Het geloof in Christus tot zaligheid

In de brief aan de Romeinen beschrijft Paulus de weg van het ware geloof in Christus tot zaligheid. Vele Joden in die tijd legden een ijver aan de dag maar zonder verstand. Ze probeerden God te behagen door hun werken. Maar het ware geloof in Christus is geen eigen werk maar vertrouwen stellen op Hem en Hem vragen. Hem eenvoudig vragen om een nieuw hart. Het gebed met de mond is niet voldoende. Het gebed met het hart is onmisbaar. Het verschil is of wij werkelijk menen waarom wij bidden, Hem vragen. Nabij u is het Woord. In uw mond en in uw hart. Christus je alles, je behoort Hem toe en bent op weg naar de eeuwige zaligheid.

Romeinen 10 vers 9: ‘Namelijk, indien u met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult u zalig worden‘.

Geloof in Christus tot zaligheid

Eerst kijken we naar de verkeerde weg tot God. In vers 1. De toegenegenheid mijns harten tot hun zaligheid. Paulus in de synagoge eerst naar de Joden en ook voor de heidenen dan. Ze hebben een ijver tot God maar niet met verstand. Heel religieus. Maar God werkt met genade. Ze zijn niet acceptabel, goed genoeg voor God. De ceremonie en de offers. Het waren symbolen. Prijs betalen voor vergeving. Zoals bij Abraham het offeren. Je moet niet in trots tot Hem komen alsof je iets verdient. Grote  groep Joden sloot de oren voor die boodschap. Ze dachten ermee God ermee te bewegen met hun Godsdienst.

Een ijver tot God maar luisteren niet naar God. Eigen visie. Ze vonden zichzelf heel goed. Het is heel duidelijk. De rechtvaardigheid Gods kennen ze niet. Trots. Niets verkeerd gedaan? Alsof je perfect en volmaakt bent. Dat is alleen God. De Joden waren niet veel anders dan de afgodendienaars. Alsof God niet rechtvaardig is. Dat ze zelf goed genoeg zijn. Ze hebben zich nooit vernederd. God is zo rechtvaardig. Wij hebben Zijn genade nodig. Ze begrepen niet dat God dat moest voorzien. De Zaligmaker die God en mens is. Het volmaakte leven leven dat Hij gaf voor ons. Nam Hem en gaf het ons. Voor hen. Mensen die in Hem geloven. Hij is Gods rechtvaardigheid. Ze hebben zich nooit tot Hem gewend om een Zaligmaker en Zijn  rechtvaardigheid.

Christus is het einde van de wet tot rechtvaardigheid een iegelijk die gelooft. Maar de rechtvaardigheid die uit het geloof is. Spreek niet: zeg niet in uw hart, wie zal opklimmen in de hemel. Of Christus van boven afbrengen. Je hoeft niet te strijden om God te bewegen. Je hoeft er alleen maar om te vragen. Je hoeft niet met je eigen technieken ervoor te strijden. Alles wat je er voor moet doen is vragen.

Nabij u is het Woord. Wat is mijn boodschap, zegt Paulus over zijn preek? Het is zo eenvoudig als een gebed. Vertel Hem dat je Hem gelooft. Christus voor jou. Vraag om vergeving van je zonden. Bekering. Je leven overgeven aan Hem. Dat is eenvoudig vrienden. Je kunt het niet verdienen. Maar het is niet genoeg, het gaat verder. Dit is belangrijk. En het Woord is in je hart. Het gebed met de mond. Nu over het gebed met het hart. Beide moeten gebeden worden.

Ik geloof in Jezus Christus. Heere, ij vertrouw op U. Ik geef mijn leven over aan U. Belangrijk. Is het ook het gebed van het hart? Wat is het verschil? De eerlijkheid. Je kunt het zeggen maar meen je het ook echt? Bidden met je mond en met je hart. Zonder gebed met het hart kun je niet bidden. Je bidt het niet alleen nu. De emotie van nu. Meent het voor vandaag, morgen, de toekomst. Je neemt het voor altijd. Onder Zijn vleugels komen. Zijn kind zijn.

Is het gevoel ingesloten? Waar je werkelijk naar verlangt? Schaamte voor je zonden. Voor wat je gedaan hebt. De leugens die ik verteld hebt. Als ik denk aan Golgotha. Dat Christus de hemelse heerlijkheid moest verlaten en lijden voor een schepsel zoals ik. Niemand in deze wereld gaat zo ver als Hij. De liefde van Christus. Voor mij. De prijs betaalde Hij, samengeperst in een paar uur op Golgotha.

Wat wil met mij gebeuren als ik verdoemd worden? Zonder Christus. Als ik leef zonder Hem? In ongeloof en hardheid. Ik voel het. Ik moet bekeerd worden, gered worden. Ik voel het al de tijd. Dat is het verschil met het gebed van de mond. Nobel en goed. Maar kan niet zonder het gebed van het hart.

Jonge mensen krijgen rekeningen. Stel je voor als iemand zegt: ik betaal al je rekeningen. Maar veel groter met Christus. Die kwam om te betalen voor de eeuwigheid. Je hoeft maar een ding te doen. Hem te vragen. Ik geef je een huis. Dat is dromen. Maar wat Christus belooft is werkelijk zo.

Voorbeeld van een zestigjarige man. Voelde zich gezond. Kreeg een hartaanval. Geloofde het niet. Later kwam de pijn echt. Toen niet meer onderuit. Toen alarmnummer bellen. Vreemd voorbeeld. Maar zo met het bidden met de mond en het hart. Je voelt het. Geloof met het hart.

Wat kan deze wereld voor je doen? Niets feitelijk. Tegen God. Leven voor de wereld. Een echtpaar ging met pensioen. Huis in de zon wilde ze. Huis in Spanje. Kochten het huis. Alles was geregeld. Gaven alles ervoor op. Van hotel reisden ze naar het huis van hun dromen. Slechts een droom was het. Aangekomen op de plaats zagen ze daar bulldozers. Het was nog geen huis. Oplichting bleek het te zijn. De grond was bezet door anderen. Droom kwam ten einde. Niemand in deze wereld heeft de sleutels van de eeuwigheid. Geen premier. Niemand.

Gebed van de mond. Het verstaan dat je moet vertrouwen in Christus. Naar Hem. Gebed van het hart. Dat je Hem kent. Want de Schrift zegt: een iegelijk die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd worden. Niemand die tot Mij komt zal ik uitwerpen. O Heere, u beloofde, wie tot U komt, arm of rijk, jong of oud, intelligent of eenvoudig, Jood of heiden, zal nooit uitgeworpen worden.

Een aantal jaar geleden uitgenodigd bij de koningin op Buckingham Palace met anderen. Ontspannen sfeer. Met mijn kaart mocht ik ingaan. Mooie kaart. Je komt daar niet zomaar binnen. De politie controleerde je. En dan nog niet binnen. Elke ingang gecontroleerd. Met beleefdheid. De kracht van een kaart. Met die kaart kwam ik binnen en bij de koningin. Het was de garantie of uitnodiging die mij bij haar bracht.

Hier is het vrienden. Het Woord [het beeld van de kaart die toegang geeft]. Een iegelijk die gelooft, die zal niet beschaamd worden. Zal niet uitgeworpen worden. Heere, ik vertrouw U. Heere ik geef mijn leven aan U. Meen het nu en voor altijd. Je wordt veranderd en behoort Hem toe. Op de weg van de eeuwige zaligheid.

Zondag 3 maart 2019 – Metropolitan Tabernacle Londen – dr. P. Masters [dienaar in de Tab] – Romeinen 10 vers 9