In het Onze Vader gaat het allereerst om de heiliging van Gods Naam. God laat Zich kennen in en door Zijn Naam. We maken snel een voorstelling van God; een afgod. In en door Christus krijgen we recht zicht op de Vader. Het gaat erom dat we niet alleen weten dat God bestaat, maar ook dat we Hem kennen en in en door ons leven Hem prijzen. 

Bidden als kind tot de Vader

  1. Een gebed van het kind om de Vader te kennen
  2. Dat wij de Vader als kind eren, roemen en prijzen
  3. Dat wij als kind de Vader leren gehoorzamen in gedachten, woorden en daden

Gemeente, wij beginnen in zekere zin met de uitleg van het Onze Vader met de verschillende gebeden. Nu de verschillende beden aan de orde. Er zit een zekere ordening in. Het Onze Vader is ons gegeven door Jezus op de vraag van de discipelen. Leer ons bidden, zeiden zij. Je mag het Onze Vader bidden. Bij het eten. Ik hoop dat het gebeurd. Het kan maar hoeft natuurlijk niet. Jezus gaf het ons om ons te laten zien hoe we onze gebeden mogen ordenen en indelen. Ook als u een vrij gebed doet. Je kunt ook een vrij gebed doen. Mooi als een vader, moeder of kind dat doet. Dingen die in je hart leven. Waar zullen we voor bidden vandaag? Denk gerust mee jongens en meisjes waarvoor gebeden kan worden. Het gebed is in elk geval geordend. Dat we een lijn volgen. Ik durf niet hardop te bidden, zegt iemand? Dan is het Onze Vader een prachtige lijn. Het begint en eindigt bij God. Daar tussen ja dan bidden we om onze zorgen, brood, vergeving. En ook over de strijd. Niet in verzoeking vallen. Verlossing van de boze. Dat de gebeden een ordening krijgen. Probeer maar dat maar eens. Ook als je vrij bidt. Beginnen bij God. En eindigen bij God. Daartussen de dingen van het leven. Je zonde en strijd.

Nu dat eerste. Uw Naam worde geheiligd. We zien dat het gebed in de eerste plaats denkt aan God. Waar beginnen we mee? Waar denken we als eerste aan? Natuurlijk aan God de Vader. Maar dan? Dan met de deur in huis vallen. Ik…? Ik heb, ik wil. Of zeggen we eerst: U… Wat ben ik blij dat ik bij U mag komen. Niet eerst je zonden en strijd. Maar eerst God. Altijd mooi voordat gebed uitgesproken wordt zingen we een psalm of lied. Dan die woorden meenemen. Niet met je zelf eerst aan komen.

Uw Naam worde geheiligd. In de eerste plaats kan je zeggen: we hebben de heiliging van de Naam van God op het oog. Niet zo dat we God heiliger maken dan Hij is. Het betekent niet: wilt U nog heiliger worden dan U al bent. Wij voegen niets aan Gods heiligheid toe. Niets. Je hebt mensen die denken als je mooi bidt of zus en zo zingt, we moeten God grootmaken; dat hoeft niet. We maken God niet heiliger. Vroeger leerden we dat God de volmaakte in zichzelf is. Wij voegen niets aan God toe. Hij is heilig! Dat roepingsvisioen van Jesaja. Hij gaat trillen en beven als hij nadenkt over God. God in de eeuwige werkelijkheid. Daar is een volstrekte doortrekking van de heiligheid van God. Daar hoeven wij niets aan toe te voegen. Het heiligen van de Naam roepen we God niet toe om groter te worden; maar richting ons onszelf. We bidden voor onszelf: laat ons Uw Naam heiligen. Geef dat we met Uw Naam omgaan zoals U bent. Geef dat we zo leven dat we op U lijken. U bent het waard.

Het mag duidelijk zijn, we bidden het zo dat het in ons leven gestalte krijgt. Het gaat niet zomaar om een Naam maar om God Zelf. In de Catechismus: geef dat we U kennen. In de Bijbel vallen naam en persoon samen. Bij ons niet. Je kunt een prachtige naam hebben, maar wat zegt dat? In de Bijbel hoort het bij elkaar. Dat we U op de juiste wijze kennen. Kennen is dan intimiteit. Kennen. Dat is veel meer dan dat we geloven dat God bestaat. Dit gaat dieper. Ik denk dat de meeste kerkgangers dat u wel gelooft dat God bestaat. Of niet? Maar als ik u vraag, kent u de Heere? U weet dat de burgemeester bestaat. Kent u de burgemeester van Putten? Wel eens ontmoet of gesproken? Kennis aan een meisje, dat zeiden ze vroeger, bij een verkering van een jongen met een meisje. Kennen in de Bijbel is intimiteit, omgang. Een God die bestaat blijft op afstand. Maar een God die je kent hoort bij je leven.

Nu staat er dat we God op de juiste wijze moeten leren kennen.  Dat betekent dat we verlost moeten worden van al onze denkbeelden van God. Dat ik U ken zoals U bent. Verlos me van mijn eigen voorstellingen. Die hebben we wel natuurlijk. Ik vraag aan u, wat vindt u van God? Dan hebben we misschien allemaal eigen gedachten, beelden, ervaringen, voorstellingen. We willen God binnen grenzen van onze denkvermogens brengen. We willen God aanpassen. De heilige God die groter en anders is willen we in beperkte van ons bestaan trekken. Gevaar is groot om een afgod te maken. Een aangepaste god, dat is een afgod.

Hem kennen op de rechte wijze. Dus niet zeggen, het maakt niet uit hoe je Hem kent. Het niet-kennen en niet-heiligen bracht Jezus aan het kruis. De ontheiliging van de Vadernaam bracht de Zoon aan het kruis. Hij moest de Vader daar missen. Waarom hebt U Mij verlaten? Hij kon de Vadernaam niet uitspreken. Dat was onze schuld. Daarom! Christus die de Naam van de Vader heeft geopenbaard en verheerlijkt. Daarom omdat wij de Vadernaam ontheiligen. Hij leert het ons weer die Naam te spellen. Door Hem. Goed kennen en spellen door Jezus Christus. Anders weten we er niets van. Alleen op de rechte wijze kennen door de Zoon. Door Zijn offer en liefde. Hoe weet ik of God mijn Vader is? Hoe kom ik in de intimiteit van God? Door de Zoon. Door Jezus! Hij heeft de Vadernaam verdiend. En de Geest gegeven. Abba Vader, dat leert Hij zeggen. God kennen door de Geest.

Is het zo al tot een ontmoeting tot de Vader gekomen? Zijn we in kennis gekomen met God door de Zoon en Geest? Kennen we Hem zoals Hij gekend wil worden? Is er al een eerste ontmoeting geweest? Of nooit? Een vreemde vraag. Waar heb je elkaar voor het eerst ontmoet? In de kerk of jv, zeggen mensen dan. Wees daar nou eens mee bezig vandaag. Niet alleen weten dat God bestaat. Maar dat je jezelf leerde kennen als zondaar. Je bent weer thuis. Weer kind geworden. Levi. Volg Mij! Zo eenvoudig. Of zoals Zacheus, uit de boom geroepen. Hij ontving Jezus met blijdschap. Hij ging God weer kennen in Zijn genade. Gered! Is er een eerste ontmoeting geweest? Als er een eerste ontmoeting is gekomen en we leerden Zijn Naam kennen (we leerden Hem kennen door de Geest en de Zoon, Hij die ons omhelst) dan komt er een verlangen naar meer.

Geef dat wij U kennen… Niet alleen voor een eerste keer. Tweede, derde, duizendste keer. Dat kennen is geen eentonig leven. Niet: nu ken ik het wel. Nu weten we het wel hoor. In de kerk altijd hetzelfde? Wie dat zegt weet niet wat je zegt. Nou weet ik het wel?! Er is altijd een meer kennen. Opgroeien in de genade en kennis van Jezus Christus, zegt Paulus. Meer van Hem leren en zien. Dichter bij God leven. Ik meer uit het centrum weg ga. Zet mij meer aan de kant. U meer en meer in het middelpunt van mijn leven! Dat!

Kent u de Heere meer dan 5 jaar geleden? Moet je eens over nadenken? Of 10 jaar? Is het hetzelfde gebleven? Sommige mensen weten niet precies wanneer ze bekeerd zijn. Geen datum noemen, dat hoeft niet. Wel dat je de Heere wilt leren kennen. Meer en meer. Dat is een teken van geestelijk leven. Groeien in kennis, omgang, intimiteit, vreugde. Er zit een geweldige vreugde in! Intensiteit. In Zijn Naam je verblijden!

Nou, verlangen? Geef dat we U meer kennen. Robert Murray M’Cheyne, een Schotse opwekkingsprediker, bad vaak om opwekking in de gemeente. Als hij gepreekt had dan stonden de mensen soms onder de kansel. Give us more! zeiden ze. Meer van God, van Jezus, van de Geest. Dat kennen komt je niet aanwaaien. Dat komt uit de bijbel. Daarom belangrijk dat je hier komt. Dat je Bijbel leest. Weinig Bijbelkennis is niet bevorderlijk om God te leren kennen. Het lijkt me het ergste als er geen kennis is – ook geen geloofskennis. Als het dor en doods is. Al ken je de hele bijbel uit je hoofd. Dat is de dood. God niet kennen. Echt. Het lijkt me ook het ergste als dan op het eind word gezegd: Ik ken u niet. Er is geen band tussen Mij en u. Het kan zijn dat je het niet wilt. Er kan ook onwetendheid zijn. Soms willen mensen het gewoon niet. God verdringen uit het centrum van je leven. Doe je dat? Dat vraagt bekering! Hij heeft het graag voor u over. Hij biedt zich aan voor een eerste ontmoeting vandaag.

2. De Vader eren, roemen en prijzen

Waarin ga je God dan kennen? In al Uw werken in welke Uw almachtigheid, wijsheid, goedheid, gerechtigheid, barmhartigheid en waarheid klaarlijk schijnt. Dat wij U roemen en te prijzen. Dat je God wilt eren in Zijn daden en werken. Je kunt denken aan de daden van God in de schepping. Niet dat Hij alles geschapen heeft, maar ook aan Zijn onderhouding en voorzienigheid. Hoe Hij de geschiedenis leidt. Je kunt ook denken aan de werken van de herschepping. Daarin God kennen!

Die Schepping, zien we daar de almachtigheid, wijsheid, goedheid, gerechtigheid, barmhartigheid en waarheid van God? Valt niet altijd mee hè. Die Schepping. Het wordt steeds moeilijker. U bent zeer gezegend hier in Putten. Dicht bij de Schepping leven. Hier is het nog mooi hier. Prachtig daar in Putten, zeggen mensen. Maar ja ik preekte nog in het zuiden, ik moest langs Rotterdam en Pernis. De industrie. Zie je daar de grootheid van God in? Ik denk dat het moeilijk is om het daarin te ontdekken. U bent zeer bevoorrecht in de Schepping.

En die wereldgeschiedenis. Als je gaat kijken, kunnen we het werk van God in de geschiedenis, ook die dreigende oorlog in Oekraïne, verschrikkelijk, het valt niet mee om in dit dreigende gebeuren Gods almacht te zien. Waarom grijpt God niet in? Zijn wijsheid en goedheid? In die gruwelen? Of zijn het de christenen die hulp verlenen? En hoe doet God recht hier? En waar is Zijn ontferming? Zijn trouw? We lopen daarin vast. Waar is Gods Naam is dit gebeuren? Toch bidden we: laat het zien hoe U Uw naam vestigt. Hoe zie je de naam van God in je eigen leven. Als je vastloopt in je huwelijk, gezin. Ellende, chaos. Geen overzicht meer. Ik ook hoor. Ik overzie het soms ook niet. Waar is Uw Naam?!

Of tot de ontdekking komen: Hij is bezig in dat hele gebeuren alle dingen te herscheppen. Door al het woeden van de duivelen heen. Hij houdt vast aan Zijn plan. Leven uit de herschepping. We zien dat God bezig is. Hij gaat Zijn weg. Gods Naam toch een sterke toren! Die Naam omhoog als een zuil. In chaos, verwarring, verschrikking. Toch: laat kennen wie U bent. In de grootste smarten blijven onze harten in de Heere gerust. Straks het leven weer in met de Naam. Ook in de verwarrende dingen van het leven.

Allermeest Hem loven en prijzen omdat Hij vanuit Zijn genade een nieuw leven hebt gegeven. Hem roemen om wie Hij is en wat Hij doet. Ook naar anderen. Buren, collega’s, kinderen. De Naam van God hooghouden. Ik zeg het voor onze kinderen, dat te midden van alles wat angstig maakt, dat ze een Naam hebben. Die betrouwbaar is. Goed blijven spreken van God. Als kind van God Hem eren. Er zijn christenen in Oost-Europa die terwijl de tanks door de straten rijden, bidden en zingen. Bidden voor de soldaten – Rus of Oekraïner. Wat mensen aanrichten is vreselijk. God komt niet om te vernielen maar om te vernieuwen. Heb je al zin om mee te zingen in dat koor?

3. De Vader gehoorzamen

Hem roemen, de eer geven. Zijn daden. Om wat Hij geeft gedaan. Wat Hij doet: het vervullen van Zijn beloften.

En dan dus heel ons leven zo richten en schikken dat Zijn Naam geprezen worde. We prijzen Hem om Zijn werk. Gehoorzaam. Heel ons leven. Zo schikken en richten. Iemand zei, je moet denken hierbij: schikken kan je denken aan bloemschikken. Ik kan het niet. Ik kocht een bos bloemen voor mij vrouw, ik schikte dat, maar dat ging niet. Als man zet je dat in een vaas en denk je het zal wel. Nee. Bij de bloemist mooi schikken. Een eenheid. Mooi op elkaar afgestemd. Richten. Dan kan je denken aan pijl en boog. Vroeger maakten we dat. Richten op een doel. Om een doel te raken. Richten doe je gericht om iets in het oog te hebben.

Dat God aan Zijn eer komt. Je gedachten en woorden en daden niet chaos. Maar gericht op God. Doelgericht. Als het chaos is, zegt de wereld over ons: dat lijkt nergens op. Dan wordt de Naam van God gelasterd. Erg is dat! Een slordig leven. Die kerk dat lijkt nergens op?! Het zal met God ook wel niets zijn. De duivel is de chaoot. Het mooie van God heeft hij verstoord. Ik denk ook aan onze jonge mensen en kinderen. Het zal toch niet een chaos worden in hun hoofd, denken, woorden, daden. Dingen die door elkaar lopen. God vraagt om een geordend leven. De dingen op Zijn plek. God als eerste. Dan wij en de naaste. Hoe ziet het eruit bij u? Gedachten, woorden, daden?

Of zeggen anderen: dat is nou een leven om jaloers op te worden? Een soort aanbevelingsbrief. Een leesbare brief van Christus. We redden het niet hè, gemeente. Het is ook niet om wanhopig te maken. Niet: het is voor mij verloren. Als u tot de ontdekking komt dat je telkens vervalt in chaos van begeerten en zonden. Dat je woorden weer miskleunen, je daden weer totaal uit de richting. Uw Naam worde geheiligd. Als ik er niet uit kom, kom ik bij Jezus uit. Als er een is geweest die het heeft gedaan, is Hij het. Heb je het weer verprutst? Kom maar. Het ziet er niet uit he. Kom maar. Als een verloren zoon of dochter. Je zult welkom zijn. Des te meer je leeft uit Zijn genade des te meer wordt Hij geprezen. Je kunt Hem niet meer prijzen dan door te leven uit de Zoon.

We gaan naar huis. De kerkdeur weer uit. Het leven weer in. Is het onder de prediking weer geschikt en gericht? Op Jezus en de Vader? Het leven in. Met een Naam op je lippen. Geschreven in je hart. Om straks de Naam van de Vader te verheerlijken. Op hun voorhoofd daar straks staat geschreven: ‘De heiligheid des Heeren.’

Amen.

Mijn God, U zal ik eeuwig loven,
Omdat Gij ’t hebt gedaan;
‘k Verwacht Uw trouwe hulp van boven;
Uw waarheid zal bestaan;
Uw naam is voor ’t oprecht gemoed
Van al Uw gunstvolk goed.

– Psalm 52 vers 7 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Putten, zondag 6 maart 2022, Nieuwe Kerk, 16:15 uur. Schriftlezing Johannes 17:1-6. Tekst Zondag 47 Heidelbergse Catechismus.

Heidelbergse Catechismus Zondag 47

Vraag en antwoord 122

Vr. Welke is de eerste bede?
Antw. Uw Naam worde geheiligd.
Dat is: Geef ons eerstelijk dat wij U recht kennen,
en U in al Uw werken, in welke Uw almachtigheid,
wijsheid, goedheid, gerechtigheid, barmhartigheid en waarheid klaarlijk schijnt,
heiligen, roemen en prijzen;
daarna ook dat wij al ons leven, gedachten, woorden en werken,
alzo schikken en richten, dat Uw Naam om onzentwil niet gelasterd,
maar geëerd en geprezen worde.