Wie het huwelijk en het leven in gaat door zijn afhankelijkheid van de Heere te belijden, mag rekenen op cadeaus van Gods kant: bewaring en bewaking. De Heere is uw Bewaarder. Ga in de weg die Christus baande, dan reis je getroost.
Ik sla mijn ogen op naar de bergen…
Bruidspaar, ouders, opa en oma, broers en zussen, wij zijn hier bij elkaar voor een bijzondere gelegenheid van dit huwelijk. Wat hebben jullie naar deze dag uit gezien. Wat is het druk geweest. Huis op orde, dat alles op rolletjes loopt. Nu zijn jullie getrouwd. Een echtpaar. Hoe ga je nou deze weg? En wie gaat er met je mee?
Je gaat natuurlijk samen. Je bent eindelijk een beetje samen. Je vormt een familie. Dat de HEERE met je meegaat, dat Hij de derde is! Naar die nieuwe wereld toeleven. Hij als gids. Als kracht, als troost, bescherming. Daar is het waar het in Psalm 121 over gaat.
Over de levensreis. Over onze weg met de HEERE. Een lied Hamaäloth. Ik hef mijn ogen op naar de bergen. Jullie gaven de tekst niet aan. Maar jullie vertelden wel over de bergen. Over een prachtige zonsondergang. Dat gaf zoveel hoop. Mooi om de bergen terug te laten komen, ze komen ook terug op de liturgie. Jullie gaan naar Zwitserland, maar ongetwijfeld ook naar Israël.
Hoe ga je die weg? We staan stil bij Psalm 121. Een buitengewoon bekende psalm. Met elkaar komen we zonder Bijbeltje een heel eind. Toen ik weer opnieuw met deze psalm bezig was, viel mij toch iets bijzonders op.
En dat is dat alleen in vers 1 en vers 2 de woorden ‘ik’ en ‘mijn’ staan. In vers 3-8 over ‘U’ en ‘Uw’. Het is een van de pelgrims liederen. De families gingen op naar Jeruzalem. Een heel festijn. Als het hart tenminste op de goede plek zat. Een van die psalmen is 121.
Ik sla mijn ogen op naar de bergen. Er staat eigenlijk: vanwaar komt mijn hulp? De dichter is in gesprek met zichzelf. Doen wij ook wel eens. Nadenken over je leven. Je praat naar jezelf toe. Of spreekt jezelf aan. Deze dichter doet het ook. Naar de bergen. Vanwaar komt mijn hulp?
Waar zal ik hulp en bijstand vinden? Wie leidt mij? Hij kijkt zichzelf aan. Kijk eens, zegt hij, mijn hulp is van de Heere. Die hemel en aarde gemaakt heeft.
Mooi als je jezelf zo toespreekt. Soms heb je dat. Momenten waarop het echt moeilijk is. Wie helpt mij nou? Wie staat er naast mij? Mijn hulp is van de HEERE. Hij wijst omhoog. God die alles gemaakt heeft. Hemel en aarde. De schepping. Waarvan je zo genieten kan. De schepping verwijst naar de Schepper. Wij maken soms van de schepping een puinhoop soms. Maar de schepping is een groot loflied op de HEERE. Hij heeft alles gemaakt. De hemel boven, de aarde beneden. De lucht voor de vogels, de zee voor de vissen. De hemel voor de engelen, de aarde voor ons mensen.
Dan word je klein, als je daaraan denkt. Jezelf aanspreken. Als je in een moeilijke situatie komt. Als je iedereen tegen vindt krijgen. Ik hef mijn ogen op naar de bergen. Mijn hulp is van de HEERE.
Het eerste couplet van Psalm 121 begint met ‘ik’. Het is een belijdenis. Een trouwdienst is ook een belijdenis. Dat je God nodig hebt. Als je dat doet, God vertrouwen, krijg je ook wat.
In een trouwdienst krijg je de zegen mee. Vandaag krijg je ook veel cadeaus, denk en hoop ik. God geeft ook wat. Drie cadeaus.
Het eerste is: Hij zal uw voet niet laten wankelen. Je gaat op een weg. Hij zal ervoor zorgen dat je niet uitglijdt. Een woord dat raakt: uitglijden en wankelen. Als je daarmee te maken hebt: lastig soms. Maar Hij zal geestelijk gezien je voet niet laten wankelen. Hij slaapt niet. Hij sluimert niet.
We kennen allemaal het verhaal van Elia. Tegen die priesters zegt hij: roep eens harder, misschien slaapt Baäl. Of is hij op reis. Even niet bereikbaar. Elia spot ermee. Een god die niet bereikbaar is. De heidenen gingen daar wel van uit. Maar die machtige belijdenis: die bewaarder van Israël heeft geen last van een middagdutje. Die ziet het altijd! Machtige belijdenis. Dat is het eerste cadeau.
Het tweede, het zijn kleine coupletten van twee regels. Bewaren komt nogal een keer terug. De bewaarder van Israël. Uw bewaarder. De HEERE is uw bewaarder. Uw schaduw aan uw rechterhand. Uw bewaarder. Misschien dat er iemand in de kerk zit en zegt: ik ben toch geen zielenpiet. Ik kan mijn leven zelf op poten zetten? Beschermen, behoeden? Ik kan het zelf. Zou het! Als daar die zorgen komen, die bedreigingen. Als je geconfronteerd wordt met beperkingen van het leven… Je moet een keer sterven en God ontmoeten. Wie zal je dan bewaken? Kun je het zelf?
Ik kreeg een keer een trouwkaart. Wij vertrouwen in elkaar en daarom durven wij de toekomst aan. Durf je het echt? Kun je het zelf? Bewaken is ook bewaren.
Wij gaan soms wegen die totaal tegen God in gaan. Wij denken dat we het veel beter kunnen. Adamsbloed. Geen zin om God te dienen. Het komt soms zomaar in eens bij je boven. Laat goedertierenheid en trouw mij niet verlaten, laten ze mij bewaren en bewaken. Elkaar aansporen. Als je dingen van het leven je zo te pakken krijgt, geen antenne meer hebt voor de geestelijke dingen.
Stel je voor dat je alles zou winnen, dat je nooit een probleem zou hebben, altijd vreugde… En je zou moeten sterven? God ontmoeten, je staat voor de troon van Jezus. Dan heb je niets. Niets in leven en sterven.
De HEERE zal u bewaren en bewaken. Het beeld is een Israëlische boer, die in de morgenstond de akker op gaat. En dan weer terugkomt. In- en uitgaan. Hij zal je bewaren. Van nu aan, tot in eeuwigheid.
Drie geschenken. Een belijdenis. Nu kan het zijn dat als je deze tekst op je af voelt komen, dat je denkt: is dat niet wat goedkoop? Alsof iemand die God dient, altijd overal voor bewaard wordt… Nooit tegenslag of verdriet?
Gemeente, je hebt van die mensen. Ik ken ze. Die zeggen: als je naar de bijbel leeft, zegent God je. Je zal er rijk van worden. Ik hoef geen 30 kilometer te rijden om deze mensen tegen te komen. God zegt niet: Ik geef je alles. God geeft iets anders. Zijn nabijheid, ondersteuning, hulp. Hij haalt niet altijd uit het verdriet. Wel de kracht erin. Hij is er wel bij. De liefde handen van de Heere Jezus achter de voorzienigheid. Die zullen in alles voorzien. Hij is er wel bij. Die God.
Er staat heel veel keer: HEERE. De God van het verbond. Hij openbaart Zijn hart. In het kruis van de Heere Jezus. Hij heeft deze wereld zo liefgehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft.
Weet je wanneer deze psalm gezongen is? Je hoeft niet te antwoorden. Het is geen quiz of zo. In de tempel. Psalm 84 ook. Daar vloeide bloed. Daar werd een lam, stier, geit geofferd. Offers van dank maar ook offers van vergeving. Deze psalmen wijzen op de Heere Jezus.
Wat betekent genade. Dat Hij het grootste gegeven heeft: Zijn leven. Bij Zijn offer zijn we veilig. In de tempel klonk deze psalm. En daar waren de offers.
Sommige mensen zijn grenzeloos oppervlakkig. Het komt echt wel goed hoor. Wie zegt dat nou? Het komt misschien niet goed. Ik heb meegemaakt dat iemand dit tegen een stervend mens zei. Maar als God het zegt, komt het goed. Hij meent het. En doet het echt. Wie zal scheiden van de liefde van Christus? Werkelijk niets.
Zoek die troost. Ga in Zijn weg. Met de belijdenis van vers 1. Dan zullen de cadeaus van de verzen 3-8 volgen. Niet als een geweldig leven. Maar te missen van de zorg, weten: Hij gaat mee. Wat is uw troost? Ik mag dat toch vragen? Hoe gaat u het leven in, door en uit? Ga toch die weg die Christus baande. Ik ben de Weg, Waarheid en het Leven. Wie in Mij gelooft, zal leven. Ik ben gekomen opdat zij leven hebben en overvloed hebben.
Amen.
Hervormde Gemeente Dordrecht, Grote Kerk, donderdag 29 juni 2023, 13.30 uur. Huwelijksdienst. Schriftlezing Psalm 121 en Filippenzen 4:1-9.