De gelijkenis van de dienstknecht van de koning die een grote schuld kwijtgescholden krijgt is het beeld van ons mensen voor God. Wij zijn zondaren met een torenhoge schuld. De oproep klinkt om tot God te gaan en om vergeving te smeken. Schamen wij ons voor onze zonden en bidden wij op die wijze?
Mattheüs 18 vers 23: ‘Daarom wordt het Koninkrijk der hemelen vergeleken bij een zeker koning, die rekening met zijn dienstknechten houden wilde’.
Geldig of ongeldig gebed
We zullen naar deze gelijkenis kijken vanaf vers 23. Het is een les over gebed. Gebed voor zaligheid. De discipel Petrus had een vraag: hoe vaak vergeven we een broeder? Christus antwoordde ongelimiteerd. Daarna vertelde hij deze gelijkenis. Maar het is veel meer. De inhoud is duidelijk breder dan een les om te bidden.
Een les over gebed specifiek voor vergeving. Vers 23: ‘Daarom wordt het Koninkrijk der hemelen vergeleken bij een zeker koning, die rekening met zijn dienstknechten houden wilde’. Ik moet je waarschuwen dat er hier wat in de gelijkenis is wat niet zomaar vanzelfsprekend is. De koning had dienstknechten. ‘Als hij nu begon te rekenen, werd tot hem gebracht een, die hem schuldig was tien duizend talenten.’ Enorm bedrag. Tienduizend was het hoogste bedrag wat nog gebruikt werd in het Grieks. Zoals wij zeggen die persoon is miljoenen waard.
Een talent zeggen de experts 75 pond zilver. Tienduizend is een groot bedrag. Een zegt een half miljoen pond, anderen 2-3 miljoen. We leren in elk geval dat deze dienstknecht tenminste een manager van vastgoed. Of een gouverneur. Van het land of koninkrijk. Dienstknechten van de koning. Het wordt uitgedrukt in talenten en niet zoals bij ons nu een geldbedrag.
Wat gebeurt er? Twee/drie regionen brengen het geld niet. Dienstknechten, gouverneur of manager van een staat. Die manager hield een deel voor zichzelf en bracht de recht tot de koning. In het paleis was verdenking. Meer geld moest gebracht worden. Hij begon te rekenen. Deze dienstknecht was misschien onder arrest. Duidelijk dat er sprake was van fraude. Ze zagen de luxe waar hij van leefde. Ze riepen hem op en die is nu in problemen.
Tien duizend talenten. Heel groot. Gokte hij? Was hij op meerdere plaatsen huizen aan het bouwen. Hij dacht niet aan de koning. Het zal nooit gebeuren dat hij verantwoording af zou leggen dacht hij bij zichzelf. Vers 25: ‘En als hij niet had, om te betalen, beval zijn heer, dat men hem zou verkopen, en zijn vrouw en kinderen, en al wat hij had, en dat de schuld zou betaald worden’. Dat was de opdracht. Deze prijzenswaardige gouverneur zou absoluut te schande staan en kon nooit betalen.
Maar nu vindt je zijn verschijning voor de koning. Vers 26: ‘De dienstknecht dan, nedervallende, aanbad hem, zeggende: Heer! wees lankmoedig over mij, en ik zal u alles betalen’. Buigen, nedervallen. Heere, wees lankmoedig en ik zal u alles betalen. Hoe zou hij dat dan doen? Hij kon dat niet. Hij is in elk geval zijn schuld in gedachten aan het verkleinen.
Deze gelijkenis laat ons zien. Iedere persoon een grote verantwoordelijkheid. We hebben zoveel van hem ontvangen. Ook al zeg je dat Hij niet bestaat. Leven ontvangen. Geweten. Een brein. Je bent geen dier met grote beperkingen. Je bent een mens met grote mogelijkheden. De lucht je ademt. Het voedsel dat je eet. Je hebt een grote vrijheid gekregen om je leven in te vullen. En je hebt het alles gestolen voor jezelf en zegt het is van mij. Te doen wat ik wil. Te hebben wat ik wil. Ik ben niemand wat schuldig.
En dan zegt de Bijbel er is een dag van oordeel. Nee zeggen we. Keren ons af van de gedachte. Het komt nooit maar het komt. Dat is deze man met grote schuld. Dat er een afrekening komt. Heb geduld met mij en ik zal alles betalen. Je hebt plotseling een ernstige ziekte en kunt sterven. En dan bedenk je ineens waar ben ik aan de andere kant van het graf en je bent bang.
Deze dienstknecht zegt ik betaal alles. Maar hij denkt kleiner over zijn schuld dan het daadwerkelijk is. En zo met ons. We hebben goede dingen gedaan. Nog een paar jaren goed leven. Net als deze man. Hij was in problemen en zo zijn wij voor God. Je kijkt naar de zondenlijst in de Bijbel. Trots. Begeerte. We hebben het allemaal gedaan en Gods wet overtreden. Al leefden we een miljoen jaren, we kunnen niet betalen. Het kan alleen met de Heere die ons uit genade vergeeft.
Vers 27. ‘En de heer van dezen dienstknecht, met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde’. En ontslag hem. En schold de schuld kwijt. Dit is een inzicht hoe God vergeeft. Niets te brengen. Totale vergeving. Met andere woorden: de Koning nam de schuld op. Het kan niet verdwijnen, het moet vergeven worden.
Voor God hetzelfde. Om te vergeven moest Hij betalen. Dat is wat Christus kwam doen. Hij betaalde voor degene die in Hem vertrouwen. Vers 28. Hij bad voor hulp en betaalde terug. Dat hij terugbetaalde staat er niet dat de koning dat eiste. Vers 28. ‘Maar dezelve dienstknecht, uitgaande, heeft gevonden een zijner mededienstknechten, die hem honderd penningen schuldig was, en hem aanvattende, greep hem bij de keel’. Bij de keel. Betaal mij, mogelijk betekent het betaal nu onmiddellijk. Deze lagere dienstknecht gebruikte precies dezelfde woorden als de dienstknecht. Het verschil was dat hij kon betalen.
Als je nu niet betaalt, naar de gevangenis gestuurd en mogelijk huis verkocht. Wat zegt ons dit? Voor zijn smeking om te vragen om vergeving was geen schaamte. Als hij iets van die schaamte had gehad dan had hij die lagere dienstknecht die veel minder schuldig was, dan had hij zo niet gehandeld. Dit heeft te maken met valide en niet-valide gebeden.
Laat er schaamte zijn. Voor mijzelf. Ik wil die baan. Geen schaamte. Ik wil de Heere niet. Autoriteit over mij. Hij wilde doorgaan met intimidatie. Hij wilde geen andere persoon worden. Als je tot God komt, wees er dan zeker dat je schaamte over je zonden moet hebben. Van deze man werd de hypocrisie zichtbaar.
In realiteit heeft God heeft informanten nodig. Hij weet je leefde voor jezelf. Hij weet je hebt Hem verworpen. Hij heeft niet nodig dat iemand vertelt zoals in de gelijkenis in de Bijbel. Alles wat je te doen hebt is vragen van Christus. Maar doe het oprecht. Schaamte over zonden. Vraag om een nieuw leven. Dat je Hem zult dienen.
De dienstknecht was wreed. Dat was de tijd. Geef hem over aan de pijnigers. Eeuwige straf is in de gelijkenis. Vrienden, het belangrijkste om te doen is tot Christus te gaan. Wees niet zoals deze man, geen schaamte. Zonder tot Christus te gaan zijn we als deze man. Wees zeker om met de juiste geest hem te benaderen en je zult Hem zeker vinden.
Nieuwjaarsdag zondag 1 januari 2023 – Metropolitan Tabernacle Londen, Verenigd Koninkrijk – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 23 en Mattheüs 18 vers 23-35, Mattheüs 19 vers 1-2