Toen God Zijn Zoon in deze wereld geboren liet worden, gaf Hij een teken. U zult het Kind vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe. Hij, de Zaligmaker der wereld die zonder zonden is, in doeken gewonden om Zijn naaktheid te bedekken. Vanwege onze naaktheid door de zonden. Wij zijn het kleed van Gods gerechtigheid kwijtgeraakt. Hij in de kribbe neergelegd om het Brood voor deze wereld te zijn. Geloven in Hem is onze honger laten stillen. Komt laten wij naar Bethlehem gaan en al buigend op onze knielen over de rand van de kribbe kijken en in geloof Hem zien. Hij daalde zo laag af, zo liet Hij zich vanwege en voor ons vernederen.
Lukas 2 vers 12: ‘En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe‘.
Het Kind in de doeken gewonden liggende in de kribbe: een sober en schitterend teken
Gemeente, hier en thuis meeluistert, wat is de afdronk van de Kerstdagen voor u en jou? Wat houd je over? Minister Rutte zei het een paar weken vanuit het Torentje dat het een sobere Kerst zou worden. Was het zo? Sober. Kerst in kleine kring. Dat is voor de gemiddelde Nederlander toch wel het laatste wat je wilt.
Kerst moet het feest van de uitbundigheid zijn, gemeenschap, samenzijn. Ik bedoel het ook op een dieper niveau: wat nam je mee, wat bleef over van de Woordverkondiging? Wat een zegen dat er een derde Kerstdag is. Voor u die er misschien niet bij kon. Een teken vanmorgen. Een sober teken dat schittert in zijn soberheid.
Dat is het als wij over de rand van de kribbe meekijken. Doeken, de kribbe, het Kind. Beginnen met de doeken. Vervolgens de kribbe. En dan het Kind. U zegt: het begint met het Kind?! Jawel maar u krijgt het Kind niet zonder de doeken en de kribbe.
1. De doeken
Wat heeft het ons te zeggen? De doeken. Het teken is geweest voor de herders. Als wij ons even verplaatsen wat die herders hebben meegemaakt. Overweldigende ervaring. Een en al uitbundigheid. Een licht omscheen hen. Ze zagen niet alleen een licht maar hoorde ook een stem. Ere zij God en vrede op aarde in de mensen een welbehagen.
Overrompeld. Je moet het maar meemaken. Zo snel als het kwam, zo snel verdween het. Wat hielden zij over? Ik vroeg het net aan u. Niets dan het Woord. Namelijk dat u heden de Zaligmaker geboren is. Dit zal u een teken zijn. Dan houden ze alleen het sobere teken over die doeken, kribbe en het Kind.
En ze gaan. Jawel ze gaan. Op Uw woord heb ik vertrouwd, Heere. En dan komen ze en buigen ze over de rand van de kribbe. Kind in doeken. Dat is het eerste element van het teken dat de engelen geven. Stevig ingewikkeld heeft moeder Maria uit liefde gedaan. Omdat het Kind naakt ter wereld kwam.
Dat is nogal wat. Hij kwam zonder doeken ter wereld. Waarom was dat? Die ieder kind onderging die in Israël geboren was. Gemeente dit is de confrontatie met onszelf. Die doeken. Wie over de rand van de kribbe kijkt ziet zichzelf. U zegt dat moet u uitleggen. Het gaat toch om het Kind?
Maar als het om het Kind gaat, gaat het om u en jou. Daar vandaan komt een prediking. Ik neem je mee naar het paradijs. Er was een dominee die vertelde het verhaal van de zondeval van Adam en Eva. Ik doe het maar even na. Ze werden geschapen, ze hadden kleren aan. Toen keken de kinderen: klopt dat wel.
Hadden ze kleren aan?! Nee, zeg jij. Ik zeg ja. Ze hadden het kleed van Gods heerlijkheid aan. Weerspiegelden als een reflector. De heerlijkheid van God, moet Paulus zeggen in Galaten 3. We missen de heerlijkheid van God. We waren er mee overkleed. Die dominee vertelde verder. Adam en Eva zondigden en ontdekten dat ze naakt waren. Wanneer ontdek je dat? Als je geen kleding aan hebt. Pas toen ontdekten ze het.
Ze zochten vijgenbladen. Was niet genoeg. God geeft vellen om de naaktheid te bedekken. En nu zien wij het Kind in de kribbe in doeken gewikkeld. Toen wij in zonden vielen. Toen werden ons kleren aanreikt. Ziet u het? Sobere doeken. Mag ons wat zeggen dat de Heere Jezus niet kwam als een volwassen man in een schitterend kleed, een prachtig kleed.
Maar dat God Zijn Kind presenteert in grauwe doeken. Want het Woord is vlees geworden en moest zo ter wereld komen. Schilder Matthias Grünewald heeft het Isenheimer Altar gemaakt. U moet het op internet maar eens opzoeken. Op het eerste paneel Jezus in grauwe, vuile doeken. Het tweede paneel de doeken om zijn middel op het kruis. Dezelfde doeken. De schilder heeft daar iets mee duidelijk willen maken. Lijn loopt van de kribbe naar het kruis.
Wij verbinden dat aan het hout. Zoals Luther zei. Hout van het kribbe uit hetzelfde hout gemaakt als het kruis. Maar denk een aan de doeken. Naakt kwam Hij. Door de doeken omkleed. In Zijn schande kwam Hij. Sober. Lukas 2 is geen mooi verhaal. Doet het pijn? Hij was rijk en Hij werd arm. Hij was in de gestalte van God. Hij kwam in de gestalte van een slaaf. Hij had helemaal niets toen Hij kwam.
Zelfs de eerste doeken moesten Hem aangereikt door Zijn moeder. Wat een soberheid. Het thema van de preek is niet soberheid maar schitterende soberheid. Ziet u er iets in oplichten? Dit deed Hij voor mij. Lees de tekst goed. Dit zal u een teken zijn. Voor jou een teken zijn.
Wil je het Kind hebben, dan krijg je dat niet zonder de doeken. Wie Christus liefheeft, kan Hem alleen liefhebben vanwege deze vernederde gang. We denken bij de heilsfeiten Christus voor mij deed. Maar er gaat nog een stap aan vooraf. Wat Christus vanwege mij moest doen.
Die grauwe doeken die schitteren als ik buk en kniel. Als ik op de knieën ga en over de rand van de kribbe kijk. Dit zal voor u het teken zijn. Ik hoop nu dat u niet wegloopt. Maar kijk waar Hij inligt.
2. De kribbe
Augustinus: wat een benauwde behuizing voor Hem. Hij had de hemel. Hij werd ook nog eens in doeken gewikkeld. Waarom werd Hij in de kribbe gelegd? We zeggen omdat voor Hem geen plaats was in de herberg. We verbinden dat met vers 7 omdat voor Hem geen plaats was. Dat is terecht. Maar er zit nog iets onder.
Hij werd in een kribbe gelegd. Een voerbak. Een trog. Resten van het eten van de dieren in werd gegooid. Dat de Heere helemaal in de leefwereld van de herders is gekomen. Herders waren vertrouwd met een voerbak. Eten voerbak voor de dieren. Nu mogen ze eten uit de kribbe. Ik ben het ware Brood die uit de hemel neergedaald is, zegt de Heere Jezus later Zelf.
Hij die voedt wordt Zelf het voedsel. God richt een tafel aan daar in die stal. Opdat die honger hebben mogen komen eten. Eten mogen de herders. Het klinkt misschien een beetje vreemd als ik dat zo zeg kinderen. Eten is niet anders dan geloven, de honger laten stillen. Dit is niet anders dan het geloof buiten jezelf zoeken in de Heere Jezus vinden.
Heb je dit gedaan? Dat echt de honger stilt. Wat is dit een omkeer van ons denken. Automatisch voed je je met die mensen die schitteren. Welke mensen hebben een grote invloed op je leven? Bepaalde voetballers, helden, artiesten. Figuren die in je denken een grote rol spelen. Die hebben zichzelf een podium gemaakt. Je kijkt tegen ze op. Ik kan daar nooit komen. Je bewondert je mateloos aan die held.
Dat is hoe het vandaag de dag eraan toegaat. Wij bewonderen die schitteren. Het geloof is Degene die onderging in onze nederheid kwam. Daar ontwaart het geloof de schittering die geen wereldheld je kan geven.
Wie gaat er knielen? Werkelijk knielen. Die aan Gods niveau niet kunnen voldoen. Het druk die kloof. Misschien zegt iemand: klemde het maar meer. Besef van mezelf. Heiligheid van God en onheiligheid van mezelf. Ben je zo iemand? God is een verterend vuur zegt iemand. En zo’n afstand door de zonden.
Wat als God niet in een kribbe was gekomen maar op de troon? Wat als de boodschap van het Evangelie was dat u omhoog moest klimmen op de troon. Ik kan u vertellen dat u zou verzengen in Zijn toorn en heiligheid. U zou er niet komen. Maar God in Zijn grote barmhartigheid schenkt een Zoon in een doeken, in een kribbe.
Iemand zegt: daar moet je bij stilgezet worden, dominee. Ja inderdaad. Anders hobbel je zo aan Kerst 2020 voorbij en rol je zo in het nieuwe jaar. Laat de ergernis van Kerst je doordringen. Bedenk dat het niet een verlengstuk van ons leven is. We nemen het mee en leven verder. Het is een teken van ergernis. Voor degenen die achter het scherm zitten en zeggen ik ben verder weg bij God.
O hoe krijg ik er ooit deel aan? Voor hen is dit een schitterend teken. Dieper dan u bent weggezakt, daalde dit Kind. Hoe meer je zingt. Dit is de ontdekking van het geloof. Dat die afstand te groot is, de kloof te groot is. De overkant nooit zal bereiken. De ontdekking van het geloof is dat er is een Zaligmaker. Omdat ik niet bij God kan komen, horen God en ik door de Zaligmaker bij elkaar. Dan wordt het Kerst op derde Kerstdag. Hoor je het? Het teken van het Kind wordt opgericht. Dat is het derde.
3. Het Kind
Waarom geeft God een teken vanmorgen? Wat is een teken? Dit zal voor u het teken zijn? Als u in Putten fietst, dan ziet u weleens een ooievaar. Blauwe of roze kleur. Daar is iemand geboren. Wat doet u dan? Belt u dan aan? Misschien denkt u er vijf seconden aan en bent u het vergeten. Als het bij de buren is, dan komt het dichterbij. Jongen, we gaan ze feliciteren. Weet je, na verloop van tijd ebt dat weg.
Als je zelf ouder wordt, dan raak je het. De buren mogen komen en u hangt vlaggetjes op voor een ander. U zet een ooievaar neer. Niet voor uzelf maar voor anderen. Als God Zijn Zoon zendt, dan geeft Hij een teken voor u. Het is geen neutraal teken. Niet: het Kind is daar en daar geboren. Het is meer dan een plaatsbepaling.
U zult Het Kind vinden. Waarvan eerder gezegd is in vers 11, Hij is Christus, de Heere. Die zult u vinden. Vinden ja. Niet zoeken, dat staat er niet. Moet u er ook niet van maken. We moeten toch op zoek? Ik stuur u niet naar huis met ga maar zoeken. Ik mag u als dienaar van het Woord naar huis sturen met de belofte: u zult het vinden.
Alsof het afhangt van de bedrevenheid waarmee de herders zoeken. Nee, u zult het vinden. Het is geen samenwerking. U doet het voor 30% en de hemel voor de andere 70%. Nee, u zult het vinden. Waarom vindt u het? Omdat het Kind aantrekt. Omdat Kind het Brood is, het voedsel voor de ziel. Omdat u zonder het Kind niet kunt sterven. Dat zeg ik er ook bij. Een teken in de Bijbel kun je weerspreken of voor vallen.
Simeon zegt dat: dit teken zal weersproken worden. Ik weet dat het gebeurt. Ook vanmorgen. Het wekt ergernis op. Ja maar. Een ander zegt: moet het alweer over Lukas 2 gaan. Ik heb al drie preken gehoord. Een ander: ik moet van mijn ouders meekijken maar ik heb er geen zin in. Maar weet dat je zult struikelen over het Woord van God. Het zal tegen je worden gebruikt.
Zeg niet: het ligt aan God. Waar vind ik het teken? In mijn nood en dood. Waar ik door alles heen zak. Maar op mijn knielen val. Daar vindt u het heil. Het heil op de afstand van een knielval. Ik boog me en geloofde en mijn God sprak mij vreemd. U zegt: ik krijg het niet op een rijtje.
U mag wel weten: ik vind de Kerstpreek het moeilijkste om voor te bereiden, om te houden. Omdat dit wonder van het mysterie van God geopenbaard in het vlees, hoe kun je het onder woorden brengen? Het is de liefde die het doet. Ik heb me eraan vastgegrepen. Alzo lief heeft God de wereld gehad. Dit Kind eten en drinken liet zijn voor de herders.
Sober was de Kerst. Maar schitterend is het als dit Kind je leven is geworden. Als u goed luistert hoort u de herders zingen. Ze zijn met haast gekomen. Ze hoefden zich niet op te maken. Of aan afstandsmaatregelen te houden. Ze zongen. Het staat nergens zegt u. Toch geloof ik dat ze hebben gezongen al was het maar in hun hart.
Ook die wijzen hebben gezongen. En die duizenden, die tienduizenden, die miljoenen. Wat hebben ze gezongen? O hoor nu naar het wonder, hoe liefde overmocht, wij hebben liefde gevonden, want Hij heeft ons gezocht. Amen.
Zondag 27 december 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. A.A.F. van de Weg – Schriftlezing Lukas 2 vers 1-12