Zondag 5 november 2017 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. A. Kos [Middelharnis] – Prediker 7 vers 15-18

Voorzang Psalm 33 vers 11

Gebed, Votum en groet

Psalm 145 vers 5

Geloofsbelijdenis met de twaalf artikelen

Psalm 48 vers 4

Schriftlezing Prediker 8 vers 10-17 en Prediker 7 vers 13-18

Gebed

Psalm 73 vers 1, 8 en 9

Preek over Prediker 7 vers 15-18

Gods levensleiding

1. Vragen te over

2. Niet al te

3. Volgen

1. Vragen te over

Wat kan de levensleiding zo intens zijn. Dankdag afgelopen week. Zoveel ontvangen waar we dankbaar voor moeten en mogen zijn. Tot de kleinste dingen. Ieder brood, iedere ademhaling genade. Tegelijkertijd zorgen. Zorgen die we meegenomen hebben, die onze gedachten bevangen houden. Wat een tegenstrijdigheden! Zoveel ontvangen en zoveel zorgen. Wereld bloed uit duizend wonden. Wereld met pijn, moeite. In ons land een crisis. Wat de bijbel leert wordt aan de kant geschoven. Ook kerkelijk, wat wordt er veel ontvangen. Keer op keer. Met de dwaasheid van de prediking. Zorgen tegelijkertijd. Over afhakers, over innerlijke leven is het er nog? Bewaren van de erfenis uit de Reformatie. Zorgen in persoonlijk leven. Psychisch zorgen. Zorgen over dit, over dat. Over werk, bedrijf. Allemaal tegenstrijdigheden kunnen er zijn.

Voorspoed mogen we van genieten. Op een matige manier. In de tegenspoed, let op. Allebei een gevaar in zich. Bij voorspoed zorgeloosheid. Bij tegenspoed boos op de Heere. Leven zo bij de vanzelfsprekendheden. Wat leven we oppervlakkig. Alsof het vanzelf gaat. Alles wat we ontvangen is een gave. Een onverdiende gave van God.

Vragen die naar voren komen, hier door Salomo in Prediker 7, zorgen. IJdelheid. De raadsels van het leven. Precies andersom van wat je zou verwachten. Rechtvaardige komt om, goddeloze leeft voort. Zo tegenstrijdig. Asaf in Psalm 73 worstelt daar ook mee. Ging goddelozen voor de wind. Geprobeerd om dat te begrijpen. Is zo tegenstrijdig, zo omgekeerd. Is dit wat God voorstaat, wat God bereidt voor Zijn kinderen? Is dit wat het Evangelie aantrekkelijk moet maken?

Dan nog de geestelijke strijd van de gelovige tegen de driehoofdige vijand. Hoe zit het? Is dit de leidng van God in mijn leven? Is dit nu Gods weg. Of de taal der Psalmen: waar bent u in de tijden der benauwdheid? Wat is Gods weg? Antwoord in vers 16-18 van Prediker 7.

Wees niet al te rechtvaardig, niet al te goddeloos. Op het eerste gezicht verbijsterend nietwaar? Lijkt te strijden met alles wat de Bijbel leert? Niet al te. Vier dingen. Niet al te rechtvaardig, goddeloos, wijs en dwaas. Het lijkt wel dat hier verwoord wat een jongere tegen een oudere kan zeggen. Wees niet al te streng, wees niet al te strak. Al te zeer met het Woord van God bezig. Andere kant op ook. Al te goddeloos. Maak het niet al te bont. Dit is niet wat deze tekst betekent. Wat ik net zei is het niet!

Prediker zegt dat niet. Niet het antwoord op de raadsels van het leven. Tweede punt:

2. Niet al te

Hoe te lezen? Niet al te rechtvaardig? Dan komt toch in je op je kunt nooit te rechtvaardig zijn. Niet al te wijs. Kanttekeningen wijzen op hoe om te gaan met anderen. Zachtmoedigheid. Toch is het niet wat het hier betekent, denk ik. Vanuit vers 15. Wat is nu het antwoord op het raadsel? Al te rechtvaardig slaat dan op al te rechtvaardig menen zelf te zijn. Denken het te zijn. Het gaat hier over schijn-rechtvaardigheid en schijn-wijsheid. Daar wordt u geconfronteerd met het kromme in het levenslot. Gaat anders dan u denkt en bidt. Wat voor neiging heb je dan? Wat komt er dan bij je boven? Vragen, uiteindelijk ook aan God zelf. Heere is het wel eerlijk dat het zo gaat? Goddelozen erebegraafplaats, rechtvaardigen in anonimiteit. Is het wel terecht, is het wel eerlijk?

Prediker: waarom zou ik verwoesting (of verbijstering) over u brengen? Wanneer breng je dat? Als je geconfronteerd wordt met het kromme in het levenslot. Dan wanneer ik rechtvaardiger, wijzer dan God. Want dan ook: impliciet wijzer dan God.

Als predikant komt dat ook voor. Mensen zoveel meemaken, zoveel zorgen. Wat zeg je dan? Al dominee? Moeder van een dochter: dominee, waar heeft ze dit aan verdiend? Zou God dan onrecht doen? En dan toch wel, al begreep ik die moeder zo goed, en toch rechtvaardiger en wijzer dan God. Als de vraag opkomt: die verdien ik toch niet? Dat lijden kan zo intens zijn, daar passen geen makkelijke antwoorden. Wie ben ik tegenover God?! Toch die vraag. Wie ben ik tegenover God? Zondaar, overtreder, aanslagpleger, opstandige. In dat Bijbels licht beschouwd is alles wat we ontvangen boven de hel genade.

Dan moeten we maar even stil zijn. Alles genade.

Je brengt verwoesting en verbijstering over jezelf bij al te, te zijn. In plaats van dat je buigt voor Hem. Niet te rechtvaardig, te wijs. Als die dokter dit en dat. Heere, als u dit of dat in mijn leven doet, dan zal ik Uw naam grootmaken. Maar Paulus: mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Niet wijzer te wezen dan God. Alle dingen werken mee ten goede. Alles bij kernvraag terug: hoe staat ik tegenover God? Is de Heere Jezus mijn Borg en Zaligmaker? Grootste nood in het leven niet de zorgen, hoe intens ook, maar grootste nood dat ik voor Hem niet kan bestaan.

Prediker zegt niet: klein beetje goddeloos mag je wel zijn. Het Woord is duidelijk over de goddeloze. Die Hem niet vreest, het zal hem niet welgaan. Geen weg.

Niet beter dan de goddeloze. Maar die roep om genade. Tot Hem. Jezus gekomen en gestorven voor hen die vastlopen. Vergeleken om Hem en Zijn Christus.

3. Volg Mij

Vers 18. Herhalen om te benadrukken. Een manier waarop de Bijbel nadruk legt is door de herhaling. Want die God vreest die ontgaat dat alles. God vrezen, wat is dat? Bang voot Hem zijn? Niet op zichzelf. Maar kinderlijk gezag, vertrouwen. De liefde, het verlangen tot Hem. Tot Hem, Zijn Woord en geboden. Maar hoe dan? Als het leven zo intens is, de vragen zo intens zijn.

Ik neem u mee naar Jeruzalem. Daar loopt een man. Hij draagt zijn kruis. Pilatus spottend: zie de mens. Pilatus en Herodus zeiden allebei: Hij is omschuldig. In de naam van twee of drie zal alle woord bestaan.

Jezus in de plaats van goddelozen! Luther zegt het zo krachtig in commentaar op Galaten: God de Vader zegt tegen de Zoon, u bent David de overtreder, Petrus de verloochenaar. De vrolijke ruil. Hij mijn zonden. Ik zijn gerechtigheid.

Echo uit Gethsemané: Vader Uw wil geschiedde. In grote benauwdheid bloed. Kan, weleens aan een arts gevraagd. Bloed zweten in zo’n grote verlatenheid. Ziet kruis en nederladen in de hel voor ogen. Toch bidt Hij. Niet wat Ik wil maar Uw wil geschiedde! Wij proberen aan lijden te ontkomen. Maar Hij wilde het. Hij ging die weg.

In Hem is vrede en troost. Genade. Omwille van Zijn offer. Die vrolijke ruil. Ik hoor nog een echo. Die achter mij wil komen die neme mijn kruis op en volge Mij. Wie zich achter de Gekruisigde bevindt, bevindt zich per definitie op de kruisigingsweg. Kromme in het levenslot. Waarom doet de Heere dat? 1 Beproeving. Beproeving van het geloof. Na ontvangen genade zo vaak het hoofd buigen. Meer en meer vastlopen in jezelf en naar Hem. 2 niet aardsgericht maar hemelsgericht. Dingen waar je druk mee kunt zijn. Goede dingen zozeer wel. Bent een vreemdeling hier. Niet de pinnen te vast. 3 tot overtuiging van onze zonden, onze zondigheid. Kan wel zo zijn dat er een zonde is bij slagen. Maar niet te snel oordelen. Vergelijk vrienden van Job. Maar het kan wel. 4 correctie. Bewaren voor een zonde, waar je hart zo aan vastzit. Uiteindelijk die moeite ook dat Zijn genade verheerlijkt wordt.

Troostweg achter de Gekruisigde aan! Steeds meer Hem nodig te hebben. Wat een troost dan toch. Jawel dan. Niet na de moeite maar in de moeite. Vanuit de Gekruisigde, de Heere Jezus. Nochtans achter Hem. Volg Mij.

Wat is het leeg, onvoorstelbaar leeg, als u en jij je weg gaat op eigen kracht. Dan de moeite hier voorbode van wat er gaat komen.

Ik hoef de Heere niet na te rekenen. Het is Mij goed nabij de Heere te wezen. Al begrijp ik nie hoe het gaat. Bezwijk ik ooit in bittere smart, mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed.

Hoe meer je het kromme in het levenslot probeert recht te draaien, hoe erger je vaker maakt. Natuurlijk, middelen gebruiken. Naar arts gaan. Maar onbegonnen werk om leven zeld op te knappen. Naar kom naar Mij, zegt God. Het hart huilt als geliefden wegvallen, als die psychische ziekte er is. Huilt als het bedrijf failliet gaat. Leer mij volgen zonder vragen, Vader wat U doet is goed. Die leidt niet naar verbijstering en sterft ook niet buiten de tijd (Gods tijd).

Zie op het kruis, op Christus. Hij weet wat lijden is. Waar het hart van God geopenbaard wordt. Zijn toorn en ook Zijn liefde. Paulus: als Hij Zijn Zoon gaf, zou Hij dan niet alle dingen schenken? De eeuwen door. Door de geslachten heen. Hij werkt. Vraag het een oudere. O God die droeg ons voorgeslacht, wees ons een gids, en eeuwig ons Thuis. Amen.

Psalm 73 vers 12 en 13

Gebed

Gezang 2 vers 1 en 3

Zegen