De apostel Paulus wijst de gemeente te Kolosse op dat zij mogen en moeten groeien in de opwas van de genade. De wil van God krijgt meer en meer gestalte in het leven van een christen, in kennis, wandel, kracht en vrucht. Het is een gebed om meer.
Bidden om meer
Gemeente, de meeste mensen gaan ergens in hun leven iets verzamelen. Jullie doen misschien dat ook wel. Plaatjes, poppetjes, postzegels. Soms een actie van een supermarkt. Verzamelen. Of euromunten. Stel dat je begint met Nederland, dan moet je er acht hebben. Kan je wel eens proberen! Veel munten zijn er in huis, al worden ze minder gebruikt. Voor 1 en 2 cent moet je misschien wel zoeken. Misschien in een potje of bij opa en oma. Je wilt ze dan wel allemaal hebben. Na de Nederlandse munten dan de Duitse en Belgische. Ze zijn er van twintig landen. Verzamelen: zien dat je het compleet krijgt.
In de tekst is het Paulus verlangen om alles wat van God te krijgen is, werkelijk te krijgen. Zo zo. Dat staat in de tekst. Dat merk je uit de woorden. Vervuld worden met de kennis van Zijn wil. Er vol van worden. Er staat vijf keer: alle. In alle wijsheid, alle behagelijkheid, alle goed werk, alle lijdzaamheid en lankmoedigheid. Geen genoegen nemen met een beetje christen-zijn. Zou dat werken trouwens? Om echt christen te zijn moet je getrokken zijn uit de macht van de duisternis. En overgezet zijn in het Koninkrijk van Zijn liefde. Deel aan de verlossing. Zo ontvang je vergeving. De Geest gebruikt het evangelie. Dan wordt er liefde gewerkt tot God. Dan ben je dood levend gemaakt. Van vreemdeling burger geworden. Niet een beetje christen geworden. Je bent het of je bent het niet. Als je leeft, verlang je naar meer.
Paulus schrijft aan de gemeente van Kolosse. Een van zijn latere brieven. Rond 61 geschreven, in Rome, waarschijnlijk was hij gevangen. Timotheüs was er ook bij. Die schrijft wat Paulus gedicteerd.
Hij is nooit in Kolosse geweest. Maar tien jaar geleden wel in Efeze. Vanuit daar hebben mensen het evangelie verspreid. Sleutelfiguur is Epafras. Misschien kwam hij tot geloof in Efeze. En nu ambtsdrager in Kolosse.
Er zijn een paar zorgelijke ontwikkelingen. Paulus schrijft om de gemeenteleden te versterken. Hij dankt eerst God voor het geloof. Maar hij schrijft ook hoe hij bidt voor hen. Ja. Wat is de link? Paulus is er zelf nooit geweest. Hij voelt zich verbonden. Hij bidt voor de gemeente. Dat doet hij voor alle gemeenten. Hij blijft bidden. Dat is iets om op te slaan. Betrokken op elkaar. Voor elkaar blijft bidden! Ik probeer dat ook te praktiseren in mijn gebeden – ook voor mijn vorige gemeenten. Zo lees en praktiseer ik dat. We mogen dat allemaal doen.
Wat bidt Paulus? Om meer. Om al datgene wat er datgene bij de Heere te ontvangen is voor zondige mensen. Zodat ze het compleet hebben. Zodat ze het beeld van Christus compleet hebben. We lezen wat er aan meer te verkrijgen is. Daar kunnen we zelf naar staan en zoeken. Mogen we om bidden. Zo mag het verlangen naar meer ons meenemen vanmiddag.
Bidden om meer. Ik heb geen acht punten zoals die euromunten. Maar vier. Vier terreinen: kennis, wandel, kracht en vrucht.
1. Kennis
Paulus bidt om kennis voor de Kolossenzen. wat heeft hij op het oog? Niet dat ze geleerde mensen moeten worden. Nee. Dat ze vervuld worden met de kennis van Gods wil. In alle wijsheid en geestelijk verstand. Er was maar een klein beetje van die kennis. Ze hadden kennis van het heidendom. Wij krijgen mee wat de seculiere samenleving belangrijk vindt. Dat zie en hoor je.
Kennis van God krijg je vanuit het woord. Met de gemeente krijg je die. Paulus verlangt voor de Kolossenzen (maar dat geldt voor ieder die gelooft) dat ze kennis krijgen wat God wil. Wat God bedoelt en voorstaat, daar gaat het om. Dat gaat gepaard met wijsheid en geestelijk verstand. Daarbij gaat het over verstand, begrip, inzicht. Niet alleen in theorie dingen weten, maar ook toepassen wat ze weten. Wie een rijbewijs haalt, weet dat. Je haalde je theorie. Dan moet je nog gaan rijden. Theorie en praktijk. Het is lastig dat verkeer, soms. Leer me naar Uw wil te handelen! Ik zal dan in Uw waarheid wandelen. Je weet het, maar je praktiseert het ook.
Om dat wat verder door te trekken: je kunt christen-zijn, maar wat betekent dat voor je omgang met je buren, je staan in de gemeente, omgang met man of vrouw, omgang met geld. Wat vraagt God van je? Wat mag je voor Hem doen? Heel je leven gericht op God. Zijn invloed op jouw leven. Geen gekte en verdwazing als je los bent van Zijn wil. Paulus wijst daarop. Word niet aan deze wereld gelijkvormig. Om te onderscheiden wat de goede wil van God is. Uw heiliging is de wil van God. Gods wil, hoe wordt me die meer eigen? Hoe leer ik die kennen?
A) omgang met Zijn Woord. Die zingt: Hoe lief heb ik Uw wet! Ze is heel de dag mijn overdenking
B) Door gesprekken met medechristenen. Met name door mensen die langer op de weg gaan. Zijn er ervaren christenen in Dordt? God is al lang met me bezig. Deel wat uit van wat je van de Heere gekregen hebt aan anderen die nog niet zo lang God kennen. Laat het in de gemeente functioneren: elkaar helpen.
C) de Heilige Geest hebben we nodig. Die kan een geestelijk verstaan geven. Dat de dingen van God werkelijk bij ons functioneren. Spurgeon: als de maat vol is met graan, is er geen ruimte voor kaf. Als we er vol zijn van de wil van God, blijf je van de zonde weg. Dan is er voor kwaad geen ruimte. Laat je vol koren zijn.
2. Wandel
Dat de kennis praktisch beslag moet krijgen, lezen we in vers 10. Wandel waardig de Heere, in alle goede werken. Wassende in de kennis van God. Dat lijkt op Hebr. 13:21. God volmake u met Zijn goede wil. Centrale woord hier is wandelen. Daar heeft Paulus het vaker over. Wandelt in de liefde! Ziet dan hoe gij voorzichtig wandelt. Wandel met wijsheid bij degene die buiten zijn. (Kol. 4,15)
Wat is dan dat wandelen? Gedrag op alle plekken. In alle situaties. Thuis, school, vakantie. Alleen, met velen. Hoe ben je bezig? Wat voor leven leid je? Hoe wandel je? Op een wijze, de Heere waardig. Manier van praten, kleden, doen. Dat past bij mij …! Vragen we ons af (ook bij praten, kleden, doen): past dat bij de Heere? Word Hij ermee geëerd of juist niet?
Tot alle behagelijkheid. Tot alle welbehagen. Tot aangenaamheid. Zodat God het aangenaam vindt. Vervolgens ook de mensen om ons heen. Tot alle behagelijkheid. Ook voor de mensen om ons heen. Niet dat wij mensenbehagers moeten worden. Dat mag niet eens. Liefde, vriendelijkheid, meeleven. Dat wil er overal wel in. Laten we dat de mensen niet onthouden. Maar zo wandelen.
Wassende in de kennis van God. Een boom die groeit. En vrucht draait. Lijk je daarop? Zo mag er meer van God in je leven komen. Vrucht dragen in goede werken. Uit liefde voor God. In belang van anderen. Niet vruchtdragen in ALLE goede werken. Dat is veel hè! Maar, zo noemt Paulus het wel. Dat heeft hij voor ogen. In ons zoeken, verlangen, bidden.
Groeien mag hij in de kennis van God. Juist als we voor God leven. Hem beter leren kennen. Als je er met je leven eigenlijk anders instaat, dan God bedoelt, kan je niet zo best luisteren of de bijbel lezen. Dat strookt dan niet met mijn manier van doen. Maar wandelen met God in behagelijkheid: dan ziet God iets van Zichzelf in jou.
God volledig kennen kunnen we niet. Als we niet gereisd hebben, weet je niet wat baaien en bergstromen zijn. Als ik het heb gezien, ken ik het van binnenuit. God kennen mogen we via de druppel en beker die we van Hem krijgen en drinken. Misschien heugt u die beker van het avondmaal nog.
3. Kracht
In vers 11 lezen we: met alle kracht bekrachtigd zijnde naar de sterkte Zijner heerlijkheid. Mensen zijn beperkt en zwak. Door de zonde zijn we zwak op het gebied van de dingen van God. Wat moeten we daarmee?! Wegstoppen, negeren. Niets ervan. Laten we maar onderkennen hoe zwak we zijn. We zijn tot niets in staat van wat God wil. Maar we mogen ervaren dat er kracht is voor dingen die God bedoelt. Hij heeft dat bewezen in de opstanding. Levenskracht. Herscheppende kracht. Je zou zelf geen vinger voor God verroeren, maar nu gaat je hele lichaam voor Hem. Hij bracht leven in jouw dood. Die kracht kan in ons werken en doorwerken.
De Geest brengt die kracht in ons en laat die kracht meegaan. Denk erom dat er dan wat gebeurd. Dunamis in het Grieks. Onderschat dat niet! Bergen worden verzet. Geloven is leven van de Heere. Het Hem laten doen. Dan worden heuvels verplaatst. Dan gaat het over die heerlijke kracht van God die macht verschaft. Daarom zegt Paulus: ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft.
Deze kracht is er niet om ons bestaan aangenaam te maken. God helpt, dat onderstreept Paulus, terwijl hij in de gevangenis zit. Hij heeft het koud. De omstandigheden zijn niet best. Ik kan er tegen, zegt hij. Ik word innerlijk versterkt. Dit alles past in Gods bedoeling. Ik krijg er geestelijk kracht voor.
Geef mij die kracht…?! Dan hoef ik me niet meer zwak te voelen? Dat is een verkeerde gedachte. God laat juist onze zwakheid voelen. Paulus had de doorn in het vlees. Zo gaat het niet en zo kan het niet…?! Nee. Die scherpe doorn bleef. En: Mijn genade is u genoeg. Paulus zegt, ik kan het niet. Die doorn moet weg. Nee. Het kan wel, Mijn genade is genade. Niet Mijn kracht naar jouw zwakheid, maar in jouw zwakheid. Nu zegt Paulus: ik heb er een behagen in. Niet omdat ik het fijn vind, maar om Christus wil. We zongen, welzalig hij die al zijn kracht en hulp… alleen van U verwacht. Best lastig. Ik ben en blijf zwak. Ik moet het van Zijn kracht hebben. Dan krijg je stromen van zegen! Dan ga je van kracht tot kracht steeds voort. Dan zal je van Sion haast voor God verschijnen.
4. Vrucht
In vers 11 gaat het over vrucht. Nog een keer, eerst over vrucht dragen in elk goed werk. Nu over geestelijke vrucht. Met blijdschap. Mensen die volhouden, geduldig zijn. Ze lopen niet te kreunen en steunen, maar zijn blij. Volhouden. Vinden we dat belangrijk voor onszelf en elkaar? Volharden. Lijdzaamheid. Volhouden terwijl het niet meevalt. Doorzetten, ook door het lijden heen. Lankmoedigheid: moed houden terwijl het tegen zit. Het christenleven is niet makkelijk. U hebt de wind tegen. U moet op uw tanden bijten. Paulus maakt dat mee.
Ik dacht dat een christen mag rekenen op voorspoed en welvaart? Dat is niet van Paulus of Jezus, die gedachte. Je herkent christen niet aan voorspoed maar aan of ze het volhouden. Ik houd het niet vol, in ziekte en nood….?
De Geest brengt het in mij op. Zo gebeurt dat. Job. Een echte gelovige. Zijn geloof bleek in groot lijden. Dat paste in Gods plan. Hij begreep het lijden? Nee. Wel blijven bij wie God is. Paulus’ geloof bleek uit het volhouden in de dienst. Veel christenen vandaag zitten in de verdrukking. Je merkt dat ze niet alleen bidden om het makkelijker te krijgen. Nee. Met name of ze mogen volharden en sterker mogen worden.
Paulus bidt dat daarbij blijdschap mag zijn. Dwars door alles heen verheugd zijn in de Heere. In vers 24 verheugt hij zich in het lijden. Paulus is niet zielig. Hij verblijdt zich! Christus’ lijden wordt in mij vervuld.
Bidden om meer. Staan naar meer. Kennen we dat? Op de manier van de tekst? Leren, oefenen, je concreet op richten. Waar vraag je om? Ik sluit met drie dingen.
1) de eerste vraag aan ons allen is: zijn we door het geloof van Christus geworden? Ik vraag niet of we geloven? Maar: zijn we van Christus. Als dat nog niet zo is, kan je niet staan naar meer. Dan moet je er nog aan beginnen om Hem toe te behoren. Buiten Christus ontbreekt ons alles.
2) richting de kinderen, als je nou die euromunten zou verzamelen. Probeer het deze week eens met die acht euromunten. Misschien kost het je een kwartiertje. Terwijl je dat nou zou doen, die munten vinden, bedenk dat het vanmiddag over iets belangrijkers gaat. Wie wil God dat wij zijn. Niet dat je alleen maar gelooft maar dat je zo mag geloven en mag volhouden. Blij mag zijn als het soms verdrietig is.
3) laten we van Paulus’ bidden leren om steeds te bidden om meer. Voor onszelf, elkaar, de gemeente. Wat een zegen als het meer zou worden in Dordt! Als het meer zou worden in de zin van vers 9-11. Dan mag er dankbaaarheid zijn. Dankende de Vader die ons bekwaam gemaakt heeft in de erve der heiligen. In het licht. Daar reizen we naar toe. Christus die steeds meer voor ons wordt. Dan komen we bij de erve der heiligen. De erfenis in het licht.
Amen.
Hervormde Gemeente Dordrecht, Pauluskerk, zondag 18 september 2022, 17.00 uur. Schriftlezing Kolossenzen 1:1-20.