De apostel Petrus blikt aan het einde van zijn aarde leven terug op zijn leven. Met de hoogtepunten en diepe dalen waarin Hij was met de Heere Jezus op de berg van de verheerlijking en Hem beleed als de Christus maar ook van de verloochening en het tegenspreken van het lijden van Christus. Uiteindelijk ligt het christelijk leven vast in de beloften van God.
2 Petrus 1 vers 19a: ‘En wij hebben het profetische Woord dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt’.
De oude Petrus vindt vastheid in het Woord
- Een terugblik op Zijn vastheid;
- Zijn vastheid.
1. Een terugblik op Zijn vastheid
Gemeente, vandaag komen we Petrus tegen door zijn brief en Petrus is oud en weet dat zijn dood nabij is. Als het ware zit te wachten op zijn dood. Petrus kijkt terug. Dat is iets bij de ouderdom.
Mijn vader is 78 jaar en ik merk dat hij steeds meer terug. Wat is er in het leven van Petrus achter de rug? Ik denk dat Petrus het meest herkenbaar is als discipel. Op catechisatie vraag ik welke discipel herken je je? Ik herken Petrus wel. Met zijn vastberadenheid en toch wispelturig. Deze Petrus die zegt geen woorden maar daden maar hij valt nog weleens om. Vurige liefde.
En van de oudere discipelen. Het staat er heel teer. Johannes 1 vers 43. En hij, Andreas, leidde zijn broer Petrus tot de Heere Jezus. Alles ervoor doet er niet toe. Z’n broer. Kom ga met mij mee. Ik denk dat Petrus weleens teruggekeken heeft naar Andreas. Een middel.
De meeste discipelen komen niet in direct contact met Jezus. Zo mag een vader een middel zijn voor zijn zoon. Kent u ze? Eigen broer of zus. Die veel voor me betekend heeft niet alleen in dit leven maar heeft mij bij de Heere Jezus gebracht. Om deze Zaligmaker te volgen.
Hij liet zijn netten achter en ging achter de Zaligmaker aan. En dan is het goed. Het begint klein. Maar degene die daar aansluit die maakt heel wat mee. Petrus mag volgen. Als we zo zijn leven doorgaan, dan moeten we stilstaan bij een van grote hoogtepunten. Mattheüs 17. Samen met de Heere Jezus op de berg geweest. Ik heb het openliggen.
‘En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn broeder, en bracht hen op een hogen berg alleen. En Hij werd voor hen veranderd van gedaante; en Zijn aangezicht blonk gelijk de zon, en Zijn klederen werden wit gelijk het licht‘ [Mattheüs 17 vers 1-2].
Petrus gaat niet alleen letterlijk de hoogte op. Maar daar op die berg het grootste hoogtepunt. Die dag Mattheüs 17. Wat heeft Petrus toen gezien? Hoe het zal zijn in de hemel. Petrus heeft toen al gezien hoe u de Heere Jezus zult zien als Hij terugkomt. Jezus in heerlijkheid. Hoe de nieuwe hemel en aarde is. Het is goed dat we hier zijn voor eeuwig. Laten we hier tabernakelen bouwen. God de Vader in al Zijn heerlijkheid afdaalt. Terwijl Hij nog sprak. Vers 5. Luchtige wolk overschaduwd. In Mijn Zoon in welke Ik Mijn welbehagen heb, hoort Hem.
Als u dit meegemaakt hebt, dan is het haast niet meer nodig dat gezegd wordt hoort Hem. Hoog geestelijk hoogtepunt. Het waren er maar drie van de twaalf. Vervoerd raakt. Hoort Hem. We gaan verder op de tocht. Kort daarna hoort Hij Jezus spreken. Ga achter mij satanas. U bedenkt dingen van de mensen en niet die van God zijn.
Zo snel staat hij de Heere Jezus in de weg. In dat volgen leert hij zichzelf kennen. Tegenwerker van de genade. Woord van Jezus niet hoort. Hij hoort niet, hij heeft zijn eigen idee. Dat houdt de Zaligmaker niet mee. Misschien zegt u wel dat herken ik wel. Dat schema om Hem te volgen.
De Heere Jezus zegt Ik weet wel raad en stuur Ik niet weg. De Heere Jezus zegt niet gaat weg van mij. Dat redeneren van mij. Niet ga weg van mij maar ga achter Mij. Volg Mij. Velen die volgen maar ook velen die weggaan.
Johannes 6 vers 60. Jezus begint over Zijn verzoenend sterven. Eeuwigheidswaarde. Ik heb verzoening nodig. Horen dat u een zondaar bent. Ik geef aan zondaren het eeuwige leven. De reactie van vele discipelen is deze rede is hard. Keiharde woorden voor hen. Ze kunnen er niks mee. Woorden van verzoening en ik haak af. Velen wandelden niet meer met Hem.
Wat zou dit geweest zijn. Samen veel gehoord hebben. Maar velen gaan weg. Ze zien niks meer in de Heere Jezus. En dan ben je Petrus ben je een oude man. Je zag vele bekenden en dorpsgenoten afhaken. Zou het voor Petrus ook niet geweest zijn een tijd van diepte.
En dan stelt Jezus ons een vraag. Niet alleen niet tegen Petrus. Wilt u ook niet weggaan? Even een moment alles op scherp. Is dit niet moment om alles los te laten? Wij zouden zeggen de Heere Jezus daagt als het ware uit. En dan zegt Petrus: waar zullen we anders heengaan? Zonder U kan ik niets.
En dan te beseffen dat Petrus nog maar weinig wist. Zonder Hem kan ik niet. Het leven zonder Jezus is voor mij duisternis. Hoe kan ik dan definitief afscheid te nemen van Hem? Wat als ik u vroeg om nooit meer te bidden. Dan zegt u ja dan stop ik ermee. Of zegt u met heel mijn hebben en houden kan ik niet anders. Zou u ook niet weggaan?
Dit is de kern van het geloof. Waar velen afhaken. Mensen de interesse verliezen. Zou u het kunnen laten om te bidden? Misschien zegt u dan herken ik me wel in Petrus, in die vurigheid. Of zegt u wat meer mijzelf typeren als een Thomas op de achtergrond. Antwoord nog over nadenken. Toch hetzelfde antwoord. Je kunt bedrukt zijn. Maar toch zie je hetzelfde. Het luisteren naar Hem. Telkens terugkeren tot Hem.
Hier komen we Petrus tegen als een oude man. Vers 14: ‘Alzo ik weet, dat de aflegging mijns tabernakels haast zijn zal, gelijkerwijs ook onze Heere Jezus Christus mij heeft geopenbaard‘.
Hij heeft blijkbaar een bijzondere openbaring van Jezus gekregen. Hij weet dat het einde komt. Een oude man die weet dat zijn eigen komt. Een oude man zou je zeggen met een bewogen leven met hoogtepunten en diepe dalen.
Die Hem verloochend heeft maar een paar weken later niemand die zo verkondigd op de Pinksterdag. Hoogte- en dieptepunten. Een bewogen leven. Herkent u dat? Waarin het hoog in. En ook wel duister. Hangt ook wel van uw emotieleven af. Wat houd je dan over aan het einde van je leven? Dat is iets wat ons wel bezig mag houden.
Laat dit tot vertroosting zijn. Petrus noemt de ontzegwakkende openbaring. Ik wil dat nog een keer noemen dat ik erbij was toen Hij van gedaante werd veranderd. Dat extra ordinaire wonder. Waarvan u zegt dat had ik ook graag meegemaakt. Maar Petrus wel. Niet iedere discipel krijgt dat. Even een blik in de hemel mocht werpen. Of in die dieptepunten en terugblikt en zegt wat ben ik diep gevallen. Maar Petrus stopt daar niet.
2. Zijn vastheid
Kan weleens dat geestelijke hoogtepunt dat je daaraan vasthoudt voor je zaligheid maar Petrus gaat door. Wij hebben het profetisch woord dat zeer vast is. Ik wil het het iets anders vertalen. In het Grieks staat het er: wij hebben het Woord dat het aller vast is. Petrus vergelijkt met het Woord. Aan het einde van zijn leven wat de kern van het geloof is.
Die mag u hebben en noemen die hoogtepunten. Maar vind daar ten diepste het fundament niet. Ik vind het in de beloften van God. Die zijn me meer waard dan alle hoogte- en dieptepunten. Misschien moet je daarvoor oud zijn. Maar ik zeg het u wel. Het geloof is niet het aller vast als u op de berg staat. Maar bij de beloften.
Het geloof is het Woord pakken. Dan staat u vaster dan een Petrus op de berg. Dit Woord is vast, ik ben niet zo vast maar de God die wankelt niet. U doet wel als u daarop acht hebt. Petrus zegt ik heb er genoeg aan. U doet wel, ik wil het wat strakker vertalen. Leunt en steunt op het Woord. Iets strakker als ik naar het Hebreeuws kijkt. U doet het enige juiste als u leunt op het belovende Woord van God. Als u leeft als de oude Petrus. De enige manier.
Petrus schrijft dit aan het einde van zijn leven en is oud. Ik ontmoet oude mensen in het pastoraat. Voordat ik naar Tholen ging kwam ik veel bij oude gelovige mensen. Vroeger heb ik veel meegemaakt dominee. Maar die hoogte- en dieptepunten wat vlakker. Je valt minder diep. Ik heb het wel gehoord bij ouderen maar ik weet niet of het altijd zo is. Het geloofsleven komt wat tot rust, verzadiging.
Juist omdat ik ouder word mag ik meer gaan zien van de vastheid van het Woord. Omdat je in je ouderdom ontdekt dat er echt maar weinig van u te verwachten is. Gewoon maar praktisch ouderen moeilijker om de gedachten erbij te houden bij een preek. Oudere vrouw leefde bij God. De laatste keer viel ik in slaap. Let erop kind van God. Ze viel in slaap. Werd wakker zo’n vijf minuten voor het einde van de preek.
Maar ik werd wakker en hoorde de woorden. Mijn genade is u genoeg. Toen had ik weer genoeg. Als je ouder wordt val je in slaap. Psalm 121. De Heere die hemel en aarde heeft gemaakt, de Bewaarder zal niet sluimeren nog slapen. Die vrouw viel in slaap. Maar haar God nog wakker. Ze kon me veel vertellen over het leven, maar dit houd ik over dat God niet slaapt.
En dat bidden en in slaap vallen. Nog geen twee zinnen en valt in slaap. Wat moet ik zeggen. En toch Paulus verzekert die oude christenen. Romeinen 8. God is het die rechtvaardig maakt. Christus is het die gestorven is. Maar weet u wat het mooie is? Hij is opgewekt en zit aan de rechterhand. En Hij daar voor ons bidt. Het is troost als je zelf weinig bidt, dat Hij waakt als je in slaap valt.
U doet het juiste als u zegt ik heb niets maar ik heb wel een trouwe God over. Niet meer leunt op zichzelf of wat hij zelf heeft gemaakt maar Petrus leunt op het Woord. Het hangt niet af van uw geestelijk leven. Het hangt af van Gods beloften.
U doet wel, het enige als u leunt op dat belovende Woord. Ga in de ouderdom die beloften van God eens na. Geschiedenis. Is het niet de ontmaskering van wie de mens is. Is dat Nieuwe Testament niet een uitroep dat het Christus die het voor u gedaan heeft. Is het niet een uitroep de Bijbel dat ik moet loslaten.
Al waren uw zonden als scharlaken. Ja Heere Uw Woord is vast. Ik zal u niet begeven en verlaten. Daar heb ik weer zo’n belofte. Daar leun ik op zelf als mijn einde nadert.
Amen.
Zondag 13 oktober 2024 – Rehoboth Hersteld Hervormde Gemeente Voorschoten, Holland – ds. A. den Hartog – Schriftlezing 2 Petrus 1 vers 12-21