De Geest overtuigt ons ervan dat we kinderen van God zijn en dat we tegen God de Vader ‘Abba Vader’ mogen zeggen. In het leven met en door de Geest gaat het om drie dingen: bidden (tot God gaan met alles dat ons bezighoudt), luisteren (naar Gods Woord en geboden, je láten leiden) en vertrouwen (dat God ons leven en de wereld in Zijn handen heeft).
Kind van de Vader
Gemeente van de Heere Jezus Christus, bent u weleens ergens heilig van overtuigd geweest? Dat iets niet meer kan. Dat de oplossing in een bepaalde richting moet worden gezocht. Paulus is ook ergens van overtuigd, heilig. Hij is een apostel. Zijn levenswerk is het doorgeven van het evangelie. Getuigen van die ene Naam door welke wij behouden moeten worden.
Hij heeft vele gemeenten gesticht. Hij schrijft brieven. Om te vermanen, bemoedigen. Ook een brief aan de gemeente van Rome. Hij laat zijn hart spreken. Hij is er helemaal en totaal bij betrokken. Fijngevoelig spreekt hij over de hoop en verwachting die zijn leven stempelt. De heerlijkheid van straks is niet te vergelijken met het lijden van nu. Die overtuiging is door de Geest gewerkt.
Paulus is ervan overtuigd dat we Gods kinderen zijn. In Christus mede-erfgenamen. De Geest verbindt ons aan Christus. Geen slaven of knechten, maar kinderen. Paulus noemt zichzelf wel eens slaaf: ten dienste van zijn Meester. Maar vanuit God zijn we geen slaven maar kinderen. Het juk van de wet is er niet meer. De wet is er nog wel. De geboden beschermen ons. Zoals verkeersregels. Of regels op school. Paulus schaft de wet niet af. Wel het slaafse navolgen er van. De wet als blok aan je been. Dan is het een slavenbestaan. Je kunt slagen of zakken. Je weet nooit of je een voldoende haalt. Zo worden slaafse navolgers heen en weer geslingerd. Dat groeit uit tot mateloze onzekerheid.
Maar nu, zegt Paulus, geen slaven meer, maar kinderen. Dankbare kinderen. Die de regels van Vader zien zoals ze bedoeld zijn, om voor kwaad te bewaren. Kind van God. Zo mogen we ons noemen. Allen die door de Geest van God geleid worden (vers 14).
We mogen God aanspreken met Vader. Abba. Kind van de Schepper. Hij de grote schepper! En wij klein.
Kan je dat zomaar zeggen? Alsof het vanzelfsprekend is? Kinderen van een Vader, klinkt soms zo gemakkelijk. Maar dat zijn we niet automatisch. Paulus verkondigt dat aan de Romeinen.
We lazen in Genesis 17 over verbond. Ik sluit een verbond met u en uw nageslacht. Voor altijd. Door God uitgekozen en aangesproken. Dat is de verbondskant. Velen hebben het teken op hun voorhoofd. De meesten van jullie zijn gedoopt. Het water is al lang opgedroogd. Je kunt dat niet meer voelen. God beloofde: je mag bij Mij horen. Ik neem jou aan als Mijn kind. Jouw ouders beloofden jou daarbij te helpen, om te leven als een kind van God. Leven zoals de Heere dat wil. God heeft mensen, kinderen, baby’s op het oog! Eeuwig zal God zijn verbond gedenken (Genesis 17). Er komt geen einde aan. Hij blijft betrokken op ons leven.
Dat is de geloofskant. Geloven dat je een kind van God bent. Leven als kind van God. Als baby krijg je dat niet zomaar mee. In het doopformulier lezen we dat we zondig zijn, maar in Christus geheiligd worden. Kind van God ben je als je door de Geest geleid wordt. Leven door de Geest. De Geest leert om te leven en te wandelen als kinderen van God. In vrijheid. Als navolger van Jezus. Laat Hij je reisgids zijn.
Maar hoe doe je dat dan? Je laten leiden door de Geest? Ik wil naar aanleiding van Romeinen 8 er drie dingen over zeggen.
1. Bidden
Vers 15: u hebt de geest van aanneming ontvangen door wie wij roepen Abba Vader. Roepen tot God. Vader, papa. Zoals je je vader roept als je hem nodig hebt: advies, bedanken, bang of verdrietig. God mag je er altijd bij roepen. Met een hart vol dankbaarheid. Of als je angstig bent.
Roepen. Bidden tot God. En weet u, gemeente, God is altijd Thuis. In tegenstelling tot een aardse vader. Hij houdt ervan als u Hem bedankt. Je openstellen voor God. Bidden om leiding van de Geest. Het kan niet zonder gevouwen handen.
2. Luisteren
Luisteren naar het onderwijs van God. We lezen in vers 7: het woord van God, de wet van God. Onderwijs van God. Bijbel, preken in de kerk, boeken, catechisatie, jeugdclub, verenigingen in Reeuwijk, gesprekken met andere gelovigen.
Maar ook op andere manieren. Door dingen die je mee kunt maken. Die leerzaam zijn. Zoals bij die man. Opgenomen met vage klachten. Blijkt ernstig ziek te zijn. Een klap voor die man. Hij zoekt houvast, maar vindt geen rust. Wel christelijk opgevoed, maar er al lang niets meer mee gedaan. En dan komt die dominee aan het bed. Ze krijgen een gesprek. De dominee bidt en leest voor. Gaandeweg ontmoet hij God. En krijgt hij houvast. Zo geeft de Geest leiding. Hij gebruikt er mensen voor. Talloze voorbeelden zijn er van!
De Bijbel is de reisgids. Zo leert u de juiste weg te onderscheiden. De weg naar het kindschap. Leven met God.
3. Vertrouwen
Vertrouw je met heel je hart aan Hem toe (vers 11). Hij zal ook uw sterfelijk lichaam opwekken. Christus geeft ook u het nieuwe leven. Niet alleen levendmaken voorbij de dood, maar ook hier op aarde. Leven als nieuwgeboren kinderen van Hem. Hij zal dat geven. Een belofte waar we op aan kunnen! Op Zijn woord en belofte kunnen we aan.
Dat onvoorwaardelijke vertrouwen dat is zo moeilijk voor een Christen. Neemt U maar de leiding. Ik volg U zonder angst?! Angst is een vervelende werkelijkheid. Wie kan zeggen nooit bang te zijn? Stoere jongens, ja. Maar diep in het hart, dan is er ook die angst. Onder jong en oud. Meestal in de vorm van vragen: wat als… En: hoe… Geen baan, juiste opleiding, geen vrienden, als ik ziek word of ik moet sterven, een ongeluk krijg? Hoe redden we ons financieel? Hoe zorg ik dat mijn kinderen blijven geloven? Hoe gaat het met het virus? Komt er een nieuwe uitbraak, komt het tot een tweede lockdown? Er zijn duizend dingen die ons angst aanjagen.
Wat ligt er aan ten grondslag? Gemeente, het kan maar zo zijn dat dat de overtuiging is dat we ons leven in eigen hand hebben. En dat we er zelf zoveel mogelijk aan moeten doen. We lezen: Vader zorgt, dat weten we goed, maar toch. We leven er niet altijd naar. We kunnen de controle van ons leven maar moeilijk uit handen geven. We sturen liever zelf. Stippelen zelf onze weg uit. Inclusief verlanglijstjes. Niemand wil een ziekte, verlies, of wil onafhankelijkheid verliezen.
Vertrouwen kan niet zonder het gebed. Vragen om de leiding van de Geest. Gebed waarmee je de controle over je leven in Vaders handen legt. Luisteren en vertrouwen. Paulus zegt: wie een kind van God is, krijgt de leiding van de Geest over zijn leven. Bidden, luisteren, vertrouwen. Voor ieder verschillend qua invulling. Wel wandelen naar de Geest.
Kind van de Vader. Kind van God. Je kunt altijd binnen lopen. Altijd op Hem steunen. Hem kennen als Schepper en Onderhouder. De Zoon als verzoener. En de Geest als gids en trooster en reisgenoot. Kind van de Drie enige God. Een groot wonder. Prachtig. We mogen God aanroepen als Vader. In geloof en vertrouwen. Als we dat doen, dan buigt de Vader Zich vol ontferming voorover. Hij hoort het graag, Abba Vader. Vertel het maar wat u zeggen wil. Vertel het maar waar je dankbaar voor bent. Die vertrouwelijke omgang, Psalm 25. Een intieme relatie. Christus herstelde die relatie door zijn lijden en opstanding. Vader zeg je tegen je vader en tegen God. Aangenomen tot zonen en dochters van God. Jezus leerde het ons, Hik legde ons op de lippen: Onze Vader. Abba. Papa. We mogen het zeggen, vol vertrouwen. Roepen als een kind. In alle omstandigheden. Door de Geest leven in Gods nabijheid.
Dat missen we uit onszelf, door de zonde. Er is een gapende kloof. We leven naar het vlees. Dat is vijandschap tegen God. Zonder het woord. Het is de dood. Door de Geest komen we terug in de aanwezigheid van God. In Jezus wordt die kloof overbrugd. Het is weer goed tussen Vader en mij.
We zeggen het niet zo snel van onszelf: ik ben een kind van God. Veel vaker: ben ik het wel? Kom ik in aanmerking? Ik ken mijn tekorten, fouten, zwakte. Hoe zo zou Gods Geest zich aan mij verbinden? Wie die vragen stelt, beseft dat het geen vanzelfsprekendheid is. Je hebt er geen recht op. Er is maar een weg. In de naam van Jezus krijg je het. Je komt niets te kort in het stuk van de verzoening. Zijn offer is de enige grond en fundament. Daar mag u op vertrouwen. Hij verzekert u van Zijn liefde en trouw.
Paulus gebruikt het beeld van adoptie. Een rechtshandeling. God neemt verloren mensen op rechtsgronden aan. De Geest is getuige. Hij brengt het offer zo dichtbij dat we niets anders kunnen dat Zijn getuigenis geloven. We zijn Zijn kinderen geworden. Wettig eigendom. Een troost in leven en sterven! Als kinderen mogen we Hem aanroepen: Abba Vader. De Geest begint daarbij Zijn leiding. Leven als een kind van God. Bid en blijf bidden. Abba Vader. Breng mij weer terug bij Christus. Door Uw Geest. Er is niets mooiers dan een leven dichtbij God. We komen we vandaag dichtbij Zijn Vaderhart. Hij verzadigt hier door Woord en Geest. De Geest maakt dat wij Abba mogen zeggen. Als je tegen je vader zegt, papa u bent de liefste van de hele wereld, dan kan je hem niet tegelijkertijd ongehoorzaam zijn. Wie kind is, moet zich als kind gedragen. Ontsier het niet met een slordige levenswandel. Verbonden aan de grootste, sterkte Vader die je maar kunt bedenken. Zijn hart gaat voor ons open. We mogen Hem loven omdat Hij goed is. Halleluja. Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 27 september 2020, 17 uur. Schriftlezing Genesis 17:1-7 en Romeinen 8:1-17.