De Hogepriester tussen de doden en tussen de levenden
De aangrijpende geschiedenis van de oproer en rebellie van Korach, Dathan en Abiram en de straf die daarop volgt, houdt ons een spiegel voor. Ten diepste is het opstand tegen God, zelf God willen zijn en Hem uit handen blijven. In Zijn Zoon de Heere Jezus Christus kwam Hij ongevraagd naar deze aarde om verzoening aan te brengen dat God naar recht ons kan ontvangen. Hij is dé Hogepriester die staat tussen de doden en tussen de levenden. Wie in Christus is, leeft. Wie Zijn bloed dat gevloeid heeft op Golgotha onrein acht, is dood en dat zal openbaar worden bij het laatste oordeel waarbij de definitieve scheiding valt tussen de levenden en de doden. God komt met haast om u te redden. Vlucht tot Hem, geloof in Zijn Zoon de Heere Jezus Christus als de enige weg tot behoud, en u zult zalig worden. Haast u om uws levens wil.
Numeri 16 vers 48a: ‘En hij stond tussen de doden en tussen de levenden’.
De Hogepriester tussen de doden en levenden
Gemeente, op deze vijfde lijdenszondag, ontmoeten wij de hogepriester uit het Oude Testament Aäron. Broer van Mozes, heenwijzing naar de Heere Jezus Christus. In Numeri 16 gaat het om de vraag wie de wettige, door God aangestelde hogepriester was. Oproer. Korach, Dathan en Abiram niet eens met het gezag van Mozes en Aäron. Ze vinden dat ze ook wel mee mogen doen met het priesterschap. Korach, neef van Mozes, ook uit het geslacht van Levi. Veroorzaker van deze oproer. Hij wil ook, in de plaats van Mozes. Het is ten diepste opstand tegen God. We weten hoe het afgelopen is met hen: levend begraven, ter helle gevaren. De andere mannen verteerd omdat zij een reukoffer hadden geofferd in plaats van Aäron. Ook zonen van Korach niet omgekomen omdat zij het niet eens waren met de opstand van hun Korach. Wierookvaten uit het altaar gehaald om het altaar te overtrekken tot een zichtbaar teken voor het volk van Israël dat alleen Aäron en zijn zonen het priesterschap mogen bedienen.
Je zou toch denken na deze geschiedenis, het was toch wat de aarde opgegaan en mensen door vuur verteerd, zou het volk toch tot inkeer komen. De ganse vergadering komt de volgende dag, 2,5 miljoen mensen, op Mozes en Aäron af. U hebt ze gedood. Als het volk op hen afstormt is het de Heere die opnieuw ingrijpt. Hij straft het volk. Als de Heere dreigt om het volk in een flits te verteren, zijn het Mozes en Aäron die op hun aangezicht vallen om te pleiten voor dit volk. Leggen wierook op het altaar. Hij moet zo snel mogelijk naar het volk om verzoening te doen over hen. Mozes ziet het voor zich dat God al het volk slaat. Als een vuur bij het korenveld. Het worden er 14.700 die de dood vinden. U begrijpt dat we met Psalm 90 zijn begonnen, gebed van Mozes. Nog nooit iemand geweest die zoveel mensen heeft zien sterven. Wij vergaan door uw toorn.
Aäron staat tussen de doden en de levenden. Aäron met zijn wierookvat. Ziet u hoe hij dat omhoog houdt? En dat de plaag dan ophoudt. Deze liefelijke geur die opstijgt voor Gods aangezicht. Gods gerechtigheid die de zondaar moet straffen kan een halt worden toegeroepen. Hij kan zo barmhartig zijn. Ontmoeten hier de hogepriester van het Oude Testament. Wat is zijn liefde voor het volk groot. Redding voor het volk. Hoeveel te meer de liefde van de Heere Jezus Christus. Gedenken we dat deze lijdenszondag? Deze geschiedenis bepaalt dat wij Korach, Dathan en Abiram zijn. Opstand tegen God. Zondeval. Zijn plaats in willen nemen. Als God willen zijn. Begin van alle ellende. Wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen. Alle oorlogen, ziekten, rampen heeft alles te maken met de opstand tegen deze God. Rebellie. Tegen Zijn gezalfde op te staan.
Hoe groot moet de liefde van de Heere Jezus Christus zijn? Tussen de doden en de levenden te staan. Hij is gekomen tot de zijnen maar de zijnen hebben Hem niet aangenomen. Hoe groot was het verzet, de haat. Deze Hogepriester die kwam om Zijn leven te geven tot een welriekende offerande. Toen niet gevraagd aan Zijn Vader om vuur uit de hemel. Aäron reageerde zo niet, de Heere Jezus zeker niet. Heel de mensheid in een stoet op weg naar het graf. In zo’n wereld kwam Hij om verzoening te doen.
Van Aäron lezen we dat hij met haast kwam tot het volk om verzoening te doen. Soms lijkt het dat de tijd heel langzaam gaat als we letten op wat God doet in deze wereld. Toch bedenken dat God de dingen met haast doet. Het is alles tijdelijk. Een echte christen praat niet over de schepping als een van velen die miljoenen jaren moet bestaan. Deze schepping is jong. God heeft haast. Openbaring: de dingen die haast moeten geschieden. De tijd is kort. De eeuwigheid is lang, ontzettend lang, oneindig lang. We moeten niet doen alsof de tijd de eeuwigheid is en de eeuwigheid de tijd. Haast, gedreven met de gedachte, want alzo lief heeft God de wereld gehad. Om te behouden. Daarom heeft deze Hogepriester alle schande gedragen. Uit liefde tot de Vader en tot degenen die Hem gegeven zijn.
Jezus komt in de wereld waar het oordeel voltrokken wordt. Ten dage als u daarvan eet, zult u de dood sterven. Als het goed is zien wij niet een dominee op de kansel maar Hem in de gedaante van Zijn Woord. Let erop, het gaat hier om een strijd wie de wettige Hogepriester is. Niet een strijd tussen de wereld en de kerk. Maar strijd tussen het verbondsvolk. Uit de stam van Levi. Korach wil de hogepriester zijn. Mannen om zich heen verzameld. Die 250 mannen hadden wierookvaten bij zich waardoor zij offerden. Maar niet door de Heere geroepen. Korach levend begraven en de 250 mannen verteerd door het vuur. Aäron heeft zijn leven gespaard door het wierookoffer. Korach en de mannen gedood door hun priesterlijke werkzaamheden. Wat betekent deze geschiedenis vandaag? Te midden van alle wereldgodsdiensten dat er maar een is die werkelijk, de van God gezonden, Hogepriester is. Hoe velen beweren niet priester te zijn, te offeren? Sinds Golgotha waar Hij riep ‘Het is volbracht’, er is maar één priester naar de ordening van Melchizedek. Een Naam onder de hemel gegeven waardoor wij moeten zalig worden. Een unieke naam.
Niet genoeg te zeggen vandaag waar men probeert alle godsdiensten bijeen te brengen. U de waarheid in pacht?! Er is maar één Naam onder de hemel gegeven. Op een rechtmatige wijze hun leven wijden aan de Heere en Zijn dienst. Een christen kent iets van het priester zijn. Als een levend dankoffer Hem offeren. Dat antwoord uit de Catechismus. Werkelijk van Christus en echt een christen te noemen. Van opstandeling en rebel tot een kind van God. Van Hem die Zich gaf als een rantsoen. Tussen doden en levenden staat. Hij bleef niet op een afstand. We belijden het elke zondag: ‘nedergedaald ter helle’. God houdt Zijn Woord. God is betrouwbaar. Hij houdt Zijn woord in Zijn oordelen en genade. God zou geen God zijn als Hij zou afzien van Zijn dreigementen, niet zou straffen. Aäron en Mozes hebben dat geleerd in hun leven. Ze weten wie God is.
Zie daar zijn het Aäron en Mozes die neervallen voor God. Zo heeft God een weg uitgedacht om Zijn recht te laten gelden en genade te bewijzen aan zondaren. Zo heeft Jezus gebeden voor een schuldig volk. Vader Ik kom om Uw welbehagen te doen. Hij kwam in de tijd en kwam met haast. Hij kwam om te doen uit liefde tot de Vader en die Hem gegeven zijn. Geen goede mensen maar vijanden worden met God verzoend. Zoals Aäron met haast uitging, zo is Jezus met haast gekomen om u te redden van het eeuwig verderf. Hij kwam als een volkomen Zaligmaker. Aäron en Mozes waren dat niet. Hij wel. Hij kan volkomen zalig maken. Dat leert ons dat geen sterveling ons kan redden. Ook Aäron niet zonder wierookvat. Zonder bloedvergieten is er geen verzoening. Moeten we bedenken vandaag hoe we zalig kunnen worden. Hoeveel duisternis is hieromtrent.
De vraag: weet ik of ik een kind van God ben? Heeft het niet alles te maken dat we geen zicht hebben op het hart van het Evangelie? Waar bouwen we op? Niet mijn geloof, offers, tranen, berouw. Hoewel niet zonder tranen, gebeden gaat. Uiteindelijk kom je als een arme zondaar terecht bij de volheid van Zijn genade. Het mag alleen maar op Zijn volbrachte werk, om daarop te rusten. Jezus Christus en dien gekruisigd, in het Avondmaal u aangewezen. Zo kon Aäron daar staan. Als achter een schild met het wierookvat waar de dood hem niet kan raken. Dat is nog altijd zo dat de dood moet verdwijnen als Christus daar is met Zijn offerande. Christus de Advocaat. Waar blijven wij met onze deugden? Paulus leerde het dat het alles schade en drek was. Alles verliezen. Arme zondaar. Niet denken zelf te kunnen blijven staan. Pleitend op het werk van Christus. God de Vader ziet daar op toe. Dat u gebruikmaakt van deze geliefde Zaligmaker. Deze is Mijn geliefde Zoon in wie Ik Mijn welbehagen heb. De Heere wil het u leren. Er is niets wat ons kan redden dan Christus alleen. Hij die daar staat tussen een heilige en rechtvaardige God die daar staat tussen doden.
Terwijl er niemand was in het volk die daar vroeg om verzoening te doen voor hem. Wilden hem doden. Hoe was het met de Hogepriester. Zendingsconferentie groot spandoek: heel de wereld wacht op u. Helemaal niet zo. Niemand wacht op Hem, Hij kwam ongevraagd. Wel gevraagd door de Vader. Het wonder is dat u wel naar Hem gaat vragen. Heel die weg gegaan van de kribbe naar het kruis. Wat zijn daar een aanslagen op Zijn middelaarswerk gedaan. Pers alleen getreden. Die Hem bij moesten staan vielen in slaap. U kunt in de kerk ook in slaap vallen, vannacht een uurtje minder geslapen. Zie Christus staat daar alleen zoals Aäron alleen stond. Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Het geloof mag zeggen: opdat U mij nimmermeer zult verlaten. Lied in de Kerstnacht vervuld: ere zij God in de hoogste hemelen. U alleen U loven wij. Daarom vanmorgen de vraag: schuilen wij al bij Hem? Geleerd wie wij zijn, opstandelingen zoals Korach, Dathan en Ambiram. Hij stond tussen de doden en tussen de levenden.
Dit betekent ook dat er een scheiding is. Hij staat tussen de doden en de levenden. De doden omdat ze volhard hebben tegen Hem. Niet alleen in de wereld die niets met God te doen hebben waar die de eigen norm is geworden en niets meer met God te maken wil hebben. Maar kan ook als kerkmens. Hem niet erkennen als de wettige, door God aangestelde Hogepriester. Wat is dat erg. Het bloed van Christus onrein achten. Of tot God proberen op te klimmen zonder Christus. Ten diepste de Antichrist. Ladder van eigen deugden opklimmen. En de levenden. Niet om u maar om Mijns groten Naams wil. Is dat niet een groot wonder. Toen daar Aäron verscheen met dat grote wierookvat. Ze zullen zich wel hebben geschaamd? Die ze eerst wilden doden. Is dat ook zo niet met dé Hogepriester? Eerst doorstoken en later bleek Hij te zijn de Verlosser. In de schuld komen. Zoals de moordenaar aan het kruis. Wat denkt u van de Pinksterdag en Petrus daar het woord neemt en een Paaspreek houdt? Die u gekruist hebt. Daar komt die vraag: wat moeten wij doen mannenbroeders? In die vraag horen we de stem van die leven omdat Hij leeft. Toen heeft Petrus niet tegen die schare gezegd, u moet netjes gaan leven en alsof zalig worden een lot is uit de loterij. Gelooft in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden. Het gaat zomaar niet? Het gaat helemaal niet. Heere ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp. Aan Hem verbonden in het geloof. Een leven dat gewijd is aan God, mezelf als een levend dankoffer Hem offeren. Dat is Gods bedoeling. Waarom leven wij? Omdat wij zouden leven ter ere van Zijn grote Naam. Niet een leven voor mijzelf. Maar een leven voor Hem. Wat wilt U dat ik doen zal? Als we kind zijn geworden van de Vader en broer van deze oudste broeder. Alles wat aan Hem is is gans begeerlijk.
De Samaritaanse vrouw ging terug naar de stad Sichar. Komt en ziet eentje die gezegd heeft alles wat ik gedaan heb. Kon ook zeggen: wat Hij voor mij gedaan heeft. Waar Hij verschijnt, komt het leven. Komt er ook een scheiding tussen mensen: doden en levenden. Uiteindelijk zijn er maar twee soorten mensen. Een scheiding die dwars door de wereld, kerk, gemeenten, door een huwelijk loopt. Waar bevinden we ons? Zijn we nog steeds dood in de zonden en misdaden? Bedenken we nog steeds uitvluchten om de Heere uit handen te blijven. Maar een dode kan levend worden. Zie op Hem die de zonden der wereld wegneemt. Wie het leven van Hem ontvangt, die sterft niet meer. Die is niet meer ten dode opgeschreven. Wie sterft voordat hij sterft, sterft niet meer als hij sterft. Al gaat het dwars door alles heen, is daar de strijd, hebben we de doding in ons zoals Paulus schrijft. Ieder mens moet sterven. Geweldig tegenop zien. Niet gering. De laatste vijand. Hij stond tussen de doden en de levenden in.
Op de dag van het oordeel zal de scheiding zichtbaar worden. Onkruid tussen tarwe, vissen in een net. Op de dag van het oordeel komt het openbaar wie van Christus is en wie niet. Hij brengt de scheiding zelf aan. Rechtmatig aan. In de dag van het oordeel zal ieder moeten erkennen dat God God is. Geen Atheïst meer over dan. Zijn oordeel is rechtvaardig, moet eenieder erkennen. Die leven voor eigen rekening gaan naar de buitenste duisternis waar wening en knersing der tanden is. Wie door Hem zalig gemaakt is, zal Hem alle eer willen geven. Dan zult u leven met Hem. Dan een burger van het Koninkrijk van God zijn. Een gezegend aardrijk met Hem beërven. Amen.
Zondag 31 maart 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – ds. A.J. Schalkoort [emeritus predikant, Lunteren] – Numeri 16 vers 48a