De genezing van de melaatse door de Heere Jezus Christus beeldt de geestelijke vernieuwing van een zondaar uit. De mens, van nature sinds de zondeval van God afgesneden, wordt door het werk van Christus genezen en binnengebracht. De vergeving van zonden gaat vooraf aan de vernieuwing van het leven. 

Markus 1 vers 39 en 40: ‘[39] En Hij predikte in hun synagogen, door geheel Galilea, en wierp de duivelen uit. [40] En tot Hem kwam een melaatse, biddende Hem, en vallende voor Hem op de knieën, en tot Hem zeggende: Indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen’.

De wijze van bekering

We zien er twee in de verzen in hoofdstuk 2. We hebben het begin van het Markusevangelie bekeken. De schoonmoeder van Petrus was ziek. En andere discipelen riepen tot Christus voor haar genezing. En de melaatse genezen door Christus. Hij kwam zelf.

De eerste genezing die de hulpeloosheid laat zien en de Heere neemt het initiatief. En onmiddellijk gaat Markus verder met de genezing van de zoeker. De genezing is veel meer dan een vertoning van de macht van Christus. Dat Hij is God en Goddelijke macht heeft. En dat Hij onmiddellijk kan genezen.

En nu komt een melaatse. Niet alleen een vertoon van Zijn macht. Maar ook een beeld van geestelijke genezing. We zien het in de genezing van de melaatse. Dit is hoe het gepreekt moet worden.

En hij zei en dit is zo interessant: indien U wilt, U kunt mij genezen. Niet als U het kunt. Deze melaatse wist dat Christus hem kon genezen. Kan een schepsel zoals ik in deze dagen

Het werd in die dagen zo gezien dat ziekte een gevolg was van een bepaalde zonde. Maar dat is niet wat God leert. Het kon de vraag zijn: wat is mijn zonde? Alle ziekte is een gevolg van de zonden, maar als onderdeel van de vloek. Maar deze melaatse in het bijzonder in het geweten geraakt: is er een zonde, ben ik voor goed uit de tempel geworpen?

Daarom zijn vraag: indien U wilt. Niet of U kunt. Je ziet dat hij geloof. Hij gebruikt duidelijke taal, toegepast op zijn melaatsheid. Vers 41. Jezus bewogen zijnde en strekte zijn hand uit. Ik wil word gereinigd. Ik wil. Wees genezen, wees rein. En onmiddellijk toen Hij sprak week de melaatsheid van hem. Christus raakte hem aan. Maar alleen toen Christus sprak was hij  genezen. Woord met macht.

En hoe zit het met de aanraking? Het wachtte op het woord. Het was Christus’ identificatie. Melaatsheid in de Bijbel in veel opzichten van andere melaatsheid. Je raakte de melaatse niet aan. Hij noemde hem zoon. Christus identificeert zich met de melaatse. Hebben gemeenschap met Hem. Het zit alles in die aanraking. Het illustreert zaligheid.

Vers 42: En als Hij dit gezegd had, ging de melaatsheid terstond van hem, en hij werd gereinigd. Hij kon het niet helpen dat hij zo verblijd was. Hij vertelt het rond en de mensen. We kunnen preken over de genezing van de melaatse.

Hij moest in een hut of schuur leven buiten de stad. Wat een beeld van God afgesneden te zijn. Buiten de stad. De melaatse leed aan een gebrek aan gevoel. Verlies van gehoor en smaak. Wat een beeld van onze geestelijke staat zonder God. Geen prijs aan Hem, niets van dat vanwege de zonden. Melaatsen in de ogen van God.

En dan de verandering. En alles van dat weg. Zo is het als we komen tot Christus. Vergeving is het grote thema. Liefde in ons hart. Elke genezing kan worden gepreekt als een beeld van genezing.

Laten we naar hoofdstuk 2 gaan. Hij kwam in Kapernaüm. Stel je voor iedereen kent iedereen. Kwam in een huis. Mogelijk het huis van Petrus. Grote schare van mensen in het huis. Hij preekte de Schrift. Bekering en vergeving van zonden.

En er kwamen vier mannen tot hem en dragende een vijfde. Een geraakte. Hoe lang was hij gehandicapt? Onbekend. Op iets als een mat gedragen met vier hoeken. Ze kwamen door het dak. Elders staat de tegels van het dak gehaald. Brachten hem in de aanwezigheid van Christus. Vers 5. En Jezus zag hun geloof. Ze hadden nog niks gezegd. Hij zag het geloof in het hart. Om genezen te worden, ja.

Hij ziet het hart. Heb je ooit gebeden tot God om genezing of in nood? Misschien een zelfgericht gebed of bang gebed. Met een ziekte. Je bad uit angst. Heb je ooit gebeden om dat wat werkelijk belangrijk is. Hetgeen waarvoor je moet bidden als eerste voordat je kunt bidden om iets anders. De vergeving van zonden. Wees niet verbaasd dat God je niet hoort als je daar niet om bidt maar om iets anders.

Jezus zei tot de geraakte: niet sta op en wandel. Maar: zoon, uw zonden zijn u vergeven. Hij was gehandicapt. Maar misschien beïnvloed door andere lering. Maar de nood om vergeving was bij hem. Hij wachten uiterlijk niet op hem. Hij zei: zoon, uw zonden zijn u vergeven. Niet voor een zonde. Dat was de opvatting in die tijd. Maar uw zonden, meervoud, zijn u vergeven.

Dat geeft mij de gelegenheid om te zeggen: bekeer je nooit van maar een zonde. Iets vreselijks. Temperament tussen man en vrouw. Eentje schaamt zich zo. Misschien bidt die persoon dat gebed, dat is belangrijk maar wat ten aanzien van de andere zonden? Niet maar een zonde voor God belijden. Heere, ik kom als een totale zondaar. Alles wat ik ooit gedaan heb en gedacht, is opstand tegen U. Ik heb geen hoop, maar Heere vergeef mij.

Vergeet niet als je komt Hij ziet het hart. Of je het meent. Zoon, je zonden zijn je allemaal vergeven. Het is een beeld voor ons. Het is zo kostbaar voor ons.

Ik kom tot vers 6. Er waren problemen. Mensen, Farizeeën, ze overlegden in hun hart maar zeiden het niet openlijk, maar in hun hart. ‘En sommigen van de Schriftgeleerden zaten aldaar, en overdachten in hun harten: Wat spreekt Deze aldus gods lasteringen? Wie kan de zonden vergeven, dan alleen God?’. Ze hadden gelijk, alleen God kan dat. Zoals Johannes iedereen hoorde hem, hij preekte de Messias komt. Er komt een grote verandering, bekeer je. Hij deed geen wonderen maar zijn prediking zo krachtig.

Ze bekeerden zich en werden gedoopt. Beeld dat ze verandering wilden. De grote aankondiging dat Christus hier was. Christus was voorspeld in de profetie. Waarom zeiden ze deze man is een Godslasteraar, Hij vergeeft zonden wat betekent dat Hij God is? Overtuigden de wonderen de schriftgeleerden en Farizeeën niet? Ze hadden vaak de eerste plaats vooraan.

Alle hypocrisie in deze mensen. Verkochten de dieren met een gebrek. Christus bracht die macht. Zij zagen die opzienbarende dingen. Christus nam nooit geld aan, wandelde als een arme. Hij vervulde alle profetie maar wilden Hem niet hebben. Ze wisten Hij legde de hypocrisie bloot. Waarom spreekt deze man godslasterlijk, wie kan de zonden vergeven dan God?

En Jezus, terstond in Zijn geest bekennende, dat zij alzo in zichzelven overdachten, zeide tot hen: Wat overdenkt gij deze dingen in uw harten? Wat is lichter, -wat is makkelijker- te zeggen tot den geraakte: De zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op, en neem uw beddeken op, en wandel? En dan vers 10: Doch opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft, om de zonden op de aarde te vergeven (zeide Hij tot den geraakte):

De Zoon des mensen, gebruikt Hij achttien keren zelf en Hij alleen. Het is het boek Daniël, de profetie. Zei tot de geraakte: Ik zeg u: Sta op, en neem uw beddeken op, en ga heen naar uw huis. Nam zijn matje op. Eerst vergeving, als tweede nieuw leven. Het gebeurt samen. Maar eerst vergeving. Je hebt van God een nieuwe natuur ontvangen, een nieuw hart. Zonden vergeven. Je haat je zonden. Je leeft voor Hem. Hebt een bewustzijn van gemeenschap met God.

Zo dat ze allemaal verbaasd waren. Zelfs de Schriftgeleerden en Farizeeën. En ze verheerlijkten God. We hebben dit zo nooit gezien. De genezing van een gehandicapte man door de vergeving van al zijn zonden. In het Lukasevangelie: we hebben vandaag vreemde dingen gezien. Uit het Grieks paradoxen ging. Nooit zoiets gezien zegt de schare. Dingen gezien die totaal boven onze verwachting is. Wat we verwachtten te zien.

En het christelijke Evangelie is als dat. Paradoxaal. Het is het omgekeerde van wat je verwacht. De Bijbel zegt die is een verdoemde wereld. Ondanks alle technologie en alles wat er is wat aan het leven bijdraagt, maar moraal gaat de wereld ten onder. Leven we niet in die tijd? O zeg je, ik dacht dat het christelijke geloof de wereld een betere plaats maakt. God is bezig om mensen uit deze wereld te nemen om hen zalig te maken.

Als je nooit tot Hem komt, ben je in een verdoemde wereld en leef je ervoor. We hebben zulke dingen nooit gezien. Vergeving is het belangrijkste. Vergeving en een nieuw leven is een genade van God. Ik dacht dat je het moest verdienen. Dat is nergens in de Bijbel. We kunnen het niet. Zelfs het goede in ons is geruïneerd door het slechte. We hebben genade en zaligheid nodig en Christus moest komen in onze plaats.

De verrassingen van het Christelijk geloof. Het omgekeerde van wat we verwachten. Kapernaüm was een plaats waar ze de geraakte kenden. Misschien zagen ze hem dagelijks waar hij lag. Wat een effect had het op hen. Ze waren verbaasd. Lukas: ze waren vervuld met vrees. Voor een moment bewogen en geraakt. Dat kan met ons het geval zijn. We kunnen in het leven iets meemaken en bidden en iets van het geloof voelen en iets van Gods eeuwigheid en bewogen, en dan zoals de mensen van Kapernaüm lieten het achter zich. Maar nooit bekeerden ze zich.

Zoals in de vorige studie: in het oordeel zal het Sodom en Gomorra verdraaglijker zijn dan Kapernaüm. Doe dat niet vrienden. De wonderen laten de genade van God gezien. Vergeet dit nooit vrienden.

 

Zondag 13 november 2022 – Metropolitan Tabernacle Londen, Verenigd Koninkrijk – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 90 en Markus 2 vers 1-13