Ondanks Jona weigering en ontrouw, houdt God Jona vast. God roept Jona naar Ninive – de stad van de vijand. Naar welk ‘Ninive’ roept God ons? En zou het kunnen dat we, net als Jona, ons verzetten tegen de goedheid en barmhartigheid van God? Toch kunnen wij niet zo diep afdalen, of God komt ons in Christus tegemoet.
Gemeente van Jezus Christus, we hebben gelezen uit profeet Jona. Hoofdfiguur draagt een prachtige naam. Jona. Duif. Een duif is Jona. Een postduif. Door God erop uit gezonden. Met een boodschap. Net als andere profeten moet hij mensen aansporen terug te keren naar Gods goede geboden. Daarin is het leven.
Jona krijgt op een dag een opdracht. Van zijn Zender. Woord kwam tot Jona. Sta op en ga naar Ninive. Woord kwam tot Jona. Je zou er overheen lezen. Wat een hoopvol begin is dit. God spreekt! Toen en vandaag. We leven onder een open hemel. Hij doorbreekt de stilte. Spreekt ons aan. Stel je voor dat we nooit iets van boven vernemen? Dan overgeleverd aan elkaar.
Hoe die stem precies klonk, weten we niet. Misschien droom of visioen. Stem was er! Ook vandaag. Hoop dat u daar iets van kent. Dat je in de kerk zat, preek hoorde, alsof God tot jou sprak. Je wist: het moet anders in mijn leven. Of je zong een lied mee. Je wist: dit verlangt God van mij.
Het woord kwam tot Jona. Naar Ninive te gaan. U moet weten, hoofdstad van toenmalige Assyrische rijk. Huidige Noord-Irak. Tot voorkort IS in de greep. Dat gebied maakte deel uit van machtige rijk. Qua wreedheden deed niet onder voor IS. Gitzwarte bladzijde geschiedenis Israël. 722 voor Christus, noordelijk tienstammenrijk verwoestten. Deporteren. Is nooit meer teruggekeerd. Verdwenen in de nacht van de geschiedenis. Wat voor lui dat waren! Kunnen we ons iets voorstellen bij wat God zegt. Naar die grote stad gaan. Tegen die stad prediken.
Jona staat niet te trappelen. Ninive staat symbool voor wat kapot is, volksgenoten. Hoe zal Jona reageren? Stond op om naar Tarsis te vluchten. Weg. In plaats van naar het oosten. Maar naar Tarsis, in Spanje. Postduif vliegt de andere kant op.
Wat is dat nu geweest? Dat Jona wegloopt. Reden? Wegvluchten voor de roeping? Angst? Dat zou toch begrijpelijk zijn. In je eentje naar die stad toe. Aartsvijand. Naar hol van de leeuw. In Gods naam vertellen dat het anders moet?! Stel je voor dat men daar niet op zit te wachten…. Met je leven bekopen. En toch denk ik niet dat het angst was.
In hoofdstuk 4 komt de aap uit de mouw. Ik wist dat U genadig en barmhartig bent. Dat U berouw hebt over het kwade. Jona heeft moeite met Gods goedheid en geduld. Wel goddeloze volk waarheid te zeggen. Oordeel aanzeggen. Dat wil. Hele stad met grond gelijk zou maken. Met Sodom. Vuur uit de hemel. Maar Jona kende de Heere God langer dan vandaag. Ergens lijkt hij goed te beseffen, als God dit vraagt, dan is dat niet Gods laatste woord. Wil maar een ding zeggen: God geeft hen nog een laatste kans om zich te bekeren. Gods ultieme reddingspoging voor Ninive. Daar moet Jona niet aan denken. Aartsvijanden er genadig van af komen?! Jona wil zich niet laten gebruiken.
Confronterend! En herkenbaar? Je hoort graag preken over Gods genade. Blij mee. Een God die troost en steunt. Maar dat God de God wil zijn van mensen met wie wij moeite hebben. Collega die alles doet wat God verboden heeft, klasgenoot. Zou het kunnen dat jij zelf van genade wil leven maar dat u dat anderen niet gunt. Zou dat kunnen? Stel je voor dat God jou naar jouw Ninive stuurt. Wat zou je dan zeggen? Iemand in uw leven die je heeft gekwetst. Die ander heeft het bij mij verspeeld. Die krijgt nooit meer een kans. Maar als God vraagt om naar die persoon te gaan. Ook hem of haar redden? Eerste wat bij je naar boven komt: geen denken aan. Is teveel gevraagd. God vraagt je concreet om naar ander toe te gaan en te zeggen dat je het verkeerd hebt gedaan. Liefst vlucht je weg.
Ik dacht, gemeente, een mens kan op zoveel manieren op de vlucht zijn voor God. Je weet wat God wil. En toch… Je weet dat God wil dat je eerlijk wordt richting partner. Stoppen met zonden. Werk niet te belangrijk zodat je gezin er onderdoor gaat. Liefst zou je willen dat God er niet bij is. Wegvluchten. Alsof echte leven te vinden is bij Hem vandaan?! Leven zonder hem tot bestemming komt?
Jona horen we niets zeggen. Opvallend. Alleen nog maar actie. Hij doet alleen nog maar. Geen aarzelingen voorlegt. Niet: ja, Heere, dit zie ik niet zitten. Hij verbreekt het contact met God. En loopt bij God vandaan. Had hij dat maar niet gedaan!
Het gaat van af dat moment maar bergafwaarts. Tot twee keer toe woord afdalen. Naar havenplaats (vers 3) en afdaalt in ruim van het schip (vers 5). Is veelzeggend. Wie Gods stem naast zich neerlegt, komt in neerwaartse spiraal. Zijn veel mensen die God negeren. Voor oog gaat het goed. Maar zo’n leven heeft geen toekomst. Op spoor.
God zegt niet: voor jou een ander. Jammer, duif. Maar God komt hem achterna. God wil niet dat Jona’s leven schikbreuk lijdt. God laat Jona niet zomaar gaan.
Jona gaat mee met een schip. Maar dan is daar die storm. Schip dreigde te breken. Leven van Jona letterlijk en figuurlijk in de storm. Duidelijk een straf? Ja, maar we peilen het dan niet diep genoeg. Die storm is juist genade. God doet er alles aan. Jona op andere gedachten te brengen. Heeft u er zo wel eens tegenaan gekeken? Uw leven in de storm ligt. Of als de storm opsteekt? Teleurstelling, tegenslag. Wat maakt God je duidelijk? Wakker schudden. Terug brengen bij Hem. Ik zeg niet dat God alle narigheid gebruikt maar laten we nog ruimte daarvoor? Dat God ons stil zet?
Mannen aan boord doen er alles aan. Bidden hun knieën kapot. Maar Jona slaap rustig door. Dat kan dus als christen. Zo onverschillig. Heel wat nodig om jou wakker te krijgen. Maar God heeft heel wat pijlen. God gebruikt dan ook andere mensen. Zoals die kapitein. Hoe kan je slapen?! Roep je God aan. Schaamte, dat die heidense kapitein gebruikt om je op te roepen tot gebed. Maakt God ook iets duidelijk in jouw leven? Is Hij bezig je wakker te schudden, door christenen of niet-christenen.
Meer dan Jona hebben ze door dat de storm geen toeval is. Jona komt er ook mee voor de draad. Doet een indrukwekkende geloofsbelijdenis? Storm geen toeval is. Jona weet: hier zit mijn Zender achter. Je kunt je afvragen of die belijdenis een keerpunt is. Ik denk het niet. Er komt geen schuldbelijdenis bij. Nee. Gooi mij maar overboord. Jona denkt: ik ben liever dood dan gehoorzaam. Wat een contrast met die bemanning. Jona wil niet naar die heidense stad. Die heidense mannen doen er alles aan om Jona wel te redden. Ze zien geen andere mogelijkheid om hem overboord te gooien. En ze riepen de Heere aan. Ontroerend. Hebben Hem leren kennen. Bevreesd worden voor de Heere. Niet bang. Maar vol ontzag. In leven is een omkeer gekomen.
Eindigt dit hoofdstuk met: God beschikte een vis. Aan Gods geduld komt geen eind. God laat Zijn postduif niet los. Stuurt een vis.
Als deze geschiedenis ons ergens bij stil zet, is het toch de trouw en geduld van God. Al lopen ook wij dikwijls weg. Kiezen tegen beter weten in onze eigen weg. Hij wil niet dat uw en jouw leven schipbreuk lijdt. Wil ons hart voor Hem winnen. Jona is niet verhaal over ontrouw, maar over Gods trouw. Zo ver kan ik niet vluchten. Of zo diep afdalen. Hoe diep is God afgedaald?
Kijk dan eens naar Jezus. Heel diep. In mijn ellende, falen en schuld. Komt in de storm van Gods woede en kwaad. Dood en hel. Om u en mij terug te brengen. God is zo genadig! Laat je terughalen door Hem. Hij heeft het beste met u voor. Jezus is hier door Zijn Geest. Hij vraagt voor het eerst of honderdste keer: keer je om, volg Mij. Ik zal je de weg wijzen. Niet zelf regie voeren. Maar wat wilt U dat ik doen zal?
Jona zet confronterende spiegel voor. Trouw van God. Ongelofelijk goed nieuws voor ieder die het horen wil. Amen.
Zondag 27 mei 2018, Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, 9:30 uur. Wetslezing (‘horen wij het goede gebod van de Heere’) uit Romeinen 12:9-21. Schriftlezing Jona 1.