In Hooglied gaat het over de liefde tussen Salomo en Sulamith. Het beeld van het einde van de winter en de overgang naar het vroege voorjaar wordt gebruikt. De seizoenen komen ons uit Gods hand toe. Het is tegelijk het geestelijke beeld van Christus voor Zijn bruidsgemeente: Hij ging uit en zocht haar op om haar zalig te maken. 

Hooglied 2 vers 10-13: ‘[10] Mijn Liefste antwoordt, en zegt tot mij: Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone, en kom! [11] Want zie, de winter is voorbij, de plasregen is over, hij is overgegaan; [12] De bloemen worden gezien in het land, de zangtijd genaakt, en de stem der tortelduif wordt gehoord in ons land. [13] De vijgeboom brengt zijn jonge vijgjes voort, en de wijnstokken geven reuk met hun jonge druifjes. Sta op, Mijn vriendin! Mijn schone, en kom!‘.

Gemeente van de Heere, elk seizoen toont de schepping van de Heere weer een ander gezicht. Seizoen. Elk op een eigen manier, elk even mooi. Sneeuw, frisse voorjaar, zwoele zomeravond, of de schitterende rode kleuren van de herfst. Toch als ik zou moeten kiezen, dan de overgang van winter naar voorjaar. En er zullen er zijn die dit herkennen.

Paar jaar geleden in Hoevelaken waar ik mocht komen wonen en werken. De Veluwe naar Elspeet. Stroe naar Garderen. Winterse gezicht. Grauw en guur weer erbij. Nog geen twee weken later totaal ander gezicht. Dit is het beeld wat Salomo gebruikt.

Daarvoor is het nodig om scherp te hebben wat het Bijbelboek Hooglied is. Waar gaat dit lied over? De meningen zijn behoorlijk verdeeld. Die lopen uiteen van het hooglied is een lied dat de liefde tussen man en vrouw zingt, meer niet. Of een allegorie: alleen geestelijke betekenis van God en Israël en God en Zijn gemeente. En hoe aantrekkelijk zo’n allegorische vergelijking is

Lees bijvoorbeeld het lied der liederen van de prins der predikers, Spurgeon. Nergens in de Bijbel wordt erop gezinspeeld dat wat er letterlijk staat, slechts geestelijk is. En opvallend dat de naam van de Heere slechts eenmaal genoemd. Hooglied 8 vers 6. Vlammen van de Heere.

De eerste kant is de letterlijke kant. En van daaruit wat dit zegt van het huwelijk van God en Israël, bruid van God genoemd, en van Christus en de bruidsgemeente. Eenheid van het huwelijk. Paulus. Deze verborgenheid groot. Ik zeg dit over Christus en Zijn gemeente.

Salomo en Sulamith. Koning van Israël. Sulam. Verliefd. Verkering. Verloofd. Misschien net getrouwd. Aan de hand van allerlei beelden beschreven. De liefde die ze voor elkaar hebben hebben ze woorden gegeven. Misschien hebt u vroeger in verkeringstijd brieven geschreven of geschreven. Of langer van huis moest. De liefde voor vriend of vriendin of man of vrouw onder woorden gebracht.

Wat dat betreft is de technologische ontwikkeling, sms en nu Whatsapp die bol staat van de beknoptheid, verre van een vooruitgang.

Toen mijn vriendin en nu mijn vrouw. Lerarenopleiding in Zwolle vijf dagen in de week. Kamer in IJsselmuiden. Dan keek ik ernaar uit dat ze even langskwam. Zaterdagavond en zondagen dat we bij elkaar waren. En nu als ik weg ben, dan ga ik graag naar huis en thuis wordt er naar mijn komst uitgekeken. Tijd met elkaar doorbrengen ontzettend belangrijk. Bewaar dit zeg ik vanmiddag tegen de getrouwden.

Salomo op afstand met Sulamith. Vers 8. Er bevinden zich bergen en heuvels. Maar zij ziet hem met zo’n ontzettende haast naar huis komen. Alsof die heuvels er niet waren.

Hoe staat uw en mijn huwelijk erbij wat dit betreft? Verlangend om elkaars nabijheid te verkeren? Hindernissen overwinnend. Daadwerkelijk tijd voor te maken. Volle agenda’s. En dan staat hij daar ineens. Speurend door de vensters en spijlen. Ramen in die tijd bestonden alleen uit spijlen.

Zij binnen, hij staat buiten. Alleen de muur scheidt hen nog. Sta op mijn vriendin, mijn allermooiste. Waarom? De tijd is er rijp voor van liefhebben en beminnen. De winter is voorbij. Wat in Israël een regentijd is is over gegaan. Volgels zangtijd aangebroken. Aan de vijgenbomen zijn de eerste vruchten te zien. Lust voor het oog en verspreidt een aangename geur. Sta op mijn schone.

Alles is in gereedheid om samen te zijn. Tijd om vader en moeder te verlaten en samen een vlees te zijn. Poëtische taal. En dan wordt hier in Hooglied een ander beeld van huwelijk en seksualiteit voorgesteld dan de wereld doet.

Niet gericht op mijzelf maar op de ander. Wachten tot de tijd en omstandigheden er rijp voor zijn. En die tijd verwachten. Allerlei hindernissen opruimend. Eenmaal getrouwd minimaal dezelfde inspanning te blijven verlenen en als man en vrouw bij elkaar te zijn. Dat gaat niet vanzelf maar vraagt om inspanning.

Er dreigt namelijk gevaar. Jonge vossen liggen klaar om de wijngaarden te vertrappen. Te vaak en teveel van huis. Alles wat afstand brengt in de huwelijksband. Als dat te lang doorgaat, dan breekt op een gegeven moment de band. Dan kom ik bij u die getrouwd bent. Niet altijd rozengeur en maneschijn. Kan weleens wintertijd zijn.

Je kunt elkaar niet bereiken. Je spant je in. Laat het voorbeeld van Salomo u tot een voorbeeld zijn. En zo komen we van die letterlijke betekenis een diepere laag. Zien we in deze Salomo niet iets schitteren van de toewijding van de Heere tot Zijn Israël? Ja toch. Bij de Horeb. Tot Zijn volk uitgekozen en aangenomen. Verbond met hen heeft gesloten.

Het is niet voor niets dat met Pasach Hooglied wordt gelezen. Bloemen bloeien weer. Heere heeft weer reden tot zingen gegeven. De Heere is mij tot kracht, Hem roep ik. Als we toch naar diepere lagen aan het boren zijn, heeft de Heere Jezus niet gezegd meer dan Salomo is hier?

Voor Zijn bruid, voor Zijn gemeente? Op welke manier? Dan eerst een moment letten op de winter. Barre winter. Die inviel in het paradijs toen Adam en Eva in de bodemloze put van de dood vielen. Ze moesten het paradijs verlaten. Een barre winter waarin de bergen van schuld zich ophopen en de heuvels van de gevolgen van de zonden vele zijn. Heeft u deze kou weleens ervaren? Deze kou u door de ziel gesneden? De afstand tussen God en u ervoer?

Die bergen even zoveel zijn als voor u tot God te komen. Hoor dan. Niet om te overwinteren. Maar om zalig te maken. Onmetelijk Zijn bruid op te zoeken en Zijn bruid tot Hem te laten komen. Verzocht door satan, verloochend door een discipel, verraden door een ander, verlaten door Zijn Vader. Verlangend naar Zijn bruid heeft Hij alles volbracht tot de bittere dood. De dood die het loon is op de zonde van Zijn bruid.

Dat moet dan wel een beste bruid zijn? Nee. Nee, Sulamith moet net als Salomo zeggen ik ben zwart. Donkere huidskleur. Ondanks dat heeft hij in haar schoonheid gezien. Ook Christus’ bruid is zwart vanwege de zonden. Niet van lage komaf maar zichzelf in de diepte van de zonde geworpen. Maar Christus ziet schoonheid in haar. Door Zijn Vader die haar toekent, zo lief had God de wereld.

Wat een schoonheid. Daar kun je niet te slecht voor zijn. U kunt zich er wel te goed voor voelen. Bruidegom Christus heeft de afstand overbrugd. Te lijden en te sterven en op te staan uit de dood. Tot onze rechtvaardigmaking. De regentijd van het oordeel over gegaan. Bloemen van vergeving, van verlossing. Bloemen van eeuwig leven. Bruidsboeket dat een lust is voor het oog.

De zangtijd die is met Pasen aangebroken. Stemt u in? U omringt mij met Psalmen van bevrijding. U bent mij tot kracht en sterkte geweest. Ik wil zingen van mijn Heiland. Hoe leed. Om mij weer het leven te geven, om eeuwig weer bij Hem te zijn. De eerste vruchten kondigen een rijke oogst van voorspoed aan.

Bruidegom heeft alles overwonnen. En staat Hij bij ons levenshuis speurend door de spijlen, en hoor Hij spreekt: sta op Mijn vriendin. Zie nu is het de tijd van het welbehagen, de dag van het heil. Blijf niet zitten in het huis waarin u in zonden geboren en ontvangen bent.

Sta op, ga tot uw Zaligmaker. Hij zegt het vanmiddag nog een keer. Misschien wel voor het laatst. Geef eer aan mij Heer‘, zegt Jeremia [hoofdstuk 13 vers 16]: ‘uw God, eer dat Hij het duister maakt, en eer uw voeten zich stoten aan de schemerende bergen; dat gij naar licht wacht, en Hij datzelve tot een schaduw des doods stelle, en tot een donkerheid zette‘.

Heere, ik kom tot U. En maak alles goed. Zie mij voor U staan. Zondig en onrein, Jezus raak mij aan. Jezus op Uw woord vestig ik mijn hoop. De lentebries gaat waaien, een voorjaarslicht verwarmt. En het doet verlangen naar zoveel meer.

Najaarslaan. Gouden portalen, hoe zullen daar de zalen zijn? De lente doet uitzien naar de volle zomer. Christus’ bruid ziet uit bij Hem te zijn. Zoals als een vrouw als het goed uitziet naar haar man en omgekeerd.

Voor haar. En in haar plaats. En nog veertig dagen na Zijn opstanding. Is heengegaan om plaats te bereiden voor Zijn bruidsgemeente. Nog even en dan komt Hij terug om Zijn bruid te halen.

Hoe groot moet mijn verlangen zijn om de zalen in te gaan? De Heiland weerkomt met bazuingeschal. En mijn oor Zijn stem zal horen. Kom Mijn vriendin.

Die Zijn liefste tot Zich roept en haar volmaakt. Ontelbare zaligen onze Bruidegom tegemoet. Dierbare Heiland zijt Gij reeds op weg gegaan? Het zal niet meer lang meer duren. Maranatha. Kom Heere Jezus. Amen ja kom. Heere Jezus. Kom. Halleluja.

Amen.

 

Zondag 14 mei 2023 – Rehoboth Hersteld Hervormde Gemeente Voorschoten – ds. A.I. Kazen – Schriftlezing Hooglied 2