan goed af.

Amen.

Zondag 4 september 2022 – Nieuwe Kerk Putten – ds. A.L. van Zwet – Schriftlezing Mattheüs 18 vers 21-35