Het onderwijs van de Heere Jezus Christus aan Zijn twaalf discipelen gaat over het dienen in Zijn Koninkrijk. Niet om eigen waardering maar een zelfopofferend leven. De minste te zijn, te worden als een kind. Ook het doden van de zondige leden van het lichaam komt aan de orde in het onderwijs.

Markus 9 vers 33: ‘En Hij kwam te Kapernaum, en in het huis gekomen zijnde, vraagde Hij hun: Waarvan hadt gij woorden onder elkander op den weg?’.

Christus’ voorwaarden voor dienen

Nu is Hij met de discipelen. We lazen vers 30, ‘En van daar weggaande, reisden zij door Galilea; en Hij wilde niet, dat het iemand wist’. We kijken naar onderwijs van de Heere Jezus aan de twaalf discipelen voor de toekomstige tijd van de kerk.

Er is een discussie over hoeveel ons hier wordt verteld. Ons wordt niet alles verteld. De discussie was misschien groter en sommige details niet. Maar ons verteld wat belangrijk is.

We vinden hier het voorbeeld van de Heere om een opofferend dienst gegeven wordt. Het is de tweede keer dat Hij dit verteld. Dat Hij kwam om te lijden en te sterven. Om Zijn leven te geven voor die Hem toebehoren.

De Zoon des mensen wordt overgeleverd in de hand van zondaren, de Romeinen. Overgeleverd en verraden. Hetzelfde woord in het Grieks. Christus plaatste Zichzelf vrijwillig onder de macht van mensen. Hij wist wat ging komen, alles in de macht van God.

Denk eraan, de Schepper van alle dingen overgeleverd in de handen van mensen. Hij is onder de autoriteit van de Vader. Om ons gelijk te zijn en onze Zondewegdrager te zijn. In de hemel gelijk aan de Vader, op aarde Zichzelf aan de Vader onderworpen om Zijn wil te doen.

Nadat Hij gedood is zal opstaan van de dood op de derde dag. Zie je het, het zelfopofferend leven van Christus. Absolute autoriteit van Vader, Zoon en Heilige Geest. De Zoon Zijn leven afgelegd. Het eerste punt is het voorbeeld van Christus.

Ze verstonden het niet en waren bang het te vragen. Waarom? Dat hun koninkrijk zou eindigen. En zeker als Hij zou sterven, wat zou dat glorierijke koninkrijk dan zijn? Ze verstonden niet dat Hij een geestelijke Zaligmaker was. Ze dachten dat het slecht nieuws was voor hun dromen.

Vers 33. ‘En Hij kwam te Kapernaum, en in het huis gekomen zijnde, vraagde Hij hun: Waarvan hadt gij woorden onder elkander op den weg?’ Privaat onderwijs. Hij gaat principes geven. Die van toepassing zijn voor alle mensen die God dienen in de tijd van het Nieuwe  Testament.

Wat woorden had u onder elkaar? Zie hielden hun mond. Aardse koninkrijk. Wie Zijn minister? Zelfgericht. Trots. Ambitieus. Hoe krijgen we waardering. Ze brachten het als een vraag. Heere, wie zal de grootste zijn?

Misschien waren ze in de buitenlucht. Hij organiseert plotseling een ontmoeting met elkaar. Vers 35, ‘En nedergezeten zijnde, riep Hij de twaalven, en zeide tot hen: Indien iemand wil de eerste zijn, die zal de laatste van allen zijn’. Hij maakte Zichzelf de minste. Grieks diaken. Het minste van allen. Van intellectuele, slaven. Van allen.

Hij wil Zichzelf niet groot maken, vanuit de hoge positie. Maar ernaast zitten. Naar zielen omzien. Een dienaar. Hoe ver zijn mensen afgedwaald van een discipel van Christus te zijn? Vredestichters.

Zie de discipelen, ze waren niet gekwalificeerd. Pracht en praal. Geen teken wat een persoon noemde over de Anglicanen en Rooms Katholieken. Posities in kerken. Voor de bisschoppen. Reverent en Most reverent, dat is er niet. Zelfopoffering in hun leven. Meesten gaven hun leven en stierven als martelaar.

Geen luxe levens. Meerdere huizen. Welvaartsevangelie. In onze opvatting diskwalificeert een dominee zich als hij zich niet houdt aan de principes van Christus. En dan een voorbeeld. Vers 36. ‘En nemende een kindeken, stelde Hij dat midden onder hen, en omving het met Zijn armen’. Het Grieks is interessant. Mogelijk sloeg de hand om het kind. Of Hij het oppakte is niet uit het Grieks af te leiden.

Vers 37. ‘Zo wie een van zodanige kinderkens zal ontvangen in Mijn Naam, die ontvangt Mij’. Het kan toegepast worden op twee manieren. Als we tot God komen kind worden. God nemen zoals Hij is, leren van de Schriften. In bekering tot Hem komen. Nederig komen.

Markus gebruikt het om de nederigheid van de dienaren van Christus aan te geven. Kinderen zijn zo insignificant. Zo klein, mogelijk kan het kind amper spreken. Wie een zodanig kind ontvangt, die ontvangt Mij. Want Christus is in het kind.

Ouders zijn afgeschilderd als kleine kinderen. Het slaat op jonge gelovigen. Die zodanig kind ontvangt Mij. Alle gelovigen hebben Christus in zich wonen en wie dat ontvangt, ontvangt Christus.

Ik moet openstaan voor iedereen. Iemand iets heel slecht gedaan, of verkeerde gelooft. Niet als lid van de kerk. Ik mag het niet verwerpen. Christus is eigendom van hem. Als ik dat wel, dan ben ik in gevaar van Christus verwerpen.

Wie zo iemand ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij. Het kind. Je wilt niet het kind zijn in alle opzichten. Maar als een voorbeeld. Kind stil, gehoorzaam. Tevreden met zijn deel. Discipelen moeten dat ook zijn, tevreden. Niet voor waardering. Vertrouwen. Altijd leren.

Wil je een dominee/prediker zijn? Je wilt het beste doen in je leven. Altijd leren. Het kind is bewust van zijn zwakheden en benodigheden. Altijd bewust van Gods macht en afhankelijkheid. Een voortdurende leerling. Ook de discipelen hadden de mensen te ontvangen en niet af te keren. In tevreden te zijn en modus om te willen leren.

En dan vers 38, En Johannes antwoordde Hem. Waarom antwoorden? Omdat het verbonden is met vers 37. ‘Meester! wij hebben een gezien, die de duivelen uitwierp in Uw Naam’. In Uw Naam. Dat is de kern. We verboden dat. Hebben we iets verkeerd gedaan? Ja, dat was niet goed zegt Christus.

Was het goed? Je had het verkeerd. We zagen iemand duivels uitwerpen. Succesvol. Hij was niet als de valse mensen. Die het claimden maar niet konden. Hij deed het in de Naam van Christus. Hij gelooft in Christus. Hij is een gelovige en werkt wonderen.

Wie was deze man? Geraden dat het een discipel van Johannes was. Die zei het Lam van God dat de zonde der wereld weggenomen heeft. Maar zich nog niet van Johannes losgemaakt had. Meer aannemelijk was het een van de zeventig. Had de macht en

Commission

Ze zagen eentje die duivels uitwierp in Uw Naam. Christus zegt verbied Hem niet. ‘want er is niemand, die een kracht doen zal in Mijn Naam’. Stel je voor dit is er eentje die als Christus komt en zegt hebben we niet duivels uitgeworpen in Uw Naam? Het bleek een valse te zijn dan. Hoe konden de discipelen weten? O die het zeggen konden het niet, ze zeiden dat ze duivels uitwerpen.

Charismatische beweging. Er zijn er velen die velen werkelijk in de Heere geloven. Maar hun condities dat ze zeggen duivels uit te kunnen werpen is onzin, zo genoemde genezers. Maar niet voor lang. Mensen die in rolstoelen komen en genezen worden is vals en niet echt. Hun claims zijn alleen maar claims.

Maar deze man was echt in staat om de duivels uit te werpen. Waar gaat het om? De discipelen worden voorbereid om de kerken op te zetten. Samen met Paulus. Wat is het patroon? Individuele gemeenten die autonoom zijn. Zoals in Klein-Azië.

Geen kerk van Engeland. Geen kerk van hier of daar. Geen denominaties in het Nieuwe Testament. Elke kerk direct onder autoriteit van Christus die in het midden van hen is. Verantwoordelijk voor God.

Vrienden die relaties zijn, niet onder ons leiderschap. Die niet tegen ons is, is aan onze zijde. Nieuwe Testament is een groot aantal van kerken onder autoriteit van God. God maakte nooit een denominatie. Christus ook niet. Piramide.

Makkelijk voor de duivel. Maakt de top corrupt. Begonnen met grote aantallen. Proclameren het Evangelie. Maakt dat corrupt en je alles in een keer gewonnen, voor de duivel.

Het verliest zijn eigen kracht. Het valt in de trap en zit vastgeklemd. Als het een denominatie is gaat het verder.

Johannes, als het niet een van ons is of de zeventig, weg ermee?! Nee, dat is niet hoe we ermee omgaan. Vers 41. ‘drinken geven in Mijn Naam, omdat gij discipelen van Christus zijt, voorwaar zeg Ik u, hij zal zijn loon geenszins verliezen.’

Ik kom tot vers 43. De les is dat de gelovige altijd bezig is met het doden van de leden. Iets in zijn leven wat zijn geestelijke wandel hindert. Van de wandel met God. En indien uw hand u ergert, houwt ze af. Je weet natuurlijk dat de Zaligmaker niet letterlijk spreekt. Je handen staat voor activiteit. Heb je een activiteit die onheilig, geeft je vreugde maar het iets dat je zoveel doet dat je van je vrouw, man, je devoties weghoudt. Het steelt. Het raakt anderen.

De betekenis is dat een christen gereed is om het tot dood te brengen. ‘En indien uw hand u ergert, houwt ze af; het is u beter verminkt tot het leven in te gaan, dan de twee handen hebbende, heen te gaan in de hel, in het onuitblusselijk vuur’. Als je naar de hel gaat, betekent dat je nooit een gelovige was. Want dat ben je gered. De volharding van de heiligen.

De gelovige doodt het. Het is een teken van genade. Als je niet tot de dood brengt, dan ben je geen christen maar een nominale gelovige. Helemaal. Dit houdt mij vast. Ook als is het niet zondig, ik moet ervan af in leven. En indien uw voet u ergert, houwt hem af. Reizen, vakanties. Misschien is lange relaties hierbij inbegrepen. Waar je gaat. Vrienden het is vermoeiend voor jou. Het is die ongelovige die dat niet kan doen. Vers 47, En indien uw oog u ergert, werpt het uit. Zijn er dingen je verborgen houdt? Veel te lang met dingen bezig. Films, televisie. Nobel en heilig. Wat je ziet, het onreine.

Hij wil die films niet zien die een verleiding in zich hebben. Wat het kost. De gelovige is bereid te doen. En zo tot de laatste verzen van het hoofdstuk. Vers 49. Want een ieder zal met vuur gezouten worden, en iedere offerande zal met zout gezouten worden.

Sommige denken dat de hel onverbiddelijk. Ik ga met heb mee die zeggen: voor iedere christen iets pijnlijks te doen in ieders leven. Doden van de leden. Iedereen. Wie? Elke ware gelovige. Heiligend vuur. Met zout gezouten. Dat wat aantast, steelt. De lessen van de Heere in deze speciale instructie.

 

Zondag 7 mei 2023 – Metropolitan Tabernacle Londen, Verenigd Koninkrijk – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 66 en Markus 9 vers 30-50