De kern van het Christelijk geloof is het leven in Christus, door persoonlijk geloof aan Hem verbonden. Hij is het doel, Hij is de scope. Tegelijkertijd is het Christelijk geloof zo eenvoudig, God heeft het eenvoudige middel tot zaligheid gegeven. De apostel Paulus moedigt ons zo aan om -belijdend- achter Christus aan te gaan en ons te strekken naar hetgeen voor is en niet te blijven hangen in het verleden.
Filippenzen 3 vers 14: ‘Maar een ding doe ik, vergetende, hetgeen achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus’.
Doelgericht belijden
Gemeente, in het bijzonder natuurlijk jullie nieuwe belijdende leden, de gemeente van Christus, we gaan letten op de woorden: ‘Maar een ding doe ik, vergetende, hetgeen achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus‘.
En ik weet niet gemeente, ik weet niet hoe jullie, we hebben er vrijdagavond kort over nagedacht wat lees je er nu in. Als je die tekst hoort, een ding doe ik. Is dat een goed voornemen? Staan hier straks zeventien mensen die een goed voornemen uitspreken. Het is geen 1 januari. Dat ga ik doen dit jaar. Ondertussen april, we hoeven elkaar maar even in de ogen te kijken, daar komt niets van terecht.
Het is geen 1 januari maar 21 april. Niet vanmorgen een goed voornemen uitgesproken. Proberen kijk wel wat er van terecht komt. Dit is een geloofsbelijdenis. Een ding doe ik. Een ding draait natuurlijk om eenvoud.
Hier staan straks zeventien eenvoudige christenen. Zeventien eenvoudige christenen. Eenvoud betekent niet dat hier zeventien simpele zielen staan die een beetje geloven dat er ook nog een God is. Geen domme mensen. Eenvoudige mensen op de Veluwe. Forget it. Geen eenvoudige zielen.
Maar dat het in de kerk gaat over de eenvoud, de kerk is eenvoudig. De gemeente van Christus is eenvoudig omdat ze gericht zijn op een ding. Dat doe ik. Ik probeer af en toe een streepje te zetten. Niet dat ga ik maar even doen. Maar doe ik, dat betekent iets persoonlijks. Nu gaat het om mijn persoonlijke geloof.
In de kerk van Christus gaat het om eenvoud maar ook om persoonlijk geloof. Het gaat er op een gegeven moment om dat je ik geloof zegt. Niet dat je je verschuilt in de massa.
Als u de persoonlijke motivatie. Niet dat doe ik even. Ik proef jullie afhankelijk, en daar ben ik blij om. Maar wel persoonlijk. Dat mag ook, dat moet ook. Ons persoonlijk geloof uitspreken. Dat doe ik. Dat doen we niet zelf.
Paulus zegt het in navolging van Jezus Zelf. Martha Martha je maakt je druk om vele dingen maar een ding is nodig. Paulus zegt een ding doe ik. Dat vraagt om concentratie. Een ding doe ik, dan ben je geconcentreerd. Belijdenis is geen rustpunt, nou hebben we het gehad, maar richtpunt.
Gisteren hadden we een ontmoeting met broeders met Wit-Rusland. Een van de broeders in Nederland die in het bedrijfsleven zit, vond ik wel mooi, wat is onze scope? Oriëntatiepunt. Ik zit niet zo in het bedrijfsleven. Hoe ver strekt ons werk zich uit. Wat is de scope van onze taak. Alleen dorp, land, wereld. Wat moet dan gedaan worden op het doel te bereiken.
Wat ze in het bedrijfsleven moeten ontdekken, weten we in de kerk allang. Staat in de Bijbel. De Bijbel is niet achterlijk. Doel. Lees in mijn Griekse Bijbel scopus. Waar moderne mensen op gericht zijn. Hoe ver strekt die scope zich uit. Alleen Putten? Familiekring, vriendenkring? Nederland? Wereld? Ook de toekomst?
Wat hier in deze belijdenisdienst gebeurt richt zich op de verste toekomst. En dat is de wederkomst van Christus. Straks een nieuwe hemel en aarde. Geen zonde, duivel meer is. Alles volmaakt zal zijn. Dat haalt het bedrijfsleven niet. Dat is de scopus van het christelijk geloof.
Volmaaktheid komt drie keer voor. Houd daar maar rekening mee. Je staat hier op een weg die gericht is op de volmaaktheid. Hoe kom je daar nou toe? Dat ene te gaan zoeken, gaan najagen. Ja, hoe kom je daar nou toe? Ik vroeg aan de belijdeniscatechisanten heeft nog iemand in de gemeente geïnformeerd. Ja of ik zenuwachtig ben. Dat is toch niet de vraag.
Vraag nou eens hoe ze hiertoe gekomen zijn. Paulus zegt ik ben gegrepen. Ik heb het zelf niet gegrepen. Een ding doe ik, gericht op die scopus. Ik ben gegrepen, kunt u zich dat een beetje voorstellen dat een mens gegrepen… Dat is wel nodig hoor. Paulus zegt ik heb het zelf niet gegrepen.
Een mens moet gegrepen worden. Er is ook wel gezegd dat er tijden waren dat er tijden waren dat ik er niet zo mee bezig was. Niemand die God zoekt staat in de Bijbel. Dan was de kerk leeg. Waarom volle kerk, zeventien hier?
Gegrepen er staat een woord in de grondtekst ingegrepen. Paulus met van alle dingen bezig. Godsdienstige dingen. Volmaakt te zijn voor God. Daar kun je in de kerk druk mee zijn, voor de mensen die niet geloven.
Uit een eerdere groep. Anderen kijken naar mij alsof ik beter ben. Christenen in de kerk beter zijn. Nou ik dacht het niet. We kunnen dat soms wel denken. Allerlei dingen opnoemen ik ben dit, ik doe dat. Maar Paulus is dat kwijtgeraakt. Alles waarmee ik bezig was om volmaakt voor God te zijn werd, schrik niet, vuilnis, grovigheid. In Putten wordt weleens het vuil opgehaald of naar de milieustraat. Selfmade man schreef iemand in een commentaar.
Een. Dat is Christus Jezus. Orde op zaken gesteld. Dat is bekering. Misschien zeggen mensen wel met allerlei dingen bezig. Geld, carrière, mooie vrouw weten te vinden. Komt maar niet tot je bestemming. Weet zelfs niet eens meer wie je bent. Maar als Jezus Christus in je leven komt, dan wordt alles relatief.
Toen jij met je goddeloosheid in de wereld was, stond Hij op uit de doden. Orde op zaken te stellen. Geordend leven. Hoef je niet met het verleden bezig te zijn. Hij volmaakt. Vergetend wat achter is. Sommige mensen zeggen kon ik het maar achter me laten. Kon ik me verleden maar overdoen. Deze mensen gaan hun verleden niet overdoen. Gelukkig maar want je zou het nooit beter doen.
Je leven wilde redden vanuit die zinloosheid, dat oordeel. Dat Hij dat verleden achter Zich heeft gelaten. Stel je voor. Jij was vroeger toch ook zo. Zijn er mensen in de kerk die gaan zeggen. Oude buurman naast me, toen ik ging preken zag ik hem. Waar ik vroeger de ruiten uitschoot met de bal. Ik zag ‘m kijken. Ik zie die dominee preken. Niet zo best dat verleden. Wel meer dan die ruiten eruit geschoten.
De duivel die komt. Ik ben een man met een verleden. Belijdeniscatechisant met een verleden. En als je niet kunt vergeten. Altijd dat hebzuchtige. Er is een Zaligmaker. Die zegt geef dat verleden maar aan Mij, heb ik voor betaald. Verleden achter je laten en uitzien naar wat voor je is. Ik weet niet wat er voor je is, misschien zie je er wel als een berg tegenop.
Straks worden je namen voorgelezen, staan in de liturgie. Er is er ook een die je naam noteert. De duivel in zijn notitieboekje. Dat zullen we nog weleens zien. Macht van het kwaad. Alles aan het struikelen brengen bij alles wat bij God hoort. De duivel denkt die zijn bij mij.
Heere Jezus wilt U het voor mij opnemen. Weet je er mag er naar jagen, naar verlangen. Bekering betekent niet naar het verleden terug, maar jagen naar wat voor is. Nou besef ik goed dat je ook weleens verontrust bent en ontrouw bent. Jaag ernaar. Ga niet mee met de jacht van de wereld met z’n verduiveling.
En als je faalt, struikelt. Ik zie ouderen zitten, weten ook wel dat je het niet redt. Opa, oma. Na een jaar komen. Opa, oma, nou ben ik door het ijs gezakt. Wat ga je dan zeggen? O ik dacht altijd al dat er niks zat. Dat ga je toch niet zeggen. Dan ga je bemoedigen. Dan ga je samen in gebed.
Niet laten meenemen in die zonden en falen. Bemoedig ze gemeente, alstublieft. Dan ga ik nog een ding zeggen. Je mag jagen naar het doel. Je bent het niet, ik ook niet. Het doel is de volmaaktheid. Het allermooiste.
Er is er een die zegt en roept die zegt: volhouden. En dat is de Heere Jezus. Ik vergelijk het maar met een vlieger. Ga je ook weleens vliegeren? Lang draadje. Jongetje, papa ik zie de vlieger niet. Maar je het draad toch in handen. Je voelt ‘m toch trekken. Hij neemt je toch mee.
Daarom mogen we volhouden. Een ding doe het. Concentreer je op Degene die het ook doen zal. Ik eindig met een gedicht. Het is een lied van belijden. ‘In onze tijd klinkt nog Gods Woord, wij hebben door Zijn Geest gehoord, Dat Hij ons uit het duister trekt, en in Jezus’ naam tot leven wekt, O grote Christus ga dan voor, open ons dagelijks het oor, dan volgen wij waar U ook gaat, Al dragen wij om Uwe Naam smaad, Wij mogen weten trouwe Heer, Wie achter U gaat telkens weer, Wie zo het leven in U kiest, Dat hij zijn eigen leven verliest, Dit is de dag die U ons geeft, Wij loven U die eeuwig leeft, Uw grote Naam belijden wij, Wie op U vertrouwt die maakt Hij vrij‘. Dat is het grote doel. Ga op weg, kijk naar elkaar om. Hij die u roept is getrouw. Hij zal het doen.
Amen.
Zondag 21 april 2024 – Oude Kerk Putten, Holland – ds. A.L. van Zwet – Schriftlezing Filippenzen 3 vers 1-16