Ds. A.L.A. den Besten (Nieuwerkerk a/d IJssel)

31 juli 2016, 18.30 uur, Ichthuskerk Reeuwijk

Openbaring 7 (grote verdrukking)

 

Gemeente van onze Jezus Christus,

[1901] een van de definities van het woord openbaring is: het bekendmaken van waarheden die het menselijk verstand niet kan begrijpen. Boek Openbaring voldoet aan deze definitie. Betekent niet dat we verstand op 0 moeten zetten vanavond omdat we de inhoud toch niet verstandelijk kunnen verklaren. Heeft ons wat te zeggen. Gaat vanavond over waarheden die te maken hebben met de geschiedenis, daarom van belang om daarom extra alert te zijn op de woorden van Johannes. Hij is het, de apostel, die deze waarheden heeft opgetekend. Trouwens, in opdracht van God zelf. Schrijf, Johannes, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig. Wat je ziet, opschrijven en aan de gemeenten zenden. God laat zien hoe de geschiedenis zal verlopen. Johannes krijgt een blik in de toekomst gegund. Waarheden aan hem geopenbaard omtrent het verloop van de geschiedenis. Waar u, jij en ik deel van uitmaken. Betekent dus dat het vanavond gaat over ons, u, jij, ik. Belangrijk om er bij te blijven, de Heere richt zich tot u.

Hoe ziet de toekomst eruit? Hoe zal ons leven verlopen? En dat van onze kinderen? Hoe zal het gaan in de wereld? Hoe zal het gaan met de kerk in Nederland? Vragen waar we misschien wel een antwoord op zouden willen hebben. Een blik in de hemel, misschien zou u dat ook wel willen. Even kijken hoe het daar is, wie daar is. Johannes is het gegund. Een blik in de toekomst. Tegelijk moet ik u zeggen: een concreet antwoord krijgen we niet. Een exacte uiteenzetting hoe het in de hemel is, hoe het nieuwe leven is, ook dat krijgen we niet.

God openbaart die toekomstige geschiedenis aan Johannes in een visioen. Begint in Openbaring 5. Troon ziet in de hemel, zit de Zoon Gods op. Johannes zelf heeft aangewezen: zie het Lam Gods. Hij de overwinnaar. Boekrol in Zijn hand, geschiedenis van de mensheid. Openen van de zegels, boekrol, betekent dat de geschiedenis tot voltooiing wordt gebracht. Eerst de vraag, is er iemand in staat en het recht om die boekrol te openen. Wie kan en mag dat? Aan wie kan het voltooien worden toevertrouwd? Wie anders, dan wie op de troon zit. Aan Hem wordt de voleinding geopenbaard. Alle ogen op Hem gericht.

Hoofdstuk 6, begin openen zeven zegels. Een voor eens. Thuis maar eens even nalezen. Stap voor stap ontvouwt. Zegels verbroken, maar gepaard met golf van geweld. Geschiedenis bevindt zich in eindtijd. Golf van geweld steeds agressiever. Geconfronteerd de afgelopen weken: haast elke dag aanslagen, Frankrijk, Duitsland, Amerika, Nederland. Haat in harten van mensen. Wie schrikt er niet van op?

In hoofdstuk 7 aangeland, zijn er 6 zegels geopend. Er is er nog een te gaan. Daarmee komt het eind, het eindoordeel. Tegelijk betekent het definitieve einde, ook een nieuw begin. Nieuwe hemel en aarde, gevestigd. God zal daar wonen. Honger, dorst, pijn, verdriet zal daar niet meer zijn. Geen tranen en dood. Zover is het nog niet. Zegel nog worden geopend, dan zal het einde er zijn.

Doet zich iets merkwaardigs voor: er wordt een pauze ingelast, tussen 6e en 7e zegel. Alsof de geschiedenis even haar pas inhoudt. Even uitstelt. Pauze. Of, je zou ook kunnen zeggen, hier is sprake van extra genadetijd. Aanbod van genadetijd. Bevinden in hoofdstuk 7 tussen 6e en 7e zegel. Johannes aan het woord, ziet 4 engelen staan op de 4 hoeken van de aarde. Aarde hoeken, toenmalige wereldbeeld, plat, windstreken. En de wind die uit alle hoeken waait, door die engelen vastgehouden. Winden die er waaien, zijn symbool van het oordeel. 4 engelen bedienen dus de stormwind van Gods oordeel op aarde. Dan na 6 zegels komt er een engel uit het oosten (vers 2, zon opgaat), zegel van de levende God. Die engel, daarmee de Heere Jezus Christus bedoeld. Roept die engelen een halt toe. Aarde, zee, boom niet te beschadigen. Voordat geopend wordt, eerst het volk van God verzegeld worden. Oordeel uitgesteld.

God is erop uit om mensen te redden, gemeente. Om mensen eeuwige leven te geven. Te kunnen redden, daarom eigen Zoon gegeven. Op aarde gekomen, plaatsvervangend, als zondebok. Straf gedragen. Opgeofferd aan het kruis, daarom Hij wordt het Lam genoemd. Offerlam. Vrijwillig heeft Hij alle schuld op zich genomen. Weet u wat nou zo geweldig is? Ook onze schuld, zonden, onvolmaakte mensen, zitten daar ook bij. Ook op zich genomen. Gaat erom: die schuld ook toegeven. Belijden. Dat we bidden om vergeving. Als we dat doen, dan mag ons leven schoongewassen worden. In onze plaats straf gedragen. Offer van Hem, leven schoon gewassen. Liefhebben en kennen als persoonlijke Redder. Gered, het zijn de mensen die hun kleren wit gewassen hebben in het bloed van het Lam.

Vreemde uitdrukking, kleding wat wit wordt door het te wassen in bloed. Bloed maakt toch juist vlekken? Witgewassen gewaden, duiden op een hemels schoonmaakproject. In tegenstelling tot menselijk bloed. Dit bloed maakt, van het Lam, maakt helder wit. De kleur wit van symbool van reinheid, bloed van Jezus Christus reinigt van al onze zonden. Schoongewassen gelovigen.

Zijn er 144.000, zo meldt Johannes ons. Nu moeten we dat niet als een exact getal beschouwen, alle getallen in Openbaring. Is symboliek. 144.000 is de uitkomst van een rekensom, reken maar mee, 12 keer 12 keer 10 keer 10 keer 10. Uit alle geslachten van de kinderen Israëls (eerste getal twaalf). Ook alle geslachten heidenvolken, 2e getal 12. Geroepen apostelen. De verzegelden vormen samen een schare die niemand tellen kan. 10 staat symbolisch voor volheid, net als getal 3. Volmaakte volheid, 10 keer 10 keer 10, 1000. Volle getal, 144.000, uit Israël en heidenvolken, zij zullen niet verloren gaan, maar behouden worden. Bekleed met wit van overwinning en onschuld. Zwaaiend met palmtakken, beeld van victorie.

Maken naam van de Heere groot. Glorieus lied wordt gehoord. Alle hemelse wezens mee instemmen. Grote lofzegging. Zeven: lof, heerlijkheid, wijsheid en dankzegging, eer, macht en sterkte. Getal van de volheid.

Voor hen geen verdrukking meer zijn. Verdrukking zullen gelovigen niet aan ontkomen. Gaat niet in eerste plaats om ‘ieder huis heeft zijn kruis’. Dat treft ieder huis, niemand uitgezonderd. En natuurlijk, sprake is van verdrukking, kruisen in ons leven, wat kan het moeilijk zijn, zwaar om te dragen, laten we het niet onderschatten. In boek Openbaring wordt de verdrukking verwoord als een strijd die alleen de gelovigen aangaat. Verdrukking die veroorzaakt wordt tussen God en zijn engelen en aan de andere kant boze, de duivel. Een strijd om de mensen, om harten en zielen van mensen. Satan en trawanten mensen kapot maken, breken, vernietigen; God bezig om te redden. Gelovigen leven daarom regelmatig in situatie van verdrukking.

Hier in Openbaring 7 gaat het om de grote verdrukking. In de Bijbel is dat een periode die voorafgaat aan wederkomt. Mattheus, in hoofdstuk 24, zal dan een grote verdrukking zijn. Ook nooit meer wezen zal. Wijst erop, intensiteit verdrukking toeneemt. Geldt door hele geschiedenis heen. Steeds zijn er weer gebieden waar gemeente wordt vervolgd. Zo neemt alles in intensiteit toe naar mate het einde nadert. Rampen, oorlogen, aardbevingen, goddeloosheid. In de wereld gebeurt, in eigen kleine wereld gebeurt, is het ook herkenbaar als het gaat over verdrukking vanwege je geloof? Waar heeft de apostel het over?

Laten we eerlijk zijn, gemeente, wij in alle rust geloof beleven. Ons leven loopt geen gevaar als je belijdend christen bent. Jezus zegt: in de wereld lijdt gij verdrukking, maar hebt goede moed. Kun je je afvragen: verdrukking dan uit bestaat? Volgelingen in Europa en Nederland een minderheid. Voelt het misschien op je werk, klas, dat men het maar vreemd vindt dat je God dient met de leefregels die daarbij horen. Verdrukking, denk daar eens over na. Is er sprake van verdrukking in ons leven? Hoe zou je staande blijven, als je ermee te maken krijgt? Als je totaal geen last hebt van verdrukking, hoe is het dan met je geloof?

Laten we er niet al te zeer over somberen, Openbaring is ook geschreven om gelovigen te bemoedigen. Ook voor ons dus, om hoop te geven voor de toekomst. Grote verdrukking niet het laatste woord. Zal de verzegelden niet klein krijgen. Schare zal rein zijn voor God. Wit gemaakt, klaar gemaakt voor de hemel. Niet zelf schoongewassen, maar wit gemaakt, ander voor gezorgd. Dat betekent gemeente, dat hemelleven is niet te koop. Te krijg. Mensen uit alle volken, natiën en talen. Een onafzienbare menigte. Ontelbare mensenmassa. Roepen als het ware uit een mond: de redding komt van onze God! Een unieke boodschap. Ook in andere godsdiensten wordt gesproken over een hiernamaals, maar altijd komt het erop neer, dat je die hemel moet verdienen, door goed te leven, je best te doen, hoop je aan het einde over te gaan naar de hemelse klas, misschien met je hakken over de sloot met een zesminnetje.

Bijbel keer dat helemaal om, gemeente. Je kunt dat helemaal niet, de hemel verdienen. God is zo groot, heilig, volmaakt. Als mens zink je in het niet, maar gelukkig, het hoeft ook niet. Altijd met onzekerheid, als ik het maar haal, als ik maar goed genoeg ben. Jezus Christus zegt: je haalt het niet en nooit, maar dat hoeft ook niet, Ik heb het gehaald. Krijgt nieuwe kleren, helemaal stralend wit. Vertrouwen op Hem, geloof in Hem. Vraag er maar om, vergeving, in geloof en vertrouwen. Die boodschap is zo bevrijdend. Wie dat heeft ontdekt gaat vanzelf ook anders leven, eenmaal heeft ontdekt wat Jezus heeft gedaan, dan ook steunen en dienen, deed Jezus ook.

Zo ziet Johannes in de hemel een visioen, een hemel vol mensen, mensen uit alle volken. Huidskleuren, talen, mensen die allemaal dezelfde vreugde kennen. Mensen die niet gescheiden zijn door wat voor muur dan ook, opgesloten in hokjes en vakjes, mensen die recht voor de troon staan. En allemaal diezelfde vreugde kennen: ik mag leven in het licht van God. Voor eeuwig. Ze dienen Hem, dag en nacht. In Zijn hemelse tempel. Niet alleen gelovigen, ontelbare engelen doen mee. Samen juichen ze voor God, vanwege datgene wat Hij heeft gedaan.

Wij mogen nu reeds oefenen om eens te kunnen en mogen voegen bij al die hemelse stemmen. Door  hier op aarde God te loven, danken en te prijzen.

Nog een ding wat opvalt, in Johannes visioen. Lezen we in vers 15. Ze zijn daar en dienen Hem, tegenwoordige tijd. En Hij zal zijn tent uitspreiden, toekomstige tijd. Er komt een moment dat God alles nieuw maakt, nieuwe hemel en nieuwe aarde. God bij de mensen woont. Niet meer God regeert in de hemel, terwijl op de aarde het kwade woedt. Maar aarde en hemel een. Zullen we voor altijd veilig zijn. Geen honger en geen dorst. Symbolen die staan voor gebrokenheid van het leven. Wat is er een gebrokenheid, wereldwijd, maar ook in leven van mensen. Psychisch, verstoorde relaties, eenzaamheid, afhankelijkheid. Is er dan niet meer. Want God zal bij de mensen wonen, alle tranen uit hun ogen wissen. Wie wist er nu uw tranen uit uw ogen? Doe je toch altijd zelf? Snelle handbeweging? Of zakdoek. Maar daar, daar zijn geen tranen meer. God zelf die ze heeft weggeveegd, zo’n teer gebaar, zo is God.

Vandaag geeft God ons een blik in de toekomst, tegelijk zien we dat de Jesaja reeds het heeft voorzegd. Hitte en zon niet eer steken, hun ontfermer zal hun leiden. Zachtjes leiden naar de waterbronnen. Vanuit OT mogen we dan denken aan hoe God volk bevrijd uit ballingschap. Voorafschaduwing van Jezus Christus, de grote Ontfermer. Ballingschap van de zonde. Hij die ze doet wonen in heerlijkheid. Waterbronnen, daar waar leven is. Omdat Hij het levende water is. Geen honger en dorst meer. Geen lijden en kwaad, geen oorlog, gebrek, terreur, ziekte, dood meer.

Wat betekent dat nu voor ons? In ieder geval dit: bij het Lam, daar moet je zijn. Bij Hem, Jezus Christus alleen, is redding, verlossing, eeuwig leven. Dit leven geen voorraad van tijd die steeds verder opraakt, niet wanhopig als je ouder wordt, niet gestresst omdat je je leven niet kan overzien, maar ik leef toe naar mijn eeuwig huis, waar Jezus is, en daar is het goed. Mensen in visioen hebben palmtak van overwinning in hun hand. Dit leven valt niet mee, vaak ingewikkeld. God zelf roept het ons toe: houd moed, geloof in Jezus Christus, Hij leidt je met het zicht op Zijn heerlijkheid. Vertrouwt op Hem, mag je geloven (= zeker weten) dat Hij er bij is, altijd en overal. Dat geeft hoop voor dit leven, ondanks het feit dat je je leven niet kan overzien, toekomst niet kan overzien. Gaat wel de goede kant op. Daar is in Jezus naam een plaats bereid voor allen die Hem kennen als hun persoonlijke redder en verlosser. Wat een blij vooruitzicht. Ga dan op die weg. Want God is getrouw, Zijn plannen falen niet. Halleluja. Amen. [1934]