De laatste geschiedenissen over Elisa hebben iets sacramenteels: ze wijzen heen naar de verlossing en de opstanding van Christus. Koning Joas moet op de HEERE vertrouwen, alleen bij Hem is heil en redding. De pijl die hij moet afschieten laat dat zien. En zo zeker als de man die op de beenderen van Elisa terechtkomt, opstaat, zo zeker is het dat met Christus’ opstanding de dood voorgoed verslagen is.
Pasen ligt nog niet zo ver achter ons, strekken ons uit naar Hemelvaartsdag. Pasen is dat onvoorstelbare feest: Jezus overwint de dood. De dood moet Hem loslaten. Hij glipt uit de handen van de dood. De schuld is gedragen, de vloek ook. De zonde is betaald. Je voelt in het Nieuwe Testament de trilling van de vreugde van Pasen. De Heere is opgestaan!
Iets daarvan zie je ook al in het Oude Testament. Nog niet de volle beleving van Pasen. Maar dat God de dood te machtig is. Hier bijvoorbeeld in de geschiedenissen van Elia en Elisa. Bij Elisa de zoon van de weduwe. En bij Elisa de zoon van de Sunamitische. Een lichtflits: Pasen komt eraan.
Het gaat over Elisa. Niemand in de kerk denk ik kent Elisa niet. Die profeet waar zo mooie verhalen van staan. Van die weduwe bijvoorbeeld. Die geen eten meer had. Een klein beetje olie in de kruik. Verder niets. Ze moet kruiken gaan halen en dan blijft die olie stromen. Massa’s olie. Tot dat de laatste kruik vol is. Een man die veel wonderen heeft gedaan is Elisa. Misschien wel de meeste. Veel wonderen lijken op die van de Heere Jezus.
Nu is deze Elisa heel oud geworden. Hij ligt op zijn bed. En zal weldra sterven. Wat is er in de laatste jaren gebeurd? Dat weten we niet. De meeste wonderen ten tijde van Joram. Het lijkt alsof het afneemt. Toch is Elisa belangrijk gebleven. Hij is heel lang profeet geweest. Hij is profeet geworden onder Elia en Joram. Toen kwam Jehu. Nu zijn we bij de kleinzoon van Jehu. Hij moet minimaal 55 jaar profeet zijn geweest. Een rijk leven heeft hij gehad. Iets mocht hij laten zien van de verlossing die er bij de Heere is.
Nu is hij oud. Ligt op zijn bed. Er komt een koning naar hem toe. Een kleinzoon van Jehu. Joas. Die uit het tienstammenrijk. Geen vrome koning. Hij ging verder in de zoon van Jerobeam. In de kalveren diende hij God. Maar dat was niet de bedoeling. Geen vrome koning. Toch heeft hij wat met Elisa.
Mijn vader, mijn vader, wagen van Israël en zijn ruiters! Dat roept hij toen hij de kamer in kwam. Elisa had het zelf ook geroepen toen Elia naar de hemel ging. Deze Koning kan Elisa niet missen.
Er zit meer in: Elisa is meer waard dan heel het leger van Israël. Al die paarden, ruiters, wagens: daar kan je een oorlog mee winnen. De koning zegt: u bent machtiger dan die oorlogsmaterialen.
Het doet me denken aan Koningin Wilhelmina. Het verhaal gaat dat ze in de oorlogsjaren, in 1914, de troepen bezocht. Een spannende tijd. Nederland is buiten de oorlog gebleven toen. Nederland was in angst. Koningin Wilhelmina bezocht de troepen. Ze lieten zien hoe sterk ze waren. Ze vroeg toen: wie van jullie kan er bidden? Dat hadden ze niet verwacht. Wie kan er goed schieten, paardrijden…? Nee. Wie kan er goed bidden? Er staken een paar jongens de hand op. Toen zijn ze: met zulke soldaten is ons land goed. Aparte uitspraak hè. Een biddend mens belangrijker dan een leger. Niet overdrijven: God werkt ook door de middelen. Maar het leven met God is de basis en is belangrijker.
Daarom roept die koning dat uit. Ik blijf verweesd achter. Hoe moet ik verder?
Deze koning was geen vrome man. Een koning die de kalveren diende. En daarin God. Maar dat was niet op de juiste manier. U bent niet vroom, koning. Dat had hij kunnen zeggen. Hak die kalveren maar om. Of, ga maar naar huis. Ik wil jou niet te woord staan. Doet hij niet!
Elisa heeft een woord van God voor hem. Zo genadig is God. Al kom je met aarzelingen en twijfel. Leg het voor Hem neer. Als je bij Hem komt, duwt Hij je niet weg.
Die koning zegt dan: vader, wagens Israël en zijn ruiter. De profeet zegt: pak een boog. Hij doet het. Pak een pijl. Doet hij. Leg die op de boog. Span hem aan. We zien het gebeuren. Wonderlijk! Geen lesje boogschieten? Nee, een soort teken.
Die oude profeet op zijn bed, misschien richt hij zich op, vat met zijn oude handen de handen van de koning. Hij legt ze als het ware over die van de koning heen. Schiet! En de pijl vliegt weg. Raam open gedaan. Door dat geopende raam schiet de pijl weg.
Dit is een pijl van de verlossing van de HEERE, zegt Elisa. U zult de Syriërs slaan bij Afek. In het oosten, in de richting waarin de pijl vliegt.
Voor ons een beetje wonderlijke geschiedenis. Als je de profeten leest, zie je dat ze vaak iets uitbeelden. De boodschap laten zien door iets uit te beelden. Niet alleen een plaatje. Het heeft meer in zich. Als het ware een sacrament. Zoals die pijl wegvliegt, zo zeker zal God de vijanden verslaan. Daar kan je Amen op zeggen. Dat is vast en zeker. Niet een soort toneelstukje. Schiet die pijl. En je zult de overwinning behalen. Later lees je dat de Syriërs verslagen zijn.
De profeet legt de handen op de zwakke handen van de koning. Koning, jij kunt het niet alleen. Ik ga je niet helpen. Maar mijn handen zijn symbool voor de handen van God. Alleen als ik je help, kan het goed gaan.
Gemeente, misschien heeft u het gevolgd, een stukje van de kroning van Charles III. Veel symboliek. Wat opviel, er kwam heel veel Bijbel terug. Veel meer dan bij ons. Telkens ging die Bijbel open. En: koning, jij bent koning onder God. Je moet gezalfd worden anders red je het niet. Het is te hopen dat de koning en ook onze koning dat beseft.
Jongelui, jullie doen examen deze week. Training gevolgd. Denk erom, dit en dat. Wees uitgerust. Alles heb je in je hoofd zitten. Mag ik dit vragen: zou je het fijn vinden als de handen van God om jou sloten? Je kunt het niet alleen. Ik heb Zijn hulp zo nodig. Houd U mijn beide handen met kracht en liefde omklemt. Leid mij in wat ik doe. Wilt U mij de wijsheid geven?
Die koning kon prima schieten. Misschien wel prijzen gewonnen. Maar als de handen van de profeet eromheen zijn: dan dieper en intenser. Dan is God erbij. Doe het niet alleen. Je kunt het niet alleen. Misschien red je het wel een heel stuk. Genoeg mensen die zonder God leven, dat lijkt prima. Tot dat de zorgen komen. Maar je redt het niet, in leven en sterven niet. Hoe kan je voor die heilige God verschijnen?
Zoek het bij Hem voor dit leven en het toekomende!
Er gebeurt nog iets. Pak nog een aantal pijlen, zegt Elisa. En sla ermee op de grond. Er gebeurt iets op de grond. Na drie keer houdt hij ermee op. Elisa wordt boos. Waarom heb je nou niet meer geslagen?
Dit is voor ons een lastig stukje. Elisa zegt nergens dat hij meer moet slaan dan drie keer. De koning wordt een beetje terughoudend als het ware. Gods hulp? Prima. Maar mezelf overgeven? Hartelijk voor Hem kiezen? In Zijn wegen gaan? Nee. Dat niet. Koning Joas laat zijn dubbelheid zien. Ik geef niet mijn hart. Als het teveel wordt, geef ik op. Daarom is Elisa zo boos en teleurgesteld.
Dit komt best dichtbij. Een koning die Gods hulp nodig heeft. Maar die zich niet wil geven aan God. Hij houdt zichzelf terug. Wil zelf de regie houden. Herken je dat? Wel God dienen, maar alleen op mijn tijd. Niet met teveel toewijding, commitment. Wel binnen mijn eigen kaders. Joas wordt niet bij voorbaat teruggestuurd. Nee. Maar Elisa ziet wel een hart dat niet helemaal met de Heere gaat.
Als ik bid, moet ik er wel naar leven…?! Kijk eens wat de HEERE wil geven. Zoveel verlossing! Dan had je de vijand geslagen tot vernietiging toe. Geef je nou aan Hem. Uiteindelijk wordt die vijand wel verslagen. Precies zoals Elisa beloofde. Ze worden verslagen, tot drie keer toe. Maar niet volkomen.
Het kijkt ons in de ogen: ben Ik jou alles waard? Ben Ik jouw vertrouwen waard? Jezus doet veel meer dan deze koning. Hij haalt de volkomen overwinning.
Elisa sterft. Nadat gebeuren sterft Elisa. Hij is zomaar weggeleden. Hij stierf en werd begraven. Wat een verschil met Elia hè. Die voer met vurige wagens ten hemel. Ze zijn allebei profeet. De een is niet meer dan de ander. God gaat met al Zijn kinderen een andere weg. Elisa is in het geloof gestorven. Hij heeft de Heere gediend met heel zijn hart. Van harte. Dan zegt de Heere: waar Ik ben, is ook Mijn dienaar. Elisa mag veel ouder worden. Hij glijdt zomaar weg. Maar is bij de HEERE. Wie deze God dient, heeft eeuwigheidsperspectief. Zonder deze God heb je niets, ben je arm in leven en sterven. Maar ziende op Hem, dan zal je bij Hem komen. God roept en belooft.
Dan gebeurt er iets bijzonders. Elisa is inmiddels gestorven. De doden worden begraven. Israël begraaft anders dan de andere volken de doden. In een graf gelegd. Na een poosje is het weer prijs, dan komen de vijanden weer. Moabieten zijn het. Een aanval, rooftocht. Er is ook een begrafenis aan de gang. Een man. De mensen lopen met die geliefde dode naar het graf. Ze zien de vijand aankomen. Dan denken ze: we werpen hem zo snel mogelijk in het graf van Elisa. Niet gooien, maar zo snel mogelijk.
Maar dan gebeurt er iets bijzonders. Met dat het lichaam de botten van Elisa aanraakt, staat deze man op. Een wonderlijk verhaal. Het is alsof God aan het einde van Elisa’s leven laat zien: Ik ben de levende. Zelfs nu de botten worden aangeraakt: het leven komt terug. Dat is genade van God. God laat nog een keer zien: bij Mij is redding. Elisa: God redt. Wonderlijke geschiedenis. Geen aansporing om relikwieën te vereren. Dit gebeurt maar een enkele keer. We moeten daar geen verhaal van maken. God laat zien: bij Mij is het leven, zelfs over de dood.
Hier gloort iets van Pasen. God is zelfs machtig over de grootste vijand! Dood is iets vreselijks. Verdriet, eenzaamheid. God laat zien: bij Mij is het leven. Dan zien we een voorafschaduwing van Pasen. Jezus redt van de dood. Deze man moest weer eens sterven. Maar Jezus overwint de dood. Dan is de dood voorbij. Bij Hem is verlossing, heil, zaligheid. Ik ben de Opstanding en het Leven. Wie in Mij gelooft, zal leven al was hij ook gestorven. Er is heil, verwachting, bij die Zoon van God. Alleen door Hem. Geloven is laten zien dat je lege handen heb. Laten zien dat ik niets heb. Als Gij in het recht zou treden, wie zou bestaan? Maar je zo werpen op de genade van God?
In die wonderlijke gebeurtenissen zit iets van een sacrament. Zo waar God belooft, zo echt gebeurt het. Is dat nou je leven? Mag je je daar nou aan overgeven? Met je twijfels en aanvechting. Laat me zo bij U schuilen. In leven en sterven. Niet zoals Joas die zich uiteindelijk niet gaf. Die het niet uit handen wilde geven. Maar wel oprecht. Als gave van God. God wil het geven. Zo waar de verlossingspijl wegvliegt, zo waar komt de verlossing. Zo waar deze man opstaat, zo waar zal ieder die geloof en gestorven is, opstaan.
We gaan eindigen. Elisa’s ziekte en sterven is als het ware een vinger omhoog. Nog een keer wordt zijn naam onderstreept. God redt. Alleen Hij. Zoek het bij Hem. Leef met Hem. God redt. Voor nu en eeuwig. Elisa. Jezus, de Zaligmaker van God voor de mensen.
Amen.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 14 mei 2023, 9.30 uur. Schriftlezing 2 Koningen 13:14b.