Op de berg van de verheerlijking wordt de Heere Jezus Christus voor Zijn discipelen van gedaante veranderd. Daar vindt een ontmoeting plaats met Mozes en Elia die eeuwen ervoor op aarde geleefd hebben. Ze spreken over de uitgang, te weten het lijden en sterven van Christus aan het kruis. Er klinkt vervolgens een stem, een stem uit de hemel. God de Vader spreekt: Deze is Mijn geliefde Zoon. En dan de oproep: Hoort Hem. Zo klinkt de stem van God tot ons vandaag: Kom tot Mij.

Een stem uit de hemel

Er zijn gebeurtenissen die je altijd bijblijven. Huwelijk, geboortedag, vakantie in Zwitserland, verjaardag waarop je een fiets kreeg. Als je eraan terugdenkt, beleef je het in gedachten weer met een soort van heimwee. Verdriet en vreugde blijven je bij. Overlijden van je man, vrouw. Ziekte, handicap die je trof. Je gedachten zet je niet zomaar stil. Elke keer denk je eraan terug. Een terugverlangen naar de tijd dat het zo goed was.

De evangelieschrijver weet het ook nog precies. Hij heeft ervan gehoord. Een topervaring. Zes dagen na de belijdenis van Christus. Het komt niet vaak voor in de Bijbel dat een gebeurtenis wordt gedateerd. Hier wel. Wat volgt, heeft een grote betekenis.

Zes dagen, dat lezen we ook in Genesis. Na zes dagen rust God van Zijn werk. Het is zeer goed. Het zal goed worden, na zes dagen voor Petrus, Jacobus en Johannes. We staan stil bij Jezus verheerlijking op de berg. We gaan mee die berg op. Ook wij laten ons er brengen door Jezus zelf. Hij wil Zijn discipelen iets laten horen en ervaren. Ook aan ons. Markus vertelt het daarom hier. Mattheus, Markus en Lukas geven dit door. Petrus komt er later in zijn brief op terug. We hebben Gods stem uit de hemel gehoord! We waren oorgetuige. De boodschap vanuit de hemel: luister naar Hem. Laten wij dat vanmiddag ook doen.

Jezus is op weg naar Jeruzalem. Zijn openbaring als Messias zal Hem leiden tot aan het kruis. Hier is dat nog verborgen. Het begint met een vraag. Wie zeggen de mensen dat Ik ben? Een inleiding op een belangrijke les van Zijn discipelen. Zijn leerlingen moeten werkelijk begrijpen waarom Hij naar de wereld kwam. Wie zeggen de mensen dat Ik ben?

Petrus komt met zijn belijdenis. U bent de Christus. Jezus van Nazareth, dat is Degene waar de profeten over spraken. De Gezalfde. Meer dan een profeet. Meer dan enig ander mens. Dat vanwege Zijn unieke boodschap. Hij is God Zelf. Hij is de Christus, de Messias.

Wie zeggen de mensen dat Ik ben? Als je dat vandaag zou vragen. Wie is Jezus? Een rechtvaardig mens die sterft voor idealen. Of een goed voorbeeld. Of een profeet die strijdt voor gerechtigheid. Het is waar, maar te weinig. Jezus is meer. Hij is de Zoon van God. Hij is de geliefde. De unieke Zoon van God. Hij is Zelf God. Laten we dat vasthouden en belijden. Zijn wij bereid Jezus te aanvaarden en belijden? Hij is de Lijdende Knecht van de Heere. Dat wil Jezus duidelijk maken.

Hij moet veel gaan lijden en verworpen worden. Dat wil Hij zijn discipelen leren. Jezus dienen en volgen betekent je eigen leven loslaten. Jezelf verloochenen. Het kan kruis dragen met zich meebrengen. Dat je het roer uit handen geeft. Dat niet jouw wil, maar Gods wil geschiedt.

Petrus protesteert. Jezus wijst hem terecht. Zijn leerlingen verwachten net als de menige de Messias in macht en heerlijkheid. Opnieuw met een sterke hand en uitgestrekte arm, zoals bij Mozes. Maar wat een contrast met Jezus’ onderwijs.

De Mensenzoon moet veel lijden. Aan het einde van Zijn leven is Hij passief geworden. In de lijdende vorm. Geslagen, bespot, veroordeeld. Hij treedt niet langer op. Speelbal en mikpunt van allerlei gewelddadige mensen. Voor Petrus is dat een enorme tegenvaller. Een Messias die dient in plaats van een Messias die de dienst uitmaakt…?!

De weg van lijden en sterven en dienstbaarheid, is dat voor ons ook een tegenvaller. We weten goed dat het door het lijden heen tot heerlijkheid gaat. Maar Jezus die alles over Zich heen laat komen. Lijdend voorwerp, wat vinden wij daarvan? Klimt daarin niet een vorm van protest? Laten we maar met Jezus meegaan de berg op.

Hij neemt de drie waar Hij een bijzondere band mee heeft, de berg op. Stap na stap wordt het stiller en de afstand naar het alledaagse leven groter. Petrus weet nog precies wat er gebeurde. Jezus wordt blinkend wit. Zelfs Zijn kleren veranderen. Stralend wit! Zo wordt er een tipje van de sluier opgelicht. Even zien ze Jezus in Zijn goddelijkheid. Wit als kleur van liefde, genade, Goddelijkheid. De glorie straalt van Hem af.

Moet een schok te zijn geweest. Petrus, rabbi Jezus roept je. Je volgt Hem. Getuige van wonderen en tekenen. Deze mens moet wel de Messias zijn. Maar ook gewoon mens. En dan dit. Jezus, je meester, verandert in een hemelse geraakte. Wat gebeurt er met Hem?

Dan verschijnen Mozes en Elia. Ze spreken met Elia. Het is niet voor niets dat deze twee verschijnen. Ze mochten allebei iets van de heerlijkheid van God zien. Mozes en Elia verschijnen aan Jezus. Ze spreken met Hem. Jezus wil dat wij Hem zien. Die eigenaardige weg. Hij is de vervuller van wet en profeten. Waar het hen om ging, dat is Hij aan het doen. Mozes; de Heere verloste Zijn volk door heb. Mozes was een machtige leider en leidde het volk naar het beloofde land. Bevrijding is ook Jezus’ doel.

Markus vertelt niet over de inhoud van het gesprek. Lukas zegt meer. Over het bevrijdend lijden. Als de Heere niet lijdt en sterft en niet opstaat, dan is ons leven niets anders dan in een ballingschap.

Elia is de profeet van de hartstocht. Hij laat het volk hosanna roepen. De Heere is God! Hij moest vluchten. Zijn hartstocht is Jezus’ hartstocht. Zuivering van het oordeel is ook Jezus’ doel. Ze spreken over het komend, zuiverend lijden van Jezus. Zo moet het gaan. Als de Heere niet verworpen wordt en niet lijdt, blijft ons leven onzuiver en ligt het oordeel nog op ons.

Kijk, daar staat Hij, de Messias, in het volle licht. Het moet wel gaan in de weg van lijden en sterven. De weg van de opstanding. Zo geneest, vernieuwt, bevrijdt Hij. Door lijden en verachting heen. Het licht van de nieuwe hemel en aarde schijnt hier op de berg. Het is mooi. Zo mooi dat Petrus vindt dat het altijd zo moet blijven. Nu weet ik, wie God is en wat Hij voor mij in Jezus wil betekenen. Laten we tenten maken. Hier is het goede. Deze ongebroken heerlijkheid is voor Petrus een topervaring. Dit zint hem beter dan de lijdensweg. Laten we dit vasthouden.

Wat is Petrus’ verlangen herkenbaar. De weg die we gaan, fijn als die gladjes verloopt. Soms vol hobbels en kuilen. Wie wil geen topervaringen? En dan de dalen en tegenslagen? Het nieuwe leven beperkt zich niet tot deze drie mannen en niet tot drie tenten. Gods Koninkrijk is voor eeuwig. Hoe krijgt het gestalte als ze op de berg zouden blijven? Wat zou er van de kerk terechtkomen? Zonder Zijn lijden is er geen leven.

Hij gaat lijden. Hij neemt er drie mee. Hij wil dat ze ervaren wie Hij werkelijk is: het heilige, zuivere licht van God. Hij zal de duisternis overwinnen. Hij gaat sterven en opstaan om u, jou en mij uit de duisternis te trekken. Zo moet het gaan. Het kan niet anders. Zo is Hij Gods geliefde Zoon.

Goddelijke woorden klinken in die wolk, die hen omhult. Luister naar Hem. De wolk als teken van Gods onmiddellijke nabijheid. Als God bij mensen wil wonen, komt er een wolk. Israël heeft een tent gemaakt als heiligdom. Als die klaar is, komt er bij de inwijding een wolk die de tabernakel vult. Door deze tent wil Ik bij jullie wonen. Later bouwt Salomo een tempel. Dan vult ook een wolk de tempel. Een teken van Gods aanwezigheid.

Vanmiddag klinkt hier in Reeuwijk een stem uit de hemel. Alsof een wolk deze ruimte vult. Hier wil ik zijn, voor u. Woorden van eeuwig leven wil ik spelen. De wolk is een teken van Jezus’ verschijnen ten laatste dage. Hij keert terug naar de aarde. Daar gaat het naar toe. Alles wat daar voorvalt, staat daar in dienst van.

Een stem uit de hemel. Dit is Mijn geliefde Zoon. Voor wie klinkt deze stem? Niet voor Jezus zelf. Ook niet voor Mozes en Elia. Maar voor de leerlingen. Wat moet dat zijn geweest. Wie is Jezus? Niemand minder dan God zelf zegt: deze is Mijn geliefde Zoon. Gods Zoon. Bij Hem moet je zijn. Het licht van de wereld. Luister naar Hem. Ook als je dingen niet begrijpt, luister naar Hem. Luister als Hij zegt: Ik wil u maken dat u past in Mijn licht. Volg Mij!

Luisteren, dat is: Zijn woorden in je opnemen. Dan lees je de Bijbel. Dan wil je er alles van weten. Dan graaf je erin. Neem daar ook de tijd voor. Om stil te worden voor Hem. Zijn woorden indrinken. Luisteren is ook gehoorzamen. Doen wat Jezus zegt en vraagt. Telkens als Hij het lijden aankondigt, geeft Hij er die opdracht bij: als je Mij wilt volgen, moet je ook die weg gaan. Liefhebben wie je haten, de minste zijn. Luisteren naar Hem. Je leven richten naar Zijn woorden.

Dan is het stil. Dan is plotseling alles voorbij. Ze zien alleen de gestalte van Jezus. Mozes en Elia, wet en profeten: om hen gaat het niet. Evangelie blijft over.

Ziet u ze gaan, ze gaan naar beneden? Wat ze zagen is een voorteken van de komende verheerlijking. Het gebeuren op de berg moet geheim blijven. Ze kunnen er nog niet bij. De discipelen denken aan de opstanding op de grote dag, daarom de vraag naar Elia. Volgens de joodse leer zal voor de opstanding Elia komen. Jezus stemt in. Hij moet de weg bereiden. In Johannes de Doper is door velen Elia gezien. Hij wordt echter niet zo gezien en herkend.

Jezus zal Zijn leven geven als een losprijs voor velen. Hij wil vrijmaken en zuiveren van de zonde. Vrij van schuld, graf, straf. Hij gaat de dood in, voor ons. Plaatsvervangend. Hij geeft Zijn leven opdat wij zullen leven voor altijd. Als dat niet zo zou zijn, waren wij de ellendigste van alle mensen.

In verbondenheid met Hem kunnen we de opstanding tegemoet gaan. Hoor Hem! Deze stem hebben de discipelen gehoord. We zijn oor- en ooggetuige. We zullen het nooit vergeten. Hij roept: kom tot Mij. Hij wijst de weg in het evangelie. Als je dat beseft, dan wil je Hem toch de eer geven? Hem danken, Heere, ik dank U wel, dat u het deed, voor mij.

Gemeente, wat een Heere Jezus Christus hebben wij. Hij is de geliefde Zoon om ons te redden. Daarom: hoor Hem!

Amen.

(Psalm 21 vers 1, 5 en 13; berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 12 maart 2023, 17 uur. Schriftlezing Markus 8:31 – 9:13 en 2 Petrus 1:12-19.