Wij mensen verzuchten nog weleens: wat is de mens eigenlijk? Hoe beperkt en nietig zijn we. Met onze sterfelijkheid zijn we er nog niet, we zijn zondaars voor God. Na de vraag van David in Psalm wat de mens is, eindigt het niet. Het vervolg is dat God de mens gedenkt, in de Mens met een hoofdletter, de Heere Jezus Christus. God ziet om naar zondaren met hun eeuwige behoud op het oog.

Psalm 8 vers 5: ‘Wat is de mens, dat U zijner gedenkt, en de zoon des mensen, dat U hem bezoekt?‘.

Wat is de mens, hoe groot is God
1. Een verzuchting vanwege onze nietigheid;
2. Verwondering vanwege Gods ontferming.

1. Een verzuchting vanwege onze nietigheid

Gemeente, deze tekst uit de Statenvertaling bij ons nog wel het meest bekent: wat is de mens dat U aan hem gedenkt? Het schoot door me heen laatst in het ziekenhuis. U hebt het misschien ook wel gehad, in het ziekenhuis, het flitst door je heen: wat is de mens? Wat blijft er van ons over als we de laatste adem uitblazen. Wat is de mens, helemaal niets, een zucht.

Je kijkt dan vaak naar beneden, en je ziet iemand liggen, dan zeg je wat is de mens. David kijkt naar boven. We moeten vers 4 en 5 samen lezen. Als ik de hemel zie, het werk van Uw vingers. Wat is dan de mens. David kijkt eerst naar boven en vervolgens naar zichzelf. Wat stellen wij voor in vergelijking met die heerlijke schepping.

In 1969 kwam de tweede mens aan op de maan. Hij citeerde Psalm 8. Wat is de mens? U kunt dat nu niet meer voorstellen, met een beetje geld een plezierritje naar de maan. Dit komen toch haast niet meer tegen: wat is de mens. We hebben veel bereikt, jongeren. Digitale tijd. Het einde is nog lang niet in zicht. We hebben geen beperkingen, we hebben voor ieder probleem een oplossing.

Wij zeggen het vaak in verbazing: wat is de mens. Dat maakt de Psalm in deze tijd moeilijk. We hebben de mens zelf een naam gemaakt. Niet God. Toren van Babel. Zelf een naam. Wij zullen gelijk aan God of boven Hem komen. Dat zit in ons DNA, ook in jullie kinderen. Naam voor onszelf maken. Alles mee. Eeuw van zelfontplooiing. Bouwen en investeren in je toekomst. En je zou zomaar vergeten niet hoe groot zijn wij maar hoe groot bent U?

Is dat niet moeilijk? Ik kijk even naar de jongeren. Is dat niet moeilijk in deze tijd als je zoveel kunt. Als je zoveel zelf kunt. De vertaling heeft sterveling en dat is terecht. We zijn klein. Hebt u ook in de bergen gewandeld? Dan word je klein. Daar hoef je geen christen voor te zijn, diepgeworteld gevoel: we zijn klein.

God bevestigt dat. Stervelingen zijn we. De Adam. Stof bent u en tot stof zult u weerkeren. Waarom zo’n inzet? Om God te leren kennen hebben we kennis van onszelf nodig. Dat we stervelingen zijn. Die beperktheid en eindigheid hoort er gewoon bij, we hebben gewoon niet het eeuwige leven. Ik hoop dat er iets verlichtends in is. Dat de kerk is waar een plek waar je dat verzuchtend mag zeggen.

Maar dan zijn we er nog niet. In de doopdienst ‘aan de verdoemenis in Adam verbonden’. Zondaar. Sterveling. Dat laat de mens ziet in zijn schepselmakendheid en ook zondaar-zijn. Dat had ik wel gedacht, zegt iemand. Open deur. Doopwater wijst ons de zonden aan. God gaat het zo aan het hart leggen dat wij zo zijn dat God ons er niet in wil laten zitten. Dat ze zondaar zijn voor God in Psalm 8 in verband gebracht met het omzien van God.

Natuurlijk, je wenst je kind een succesvol, een gezegend vol leven toe. Natuurlijk, het zou mooi zijn als ze hun talenten kunnen inzetten. Ten overstaan van God blijft je zondaar, sterveling. Natuurlijk, je kunt uitmuntend zijn, een acht. In een bedrijf: dit is iemand die we willen hebben. Excelleer je in de maatschappij. Voor God een onvoldoende, ik houd de maat niet. Dat komt allemaal ter sprake als het doopwater gesprenkeld wordt.

Wat wil God vanmiddag? Dat we instemmen, dat we dit zeggen. Wat is de sterveling, dan gaat het over mij, wie ben ik? Als je ouder wordt, misschien zestien, zeventien, achttien, kun je daar achter komen. Wat ben ik?! Zo beperkt. Het kan ook zijn dat hier mensen zitten die hier keihard tegen aanlopen.

God wil ons dat niet erdoor duwen maar dat wij dat zeggen. God laat de kinderen niet dopen om naar huis te sturen. Het Evangelie geen restyling is, finetuning. In de opvoeding kun je dat proberen de scherpe kantjes van het karakter eraf halen. God zegt dat dat kind dat Mij van nature liever kwijt dan rijk is, dat Ik die terug wil hebben. De genadige Verbondsgod, dat gebeurt in Psalm 8.

Er zijn zoveel mensen die in wanhoop leven. Je zou ze zo dit Evangelie willen geven. Je hoeft niet als een wanhopige ziel rond te lopen. Er is een God die al naar mij vraagt voordat ik naar Hem vraag. Dat is verwondering van David als hij kijkt naar de maan en sterven. Weet je wat hij ontdekt? Mijn kleinheid is juist Zijn grootheid. Hij schaamt Zich niet de God van stervelingen genoemd te worden. Hoe doet God dat dan? Hoe kun je dat als ouders duidelijk maken bij je andere kinderen? De crux is het woordje denken, gedenken. Wat is de sterveling dat u aan hem gedenkt. Ik probeer dat woord heel duidelijk uit te leggen.

Stel je voor dat je een vriend hebt en die verhuist naar het buitenland. Uit het oog verloren. Jaren geleden liep ik op deze plaats met die en die. Contact verwaterd. Wat doe je als je thuis bent? Zoek je de contactgegevens van die persoon op. Geweldig als het contact wordt opgenomen. Hoe gebeurt dat? Het denken brengt bij een daad. Dat brengt mij bij de tweede gedachte.

2. Verwondering vanwege Gods ontferming

God heeft in Zijn gedachten de mens. God heeft met Adam een weg willen gaan. Het contact verwaterde niet, Adam deed de deur dicht. Maar God aan hem. Het Evangelie van Gods herinnering. Dat God op Zijn gang door de geschiedenis heen niet zomaar een kind geeft, formeert, maar in gedachten wil maken tot een verlost kind, wandelt, leeft met Hem. Dan heb je een prachtige taak. Dit kind zijn werkelijke bestemming te geven.

God gedenkt. U hoeft Hem niet wakker te maken. Hij gedenkt. Je bent hier misschien wel twintig jaar. Het laat je koud. Ja die kerk, ja die doop, het kan mij wel. God gedenkt aan die sterveling. David formuleert het heel algemeen zodat niemand kan zeggen dat hij er niet onder valt.

Wanneer gebeurt dat? Als u een stap zet. Gods gedachten is niet passief maar actief. Ik denk even aan Noach, is ook in het doopformulier. Hij behoudt hem met z’n achten. Onze gedachten kunnen verwateren maar Gods gedenken niet. Even een kaartje sturen aan die en die en dan vergeet je het. Gods gedachten komt uit het hart, is daad.

Je kunt je zo verloren voelen in een stad. Niemand kent mij. En ineens komt er iemand naar je toe. He ken je met nog, ben jij het?! Jonge mensen het gebeurt ook onder de verkondiging. Dat je je verloren voelt en dat er die onzichtbare Heilige Geest is die je laat weten: Ik ken je, Ik weet van je. Dat is een hele bijzondere troost als je je alleen voelt met je gedachten. Je cirkelt zo naar beneden. O God U doorgrond en kent mij.

Gemeente, we hebben een God die notitie van ons maakt. Niet een massaproduct maar uniek schepsel. Geboren om zalig te worden, niet verloren te gaan. Omzien in het tweede gedeelte van vers 5: God ziet naar ons om. Hij moet er nog moeite voor doen en dat heeft Hij ervoor over. Hij buigt Zich ervoor neer. God is barmhartig, u hoeft Hem niet barmhartig te maken en Hij ziet naar mij om.

Gooi dat de duivel alsjeblieft voor de voeten. Als hij je andere gedachten probeert in te brengen. God ziet je niet, ziet je over het hoofd. Nee, satan. Wat is de mens dat U naar hem omziet? Als dit niet zo was, dan waren wij er niet geweest. Denk eens terug tweeduizend jaar geleden. Hij zond Zijn Zoon om de weg te gaan die jullie kind ook is gegaan. Van heel klein naar volwassen.

God denkt aan mij. Daar word je pas echt klein. Je bent klein omdat je schepsel en beperkt bent en als je in het ziekenhuis komt ondervind je het. Maar je wordt pas echt klein als dit omzien naar jou werkelijkheid voor je wordt. Hoe zit dat dan nu? Het doopwater is de onderstreping vandaag. Dat God nog net zo is als in het Oude Testament.

Dat Hij uit de massa van de mensen trekt. Doopouders, die woorden zijn actief. God denkt en ziet om. God is dynamiek. God is geen statisch God. God is zo heilig. Waar moet ik mij bergen? Bij Jezus. Het mensenkind, die sterveling wie is dat? Jezus. Hebreeën 2. Deze woorden worden betrokken op Jezus Christus. Gezonden naar deze aarde. God denkt vanwege Christus aan mij. Hij onderstreept het met z’n beloften om jullie en jullie kinderen naar Zich toe te halen. Dat is genade. De afstand te overbruggen.

Deze God schaamt zich niet om God van zondaren genoemd te worden. Wat wil je nog meer? Dat Hij ze wil hebben zoals ze zijn. We hebben een God die genadig en barmhartig is en vol van goedertierenheid. Ik zou willen dat ik hiervan leef. Het doet me denken aan een dominee die op bezoek ging in een ziekenhuis. Wat is de mens, vroeg hij. En nu verder, zei hij. En z’n ogen straalden. Dat U zijner gedenkt. De dominee kwam bij die man op bezoek maar die man kwam bij die dominee op bezoek. Hij leefde van genade. Veel raakte hij kwijt. Leeft u ervan? Van het omzien van God. Hij ziet om, Hij gedenkt. Jezus ziet om waar de nood het hoogst is en de zonden het diepst.

Ga nou niet de diepte in door in de raad van God in te dringen: is het wel voor mij?! Hij zegt het toe in de doop. Ik zal het, Ik doe het, Ik zal het. Alles wat in Christus is wil de Heilige Geest toe-eigeningen. Dat ze van genade gaan leven. Dwazen, verachten, kwetsbaren, zij leven van het omzien. Zij zijn overwinnaars, meer dan overwinnaars.

Als ik mijn ogen sluit, als ik leef van dit omzien, dan zal niets mij kunnen scheiden van de liefde van God in Christus. Het is bij God geen misschientje. Hij wil niet dat wij buiten blijven staan. Echt niet. Leef het voor, zing het voor, lees het voor. Dat de kinderen opgevoed worden met een ruimhartig Godsbeeld. Wat ze nodig hebben: redding, troost, zekerheid.

Wat is de mens dat U aan hem denkt? Gemeente, buigt u mee vanmiddag? God is een God hoewel Hij hoog woont, laag neerdaalt. Dan moet u niet zingen als een voorwaarde. Kunt u overeind blijven staan? Leven van die wondering die zakt door de knieën. Dat alle roem is uitgesloten, die roeme roeme in de Heere. Hoe heerlijk bent U dat U naar mij omziet. Omdat U naar mij omziet. Geloofd zij God met diep ontzag.

Amen.

 

Zondag 12 september 2021 – Victorkerk Hersteld Hervormde Gemeente Apeldoorn – ds. A.A.F. van de Weg – Schriftlezing Psalm 8 en Hebreeën 2 – bediening van het Woord en van het sacrament van de Heilige Doop