In het boek Handelingen wordt beschreven hoe de Heilige Geest werkt in de vroege kerk. Diezelfde Geest werkt ook vandaag om zondaren, om vijanden met God te verzoenen. Door de prediking waarin de oproep tot bekering klinkt. Het Woord van God groeide toen in Jeruzalem en ook vandaag de dag in de kerk. Geldt dat ook voor uw hart en leven? Dan bepaalt het Woord door de werking van de Heilige Geest wie de Heere is in Zijn recht en genade. Hij laat ook zien wie ik ben in mijn zonden en schuld. Dan zal er ook gewezen worden op de Heere Jezus Christus. Wie Hem nederig valt te voet, zal van Hem Zijn wegen leren.

Handelingen 6 vers 7: ‘En het woord Gods wies, en het getal der discipelen vermenigvuldigde te Jeruzalem zeer; en een grote schare der priesteren werd den gelove gehoorzaam‘.

Het voortgaande werk van de Heilige Geest
1. Gods Woord groeit;
2. De gemeente groeit;
3. Gods wonderlijke genade benadrukt.

1. Gods Woord groeit

Gemeente, wij hebben de laatste tijd denk ik wel het een en ander gehoord uit de Handelingen van de apostelen. Misschien beter te zeggen over de handelingen van de Heilige Geest. De Heilige Geest die werkt door. We zijn er in de afgelopen tijd, zeker met Pinksteren, getuige van geweest. Hoe Hij machtig werkt nadat Hij was uitgestort.

Hij blijft werken. Het voortgaande werk van de Heilige Geest. Er mag gezaaid worden door de apostelen. Met gulle hand. En de Heere bedauwt het met de werking en doorwerking van Zijn Heilige Geest. We zien dat er een gemeente bijeen is. Een, nooit vergeten. Zijn we zo bijeen hier vanmiddag? Een in de Heere Jezus Christus. De Zaligmaker van Zijn kerk. Een in Zijn liefde. Een in Zijn genade. Een van hart. Een van gemoed.

Dat het Woord in de wereld kracht zal doen. Dat het Woord kracht zal doen tot verheerlijking van Gods nooit genoeg geprezen Naam. De Heere werkt op dat fundament dat al voor de grondlegging der wereld is. Als Hij dan werkt, of het nu in Jeruzalem is of nu in Putten, wie zal het dan keren? Niemand toch?! Ja dat is waar. En toch is er een die het niet kan hebben.

Was het Luther niet die zei: als de Heere Zijn kerk bouwt, dan bouwt de duivel zijn kapel ernaast. Satan, tegenstrever van de Heere. Hij zal alles eraan doen om het werk te verstoren. Alles om het werk in de war te schoppen. Diabolos. We zagen het al in het paradijs. God had alles goed geschapen. Hem gelijk in ware gerechtigheid en heiligheid. Ze hadden de kennis om de Heere volmaakt te bedoelen.

En wat gebeurt er? De duivel, hij was opgestaan in de hemel tegen zijn schepper. De Heere had hem weggestuurd met de zijnen. Hij had Adam en Eva verleid. In de war te schoppen van het werk van de Drie-enige God. Zien we het niet in het leven van Gods kinderen? Van het volk van Israël. Hij probeert ze weg te houden bij het onfeilbare Woord. Het eeuwig blijvend Woord, dat weet hij.

Om maar een grote sprong te maken, in het Nieuwe Testament. Toen de Heere Jezus kwam, kwam hij toen ook niet door Herodus? Om Hem te doden. Maar de Heere was hem een eeuwigheid voor. Jezus was al gevlucht met Zijn ouders Jozef en Maria. De duivel probeert dat het Woord, het vleesgeworden Woord, zou zondigen bij de verzoeking in de woestijn. Dat er geen toekomst zal zijn voor het volk van God.

Hij probeert het vanmiddag ook. In Putten, in Genemuiden. Hij zal proberen ergernissen te geven. Dat voor het Woord bij u geen plaats is. Dat het dronkenmans werk is. Maar dan mag Petrus gaan getuigen. De belofte van de Heilige Geest die uitgestort zou worden. En het is nu gebeurd. Maar hij blijft niet stilzitten. Hij is zo gemeen en soms zo voorzichtig. Hij probeert de gemeente te verstoren. Bijvoorbeeld door Ananias en Safira. Ze werden gezien als voorbeeldige gemeenteleden. Om het maar naar nu te vertalen, als de tuin gedaan moest worden of een gave gegeven moest worden, ze waren erbij. En toch. Dan ons leven ernaast te leggen, hoe is dat bij mij?

Ananias en Safira hadden zichzelf op het oog. Ze werden gestraft voor het liegen en bedriegen. Worden we gedreven door Zijn liefde? Daar wil ik vanmiddag de vinger bij leggen dat de duivel ook actief is. We lezen in dit gedeelte dat de kerk gegroeid is met duizenden. En dan lezen we van murmureren. Dat de Griekse weduwen achtergesteld werden, meenden ze. Is het werkelijk waar, we kunnen het niet

Het werd eigenlijk zachtjes gezegd. Net als dat een brand ondergronds kan woeden. Dat lijkt er niets aan de hand. Dat is ontzettend gevaarlijk juist in een christelijke gemeente. We gaan praten met elkaar. Je moet het eigenlijk niet verder vertellen maar het gaat verder. Het kan een gemeente verdelen. Laten we daarin alert zijn ook in 2020. Daarin is juist de duivel bezig om de gemeente bij de Heere vandaan te trekken.

Hier ging het om de dagelijkse bediening dat erin werd verzuimd. We kunnen hierin leren van de discipelen. Wat zeg ik? Van de Heilige Geest. Ze zeggen niet het is allemaal niet waar. We lezen het niet. Of het nu terecht is of niet. En dan wordt het gezegd. Het is niet behoorlijk dat wij het Woord van God nalaten. Als ze daar bezig waren kon het niet nagelaten worden om het Woord te bedienen en ook het diaconale.

De duivel heeft het ten kwade gedacht. Maar de Heere gaat het gebruiken dat het ten beste keert. Dan worden er broeders aangesteld die vol van de Heilige Geest zijn. Over deze bepaalde taak. Maar wij zullen volharden in het gebed en de bediening van het Woord. Zeven mannen worden voor de apostelen gesteld.

Jongeren, wat wordt er gedaan? Dan wordt er gebeden. Ze legden de handen op hen. Deze manier van opleggen van de handen was bij de Joden gebruikelijk, lezen we in de kanttekeningen. Ze krijgen de zegen van de Heere mee. Denk maar aan vanmorgen. Daar werden de kinderen die gedoopt zijn gezegend bij het zingen van Psalm 134 vers 3.

Straks bij het naar huis gaan wordt de gemeente gezegend. Aan Zijn zegen is het alles gelegen. Zonder Zijn zegen kan er niets groeien, gedijen. Zo zijn er zeven diakenen aangesteld. Het Woord wies. Dat betekent eenvoudig het werd meer. In wat voor zin dan? Het Woord werd niet alleen gepredikt maar nog meer in de huizen gebracht.

Mannen vol van de Heilige Geest. Stefanus en Filippus. Diakenen. Het Woord mochten uitleggen. Naar de mensen in de huizen. Dan kijk ik maar naar de kerkenraad. Dat mag een diaken ook doen, behoort een diaken ook doen. Hij heeft ook andere taken, ja natuurlijk. Ik weet ook zeker als een diaken een gezin bezoekt, of met z’n tweeën. Problemen in het gezin heel moeilijk juist in deze tijd. Ze komen niet alleen met de financiën. Maar juist komen met het Woord.

Wijzen op die ene Naam onder de hemel gegeven door welke wij moeten zalig worden. De Heere zorgt ervoor. Dat het Woord hier in Jeruzalem meer wordt, het wast. Het werd nog meer in de huizen gebracht. Zien wij daar nu ook naar uit in Putten dat het Woord wast? Dat het meerder wordt? Niet alleen in de gemeente maar ook persoonlijk in ons hart en leven?

Als het Woord gaat groeien in ons, wat gebeurt er dan? Dan bepaalt het Woord door de werking van de Heilige Geest wie de Heere is in Zijn recht en genade. Hij laat ook zien wie ik ben in mijn zonden en schuld. Dan zal er ook gewezen worden op de Heere Jezus Christus. Dan kan een jongere, oudere niet wegblijven bij Hem. Dan gaat die liefde tot Hem meerder worden. Dan wordt het gebed: Heere, wat wilt U dat ik doen zal? Het wassende Woord in de gemeente. Op meerdere plaatsen naar de mensen toegebracht. Maar ook heel persoonlijk dat wassende Woord in je leven. Weet u ervan, en jij? Dat is rijk niet zonder het Woord te kunnen leven.

Dat het Woord je eten en drinken wordt. Het Woord je gids is in je leven. Dat je er als het ware mee opstaat en ermee naar bed gaat. Dan kun je ’s ochtends toch niet weg met alleen een hap brood en slok melk? Dan is er een verlangen dat Woord te onderzoeken. Onderzoekt het Woord, de Schriften, zegt Christus zelf. Die zijn het die van Mij getuigen.

Getuigen dat een zondaar niet zonder Hem kan leven en sterven. Die enige troost alleen in Hem is te ontvangen. Dat Hij er niet alles aan heeft gedaan maar alles. Dat Hij die hemelhoge schuld heeft voldaan. Dat bloed druppelt in je hart en leven. Tot verzoening. Dan word je verdorven voor de wereld. Dan krijg je een verlangen naar de Heere. Mag ik u eens vragen: weet u persoonlijk van dat groeiende Woord in je hart en leven?

Als je het geleerd hebt, dan weet je dat het genade, genade alleen is. Wat heerlijk en rijk als je mag weten dat de Heere je elke keer troost vanuit het Woord. Ook als je het moeilijk hebt. Als er geliefden zijn ontvallen. Als de Heere je voor het eerst en opnieuw het Woord binnenrijdt om je te vertroosten. En het Woord wies. Als het Woord in je leven komt, dan wordt alles van ons weggesneden. En dat gaat telkens maar door.

Die vlees kruisigende weg. Neem dagelijks je kruis op en volg Mij dagelijks na. En we zien het hier naar voren. De discipelen hebben wat een weerstand gehad! Er is geen andere Naam door welke wij moeten zalig worden. Na een nacht in gevangenis moesten ze zwijgen over het Woord. En toen zeiden ze: niet de mensen meer gehoorzaam zijn dan God. Ze gingen door met het werk. Diakenen erbij gekregen. Opdat het Woord nog meer zal wassen.

De duivel trekt aan het kortste eind tot in der eeuwen eeuwigheid. De gemeente groeit. Dat kan toch niet anders? Als de Heere zo handelt door de apostelen. Eigenlijk moeten we erbij zeggen zoals we in het begin zeiden: door de Heilige Geest. Zo mogen de apostelen handelen door de Heilige Geest. Het Woord prediken. Dan zien we dat de gemeente groeit.

2. De gemeente groeit

Waarom groeit de gemeente? We hebben eigenlijk het antwoord al gegeven. Hebben de apostelen daarvoor gezorgd? Of Barnabas, de zoon der vertroosting, door een grote som geld te geven? Door hun trouwe zorg? Nee, dat kwam niet door hun trouwe zorg in de eerste plaats. Dat de gemeente groeit, daar heeft de Heere zelf voor gezorgd.

Want als het aan ons mensen ligt, dan gebeurt dat niet zomaar. Natuurlijk dat zou je kunnen zeggen het is fijn als er mensen bij komen, en toch is hier wat meer aan de hand. Dan moeten we zeggen: dat Woord doet kracht. Want van nature vindt de Heere als Hij met Zijn Woord komt vindt Hij geen aanknopingspunt in ons hart en leven. Doornen en distelen.

Hoe gaat het Woord groeien? Door het werk van de Heilige Geest. En dan zien we dat het getal van de gemeente zeer vermenigvuldigde. Niet de ene dag een, en aan andere dag. Maar duizenden op de Pinksterdag. We lezen het een stukje terug: de Heere deed toe tot de gemeente die zalig wordt. We zien het hier duidelijk naar voren komen dat de prediking gegeven is. Hij heeft de prediking niet nodig maar gebruikt het wel. Getrokken uit de duisternis tot Zijn wonderbare licht.

Groeien. Eigenlijk staat in de grondtekst dat het maar bleef groeien. Vermenigvuldigen. Dat viel op in Jeruzalem. Daarom was er zoveel haat en nijd bij het Joodse Sanhedrin. Daarom zoveel tegenstand. Maar als de Heere werkt, wie zal dat keren?! Discipelen. Eigenlijk betekent dat leerjongeren. Zijn hier en bij de kerktelefoon leerjongeren? Wat betekent dat? Dat er in het hart gewerkt is om de leer die naar de Godzaligheid is meer en meer te leren. Om te weten wat dat betekent. De diepe inhoud ervan is de Heere Jezus Christus en Die gekruisigd.

Die vreemde gerechtigheid. Dat offer dat eenmaal gebracht is en nooit meer hoeft herhaald te worden. Die leer dat er genade is te ontvangen tot de grootste der zondaren. Zo werden er daar, laat ik het zo zeggen, aan de zegekar van Jezus Christus vastgemaakt. Velen werden verzoend met de Drie-enige God. En dat alleen om Christus’ wil.

Dan gaan we toch nog een keer naar dat woord: wast, groeit. Het ging alsmaar door. Wordt dan ook dat Woord niet vermenigvuldigd in hun hart en leven? Groeit het dan daar ook niet? Het Woord van recht en genade. Dat er een streep gaat door mijn verdiensten en mijn zogenaamde waardigheid. Er gaat een streep door mijn talenten en werk. Dat doet het Woord. Als de discipelen vermenigvuldigen, dan vermenigvuldigt ook dat Woord.

Hij eist volkomen gerechtigheid. Die leerjongeren mogen leren dat Hij, Jezus Christus, daaraan heeft voldaan. O wat is het rijk om een discipel, een leerjongere, van de Heere Jezus Christus te zijn. Ik kan je verzekeren dat je alleen deze kant van het graf nooit uitgeleerd. Des te meer kom je er achter om meer te weten van die lieve Zaligmaker. Van die Vader die Hem heeft gegeven. Van die Heilige Geest die gangen maakt in het leven van Gods kinderen voor het eerst en opnieuw.

Om zo vanuit Zijn volbrachte werk voorbereid te worden. Om straks in te gaan in de vreugde van de Heere. Mag ik u eens vragen: bent u, ben jij, al een discipel van de Heere Jezus geworden? Kunt u niet meer zonder Hem leven en sterven? Hij die Zich dood geliefd heeft om Zich met vijanden te verzoenen. Hij vindt je niet als een vriend maar als een vijand. Niet een Godvrezend mens maar als een goddeloze.

Om dat rijke Woord te horen en het ook kracht zal doen in je hart. Goddeloze vrijgesproken van schuld en straf. Wat is dat heerlijk en rijk om een discipel te zijn van Hem. Zijn voetstappen te mogen drukken. Om straks eeuwig bij Hem te mogen zijn. Dan weet je, die wegen van de Heere, dan is het niet altijd even gemakkelijk en even vlak. Hij leidt de Zijnen in het spoor van Zijn gerechtigheid. ‘Heilig zijn, o God, Uw wegen; Niemand spreek’ Uw hoogheid tegen; Wie, wie is een God als Gij, Groot van macht en heerschappij? Ja, Gij zijt die God, die d’ oren, Wond’ren doet op wond’ren horen; Gij hebt Uwen roem alom, Groot gemaakt bij ’t heidendom.’

Hier in Jeruzalem, heeft Hij het ook niet in Nederland gedaan? In de crisis. Dat hier Zijn Woord gehoord wordt? Dat hier gesproken mag worden: de Heere is krachtig aan het werk. Ook in de Hersteld Hervormde gemeente van Putten. Het Woord wast. En ook gaat zien de gemeente wordt uitgebreid. U hebt Uwe roem grootgemaakt bij het heidendom. Dat gaan we zingen gemeente, Psalm 77 vers 8.

‘Heilig zijn, o God, Uw wegen;
Niemand spreek’ Uw hoogheid tegen;
Wie, wie is een God als Gij,
Groot van macht en heerschappij?
Ja, Gij zijt die God, die d’ oren,
Wond’ren doet op wond’ren horen;
Gij hebt Uwen roem alom
Groot gemaakt bij ’t heidendom.’
Psalm 77 vers 8

3. Gods wonderlijke genade benadrukt

Gemeente, nog kort Gods wonderlijke genade benadrukt. Want wat lezen we hier? Werkelijk een groot wonder. Een grote schare priesters werden het Woord gehoorzaam. Dat waren vijanden van God. Denk aan de hogepriester. Er waren priesters die de Heere Jezus aan het kruis hadden laten nagelen. Toen Pilatus het bordje boven het kruis van Jezus had aangebracht waarop stond dat Hij de Koning der Joden is. We kunnen het lezen in Johannes 19. Ze gingen tot Pilatus schrijf niet dat het zo is maar dat Hij het gezegd heeft.

Priesters zij waren het meest vijandig. Calvijn: daarom treedt de genade van God duidelijk aan de dag bij de bekering van niet slechts enkelen, maar velen. Johannes 7 vers 49. Waar de Heere Jezus Christus zo heerlijk het Evangelie laat klinken. Die tot Hem komen, geenszins zullen worden uitgeworpen door de Vader. Die neme van het water om niet.

De priesters zeggen dat de schare vervloekt is. Niemand uit de overste heeft ooit geloofd in de Heere Jezus Christus. Als je dan leest in Handelingen 4 vers 6 van het hogepriesterlijk geslacht, vers 11, vers 15. Ach je kunt je het zelf wel opzoeken. Ze hebben het daar over de Heere Jezus Christus. Ze hebben geprobeerd om hen tegen te staan, de mond te snoeren.

Het is wel zo dat er velen zijn doorgegaan maar hier staat dat er een grote schare die tot bekering waren. Een goed deel kwam tot bekering. De Overpriesters bleven de grootste vijanden. Die hebben gezien dat ook broeders van het kwaad getrokken werden uit het kwaad. Overgezet aan de kant van Jezus Christus, die verachtte Nazarener.

Ze werden het geloof gehoorzaam. Dat is de leer van het geloofs, zeggen de kanttekeningen. Dat zondaren zich geheel en al moeten leren overgeven in de doorboorde handen van de Heere Jezus Christus. Die Zijn leven heeft gegeven tot een rantsoen van velen. Dordtse Leerregels hoofdstuk 2 artikel 3. Overvloedig genoegzaam voor de zonden der ganse wereld.

Met die leer hebben zij Jeruzalem vervuld. Deze leer mag ook elke keer in Putten het kerkgebouw vervullen. Mag het ook uw hart vervullen? Doet het kracht in uw hart en leven? Wordt u het geloof gehoorzaam? Wordt het kruis van Christus u dierbaar? De priesters hebben geroepen: geen plaats, weg met Hem, kruis Hem.

Dan zien we dat de Heilige Geest krachtiger is dan al de weerstand en opstand die er in hun leven is. Ze leren knielen en verootmoedigen. Ze leren niet alleen God kennen, wie ze zelf zijn maar ook dat Hij de gewillige Zaligmaker is. Hier leren ze over genade, genade overvloeiende voor de grootste der zondaren. Ze hebben leren buigen voor de Heere Jezus Christus. Zij mochten het op aarde is verzoend te zijn met de Drie-enige God.

Het geloof gehoorzaam. Dan is het ook zo, we lezen het hier niet, maar dan kan het ook niet meer dat je zwijgt. Dan ben je vol van Hem. Van Zijn liefde. Zijn bewogenheid. Dan kijk ik nog naar de doopouders van vanmorgen. Ik zie ze niet zitten, ja eentje. Als daar je hart vol van is, dan kun je toch ook niet zwijgen naar je kinderen en anderen toe? Als je mag weten wie Hij voor je is, dan zie je toch ook je kinderen en anderen op weg naar die grote eeuwigheid.

Niet gaan preken. Maar er in alle lek en gebrek erop gaan wijzen. Niet gaan preken. Zo wordt Gods overvloeiende genade gezien. Die priesters die als vijanden bij Hem zijn gebracht. Te mogen ontvangen. Ik moet denken aan later, als dat Woord in de heidenwereld wast. Dat dan de apostel Paulus mag zeggen

Wij dan gezanten van Christuswege, bidden u alsof God door ons bade: laat u met God verzoenen. Opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. Vergeet het niet. Het kan vanmiddag de laatste keer geweest zijn dat u dit Woord hebt gehoord. Laat u dan met God verzoenen door Jezus Christus. Amen.

 

Zondag 5 juli 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. A. de Groot – Schriftlezing Handelingen 6 vers 1-7