Psalm 123 bestaat uit twee delen; met het tweede deel kunnen we doorgaans minder goed uit de voeten. Wie Christus volgt, krijgt met spot en verachting te maken. Daar kun je zat van worden en juist daarom hef je je ogen op naar God die in de hemel zit. We zijn pelgrims en daarom moeten we blijven bidden.
Gemeente van Christus, Psalm 123. Hoe zingen wij nu vandaag zo’n psalm? Ja, dat eerste deel, dat hebben we geleerd en hebben we lief. Maar het tweede deel: we zijn het zat. De trotsen die laten zien dat wij er niet toe doen. De zorgelozen worden ze genoemd. Mensen die op hun gemak zijn in de wereld. Ze kijken naar ons: waar maken jullie je nou zo druk om? Je moet het zelf doen joh. Zelf nadenken. Nee. Daar kan je niet meer tegen.
Deze psalm gaat niet over vervolging. Maar over een sfeer. Atmosfeer. Je kunt er een tijd tegen. En dan een breekpunt. Een kind dat gepest wordt. Telkens opnieuw. Slaat dat nu op ons? Als christenen, kerkmensen? Je collega. Of student. Ze zeggen het niet tegen je als je alleen kerkelijk bent. Het komt vaak los als je zegt wat je geloof. Ik geloof echt dat we geschapen zijn. En ik geloof dat er toekomst is.
Misschien dat sommigen dat als enkeling meemaken. In de psalm is het collectief. Is er reden om dat te zingen? Waarom zingen wij het?
Laat ik noemen: joodse mensen. Sinds 7 oktober. In ons land en Europa. Minachting. Omdat ze jood zijn. Iets van alle eeuwen. Er zijn mensen die zeggen: we kunnen er niet meer tegen. Kinderen van school halen, naar een joodse school sturen.
Of nog een groep; Keti Koti. Verbroken ketenen. Wat de slavernij heeft aangericht. Als je je daarvoor openstelt, dan vraag je je af: hoe kunnen donkere mensen als koopwaar worden verhandeld? De zorgeloosheid en terloopsheid waarmee het gebeurde. Ze dachten er niet eens meer bij na… Het staat toch in de Bijbel dat ze minder waren? India. We waren uit op winstbejag. Mensen als slaven voor je laten werken. Die tijd is voorbij. Misschien vind je de aandacht overdreven? Wij zijn in de kerk. We weten: er zit altijd een vleug racisme in ons. Een vreemde kleur staat ons snel tegen. Wij die geminacht worden … Zingen we dan tegen ons in?
Psalmen zingen we niet alleen omdat ze in ons hart leven, ze worden ook gezongen om ons dingen in te zingen. Ze schuren. Dat vreemde wil ons bijsturen.
Dat tweede deel dus. Over die minachting. Het is een consequentie van het eerste deel. Vers 1-2 gaat over onze relatie tot God. En dan vers 3-4 de plek in de samenleving.
Eerst onze relatie tot God. Als je bidt kijk je omhoog. Hier beneden vind ik geen antwoord op de diepste vragen. Wie zal ons redden?!
U die in de hemel zit. Hij is overal. Waar Hij zit, is maar een plek. Een troon. God overziet het. Zou je eens over moeten nadenken. Bidden wil ons in de rust brengen. Daar zit U. Hij kan en wil en zal in nood volkomen uitkomst geven.
Dan die vergelijking. Zoals de ogen van de dienaren gericht zijn op de hand van hun heer (en de herhaling met de dienares, om het niet te vergeten). Ik hef mijn ogen op en bid. Je stelt je op als dienaar. Of dienares. Is dat onze relatie met God? Een heel onderdanige dienaar. Ingesteld op de hand van de meester. Die hand wijst: dan ga je. Als Hij wenkt, kom je. Bidden we ook zo?! Als nederige dienaren.
Er zijn christenen die het Oude Testament liever mijden. Jammer, een preek over het Oude Testament. Dienaar? Slaaf? Nee. Kind. Maar een dienaar ís van zijn meester. Zo verknoopt. Aandacht. Die ogen kijken naar de hand. De tekens herkennen. Die hand is het teken van een reddende hand. Hij kan je vastpakken. Je in de ruimte brengen. Die hand zal ons redden. We verkeren met Hem, elke dag. Daar moeten we het van hebben!
Bidden kan ook zijn: God moet ons dienen. Dan zijn we ook slaaf. Slaaf van onszelf. Ga nu eens groot van God denken. Hier ben ik! Dan mag je alles vragen.
Wees ons genadig. Genade?! Je denkt aan vergeving. Hier is het redden. Bidden is alles in Gods hand leggen. Niet: geef ons moed en kracht. Steeds weer. Golven en surfen. Nog een golf, nog een golf. Zo bidt u ook. Blijven doen!
Ik kom bij het tweede deel. Wat was er? Ik denk aan Nehemia. De tempel mocht worden herbouwd. De spotters lachten hen uit.
Dit moet telkens gezongen worden. Het is een pelgrimslied. Jezus heeft deze psalm ook gezongen. Wij zingen het ook vandaag. Christenen die geminacht worden. Arabische christenen in Palestina. Zij worden geminacht.
Wie zijn de hoogmoedigen? Buitenstaanders of mensen uit Israël? Jezus zong deze Psalm ook. Zijn levensgang was een pelgrimage. Hij zocht stilte op.
De trots van de Romeinse machthebbers. En Hij heeft ook gezegd: Ik ben het zat. Hij heeft ze gezongen. Deze psalm houdt gewoon op. De verhoring van Hem gebeurde toen Hij opstond uit de dood.
Wij moeten de psalmen zingen vanuit Christus. Ze hebben Mij veracht, ze zullen u ook verachten. Tolerant zijn de mensen, niet arrogant? We zingen het. Jouw geloof is prima. Niets voor mij… Moeten we omhoog kijken? Voetballers doen dat soms. Omhoog kijken. Ik keek naar de beëdiging van de ministers. Maar God moet in z’n hok blijven? Kun je zorgeloos blijven? We worden klein gehouden. Ons geloven en belijden moet klein blijven. Je eigen club, bubbel. De waarheid wordt aan de kant gezet. Wat zeggen wij als iemand naar ons toekomt: ik ben het helemaal zat…?! Mij raakte dat iemand lijdt aan de goddeloosheid. Waar merk je de hoogmoed van de onverschilligen? Ik denk soms dichterbij dan je zou willen. Mensen met wie je omgaat. Mensen van wie je op aan kunt. God krijgt geen kans he. Als het speelt in je relatie, bij je kinderen. Liever niet over God beginnen. Misschien stelt het ook niet zoveel voor?
Je moet geen afstand nemen van mensen. Tegelijkertijd altijd je ogen opheffen. God, blijft U toch groot. Niet traag en moedeloos worden. Zijn we bang te slijten? Graag volgeling zijn zonder strijd en pijn.
Deze psalm gaat over gewonde mensen. Mensen die pijn hebben om God. Wees ons genadig! De hand van God zal hen redden. Zwijgen jullie! Dat zei Jezus in het bootje. Wees ons genadig, Heer. Omwille van Jezus Christus. ‘Hij is de beste, eerste en de leste die ik bemin en minnen zal.’
Amen.
Protestantse Gemeente Gouda, St. Janskerk, zondag 28 juli 2024, 17 uur. Schriftlezing Psalm 123.