Jezus verschijnt na de opstanding aan de discipelen. De discipelen denken dat ze met een geest te maken hebben, maar Jezus maakt duidelijk dat een geest geen vlees en beenderen heeft. Hij verwijt Zijn discipelen hun ongeloof en twijfel. Hij geeft Zich te kennen; Hij is te kennen aan Zijn lichaam en de littekens. Dat is dus niet een zaak van het hoofd maar van de zintuigen en het lichaam. Zijn lichaam heeft – net als dat van ons – een geschiedenis. Hij leed en stierf om onze zonden.
Gemeente van Christus, Jezus is waarlijk uit de doden opgestaan. Dat is echt gebeurd. Wat gebeurde er dan? Welke voorstelling kunnen we ons ervan maken? Eerst lag Hij dood als een lijk. En toen als door een wonderlijke kracht kwam er weer leven in. Hij kwam in beweging. Is dat opstanding? Nee. Dat is terugkeer in het leven. Maar Jezus is door de dood heengegaan. Hij is in het nieuwe onvergankelijke leven gekomen. Dat is het geheim van God. De Vader die Zijn Zoon opwekte.
Er is er een met wie dat gebeurd is. Dat kon je aan Hem zien. Dat moeten we weten. We moeten weten dat er Een opstond. Aan Hem hangt ons geloof. Alles. Als Christus niet is opgewekt, is ons geloof leeg. Dan hebben we mensen valse hoop gegeven. Het moet echt gebeurd zijn. Dat moeten we zeker weten. Dat het geen fabeltje is. Al begrijpen we dat niet.
Hoe komen we aan die zekerheid? We kunnen Christus niet aanraken. Dat we het weten komt omdat we het gehoord hebben. Van onze ouders. Die hebben het ook gehoord. En uiteindelijk kom je uit bij de eerste getuigen. De leerlingen van Jezus.
Zij maakten het mee. Opeens staat Jezus in hun midden. Zij zijn nog aan het praten en verwerken. Simon heeft Hem gezien! De twee uit Emmaus hebben Hem ook herkend. En out of the blue staat Jezus daar. Vrede zij u. Iedereen blij en verrast? Nee. Ze zijn doodsbang. Ze denken dat Hij een geest is. Er zullen wel mensen zijn die zo’n ervaring hebben. Geesten uit het dodenrijk. Ondergronds. Duistere machten. Israël mocht zich absoluut niet in laten met geesten. Je moest naar een profeet of priester gaan.
Ze zagen een geest. Lukas schrijft: ze dachten dat ze een geest zagen. In hun brein, kop. Wat kan een mens zich in zijn hoofd halen? Dat kan belangrijker zijn dan de werkelijkheid voor zich. Een mens vreest het meest het lijden dat hij vreest, maar nimmer op komt dagen. Over wat we ons voorstellen. Je hebt zoveel ideeën en preken in je hoofd. Daar moet ik tegenop boxen als dominee. Ze dachten dat het een geest was. Als je doorleefd met een verkeerd beeld van God, dan wordt het tijd terug te keren. Daar hebben we onze kerkdiensten voor. Daarvoor komen we bij elkaar. Om van die waanideeën bevrijd te worden. Die waanideeën maak je vandaag mee. Bij een vriend of familielid. Zeker een poosje terug. Complotten, ideeën. Dat denkt die ander ook van jou, dat je in een andere wereld leeft.
Ze zien Jezus verschijnen. Hij is het echt. Ze denken dat Hij het niet is. Je ziet iets bekends in een droom. Je wordt zwetend en met hartkloppingen wakker. Het brein van de discipelen zegt: Jezus, maar dat kan niet. Uit het niets? Het brein besluit binnen een seconde: het is een geest. Dat is de paniek die naar binnen golft.
Wat vindt Jezus daarvan? Hij reageert maar niet met begrip. Hij legt niet uit dat het nu eenmaal zo gaat met ons brein. Hij noemt het overwegingen. Gedachten die heen en weer gaan. Voor, tegen, wel, niet. Je raakt in verwarring. Twijfel: het woord twee zit erin. Jezus zegt: waarom gebeurt dat bij jullie?
Je kunt zeggen: ons natuurlijke brein is niet geconditioneerd op de opstanding. Daar is geen plek voor. Dat geldt ook voor christenen. We zijn er niet op berekend. Jezus gaat wel dieper: waarom geef je je niet over? Geef je over aan Mijn aanwezigheid. Jullie praten en zijn blij. Jullie zeggen: Hij is waarlijk opgestaan. Maar als Ik er dan ben, dan deinzen jullie terug.
Jezus haakt niet af. Kansloos, Ik ga verder. Nee. Het gaat verder. Ze zagen het als een geest. Gedachte-experiment. Hij, zomaar, Zelf. Er zou na afloop discussie zijn. Na beginnend enthousiasme. Wacht even, een mens kan zich verbeelden. Een vorm van collectieve hypnose. Nee, nee, Hij was het echt. Je gaat nadenken. Ik verzeker u, het zal altijd betwijfeld worden. Ik weet ook niet altijd wat ik moet zeggen. Ik heb geen onweerlegbaar bewijs.
Dit gedeelte en deze ervaring kan ons nu helpen. Wat doet Jezus? Hij geeft Zich te kennen. Niet zo, Hij is er en ze kennen Hem. Nee Jezus gaat zichzelf te kennen geven. Kijk, zegt Hij. Naar Mijn handen en voeten. Een geest heeft toch geen vlees en botten, zoals Ik? Dat is klare taal. Jezus heeft wat wij allemaal hebben. Vlees en beenderen om de zaak bij elkaar te houden. Knijp in je arm, tik tegen je voorhoofd. Dat ben jij en is Jezus ook.
Wat moeten ze doen? Uit hun hoofd komen. Ze moeten hun zintuigen gebruiken. Raak Mij aan. Betast Mij! Het ene lichaam gaat het andere lichaam ontdekken en identificeren. Dit is Jezus. Hun brein bracht hen er niet. Hun handen wel. Jezus had wel een echte lichaam. Een verheerlijkt of geestelijk lichaam. Hij kon door deuren. Maar een lichaam met vlees en beenderen. Hij is dezelfde.
Hij toonde hun Zijn handen en voeten. Dat hoefde niet want die zie je altijd. De handen zijn altijd naakt. Jezus zegt als het ware: hieraan kan je het herkennen. Waaraan kan je Jezus herkennen? Aan Zijn uiterlijk? Mooie slanke vingers, of een witte engel? Jezus was een donkere man met brede handen. Ze hebben Hem niet herkend aan Zijn uiterlijk, maar aan Zijn littekens. Handen en voeten waarmee Hij lief had. Ze werden doorboord. Wraak en woede van mensen, maar ook liefde van Christus. Hij had het over voor de zonden van de wereld.
Jezus kan geen geest zijn. Er zijn mensen die willen spiritueel zijn. Dat is allemaal fauwekul. Er hebben alleen iets aan Hem die net is als ons. Hij heeft de tekenen nog. Hij verlost ons. Hij is een mens van vlees en bloed.
Hij wordt dus zo geïdentificeerd. Als de gekruisigde… er bestaat geen gave en ongeschonden Jezus. Zijn lichaam heeft een geschiedenis. Dat van ons ook. Al die zonden en die wonden. Die foute ogen. Allemaal getekend in ons lichaam. Dat wordt geïdentificeerd. Daar hoor je vaak over vandaag de dag. Als mensen gesneuveld zijn. Soms zijn ze al zo ver heen, ook de verzetsmensen op Waalsdorpervlakte. Moeilijk is dat, een heel onderzoek. Aan de hand van fragmenten. Gebit, DNA. Wat betekent dat? Heel veel, zeggen die mensen. Hij/zij ligt daar. Dat geeft rust.
Wil je rust dat Hij het is? Dat je met Hem kan leven en sterven? Dan moet je Hem identificeren. Wat een rust hè, dat het Jezus is. Hij is bij Zijn Vader nu. Ook wij zullen worden opgewekt. Je hoeft het niet te snappen. Wel aanvaarden. Jouw lichaam. Veranderd. We worden geen geesten. Ja, een poosje, na je dood, dat je ziel dan voortleeft. We zullen (daarna) Hem gelijk zijn. We zullen onszelf zijn. Je wordt geen ander mens. Dat kan je niet voorstellen. Er zit veel goeds en fouts in jou. Maar dat gaat God ons scheppen.
Wat gaat er niet om in ons hoofd en gevoel? Er zijn mensen die vinden dat je door je gevoel dicht bij God moet komen. Er staat: toen zij het van blijdschap nog niet geloofden…. Zo’n diep gevoel… Niet kunnen geloven! Ik zie Christus voor me hier. De Bruidegom. Hij komt naar Zijn Bruid toe. Of een ander voorbeeld, denk aan een verliefd stelletje. Het is een beetje stil. Ben je dan niet blij? Vraagt hij. Natuurlijk wel. Nou wat dan? Ik kan het maar niet bevatten, zegt ze. Diepe gevoelens zijn vaak ook complexe gevoelens. Ook in het geloof.
Aan de ontmoeting met Jezus kan je nooit wennen. Jezus doet nog meer. Hij laat een vis klaarmaken. Een geroosterde vis. En een honingraat. Brood en wijn had je en/of vis en honingraat. Hij at het in hun bijzijn. Is dat een extra bewijs? Dat Hij eet en drinkt en dus echt mens is. Nou meer: Hij geeft zich te kennen bij een maaltijd. Zoals in Emmaus. Jezus laat zich kennen aan tafel. Bij eten en drinken. Jezus geeft zich ook vandaag lichamelijk, fysiek te kennen. We moeten meer fysiek leren denken. Jezus weet dat er veel omgaat in ons hoofd en gevoel. We zijn verward. We snakken toch naar zekerheid? Na Pasen hè, dan zijn die dingen zo vlak en dor. Jezus zegt: hier heb je iets waar je bij kunt. Iets wat je in handen kunt nemen. Dit is Mijn bloed en lichaam voor jou. Ik heb Jezus nodig. Hij weet wat we nodig hebben. Daarom is er het avondmaal. Hij wil de zekerheid aanreiken. Je kunt je handen ophouden. Ik geef het door aan jou. Met je handen neemt en met je mond eet. Van het avondmaal kan je psychisch en fysiek kracht uit halen en van opknappen.
Ik denk dat we bezig zijn met inhaalslag wat betreft liturgie. Ook hier, met een kinderlied, 3 psalmen oude berijming en 2 nieuwe. Ik dacht, een stevig opwekkingslied aan het begin? Maar dat nog niet. Er gaan meer mensen aan het avondmaal dan vroeger. Ook de wens om het vaker te vieren – en dat zijn niet de meest oppervlakkige mensen die dat zeggen. Ik zeg nu ik vier jaar met pensioen ben, het zou vaker mogen. Zo concreet en eenvoudig. Niet mooie rituelen. Je moet het niet verwachten van diepe gedachten. We komen met onze armoede. In het besef dat Hij het is. Die mensen die geïdentificeerd worden, een klein stukje gebit. En dus een klein stukje brood. Ik eet en drink. En het is genoeg. Voor een grote schare. Ooit kregen ze vis en brood. En die preek leidt daarheen. In de preek komt alles aan de orde: wie Christus is, onze onwil en twijfel. Er moet gepreekt worden. In de preek ontvouwen we Gods grote daden. Jezus opende ook hun verstand, gelukkig. Zodat ze de Schrift gaan begrijpen. De preek is niet het einde. De preek moet je leren dat het eenvoudig en tastbaar is. Geloven is tastbaar. Anders is het niks. Geloven is concreet. Het Koninkrijk bestaat niet in mooie woorden, maar in leven. Met Pinksteren wordt het niet heel geestelijk, maar heel eenvoudig. Samen eten en bidden. Nu zouden we best avondmaal kunnen vieren.
Ik sluit af met twee vragen en antwoorden uit de Catechismus.
Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven?
Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven, niet mijn, maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben.
En:
Wat troost geeft u de opstanding des vleses?
Dat niet alleen mijn ziel na dit leven van stonden aan tot Christus, haar Hoofd, zal opgenomen worden, maar dat ook dit mijn vlees, door de kracht van Christus opgewekt zijnde, wederom met mijn ziel verenigd en aan het heerlijk lichaam van Christus gelijkvormig zal worden.
Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 1 mei 2022, 9.30 uur. Schriftlezing Lukas 24:36-49.