Noach wandelde met God, dat betekende dat Hij geloofde wat God zei. Jezus legt de verbinding: zoals de mensen de zondvloed niet verwachtten, wordt de wederkomst van Jezus ook niet verwacht. Alleen door de Ark, Jezus Christus, is er redding voor zondaren. Geloof in Hem is onmisbaar om gered te worden – dat geldt voor ons en ons gezin.

Redding door de Ark

In Hebreeën 11 komen we geloofshelden tegen die een voorbeeld zijn voor gelovigen toen en nu. Ook Noach komen we daarin tegen.

De eerste vraag die ik stel is: zou dit nou echt gebeurd zijn? Wat een gekke vraag van een dominee. Zou het echt gebeurd zijn, dat al die mensen toen, die gewelddadig waren, die niet in God geloofden, dat die verdronken zijn? En dat er maar 8 gered werden? Is dat niet onbestaanbaar? God is toch liefde?! Hoe kan het dat zoveel mensen verloren gaan.

Je kunt dit zeggen: in landen rondom Israël is er ook een zondvloedverhaal. En binnen de bijbel zijn er bewijzen genoeg. Genesis niet bewijs genoeg, dat is een verhaal? Jesaja heeft het ook over de dagen van Noach. En Petrus. En Hebreeën. En wie nog meer? Jezus. Luister maar. Lukas 17:26-27. Het gebeurde in de dagen van Noach…

Het belangrijkste argument om te geloven dat het waar is, is omdat Jezus het zegt. Jezus zegt: Ik ben de Waarheid. Dus het verhaal van Noach is echt gebeurd.

Het tweede. Er is verschil tussen de ongelovige mensen en de gelovige Noach. Waar begint het verschil? Er staat dat Noach rechtvaardig man is. In een rechte verhouding tot God. God legt dat in je hart. Je weet dat bepaalde dingen niet kunnen. Je bent gehoorzaam. Die andere mensen gebruikten geweld (dat staat er). Noach luisterde naar God.

Er staat meer: hij wandelde met God. Jullie kinderen, wandelen met papa of mama. Als je verkering hebt met je vriend of vriendin. Dan praat je met elkaar. Noach gaat wandelen met God. In zijn levenswandel praat hij steeds met God. Vindt U het goed wat ik doe? Hoe wilt U dat ik leven zal? Wilt U mij helpen? Wat zegt u tegen God?

Al wandelend zegt God tegen Noach: er komt een zondvloed, een watervloed. Al die mensen zullen verdrinken. Jij moet een Ark bouwen. God geeft aanwijzingen voor de bouw. Met de afmetingen. Daar moet je in. In die Ark. Dan zul je gered worden.

Noach gehoorzaamt. Hij doet wat God zegt. Dat is geloof. Doen wat God zegt. Omdat je weet dat God de waarheid zegt. Wijst U mij de goede weg. Ik hoop dat je dat doet.

Zie je dat gebeuren? Noach zegt tegen Sem, de oudste: we gaan een boom omzagen. Waar is dat voor nodig? Ik ga een boot bouwen? Maar pa, op het land…! Dat doe je toch niet? God heeft het tegen mij gezegd. Nou, dat heeft lang geduurd. 120 jaar, ik weet niet of het zo lang duurde. Maar wel lang. De buurman komt langs: ben je getikt. Midden op het land? Ik had jou wijzer gedacht! Toch minstens bij een rivier. Moet je voorstellen dat we hier een boot gaan bouwen. Of op het Kerkplein. Komen ze vragen: waar zijn jullie mee bezig?

Er komt een dag, dat ze de Ark in gaan. Dan komt het water. Ook uit de grond. De mensen zullen gebonst hebben op de Ark. Maar dat kon Noach niet. Want God deed de deur dicht. Al die andere mensen, die niet luisterden, ze hadden zelf ook een boot kunnen bouwen, maar ja, waar heb ik een boot voor nodig? Ze zijn verdronken. Afschuwelijk.

Jezus legt de verbinding. Als Hij terugkomt, zijn we dan blij? Mijn Heer, Heiland, Verlosser, mijn alles! Moet je je op voorbereiden. Eten, drinken, trouwen (wie doet dat tegenwoordig nog?!), vakantie… En dan ineens komt Jezus terug. Ben je er dan klaar voor?

Redding alleen door de Ark. Dat kon alleen in de dagen van Noach. Als Jezus terugkomt, kan het alleen door Jezus. Hij is de Ark van het Nieuwe Testament. Wie in Hem is, hoeft niet bang te zijn. Dan is je Rechter je Redder.

In Jezus zijn. Dat is een band die sterker is dan die je hebt met papa of mama. Ik houd meer van Jezus dan van mijn vader, moeder, man, vrouw, kind. Als Jezus er niet was, had mijn leven geen waarde. De Heilige Geest liet mij mijn zonden zien. Ik moest er ergens mee naar toe. Daar ben je toch onrustig van. Waar moet je dan naar toe? De Geest brengt ons naar Jezus. Hij laat je geloven dat Hij stierf om jou vergeving te geven. Dichtbij Jezus leven. Mijn Heere, Koning, Herder!

Het laatste. Weet u wat mij opviel in Hebreeën? Tot redding van… Dan denken wij aan de dieren. En aan Noach. En er staat: tot redding van zijn gezin. Noach wandelt met God. Komt thuis. Zegt: God zegt dat ik een Ark moet bouwen. Zijn vrouw zegt op den duur: ik geloof dat het waar is, ik sta achter je, ga maar aan het werk. Op een bepaald moment gaat de vrouw van Noach mee de Ark in. En Sem, Cham en Jafeth. Eerst dachten ze dat pa de draad kwijt was. Hij praatte net zolang met zijn kinderen. We werken mee, pa. We gaan samen de Ark in. En die vrouwen van hen. Stel je voor dat ze met een andere man getrouwd waren, een rijke herdersvorst bijvoorbeeld. Dan waren ze niet meegegaan. Maar ze waren het eens met hun mannen en schoonvader. Wat zeiden hun eigen vader en moeder en broer en zus? Waar ben je mee bezig? Die familie van Noach… Waar doe je het voor! Toch maar vertellen wie Jezus voor je is. De Ark van het behoud. Hebt u wel eens zo’n gesprek? Zou dat niet een van de belangrijkste pijlers moeten zijn van onze relaties? In onderlinge gesprekken?

Misschien vragen ze morgen: wat hebt u gedaan gisteren? Fietsen, zwemmen. Of zeg je: gisteravond Zuiderkerk, open lucht dienst. En die man had het over in Jezus geloven. Moet je doen hoor! Jezus komt terug. Vertel het maar. We geloven het. We klampen ons aan het Woord van God vast. Hij komt terug. Iedereen zal Hem zien. Wat erg als je Jezus dan niet kent als Heere en Verlosser, daar wil ik het niet te lang over hebben. Wat ben je gelukkig als je in Hem gelooft. Dan zul je eeuwig leven op de nieuwe aarde. Als ik hier op aarde mijn ogen sluit, zegt een kind van God, mag ik ze in Christus weer open doen. Ontslapen in Christus en straks weer wakker worden. Ik hoop dat dat ons leven is. En dat we daarvan mogen getuigen. Amen.

Hervormde Gemeente Putten, Zuiderkerk (open lucht dienst), zondag 2 augustus 2020, 18:30 uur. Schriftlezing Genesis 6:9-22.