Smaakt en ziet dat de Heere goed is
In Psalm 34 toont David ons de echtheid van het werkelijke leven met God. Smaakt en ziet dat de Heere goed is. Bij Hem is alles te verkrijgen. Hij wil het nieuwe leven geven. Zo plotseling Hem te zien. Dan zie je het ware leven: dit is hét leven, dit is God. We moeten tot Hem gaan en vertrouwen in Zijn Zoon de Heere Jezus Christus die naar deze aarde kwam om te betalen voor de zonden. Hij wil aangebeden zijn. God handelt alleen met mensen die naar Hem luisteren. Is er bij het zoeken van de Heere, het verlangen voor Hem te leven? Hij wil alles geven: de vrede en vreugde met God en vergeving van zonden.
Psalm 34 vers 8a: ‘Smaakt en ziet dat de Heere goed is‘.
David zei dit voordat hij koning was. Komen tot God is een echte ervaring. Geest komt tot leven. God vinden in een persoonlijke weg en met hem wandelen. David kent dit. Het gaat vaak over wie God is. Hier niet zozeer. Goed om te doen om mensen te overtuigen wie God is en bewijzen dat Hij bestaat. Er moet een Schepper zijn. Ook in de voor-wetenschappelijke periode. We kunnen de betrouwbaarheid van het Woord van God proeven. David doet dat niet in Psalm 34. De profetie hoe accuraat ook. Hij kon negatief praten over atheïsme en de leegheid ervan. David zet hier de echtheid van het werkelijke leven met God.
De Psalm is geschreven voordat David koning was. Saul zat achter hem aan. In een stad van de Filistijnen was hij bijna omgekomen. Een grote openbaring voor de lezers. Ik wil de Heere zegenen alle tijd. Hem de lof brengen. Doorgaande ervaring. De meeste ervaringen zijn voor een tijdje, soms jaren. Maar dit is doorgaan. Iets dat hem nooit meer verlaat. Niets mee te vergelijken in dit leven. Zoals je man, vrouw, of gezondheid, of vrienden die komen en gaan. Dit gaat nooit meer van je weg. Het is altijd daar. Zijn lofprijzingen zijn altijd in zijn hart. Ik zal u niet begeven en niet verlaten.
Mijn ziel zal zich beroemen in de Heere. Het is alles van Hem afkomstig. Zijn bescherming. De ziel van de mens. De ziel is verstand, hart en wil en geest. Overweging en nadenken. Gevoelens. Compassie. Een relatie hebben met God. Het is wat betreft het geestelijke geen functie voor de ziel zonder het leven met God. Half leven te noemen. De Heere is alles. De zachtmoedigen zullen het horen en verblijd zijn. Wie zijn dat? De mensen die aan het einde gekomen zijn. Kwamen tot de ontdekking dat het leven in deze wereld, hoe aangenaam ook, niet alles is. Het is voor hen. Niet voor de trotsen. Die willen het niet. Als we realistisch worden, dan gaat ons verstand open. Het is goed om een beetje te twijfelen aan onszelf.
Maakt den Heere met mij groot, en laat ons Zijn Naam samen verhogen. Dit is voor iedereen. Een algemene roep in het Evangelie. Niet alleen voor de rijken als ik eenmaal koning ben. Dit is voor iedereen. Kom samen met hen die Hem samen verhogen. Rijk en arm, geslaagd en niet geslaagd. Ik heb den Heere gezocht, en Hij heeft mij geantwoord, en mij uit al mijn vrezen gered. Het zoeken van de Heere is essentieel. We moeten onszelf zien als in duisternis. Als je niet naar Hem gaat, zul je Hem nooit vinden. Je moet Hem zoeken. Zij hebben op Hem gezien, ja, Hem als een waterstroom aangelopen; en hun aangezichten zijn niet schaamrood geworden. Zij hebben op Hem gezien en glinsterden, twinkeling, in het water dat in beroering raakt. Plotseling zie je Hem. Dit is leven, dit is God. Dit is iets van Christus voor degenen die tot Hem komen. Wat ik ook gedaan heb, ik mag tot Hem komen.
Deze ellendige riep, en de Heere hoorde; en Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden. Waarom doet David dit? Een zondaar voor God. Ik ben ellendig. Deze arme man roept uit. En de Heere bewaarde Hem. De Engel des Heeren legert Zich rondom degenen, die Hem vrezen, en rukt hen uit.
Smaakt en ziet, dat de Heere goed is; welgelukzalig is de man, die op Hem betrouwt. David zegt niet: geef het een kans. Als een voorbeeld. Een beetje proberen vooraf. Als je er tevreden mee bent, dan kun je je gehele leven geven. Nee, dat is niet wat hij zegt. Als je tot Hem komt, is dat niet de vraag. Hij wil je het leven geven. Je moet komen en vertrouwen. Ik geloof Jezus Christus. Leefde het volmaakte leven in plaats van de Zijnen, droeg op Golgotha de eeuwige straf. Vergaf ons uit genade. Maakte ons Zijn eigen kinderen. Ik vertrouw dat. Ik vertrouw in Hem alleen. Bekeer me van mijn zonden.
Vreest den Heere, gij Zijn heiligen! want die Hem vrezen, hebben geen gebrek. De jonge leeuwen lijden armoede, en hongeren; maar die den Heere zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed. De jonge leeuwen lijden. Je kunt God niet vinden met je eigenwaarde en inspanningen. Ze zijn waardeloos voor Hem. Het kan met niets van jou. Alles wat je hebt, heb je reeds van Hem ontvangen. Alleen die Hem zoeken. Bekeren. Zij hebben geen gebrek aan enig goed. Gaat over geestelijke zaken, niet materiële zaken.
Komt, u, kinderen! hoort naar mij! ik zal u des Heeren vreze leren. God handelt alleen met mensen die naar Hem luisteren. David onderwijst het volk. De mensen die God zegent luisteren naar Hem. Het probleem van ons is dat velen zeggen: is er een God, dan moet ik zelf mijn religie uitvinden. Wat denk ik ervan? Om Hem te behagen. Het brengt je nergens. Als God zegt: die is een gevallen menselijk geslacht. Er is geen vergeving buiten Christus. Vergeving in Christus die kwam de enige Weg. Natuurlijk is dat zo. God is heilig. Hij is volmaakt recht. Hij nam Zelf de straf op zich. Ik kom om hun leven te veranderen. Dit is de enige Weg, de essentiële weg.
Wie is de man, die lust heeft ten leven, die dagen liefheeft, om het goede te zien? Niet leven op aarde maar volmaakt, geheel leven. Om het goede te zien. Geestelijke waarheid en leven. We doen het niet bij eigen kracht maar Hij heeft het. De ogen des Heeren zijn op de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun geroep. Je komt tot de Heere, je gelooft Hem, wat Christus gedaan heeft op Golgotha. En je leven is veranderd. Nieuwe natuur. Nieuw verstand. Je kunt dingen zien op een andere manier. Je hebt de gave van gebeden. Je kunt de dingen niet meer doen die je voorheen deed. Je hebt Hem lief en je bidt tot Hem. Je dient Hem. De ogen des Heeren zijn op de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun geroep. Als je doorgaat zonder de Heere, is Hij tegen je. Frustreert je zelfs.
Het aangezicht des Heeren is tegen degenen, die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien. Je bent geestelijk niet in leven, kent het niet. Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen; maar uit alle die redt hem de Heere. Niet dat je niet een been kunt breken. Gaat om geestelijke zaak. De Heere is nabij de gebrokenen van harte, en Hij behoudt de verslagenen van geest. De gebrokenen van hart. De Heere is nabij. Als ik niet vergeven ben, ben ik dood. Slechts voor het hier en nu. Altijd een slachtoffer van zonden. Verslagenen van geest. Ik voel me zo slecht op afstand van God. We komen en bekeren ons van onze zonden. Hij maakt ons genadig de Zijne.
De Heere verlost de ziel Zijner knechten; en allen, die op Hem betrouwen, zullen niet schuldig verklaard worden. Dit is wat Christus deed op Golgotha. Nam de straf op zich. Niet schuldig worden verklaard. Mensen die op Hem vertrouwen. Bevrijd van straf en de gevolgen van de zonden. Het is teveel voor ons om zoveel thema’s in de verschillende verzen bij elkaar te hebben. Alle waardering voor bekering gaat naar de Heere. Zoeken is essentieel. Je moet zoeken. Je moet het verlangen. Bekering is onmisbaar. Je ontvangt vrede en vreugde van God. Het is een bijzondere relatie met God. David wijst op het hebben van een relatie met God en vergeving.
Zondag 31 maart 2019 – Metropolitan Tabernacle Londen – dr. P. Masters [dienaar te Londen] – Psalm 34 vers 8a