Bij het proces tegen de Heere Jezus Christus worden allerlei getuigen opgevoerd maar er is verwarring. Verblind proberen de Farizeeën en Schriftgeleerden Hem te beschuldigen maar ze slagen niet. Dan staat de hogepriester Kajafas op en vraagt Christus wie Hij is. Het antwoord van Christus houdt een wedervraag in. Wat denkt u van de Christus? En dan volgt het openlijke antwoord: Ik ben het. De Christus, de van God gezonden Messias die beloofd was.

Markus 14 vers 53,55

En zij leidden Jezus henen tot den hogepriester; en bij hem vergaderden al de overpriesters, en de ouderlingen, en de Schriftgeleerden.

54 En Petrus volgde Hem van verre, tot binnen in de zaal des hogepriesters, en hij was mede zittende met de dienaren, en zich warmende bij het vuur.

55 En de overpriesters, en de gehele raad, zochten getuigenis tegen Jezus, om Hem te doden, en vonden niet.

Het eerste proces van Christus

Er waren verschillende verhoren. De eerste, daarna de tweede en derde. De vierde was ook voor Kajafas. Drie religieuze processen die gevolgd werden door drie verhoren. Vorige week gekeken naar de verloochening van Petrus.

In het paleis van Pilatus. Een ontvangstzaal waar de eerste verhoring door Annas werd gedaan. Petrus verloochende Hem binnen. Ik ga geen onderscheid maken tussen de overhoringen om het niet ingewikkeld te maken.

Christus de Heere, gelijk aan de Vader en Heilige Geest. Een God met drie personen. Hier is de tweede persoon in de Godheid die incarneerde. Degene die alles schiep. Die alles weet. Hij wist alles van die daar waren in dat paleis. Hij laat het toe dat Hij gearresteerd wordt.

De Heere der Heeren, de Koning eer koningen. Christus in Gethsemane die voorsmaak van alles wat Hij zou dragen om te zaligen. Het lijden en de dood. En dan die vernedering. Geslagen. En genageld aan het kruis. Hoever moest Christus gaan met Zijn liefde voor de Zijnen? Hij had hen lief van voor de grondlegging der wereld. Hoe ver gaat Hij voor mij, vraag je je af.

Als we in onze pastorale gebed bidden is er een proces dat dieper gaat dan wat Hij onderging voor ons? Hoe groot is Zijn liefde voor hen?

Maar hier begon het niet. Ze waren al veel eerder naar Hem op zoek. Voor Annas en Kajafas. Scene van verwarring en ongehoorzaamheid. Ik aarzel een dwaas voorbeeld te gebruiken want dit is een serieuze zaak.

Naar nummer 10 te gaan. De prime minister kwam uit. En ze bracht me naar de ruimte. Zo iemand voor je staat. Ik moest me even herpakken. Dat kan je overkomen. Een groep in Cornwall. British Airways helikopter.

Harold Wilson was toen de prime minister, die had een bungalow daar. Als we de prime minister zien dit is wat we hem zullen vertellen en getuigen. Kwam het moment daar. Zat een man alleen op een bankje. Geen beveiliging. Toen waren de jongeren niet staat iets te zeggen. Bij iemand die bekend is kan dit gebeuren.

Dit was anders. Om Hem te beschuldigen. Maar ook zij waren sprakeloos. Daar zagen zij Hem. De Heere die duizenden had genezen. Ze waren verward. Hun getuigenissen waren tegenstrijdig.

Vers 55: ‘En de overpriesters, en de gehele raad, zochten getuigenis tegen Jezus, om Hem te doden, en vonden niet’. En vers 56: ‘Want velen getuigden valselijk tegen Hem, en de getuigenissen waren niet eenparig’. Markus is het kortst want hij schreef voor ongelovigen en vat samen.

Getuigenis een element van waarheid in zich. En dan vers 60: ‘En de hogepriester, in het midden opstaande, vraagde Jezus, zeggende: Antwoordt Gij niets? Wat getuigen dezen tegen U’. En Christus antwoordde niet met een woord.

Ik wil je aandacht vragen voor een belangrijke passage in Lukas 22 vers 67 en 68: ‘Zeggende: Zijt Gij de Christus, zeg het ons. En Hij zeide tot hen: Indien Ik het u zeg, gij zult het niet geloven. En indien Ik ook vraag, gij zult Mij niet antwoorden, of loslaten’. Waar gaat dit over? Sorry ik wil je niet van het ene naar het andere Evangelie laten gaan maar zie Mattheüs 22 vers 41-42: ‘Als nu de Farizeën samenvergaderd waren, vraagde hun Jezus. En zeide: Wat dunkt u van den Christus?’. Christus als de Messias, hoe denkt u daarover? Uit Daniël de Messias. Deze Man? Dat is godslasterlijk zeggen ze.

Hij antwoordde hen met een vraag. ‘En zeide: Wat dunkt u van den Christus? Wiens Zoon is Hij? Zij zeiden tot Hem: Davids Zoon.’ De Zoon van David. Iedereen weet dat. Waarom vraagt U zo’n simpele vraag.

Christus haalt Psalm 110 aan. Exact dezelfde woorden. Vers 43-45: Hij zeide tot hen: Hoe noemt Hem dan David, in den Geest, zijn Heere? zeggende. De Heere heeft gezegd tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten. Indien Hem dan David noemt zijn Heere, [de oppermachtige Heere] hoe is Hij zijn Zoon?

Zo de Messias is Goddelijk. Zie Mattheüs 22. De Heere met hoofdletters. De tweede heere niet  met hoofdletters.

De eerste van de Goddelijke Naam. Jehova. De oppermachtige God, de grote Ik ben. Het tweede betekent oppermachtige heerser.

De Heere zegt, de eerste zonder twijfel de Vader, de tweede onderscheiden persoon in de Godheid. Vers 44: ‘totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten’. De vijand in het stof. Voet op hem zetten. Werd verbeeld zijn voetbank.

Het is een uitdrukking, al die haters van Christus de Farizeeën en Schriftgeleerden, sommige van hen niet, al die haters van het Evangelie zijn zullen vernederd worden. Daar is het aangehaald uit Psalm 110. Exact zo Daniël 7 vers 13 en 14.

Er zal een laatste oordeel zijn. En Christus zal oordelen. Uit Psalm 110 en Daniël 7. Dit is de laatste vraag die Hij stelt aan de Schriftgeleerden. Wat denkt u van de Christus? Zoon van David zeggen ze. Ze konden niet antwoorden. Dat is waarom Christus zegt Ik ben het. Hij had net gezegd als Ik je een vraag stel, kun je niet antwoorden.

Zij konden het zien dat Hij een Goddelijke Messias was maar zij wierpen Hem. De Heere der ere, hun Messias. Ze getuigden tegen Hem en dan stond de Hogepriester op, vers 60: ‘En de hogepriester, in het midden opstaande, vraagde Jezus, zeggende: Antwoordt Gij niets? Wat getuigen dezen tegen U’. ‘Maar Hij zweeg stil, en antwoordde niets. Wederom vraagde Hem de hogepriester, en zeide tot Hem: Zijt Gij de Christus, de Zoon des gezegenden Gods? En Jezus zeide: Ik ben het.’

Hij had dat ervoor niet gezegd. Zoon des Mensen heette Hij. Toen Hij Jeruzalem binnenkwam: Hosanna gezegend is Hij die komt in de Naam des Heeren. Wie zegt u dat Ik ben, vroeg Hij de discipelen. Petrus naar voren en zei: U bent de Christus de Zoon van de levende God.

U hebt het gezegd staat er in de andere Evangeliën. Vanuit het Grieks. Markus geeft het meer openlijk weer: Ik ben het. Vers 62: ‘En Jezus zeide: Ik ben het. En gijlieden zult den Zoon des mensen zien zitten ter rechterhand der kracht Gods, en komen met de wolken des hemels’.

Dit is ook iets wat je ziet in de profetie in Daniël 7. Zittende aan de rechterhand van de Vader, gelijk Goddelijk. Je zult de Zoon van God zien komende op de wolken. Natuurlijk zij zullen het op de laatste dag zien zoals wij. Het oordeel komt dan. Jij en ik kunnen sterven voordat Hij komt. In het paradijs van zielen totdat Hij komt wachtend daarop.

Maar als Hij terugkomt dan zullen we het allemaal zien, in de galerij van de troonzaal, zelfs duidelijker als dat Hij terugkomt naar de aarde. Psalm 110. Vreselijk. Als je er een grote storm is, je ziet de lucht en voelt het aankomen. Dat er iets dramatisch aankomt. Ongebruikelijke dingen zullen plaatsvinden. Gelovigen zullen niet verschrikt zijn.

Dat alle oppositie over is. En ongelovigen zullen gealarmeerd en verschrikt zijn, er is nu geen hoop. En dit is het met de Farizeeën en Schriftgeleerden.

1 Korinthe 2 vers 1-3: ‘En ik, broeders, als ik tot u ben gekomen, ben niet gekomen met uitnemendheid van woorden, of van wijsheid, u verkondigende de getuigenis van God. Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd. En ik was bij ulieden in zwakheid, en in vreze, en in vele beving’.

Hij spreekt tot Grieken. Trots Korinthe. Grieks leren, in het klassieke. In de Socratische methode van leren. Heeft hij hun wijsheid nodig? Niets van dat. Gelijk naar Christus. Vers 4. ‘En mijn rede, en mijn prediking was niet in bewegelijke woorden der menselijke wijsheid, maar in betoning des geestes en der kracht’. Paulus veroordeelt het allemaal.

Dit toe te passen op alles wat te leren is. Paulus past het toe op de Grieken, en leerstructuren. Net als zij die Christus ter dood veroordeelden, ze konden het niet verstaan.

Vers 5: ‘Opdat uw geloof niet zou zijn in wijsheid der mensen, maar in de kracht Gods’. En vers 7 en 8: ‘Maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt was, welke God te voren verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons, eer de wereld was. Welke niemand van de oversten dezer wereld gekend heeft; want indien zij ze gekend hadden, zo zouden zij den Heere der heerlijkheid niet gekruist hebben’. Ze konden Hem niet herkennen en verstaan. De duivel verborg zijn methode. Vers 9: ‘Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord’. Ze konden het niet zien.

Bijgelovig. Deze methode van denken o dit is kritisch denken. Je kunt er niet naar teruggaan, het is ramp. Maar ik dwaal af. Ik keer terug naar 1 Korinthe 2. Het is de wijsheid van de Bijbel. Wat de Heilige Geest leert. Vers 14: ‘Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden’. Beste vrienden dat wij rebelse zondaren waar onze gedachten gevuld zijn met aardse zaken, gevuld zijn door de Heilige Geest, Gods plan met ons. Terugkerend naar Markus 14. Ze waren blind. Ze zonden Hem naar Pilatus. Wat een liefde waar Hij voor ons doorheen ging voor ons.

 

Zondag 3 september 2023 – Metropolitan Tabernacle Londen, Verenigd Koninkrijk – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 57 en 1 Korinthe 2