Wie zorgt voor de ziel?
Wij mensen hebben een ziel. Het is het immateriële deel in ons, ons zijn. Wie we zijn, onze identiteit. Onze ziel heeft de potentie om met God te communiceren, om met Hem te leven. Maar, en dit is diep aangrijpend, onze zielen slapen van nature en worden verwaarloosd sinds de zondeval waarbij de mensheid van God vervreemd is. Maar ondanks dat, zorgt God voor onze ziel. Hij wekt zielen op. Dat mensen, zondaren, het nieuwe ;en eeuwige leven met Hem ontvangen. Dat onze ziel tot leven komt.
Psalm 142 vers 4: ‘Ik zag uit ter rechterhand, en ziet, zo was er niemand, die mij kende, er was geen ontvlieden voor mij; niemand zorgde voor mijn ziel‘.
De zorg voor de ziel
In Psalm 142 was David nog geen koning. Aangekondigd. Saul wist wat er ging gebeuren. Zond soldaten om David te pakken. David was bang. Vers 1 en 2. Hij besefte dat de Heere hem nabij was.
Niemand zorgde voor mijn ziel. Ik zag uit ter rechterhand. Als daar een advocaat is. Iemand die je vertegenwoordigt. Of als je voor de koning moet komen. David voelde zich heel alleen.
Elke Psalm is gedicht voor geestelijke lessen. David bad tot God en bracht Hem de lof. Vóór de bekering, ervan weten, moet er een diep inzicht zijn dat je zelf onbekwaam bent. Hoe benader je God? Je moet door een ervaring dat je Hem niets kan brengen. Geen priester. Geen leraar. Niemand. Je moet Hem geloven. Je bekeren. Je kunt niet bieden.
Het is een parallel dat David eerst door die ervaring moest. Zo ook als het gaat over de bekering. Vers 4. Het zorgen voor de ziel. We hebben een ziel. Een immaterieel deel in je. Essentieel deel. Je kunt het lichaam niet opensnijden en eruit halen. Jij bent het. Je persoonlijkheid. Je mogelijkheid om te communiceren met God. Potentieel leven voor God. Hem begrijpen. Voor Hem leven.
Maar pijnlijk genoeg kan het niet vanwege de zonden. De ziel slaapt. Zonder bekering kun je geen contact met God hebben. Je hebt de potentie maar het inactief. Sommige mensen gaan zo ver dat de ziel dood is. In een bepaald opzicht klopt het maar niet helemaal. De ziel slaapt.
Vaak bezig met het lichaam. Zo belangrijk voor ons. Hoe we eruit zien. Maar veel belangrijker is de ziel. Velen hebben niet eens een idee dat ze een ziel hebben. Als we sterven moeten we verantwoording afleggen over onze daden.
Wie zorgt voor de ziel? De overheid zorgt niet voor ziel. Niet in deze Atheïstische dagen. Iets gerelateerd voor de ziel geen interesse voor. Of je wandelt met God of niet. We zijn in verkiezingsmodus. Ideeën. Partijen presenteren zich. We zijn in een periode in ons land van extreem ongeloof.
Geen universiteit zorgt voor de ziel. Niet officieel op geen enkele wijze. Informatie wordt gegeven maar niet voor de ziel. Ziekenhuis kan met het vele goede werk wat wordt gedaan niets doen voor de ziel.
Maak jij je zorgen over je ziel? Relatie met de Almachtige God? Het eerlijke antwoord is dat zolang er geen werk van God in ons leven is, wij niet zorgen voor de ziel. Waarom niet? Sommige denken er gewoon niet over na. Ze denken niet over bestaan na. Wie ben ik? Sommige denken dat we hier door pure kans en ongeluk hier zijn. Ik wil geen uitleg over hoe we hier kwamen. Ik wil het in de mist laten. Ik houd het bij de dingen die ik kan zien en aanraken. En te licht om aan eeuwigheid te denken.
Er zijn er ook die erg tevreden zijn met deze wereld en het materiële. Al mijn ambities kan ik hier vervullen. Ik ben vrolijk. Het kan tot een bepaald level. Sommige mensen zijn beperkt in hun denken over God. Ze weten niet over de schepping. Die niet weten over de zondeval. Als ik vraag. De zondeval? Wat is dat?! Meest fundamentele dat gebeurd is in de wereld. Hoe leg je het uit? Ze weten er niet van. Ze weten niet van de geschiedenis van het menselijk geslacht. Ze weten niet over Jezus Christus die naar deze wereld kwam. Verzoenend lijden van Hem. Kerst kennen ze maar niet van dat Jezus naar deze wereld kwam voor onze zonden.
Dit kan gebeuren met hele slimme mensen. Ik heb over de jaren met veel mensen gesproken. Ze zeiden: ik heb het nog nooit er zo van gehoord. Dat is zo met ons van nature om het naast ons neer te leggen. Mensen ze weten niets over de wedergeboorte. Over de eeuwigheid die eraan komt hierna. Geen informatie is in hun verstand.
Er zijn ook mensen die al zo bezet zijn door zonden. De ene of andere. Voorbeeld van iemand waarmee lang gesproken. Ik kan zo’n christen niet worden. Waarom niet? Dan kan ik geen sociale drinker meer zijn. Geen alcoholist maar toch. Zat er zo aan vast. Je bent niet vrij om na te denken over God en de eeuwigheid. Wat een tragedie.
David had niemand die zorgde voor zijn ziel. Maar hij realiseerde zich dat God zorgt voor de ziel. Hij de Almachtige, de heilige God in de hoge zorgt voor jouw ziel. Zo’n grote liefde. Als we zelfs niet zorgen voor onszelf. Gods zorg voor onze ziel is ondanks alles van ons.
Isaac Watts dichtte. Hij zag de naties liegen. Hij kwam in deze wereld. Hij keek naar beneden en bedacht een plan voor de zaligheid. Welke aardse heerser zorgt voor individuen?
God had een groot probleem. Ik spreek voorzichtig. Hij heeft geen probleem. Hij kan alles doen en niets is voor Hem onmogelijk. Voor ons begrip spreken we van een probleem. Het is Zijn heilige natuur dat Hij tegen zonden is. Het moet gestraft worden. Hij kan zich niet inlaten met zonden. Zijn toorn brandt erover.
Zonden staat in de weg. Schuld staat in de weg. Hij heeft een hart van liefde. Van nature moet Hij de zonden bestraffen. Hoe kan God dit probleem oplossen? Het is onmogelijk. Alleen op een manier. God zelf komen. Dat Hij zelf kwam. God de Vader zond de Zoon. Hij is aangedaan met de zonden. Hij gestraft in onze plaats. God is verzoend met Zijn gerechtigheid. Het is de enige weg.
God bedacht het plan in de eeuwigheid. Christus kwam in de tijd. Hij leed en stierf. Hij droeg weg de eeuwige straf over de zonden samengeperst in zes uren op Golgotha. Waar wij anders gestraft hadden moeten worden in de hel. Als we in Hem vertrouwen heeft Hij dat in onze plaats gedaan.
De ware kerk van Christus zorgt voor je ziel. Christenen in de tijd hebben christen over de eeuwen gebeden voor de zielen van mensen. Zorgen voor de ziel. Omdat hun hemelse Vader zorgt voor zielen. Dat is het werk voor Christus. Mensen sterven voor deze boodschap. Martelaren. Gods en de kerk gaan door met het zorgen voor zielen. Christus’ werk redt de zielen.
Vers 5. Ik riep tot de Heere. Ik verdien niets. Ik heb geen rechtvaardigheid in mij. Heere, ik kan het niet. Geef mij een nieuw leven. Smeekbede. Smeken terwijl je het niet verdient. Kom tot God en geloof in Hem. Hij weet alles van je. Roep tot Hem. Vers 4. Niemand zorgde voor mijn ziel.
Kom tot Christus in gebed. Vertel Hem dat je niets kunt aanbrengen. Dat je totaal afhankelijk bent van u. Ik geef u mijn leven. Voor u te leven. Verlos mij van mijn vervolgers. We moeten in geloof tot Hem komen.
Het verhaal is vaak verteld. Een kleine jongen. Hij wilde graag een treinset als cadeau voor de Kerst. Hij kreeg het. Vanwege zijn temperament sloeg hij jn een driftbui het treinset helemaal aan diggelen. Boosheid. Hoe dwaas. Later besefte hij het. Slechts een klein kind, zegt u? U doet hetzelfde met God als je je eigen leven in handen neemt. Je gooit je ziel te grabbel. Allerlei mensen doen het, volwassenen zelfs. Doe het niet. Je verliest je potentie, het leven met God.
Zondag 17 november 2019 – Metropolitan Tabernacle London [Verenigd Koninkrijk] – dr. P. Masters – Schriftlezingen Psalmen 1 en 2 en Lukas 12 vers 8-23