Wij mensen zijn allemaal afhankelijk. Wat is het een zegen om afhankelijk te zijn van de levende God die aan allen die in Hem geloven uit genade het eeuwige leven schenkt. Psalm 121, een pelgrimslied onderweg door de aardse woestijn, gaat over de hulp en bewaring van de Heere God. Hij omringt Zijn kinderen met Zijn hulp en bewaart hen voor struikelen. Niet voor even, maar voor altijd. De Psalm sluit af met de woorden: ‘de Heere zal uw uitgang en uw ingang bewaren, van nu aan tot in der eeuwigheid’.

Psalm 121 vers 1: ‘Ik hef mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal‘.

Afhankelijk zijn

Als ik met een anekdote mag beginnen. In 1968 was mijn eerste boek gepubliceerd. ‘Men of destiny‘.  Ik gaf een exemplaar aan een man. Hij vond het een mooi boek maar niets voor hen. Een boek voor afhankelijke mensen, vond hij het. Hij gaf het terug. Ook bij een boek van M. Lloyd Jones. Afhankelijke mensen. Het was een reactie die werd gehoord. Christendom is voor mensen die niet slagen in het leven en dit is dan iets waar ze op rusten, afhankelijk van zijn.

Iedereen is afhankelijk. Allerlei soorten dingen. Ik las een biografie over Winston Churchill. Deed grote dingen in de Tweede Wereldoorlog. Heel onafhankelijk persoon. Maar als je de details las, dan zag je hoe onafhankelijk was. Ik ben in de verste verte niet uit op hem bekritiseren. Maar alcohol nam hij. En hij kon veel eten. En films bekijken en die bespreken. En ja, hij was heel onafhankelijk.

Mensen zijn afhankelijk van families. In de cultuur waar je in bent. We zijn afhankelijk van het werk, overheid, en dokter, en velen afhankelijk van entertainment. Hoeveel groter afhankelijk te zijn van de levende God.

Het is beschreven als een lied van pelgrims. De vijftien Psalmen die werden gezongen op weg naar Jeruzalem met de grote feesten als mensen daarnaar toe reisde. ‘Ik hef mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal.’ Soms worden het als een vraag gesteld maar dat is onzin. Twee vragen van gemaakt maar het is een vraag.

Hulp komt niet van de heuvels. Dat is van God, de heuvels van Jeruzalem. Gods Woord wordt daar verklaard. Daar werden de offers gebracht. Zonden konden alleen door het brengen van een offer worden gebracht. Op een dag het Offer. Bij vertrouwen op de barmhartigheid van God. Het was symbolisch in het offer. Dat Hij de prijs betaalde.

Grote beelden van de eeuwige God. De hulp komt van God. Ik hef mijn ogen op naar de bergen vanwaar mijn hulp komt. Het werd gelezen. En uitgelegd. De hele Psalm werd uitgelegd als de reis van het leven. Dit is een geestelijke Psalm. Niet letterlijk op de berg klimmen. Maar geestelijk in glorie.

Dat werd aan de mensen uitgelegd. ‘Ik hef mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal.’ Misschien luistert er wel iemand die het voornemen had ik wil mijn ogen niet opheffen tot God. Met allerlei waarheden. Ik wil niet. Dat is tragisch. Doe dat niet voor het behoud van je ziel.

Hulp. Het is het meest interessante woord in het Hebreeuws uit de Psalm. Het is meer dan hulp. Hulp, vertroosting, mij omringd. Het is meer dan slechts hulp. Vanwaar komt deze speciale hulp. Je krijgt hulp van allerlei hulp in deze wereld. Van entertainment, eten en drinken, vrienden. Hulp voor het moment.

Maar de hulp hier is een omringende hulp. Zaligheid en verzoening met God. Komen tot Hem. Zonden vergeven. Nieuw leven. God met je, die hulp. Dit is niet hulp voor vijf minuten. Dit is hulp waarmee je omgeven wordt. Helpt bij de levensreis. Geeft ons wijsheid.

God helpt eerst de ziel. Nieuw leven. Bekering. Dat moet eerst komen. Als God je helpt op duizend manieren zonder bekering. Dan zul je nooit je bekeren en Hem willen. God begint met het grootste eerst. Nieuw leven.

Heb je een therapeut nodig? Niet dat ik daar over ga hebben. Of een dokter? Hopelijk vind je er eentje die je echt kan helpen. Maar dit is de grootste Helper. ‘Mijn hulp is van den Heere, Die hemel en aarde gemaakt heeft.’ Voor God is niets onmogelijk. Waarom naar triviale dingen grijpen? Hij kan je zeker helpen. Geeft ons een nieuwe natuur. Nieuw begrip. Nieuw verlangen naar een nieuw leven.

Alleen de eeuwige Schepper kan helpen. Hoe kan Hij, de Zoon van God gelijk aan de Vader, geboren worden als een baby in deze wereld? Ging naar het kruis op Golgotha. Straf Mij in plaats van hen. God de Vader schiep de hemel en aarde. Christus kwam en stierf voor zondaren. Hij stond op uit de doden. Alleen de God de Maker van hemel en aarde kan dat doen. Hij is Degene die vertrouwd kan worden.

Vers 3. ‘Hij zal uw voet niet laten wankelen; uw Bewaarder zal niet sluimeren.’ Hij zal je niet laten struikelen. Eenmaal tot Christus gekomen is het verbazingwekkend hoe Hij je helpt en beschermt. Wat mensen je ook aandoen. God doet grote dingen. Ik denk aan een jongen. Hij was niet zo veelvoorkomend. Maar te zien hoe hij reageerde op anderen. Hij werd geholpen.

Soms zeggen mensen tegen een dominee: als ik een christen wordt, dan zal ik vallen. En dan een God in de hemel. Nee, als je tot Hem komt zal Hij je vasthouden en niet laten struikelen. Natuurlijk niet, Hij is altijd met je. Hij hoort en antwoordt je gebeden. Je leest nooit iets in de Bijbel dat tegenstrijdig is en je teleurstelt. Hij laat je nooit tevergeefs wachten.

Vers 5. De Heere is je Beschermer. Van de brandende zon in het Oosten. Dat is God. Hij draagt je door. De zon zal je des daags niet steken en de maan ook niet. Poëtisch. Je zult gedurende dag niet worden aangevallen en ook niet in de nacht. God zal je bewaren. De Heere zal je bewaren van alle kwaad en uw ziel bewaren.

Hij zal nooit kwaad toelaten dat het vertrouwen in Hem van je doet wijken. Nee, Hij beschermt je. Overtuigd je in je geweten. God zal altijd je gebeden antwoorden. Je ziel zal Hij bewaren. Vers 8: ‘De HEERE zal uw uitgang en uw ingang bewaren, van nu aan tot in der eeuwigheid’. Dit omvat alles. Alles wat je onderneemt, je ervaringen. Uitgaan en ingang.

Je kent Hem. Hij zal je bewaren. Er zijn zes bewaringen in deze Psalm. Vers 3, 4 en 5 en dan weer in vers 7. Zes keer bewaren in de Psalm. Vers 7, vers 8. Zes beloften dat je bewaard zult worden door het laatste leven heen tot in het eeuwige leven. Van nu aan tot in eeuwigheid.

In de eeuwige glorie van Christus. Mensen gered van voor de komst van Christus. Zij zochten de barmhartigheid en bekeren van God. In Handelingen 8 een kamerling uit Ethiopië. Filippus de Evangelist was door de Heilige Geest geleid tot hem. Hoorde hem lezen uit Jesaja 53. Dat Christus zal komen en geslacht zou worden als een Lam. Over wie gaat het, ik weet het niet? De komst van Christus. Het Offer. De prijs betaald voor al de zielen die in Hem geloven.

Wij zijn afhankelijke mensen. Wij hebben verzoening nodig met de levende God. Ik hef mijn ogen op tot de Heere. Tot Christus. Direct tot Hem, sla het beeld van de Psalm over. Ik vertrouw in wat Hij gedaan heeft. Mijn eeuwige straf op Zich genomen. En Hem vragen om mij te redden. Ik hef mijn ogen op tot Hem. En dan heb je het eeuwige leven. ‘De Heere zal uw uitgang en uw ingang bewaren, van nu aan tot in der eeuwigheid.’

 

Zondag 21 februari 2021 – Metropolitan Tabernacle Londen [Verenigd Koninkrijk] – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 107 vers 1-22, 43 en Johannes 14 vers 1-14