In Psalm 36 analyseert David de redenen om te zondigen. Van onszelf hebben we geen juiste voorstelling van zaken en menen we zelf de regels te kunnen bepalen. God is rechtvaardig en kan niet aan de zonde voorbijgaan maar moet die straffen. Verbazingwekkend is dat God Zelf kwam in Christus en de straf op Zich nam. Zo kan Hij rechtvaardig straffen en rechtvaardig vergeven.

Psalm 36 vers 6: ‘O Heere! Uw goedertierenheid is tot in de hemelen; Uw waarheid tot de bovenste wolken toe‘.

De grootheid van Gods goedheid

Het is beschreven dat dit een Psalm van David is. David nog geen koning van Juda. Jonge man en misschien achtervolgd door Saul rennend voor zijn leven. Hoewel David jong was, het is zo goed opgebouwd.

Kan iemand de reden voor het zondigen analyseren zoals in deze Psalm? Het is uitmuntende literatuur. Ik ga terug naar het eerste vers en dan door de Psalm. Vers 1-4 over waarom zondigen, in de verzen 5-6 de genade van God. En dan de verzen 8-11 het grote voorrecht van aan God toebehoren. En dan de laatste twee verzen over dat mensen zondigen en de tragedie van het oordeel erover.

Vers 2: ‘De overtreding des goddelozen spreekt in het binnenste van mijn hart: Er is geen vreze Gods voor zijn ogen’. Het spreekt tot mijn hart over de overredingen van de goddelozen. Geen vreze van God voor zijn ogen. Dit is de eerste reden. Iemand kan gewoonweg zeggen ik geloof in een god. Maar het probleem is dat we weg van God zijn en een zondig leven hebben, en trots, hebben we geen respect voor Hem. David zegt er geen vreze van God in mijn ogen. Geen vreze van God. God is heilig. voor God is zonde tegenstand. Straft het of verwerpt mensen die levenslang in zonden leven. Geen echt besef van dat God bestaat en er een oordeelsdag is. De eerste reden waarom we zondigen. We begrijpen Hem niet werkelijk en Zijn heiligheid. Als we een beeld van God hebben, als een oude man die geen moeite heeft met onze zonden, haast zelf een zondaar. Wel, Hem zoeken om vergeving.

Vers 3: ‘Want hij vleit zichzelven in zijn ogen, als men zijn ongerechtigheid bevindt, die te haten is’. Denkt het is gelimiteerd. Als er een god is, dan vindt Hij het prima. Zo nu en dan iemand die zo’n slecht leven leidt, ik ben niet zo slecht als dat. Overtuigt zichzelf, doe verkeerde dingen, maar ik help anderen. Niet het besef hoe slecht we zijn. Is dat zo met ons? We zijn kandidaten voor het oordeel. Ik ben niet zo slecht als de zondaar in deze preek genoemd, dat is de tweede reden in het leven van de zonde. Dat gaat door tot de oordeelsdag. Dan het alarm hoe ver we van God zijn.

Vers 4: ‘De woorden zijns monds zijn onrecht en bedrog; hij laat na te verstaan tot weldoen’. Wat dit vers zegt, als we weg van God zijn dan bepalen we zelf de regels. Gaat over het geweten. Laat na wijs te zijn. We herschrijven de regels. Nee, ik ga de Tien Geboden of de Bijbel in ogenschouw nemen. We doen het meer dan we realiseren. De hele samenleving, in de afgelopen veertig jaar. Trots was een slecht iets, nu wordt het gezien als zelfvertrouwen. God haat het, nu zeggen we het is nodig voor zelfvertrouwen. Atleet gewonnen en zeggen nu hoe goed ben ik. Op gebied van seksualiteit. We herschrijven we het, dat is het derde. Gods regels willen we niet. Misschien heb jij het wel gedaan. Zelf bepalen dit is zo slecht nog niet.

Vers 5: ‘Hij bedenkt onrecht op zijn leger; hij stelt zich op een weg, die niet goed is; het kwaad verwerpt hij niet’. Zonden constant. 24/7 zouden we zeggen.  Triviale dingen van het leven. Verspilling daar komt het woord vandaan. Hij stelt zichzelf op een weg die niet goed is. […] Hij neemt een positie in. Dit gaat over alle zonden. Ik verlies mijn zelfcontrole, testosteron bijvoorbeeld. Je kunt dat niet zeggen, je deed dat. Het kwaad verwerpt hij niet. Je kunt zien hoe David de zonden beschrijft.

Dan vers 6: ‘O HEERE! Uw goedertierenheid is tot in de hemelen; Uw waarheid tot de bovenste wolken toe’. Poëtische taal. In de hemelen, in de lucht dat is het hoogste waar je toen naartoe kon gaan. Nu kun je met een vliegtuig door de wolken vliegen. Maar een ding kun je niet: de wolken stoppen. Gaan de menselijke macht te boven om aan te passen.

Hij is God. Het eeuwige wezen. En de zonden. Wat een verbazingwekkende zaak dat God zonden vergeeft. En te meer wat Hij ermee gedaan heeft. Hij is heilig en rechtvaardig en moest de zonden straffen. En te beseffen dat Hij Zelf kwam in de Persoon van de Heere Jezus Christus en Hem strafte in hun plaats. Uw goedheid is zo hoog als de hemelen. Die rebellen vergeeft.

God is getrouw en waar. God is vastberaden om te straffen. Maar ook vastberaden om miljoenen en miljoenen te vergeven. De komst van Christus in het vlees. Vers 7: ‘Uw gerechtigheid is als de bergen Gods’, onveranderlijk. ‘Uw oordelen zijn een grote afgrond; Heere! Gij behoudt mensen en beesten’. Vast en eeuwig. U behoudt mensen en beesten. Zijn gerechtigheid geeft dat alleen mensen vergeven worden en Zijn goedheid dat mensen dat mensen naar de hemel gaan.

Vers 7: ‘Hoe dierbaar is Uw goedertierenheid, o God! Dies de mensenkinderen onder de schaduw Uwer vleugelen toevlucht nemen’. Vrienden je kunt rijk worden. Miljonair. Maar veel beter een kind van God te zijn. Vrienden je kunt machtig worden. Een dictator. Maar iets veel krachtigers vanaf je sterfbed naar glorie te gaan en eeuwig met God te zijn. Je kunt allerlei voordelen op aarde hebben, atletisch maar het is niets vergeleken met de goedheid van God. Hem te hebben als een Vader en Vriend.

Vers 9-10: ‘Zij worden dronken van de vettigheid Uws huizes; en Gij drenkt hen uit de beek Uwer wellusten. Want bij U is de fontein des levens; in Uw licht zien wij het licht’. De fontein van het leven. Je komt tot Christus en Hij geeft je een nieuw leven. Inwoner van de hemel. Zekerheid en vrede en vreugde. In Uw licht. Christus’ licht is de Bijbel, het Woord van God.

Om af te sluiten vrienden vers 12: ‘De voet der hovaardigen kome niet over mij’. Terug te keren naar het oude leven. De hand, dit is de gewelddadige, ‘en de hand der goddelozen doe mij niet omzwerven’. Door vervolging en beschuldiging en de hand van der goddelozen doe mij niet omzwerven. David zegt kijk, kijk, vers 13: ‘Aldaar zijn de werkers der ongerechtigheid gevallen; zij zijn nedergestoten, en kunnen niet weder opstaan’.

Als we rebelleren tegen God is er niets wat we kunnen doen in de dag van Gods oordeel en eeuwige straf. De grote tragedie hier een korte tijd en dan daar eeuwig. Het was waar voor mij. Waarom zondigde ik? Als een jongere leefde ik wat ik wilde, mijn gevoelens, waarom verhief ik mijn stem met hen die God bespotten? Alle redenen hier. Ik dacht beter te zijn. Tot God mij neersloeg en ik leerde dat ik mijn eigen regels schreef. 24/7 leefde ik dat leven voor mijzelf. Maar God greep in. Mag dat voor jou ook zo zijn.

Zoek vergeving bij Christus. Die betaalde. Dan de diepte te vinden van die woorden: hoe groot is Uw goedheid. En dan ons vers: ‘O Heere! Uw goedertierenheid is tot in de hemelen; Uw waarheid tot de bovenste wolken toe’.

Amen.

 

Zondag 15 september 2024 – Metropolitan Tabernacle Londen, Verenigd Koninkrijk – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 72 en Romeinen 5 vers 1-9, 17-21