Hersteld Hervormde Gemeente, Driebruggen, 9.30 uur
Mededelingen namens de kerkenraad
Votum en groet
Psalm 21; 4 en 5
Lezing van de wet
Psalm 143; 2
Schriftlezing: Mattheus 28, 8-20
Gebed (voorbede en dankzegging)
Psalm 5; 6 en 7 en 12
Prediking
Psalm 95; {5a+4b} aansluitend
Dankgebed
Psalm 98; 1
Zegen
Preekaantekeningen
[10.06] Geliefde gemeente, wat heeft Pasen bij u uitgewerkt? Wat hebben de preken met Pasen met jou gedaan? Wat heeft nou de verkondiging van de opgestane Levensvorst bij u achtergelaten? Want de prediking werkt altijd wat uit. Tot voordeel of tot oordeel. Tot zegen of tot vloek. Het ontsluit het Hemelrijk, of sluit het toe. Dat is de klem die van elke prediking uitgaat. Onder de bediening blijft geen mens dezelfde: of verbreekt, of verhard, of door de knieën, of rechtop staan. In de kerk komen we op de werkvloer van de Heilige Geest. God belooft te willen werken door dwaasheid prediking. Verkondiging woord is middel waardoor de Heere het geloof wil werken. Als het u dan niets doet, zondag aan zondag aan jou voorbij gaat, als het u niet raakt, zou dat misschien wel eens een teken kunnen zijn van innerlijke verharding, verzet, verbittering. Want het woord van Christus is een reuk des doods ten dode of een reuke ten leven.
Dat blijkt dan ook met Pasen. Niet alleen Emmausgangers, of Johannes, voor hen werd het een heerlijk Evangelie. Kracht opgestane Levensvorst ervaren in hun eigen hart, ziel. Kwam tot een ontmoeting met de koning van Pasen. Ze waren er ook, die Paasfeest hebben meegemaakt, toch levensweg voortgezet. Dat is nou de schaduwzijde van het Paasevangelie. Blijkt uit onze tekst. Dat thema: het schaduwzijde van het Paasevangelie.
- De indruk, maar geen afdruk
- Inslag, maar geen omslag
Want eigenlijk zijn er maar twee soorten mensen in deze wereld. Ook rondom het geopende graf, ook na Pasen, ook rondom de opgestane Christus. In de preken na Pasen letten we vooral op de ene soort, de vrouwen, de discipelen, ja dat is ook een rijke prediking, aanbidding van de levensvorst. Vorige week gehoord, vrouwen. Opdracht om grote nieuws te vertellen, vers 10 [citaat]. En dan gaan ze vol vreugde en blijdschap richting de discipelen. Geloof in de beoefening, hoop mag leven, Jezus leeft. Dat Paasevangelie, gaan ze onderweg. Vrouwen die de poorten zijn ingetrokken met dat blijde nieuws, evangelie mag worden gehoord in heel Jeruzalem. Zondaren kunnen zalig worden. Hij heeft de dood en graf overwonnen.
Maar is er ook een andere categorie. Wijst Mattheus ons vanmorgen op. Hij is de enige die daar aandacht voor vraagt. Dit ook een plaats in Woord van God. Daarom is het niet goed om alleen maar stil te staan bij Maria, Johannes, Petrus. De wachters [citaat], op weg naar de overpriesters. Wachters vol ontreddering en verbazing. Gaan met zelfde bericht als vrouwen. Hij is opgestaan, Hij leeft. Net als zij geweest bij het graf. Gezien, steen is weggerold. Zij hebben ook de verschijning van de engelen waargenomen. Mattheus wees er al eerder op, vers 4 [citaat].
Wie waren nou eigenlijk die wachters? Veel krijgen we nou niet van hen te horen. Eigenlijk wachters zijn, behoorden bij de stadhouder, bij garnizoen soldaten, tijdens feestdagen in Jeruzalem. Heidenen, in dienst bezetter. Dezelfde wachters mogelijk meegetrokken naar hof van Getsemane om Jezus gevangen te nemen. In elk geval, gebeuren bij graf diepe indruk gemaakt. Zij werden als doden. Gevoeld, ondervonden, gezien, aan de lijve, hier gebeurt iets, hier iets ongekends aan de gang. Als doden op de grond toen de hemel ging bekendmaken dat Jezus is opgestaan uit de doden. Werden als doden, op ogenblik dat de hemel in beweging kwam. Als een dode Jezus tot leven wordt gewekt, worden die wachters als doden. Al hun macht, kracht weg. Dit heeft hun niet onberoerd gelaten. Gaan op weg naar leden Sanhedrin. Dit moet bekend worden gemaakt.
Gaan naar overpriesters, die waren er immers, gevraagd om hun wacht. We zullen straks in tweede punt zien hoe leden Sanhedrin reageren. Voor wachters staat vast: Jezus leeft, engel gezien, stem gehoord, getuige van dat steen was weggerold, gevoeld kracht die van dit alles uitging. Misschien, we weten het niet, tekst geeft geen uitsluiting, gehoord wat de engel tot die vrouwen zei. Maar heilsfeit ligt voor hen vast. Hij die daar lag, ligt daar niet meer. Grafroof is het niet geweest. Goddelijke hand geweest. Niemand van hen afbrengen. Dat vertellen ze aan overpriesters. Overtuigen door feiten. Zo staat het in vers 11 [citaat]. Ze hielden niets achter. Hoe meer ze erover spreken, hoe meer het ging leven. Een ding zeker: Jezus leeft. De opstanding is een feit.
Ja zo kon het zijn geweest, vorige week met Pasen. U hoorde het, u wist de waarheid ervan, weet dat Jezus is opgewekt, u misschien wel geraakt, u voelde de kracht ervan, preken indruk gemaakt, woord van God de waarheid, woord raakte u. Diep van binnen voelde je: dat is de waarheid. Je raakte overtuigd, feit opstanding niet te ontkennen. Jezus is opgestaan, Hij is de Levensvorst. Kent u misschien dat gevoel van die wachters? Dat je net als die wachters diep onder de indruk bent geraakt? Indruk die Gods woord kan raken? Spreken van God dat er kan zijn in het leven? Beslag dat er kan liggen onder bediening? Kracht die er uit ging van de hemelse boodschap? Toen de hemel sprak, u als dood op de grond. Alles verbleekte in licht van Gods majesteit. Je smolt als het ware weg.
Gebeurde bij die jongen onder de prediking, jaar of 20, leefde voor vaderland weg, deed waar hij zelf zin in had. Kwam op plaatsen waar Gods woord van zei dat je er niet behoorde te komen. Tot die ene zondag. Woord sprak hem aan. Alleen maar voor hem werd gepreekt, leek wel. Zo geraakt. Ervoer de kracht. Tranen biggelden over zijn wangen. Diep geraakt door spreken van God. Wist dat hij zo niet sterven kon. Verstaan wat het is: zondaar te zijn voor God. Kennis krijgen van Christus en Zijn gerechtigheid. Wilde anders gaan leven. Roer moest duidelijk omgaan. En toch. Het kwam maar niet verder bij hem. Het brak niet verder door. De indrukken stierven weer weg. Hoe verder tijd vorderde, hoe meer opging in oude leven. Was slechts het nabijkomende werk. Even was hij onder de indruk. Had niets achter gelaten. Was alleen geraakt in gevoel. En hij was niet geraakt in zijn hart.
Net als die wachters. Even onder de indruk, hun gevoel was geraakt, maar niets achtergelaten in hun hart. Blijkt ook wel, als Sanhedrin heeft aangehoord, trekken even terug, daarna komen ze terug, kunnen flinke som geld krijgen, waarheid verzwijgen. Niet spreken over de dingen die geschied waren [citaat]. In plaats van te blijven getuigen van gezien en gehoord hebben, moeten ze gaan zwijgen, leugenverhaal gaan vertellen.
Een verhaal waar ze zelf niet al te best uitkomen. Wachters in slaap, dat zijn geen goede wachters. Slaap tijdens wacht, daarop stond de doodstraf, dat wisten ze. Ernstig vergrijp. Geen ogenblik over nadenken. Voorstel naast zich neerleggen. Steen gezien, engel gezien, boodschap hen tegen de grond geslagen, hen geraakt. Toch niet net doen alsof niets is gebeurd? Niet toevlucht nemen tot de leugen? Ordinaire grafroof, je weet wel beter.
Toch, en dat is zo aangrijpend, en zij, het geld genomen hebbende… [citaat]. Onvoorstelbaar, onverklaarbaar, tegen beter weten in, tegen innerlijke overtuiging in. Ze kiezen voor het geld. Ja, zijn verklaarders, arme soldaten zijn geweest, karig loon, hier ging om enorm geldbedrag. Al zou dat waar zijn, hier toch afgekeurd. Ze waren erbij geweest in de hof, ooggetuige geweest. Toch kiezen ze voor dode geld. Kiezen voor materiële welzijn in plaats van geestelijk welzijn. Ze kiezen tegen Jezus omdat ze voor het geld kiezen. Net als Simon de tovenaar. Uw geld zij met u ten verderve, zei Petrus. Net als die rijke jongeling. Volg Mij, maar hij deed het niet. Geldgod zat hem in de weg. Geld en goed bij hen.
Zeg u, die nog voor eigen rekening leeft, onderzoek u eens. Zou het kunnen dat het geld er tussen ligt? Goederen er tussen? Daarom nog nooit tot een geestelijke doorbraak? O ja, wel eens geraakt, aangedaan, bewogen onder het woord, uiteindelijk beslommeringen van de wereld, indruk weer deden wegvloeien. U gaat zo op in uw werk, bezig met maken carrière, zo druk op school, al je tijd en aandacht. Materialistische levensinstelling die ons afhoudt van bukken en buigen voor God en Zijn Woord. Genieten van het goede van de wereld. We hebben het zo goed. We willen het zo goed hebben. Daardoor kunnen we indrukken uitdoven. Zeg als je dan wel eens ontroerd bent thuisgekomen, tranen toe thuis kwam, naar je kamer, hart uit te storten, zo bewogen, nou preekt de dominee voor mij persoonlijk. Maar als het nou nooit verder is gekomen dan die indruk? Jezelf wel eens afgevraagd waar het aan ligt? Heel wat jaren geleden is gebeurd, die indrukken niet gebleven zijn. Zou het misschien komen, u veel te druk met hier en nu. Geld, goederen, carrière, hang naar de wereld, beslommeringen van hier en nu, zitten die er misschien tussen?
Dat was probleem van de wachters. Die indrukken ebden weer weg. Met som geld verspreiden ze de leugen. Pasen liet niets bij hen achter. Zetten oude leven gewoon voort. Een indruk maar geen afdruk.
2.
Een inslag, maar geen omslag. Die geestelijke leidslieden, zullen op die vroege morgen van Pasen tevreden zijn geweest. Die rabbi is gestorven, geen onrust. Gevaar voor hun eigen positie. Bang dat Jezus teveel mensen achter zich zou krijgen. Vijandschap openbaar gekomen. Keerden zich af van zijn prediking. Moesten niets van Hem hebben. Keren geweest, in debat. Maar in officiële vergadering besloten gevangen te nemen en te doden. Dat is gelukt. Tenminste, dat meenden ze. Toch waren ze er niet helemaal gerust op. Woord achtervolgde hen. Spreken van Jezus liet hen niet los. Mattheus 12 vers 40, teken van Jona [citaat]. Zij waren dus bekend met de woorden van de Heere Jezus. Gebrek aan kennis was het dus niet. Sabbat ervoor gebruikt om Pilatus te vragen of er wachters voor het graf mochten staan. Zo sterk houdt het hen dus bezig. Nu wachters bij het graf. Geestelijke leidslieden er zeker van, discipelen lichaam niet weg kunnen nemen. Echo galmt nog na.
Is dat niet praktijk van hen die kerk rug hebben toegekeerd. Vijandschap kan duidelijk openbaar komen. Zijn er die er niets van moeten hebben. Maar hoe vaak zie je niet, dat Woord blijft achtervolgen? Zij die ooit in de kerk zijn geweest, zijn gedoopt, christelijke opvoeding niet achter zich kunnen laten. Woord nog diverse keren terug komt. Nee een mens is niet zomaar van de Christus der Schriften af. God laat een mens niet zomaar verloren gaan.
Dat bleek wel op die dag. Vrouwen naar de stad, wachters ook. Jezus niet meer in dat graf. Vertellen als eerste tegen hen die hadden besloten om Jezus tot de kruisdood te veroordelen. Des doods schuldig bevonden. Tot hen komen nou die wachters met het bericht van Jezus opstanding.
En dan is het zo wonderlijk hoe Mattheus dat onder woorden brengt. In grondtekst een woord voor boodschappen, vers 11, zelfde woord als in vers 8, 9 en 10. In Grieks hetzelfde woord. Ik las daarover in verklaring, Mattheus wil benadrukken, wachters met een boodschap van God komen tot die overpriesters, ook al hebben ze dat zelf niet door. Boodschap doet van Godswege een appel op het hart van de leden van het Sanhedrin. Vertellen al de dingen. Alles. Alles wat God heeft gedaan. Waarin God zich heeft betoond. Gezien, gehoord. Ze houden niets achter. Kunnen wel nagaan, gesproken met grote overtuiging, schrik nog in de benen, indruk gemaakt. Ademloos zullen de leden van de raad hebben geluisterd. Ze hebben begrepen dat het teken van Jona echt is gebeurd. Alles wijst erop dat Jezus leeft. Jezus komt niet meer tot Hem. Nooit meer verschenen aan Zijn vijanden, na opstanding. Wel tot geestelijke leidslieden door middel van een boodschap, spreken, woord van Godswege. Ze zijn niet zomaar van Christus af. Eerst achtervolgde woord hen in het geweten, nu de waarheid van het woord. In allerijl vergadering belegd, Sanhedrin bij elkaar. Zaak van de Heere Jezus opnieuw op agenda gezet. Ditmaal niet door henzelf, zoals bij beraadslaging dood. Nu bij God vandaan. Hij plaatst de zaak opnieuw op de agenda.
Zou hier ook niet een les liggen voor ons? Wij denken met God en Christus af te kunnen rekenen, denken zomaar voorbij te kunnen leven. Wel doen alsof Jezus dood is, ons afsluiten voor Woord, wel kunnen bannen, aan voorbij leven, dat dat zo maar niet gaat, dit gedeelte. God is geen dode God, maar levende God. Hij is de levende die in bediening voor ons komt te staan. Hem op onze levenswege. Stelt zaak voor ons. Ook vandaag weer. Nee, een mens is er niet zomaar van af. En bovendien, u kunt wel denken, de Heere Jezus van uw levensagenda weg te kunnen krijgen, maar ooit krijgt u met Hem te doen. Dan zal blijken dat Hij de Opgestane is. Op de dag dat u Hem onder ogen moet komen. Zal dat dan gaan, kunnen? Dat is de vraag die telt.
Wat gaat er nu gebeuren in Jeruzalem? De zaak van de Heere Jezus Christus. Er nu onder buigen? N u voor de waarheid vallen? Erkennen verkeerd hebben gezeten? Met schuld toevlucht nemen tot de Heere Jezus Christus? Ze kenden Gods woord. Ze wisten hoe Hij zich had bekendgemaakt. Eindelijk tot inkeer komen? Erkennen gruwelijke zonden? Bedelaars, smekers van genade zouden worden. En vergaderd zijnde… Die mannen komen opnieuw bij elkaar. Weten we, zijn godsdienstige mannen. Begonnen met schriftlezing en gebed. Niet de wereld die bij elkaar komt, maar de godsdienst. Buigt over zaak Christus. Godsdienst van toen en godsdienst van nu. Die godsdienst moet uiteindelijk niets van Jezus hebben. Blijkt nu wel hier, zelfs na alles gehoord, gezien, zij verharden zich. Er komt geen ommekeer. Gaan voort op weg ongeloof. Smeden een plan, heilsfeit, waarheid van opstanding, om die onder een dekmantel voor een leugen te houden. Aangrijpend. Christus die opnieuw klopt, ze blijven zich verharden, ze blijven dezelfde. Nu appel op hun hart. Blijven het van zich afweren. Weer zoeken ze waarheid te verdraaien. Weer toevlucht tot leugenleer. Bedenken van alles. Proberen zichzelf te blijven in zelfhandhaving.
Zeg, hoe is dat nou bij u? Jij? Het is Pasen geweest. Boodschap van opstanding is tot ons gekomen. Hij is opgewekt. Hij heeft getriomfeerd. Hij heeft de machten van vorst der duisternis gedood. Eeuwige leven en gerechtigheid heeft verworven. Wil uitdelen en toepassen. Zo komt toch de prediking tot u en jou! Dat dat door de opgestane Christus als het ware geklopt wordt op deur van uw hart. Machten van de dood te verbreken. Hij is de opgewekte, de levende. Hebt u al voor Hem leren buigen? Voor Hem leren knielen? Hem al leren toevallen als degene bij wie alleen de waarheid te verkrijgen is? O dwaas, als je je maar blijft verzetten. Voortgaat op uw eigen wegen. Voortgang op weg naar ondergang. Dwaas als je woord probeert te verwerpen als ware het een leugen.
Net als voor die leden van het Sanhedrin, geen buigen voor Christus. Niet dat ware zaligmakende geloof. Opnieuw rammelt ze met de geldbuidel. Net als bij Judas. Zo met geld Paasevangelie te smoren. Geld weggegrepen uit tempeldienst. Waarheid voor een leugen te houden. Zo aangrijpend. Ze doen dus een greep in de kas van de kerk om de boodschap van het heil te verdonkermanen. Niet door wereldse menen, maar door godsdienstige mensen. Plaats bij hen, die zoals ze zelf beweren, menen God een dienst te doen, zo kan een mens dus zijn, godsdienstig, met Woord bezig, aanroepen in gebed, levend bij de wet, houdend instelling, bezig met ceremoniën, maar uiteindelijk aan Gezondene voorbijgaan. Weigeren door knieën te gaan. Aan Christus voorbij te leven. Toch maar weer die vraag: lijkt u op die leden van het Sanhedrin? O ja, u bent godsdienstig, strijder voor de waarheid, serieus, u wil niet weten van de Christus. Daar tegen verzet u zich, juist omdat u weet dat als Hij in uw leven komt, uw eigen ik de doodsteek krijgt, eigen positie niet meer kan handhaven.
Zo worden die wachters met fabeltje land in gestuurd. Spreken van God afgedaan als laster. Hand van satan achter. Net als in paradijs, Adam en Eva hebben woord van God tot een leugen gehouden. Satan geloven. Deze leugen wordt wel geloofd. Maar vaak genoeg verteld, dan geloofd. Waarheid van die vrouwen niet aanvaard, deze laster wel. Daaraan kunt u ongeloof herkennen: houdt woord vader der leugen voor waarheid en woord van Vader der waarheid voor leugen. Zo in Israël. Zij die gebeden opzegden. Boodschap van opgestane Christus bij hen niet mee aangekomen, wilden ze niet weten. Kozen voor praktijken van vorst der duisternis. Gaan verloren vanwege ongeloof.
Laster doet zijn werk. Dat is het laatste [citaat]. Aangrijpend. Deze laster werkt. Wat een verantwoording laden ze op zich! Verantwoordelijk voor, waarheid in doofpot gestopt. Die ene Naam, verdacht gemaakt. Mag droefheid geven, dat joden nog niet zijn gekomen tot kennis van Christus. Maar toch, eindigen in mineur? Geestelijke leiders zich verharden, daar heeft Woord van God wel zijn vrije loop. Niet te keren. Vrouwen bij discipelen. Komt tot ontmoeting. Krijgen dan ook de opdracht woord van God bekend te maken [citaat, zendingsbevel]. Evangelie gaat uiteindelijk heel de wereld door. Zo is het ook tot ons gekomen.
Maar hoe staat u nou tegenover dat evangelie? Wat is de vrucht? Vandaag verkondigd, hart verbreken, ontdekken aan zonde van ongeloof, zien: opgestane Christus hebt veracht, bloed onrein gehouden, in schuld voor God, uitgaan tot die Christus. Doe dan toch niet als die joodse leidslieden. O ja het evangelie is wel ontdekkend, ontmaskerend, schuldigstellend, eigen ik eraan, niets van de mens overeind, positie moeten opgeven, geknakt en gebogen door het leven dienen te gaan, maar Hij is de opgestane, om met Zijn levendmakende Geest, dat toe te passen. Alles van de mens valt dan weg, blijft Christus over. Hij breekt er dwars door heen, wint harten in voor zichzelf. Wat is de vrucht van Pasen voor u? Je kan vasthouden aan de leugenleer, ondertussen doorleven. Maar eens zal de dag komen, dat je die leugenleer moet afleggen. Waarheid ten volle aan het licht. Dan zal blijken: evangelie van Pasen toch waar. Geloof toch dat Evangeliewoord van Pasen, Christus is opgestaan uit de doden. Alleen in Hem de zaligheid voor een die zichzelf die zich altijd op de been heeft willen houden met de leugenleer. Maar dat Hij de weg, de waarheid en het leven is. Gelooft dan toch in Hem en gij zult zalig worden. Amen. [10.57]
Geef een reactie