De apostel Paulus schrijft in de brief aan de christenen te Rome over de zekerheid van het christelijke geloof. Wij weten, zo schrijft hij, dat alle dingen medewerken ten goede voor degenen die God naar Zijn voornemen geroepen heeft. En vervolgens gaat het over de vraag als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn?

Romeinen 8 vers 31: ‘Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?’.

Is God met of tegen ons?

De apostel zegt dat hij weet. Terug naar vers 28. Wij weten dat alle dingen medewerken ten goede voor degenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn. Het is zeker. Dat alle dingen ten goede werken. Hoe weet hij dat? Dat verzoend met God, alle rijkdommen in Christus door God. Niet automatisch voor aards goed maar geestelijk.

Wij weten. Niet alleen de beproeving door het Woord van God, maar ook in onze eigen levens. We weten dat alle dingen medewerken ten goede voor degenen die God liefhebben. Voor de mensen die de Heere nooit gevonden hebben, ja ze zijn onder de voorzienigheid van God, maar niets gaat goed voor hen. Alle omstandigheden in leven geweven.

We weten dat alle dingen medewerken ten goede voor degenen die God liefhebben. Dat is de achtergrond van vers 31. Zo God voor ons is. Kan dat zo zijn? Universalisme. Als er een god is, gaat iedereen naar de hemel. Vallen we onder zijn bijzondere interesse. Iedereen gaat naar de hemel, misschien met een heel kleine groep bozen als uitzondering. Als iemand overlijdt, nu in de hemel en kijkt naar ons.

Niets over aangenomen te zijn. Je kunt niet nadenken over geestelijke zaken. Het maakt uit waar mensen het vandaan hebben. Is het uit de Bijbel? Nee de Bijbel is vol met als. Waar komt het dan vandaan? Wat we gemakkelijk kunnen geloven. Het is een totale aanname. Het is geheel zonder fundament. Het is absurd.

Wil God echt iedereen in de hemel hebben? God van macht. We hebben richtlijnen. Je moet dit en dat doen. Waar komen ze vandaan? Onze Schepper heeft ze daar gelegd. Hij is de volmaakte. Maar het idee dat iedereen gezegend is door God. Maar het plaatst God als een vergetende oude man. Hij is zo oud dat Hij vergeten is dat Hij rechtvaardig is. Het scheelt Hem niet meer. Hoeveel zonden er is op onze rekening. Als universalisme waar is, dan is God geen god meer. God is getrouw. Aan Zijn eigen karakter. God kan niet liegen.

Universalisme is onzin, is absurd. De apostel zegt als God voor ons is. Zijn je zonden vergeven? Sommige zeggen ik doe slechte dingen. Nee je bent een slecht persoon. Van nature ben je een leugenaar. We zijn slechte mensen. Je kunt niet een paar goede dingen doen en hopen dat God de rest vergeet.

Stel je voor je bent op een boerderij. Modder. Je denkt ik heb mijn vrouw nog geen goed gedaan. Je denkt snel naar binnen te gaan en glijdt uit. En dan smerig naar binnen. Je geeft je vrouw een hand. Maar ze zal niet blij zijn als je het binnen zo vies maakt.

De jaren gericht op jezelf. Sommige goede werken. Stank in de neusgaten van God. Als God voor ons is. Dat is vergeving te hebben ontvangen en een nieuwe natuur. Hoe worden wij geaccepteerd? ‘Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?’ Wat verbazingwekkende woorden zijn dit. Die verworpen werd. Die niet gespaard heeft. De zonden van mensen. Die Zijn eigen Zoon niet heeft gespaard. Christus was Zijn eigen Zoon.

Probleem. Het lijkt dat Christus minder is dan de Vader. Zoon. Spreekt tot ons van verschillende dingen. Het spreekt van God. In natuurlijke termen van vaders vlees en bloed. Maar in geestelijke opzicht van God. Gelijk. Gelijk eeuwig. Gelijk bezittende van de Goddelijke eigenschappen. Zoon zegt gelijkheid. Als op aard je spreekt van mijn vlees en bloed.

Die Zijn eigen Zoon niet heeft gespaard. Als je hoort over Zoon, kun je denken aan koningen vanouds. De koning gaf autoriteit over aan de zoon. Volwassen man. Iedereen behandelt hem gelijk. Zo bij God de Vader, Zoon en Heilige Geest. Ik dacht dit mag ik uitleggen. Die Zijn Zoon niet gespaard heeft en heeft overgeleverd.

Wacht even, de Joden deden het. Ja, maar niet de Joden maar de Romeinen deden het voor hen. Maar waar is God de Vader? Die zette dit allemaal op. Het was voor de Vader en Zoon vrijwillig. Hij kon het op elke tijd stoppen. Het was de ure nog niet. Hij wandelde door het midden. Maar toen de tijd kwam liet Hij zich kruisigen.

Wat de mensen deden. Spijkers door handen en voeten. Hing daar voor uren in de brandende zon. Maar het diepste was toen God de hemel opende en op Hem legde de schuld van al degenen voor wie Hij stierf. De Vader verborg Zijn gezicht. Niet de woedende toorn die mensen kennen. Maar de rechtvaardige straf die alle mensen verdienen.

Die Zijn Zoon niet gespaard heeft maar heeft Hem overgegeven voor allen. Wie is die allen? Voor iedereen? Nee. Maar voor allen, alle naties. De Joden zeiden de enige te zijn. Nee, nee. Zoals de Christelijke kerk zegt, Joden en heidenen. Voor allerlei soorten van mensen. Alleen voor hen die tot Hem komen, die Hem nodig hebben.

Hij geeft ons de Zoon. Hij maakt Zich bekend. Hij is van ons en wij van Hem. Zijn gunst is voor Hem en zorgt voor hen. En geeft hen alle dingen. Luxe, goede auto’s? Nee, nee. Al de dingen in de hemel. Nieuw leven. Nieuw verstaan. Geestelijk leven. Geeft ons dat we kunnen bidden. Hij geeft ons hulp om zonden te overwinnen. Hij beveiligt ons op heel de weg.

De duivel wil ons aanvallen. Maar we hebben Christus. Maar zoals de apostel Paulus zegt met Hem zijn we meer dan overwinnaars. Hij die Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft. Wie zal iets tegen Gods uitverkorenen inbrengen? Die komt tot Christus, zal niet verloren gaan. We kunnen voor een tijd van Hem afdwalen. Maar Hij brengt ons terug. Bekeren van onze zonden. En ons herstellen.

Wie is het die ons veroordeelt? De duivel kan niet zeggen op de laatste dag dat we leven, je liet je Heere gaan. Nee, het is Christus die ons terugbracht. Het is Christus die onze ziel gered heeft. Wij Hij doet Hij volmaakt. Al je straf voor eeuwigheid. Je hoeft niets ervan te zien. God ziet ons aan alsof we nooit gezondigd hebben. Christus heeft alles weggenomen. Je bent in Christus.

Het laat niet alleen zien dat Christus God is, maar ook dat Hij het totaal wegneemt. Geen zonden zal nog tegen je worden gehouden. Hij stond op uit de doden. Nu is Christus aan de rechterhand van God en treedt tussen. iemand zei Hij hoeft niet eens een woord te zeggen. Ik weet het niet. Maar wel het beeld: Zijn wonden zijn daar met Christus.

Wie zal ons scheiden van de liefde van God in Christus? Niets vrienden. Vervolging. Nee. Hoe meer we dicht bij Hem leven, er is niets dat het tegenhoudt. Niets kan ons scheiden van Christus. Die geweldige weg naar hemel. Zelfs de apostel Paulus die verschrikkelijk vervolgd was maar kwam alleen maar dichter bij Christus.

Ik ben ervan overtuigd dat noch dood noch leven ons zal scheiden van Zijn liefde. Dood niet omdat we dan direct bij Hem zijn. We zijn niet bang voor de toekomst. We moeten tot Hem komen in gebed voor hulp en kracht. Niets zal ons scheiden van van de liefde van God in Christus.

Door God geliefd zijn. Kan er iets groters zijn? Wie is God? Almachtige God. Immens. Vult alle dingen. Gods verstand is onmetelijk. Met alle macht en doel. Christus Mijn Zoon is gekomen om een zondaar zoals je bent te vergeven.

Hoe dwaas zijn we ons af te keren van God. Je hebt vergeving nodig. Door God aangenomen te zijn. Als God voor ons is. Het Bijbelse woord is gerechtvaardigd. Je moet de verklaring: Ik verklaar deze persoon als rechtvaardig. Christus kan dat doen. Hij, zij is rechtvaardig en Ik ben van hem, haar. Kom tot Hem. Kom tot bekering. Vraag Hem van jou te zijn en Hij je redt.

 

Zondag 29 januari 2023 – Metropolitan Tabernacle Londen, Verenigd Koninkrijk – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 34 en Romeinen vers 26-39