Toen Jezus op aarde was heeft Hij vele zieken van hun kwaal genezen. In Markus 1 wordt de genezing, de reiniging van de melaatse beschreven. Jezus geneest Hem. Hij heeft van Hem gehoord en het ware geloof in Hem is bij de melaatse in het leven. De macht van Jezus dat Hij hem kan genezen is voor hem geen twijfel. Hij gelooft en komt tot Jezus. En Jezus raakt Hem aan. Zo raakt God ook vandaan harten aan. De reiniging van de zonden door het volbrachte werk van Zijn Zoon Jezus Chirstus. Wie tot Hem komt zal geenszins uitgeworpen worden. Kniel nederig voor Hem neer en Hij zal u genezen.

Markus 1 vers 40: ‘En tot Hem kwam een melaatse, biddende Hem, en vallende voor Hem op de knieen, en tot Hem zeggende: Indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen‘.

De mysterieuze oorsprong van het geloof

Het lijkt er het meeste op dat deze genezing van de melaatse plaatsvond op de berg waar Jezus de zaligsprekingen uitsprak. De melaatse leefde niet in de stad maar daar buiten vanwege de melaatsheid. Misschien was dit de eerste melaatse die door Jezus genezen is.

Melaatsheid toen is niet hetzelfde als nu. Er zijn verschillende varianten. Aangezicht aangetast. Verlies van vingers. De stem verliezen. Een ernstige ziekte. Het was in die tijd ook in bepaalde mate besmettelijk. Lukas schrijft dat deze man vol van melaatsheid was. Deze man kon spreken en Christus horen.

Deze man had een probleem. Hij mocht niet in de stad. Op de berg waar Jezus was met een grote menigte. Hoe kon hij daar komen? Hij moest door de stadspoort. En langs de menigte. Mensen riepen dan onrein, onrein. Ze zouden hem tegenhouden. Hij voldeed niet aan de reinigingswetten. Hij moet een gelegenheid gevonden hebben om naar Jezus te rennen. En hij viel voor Hem neer.

Deze man had een nederige houding. Hij was de enige melaatse die nu kwam. Waarom niet meer? Ze leefden buiten de stad samen. Misschien meenden ze dat het toch geen zin had om naar Christus te gaan. Voelden zich zo hopeloos. Uitgeworpen en in hun eigen melaatse kolonie.

Waarom kwam deze man? Hij had Jezus gehoord. Waarschijnlijk vanaf de berg. Hij had misschien nieuws gehoord van andere melaatsen die op een afstand wellicht meegeluisterd hadden. Velen werden van hun kwalen genezen. Had hij de prediking van Jezus gehoord? Bekeer u. Reiniging in Jezus Christus. Hij wierp met macht duivelen uit en genas kwalen. Ook die door de duivelen bezet waren. Mensen hadden grote daden van Jezus gezien. En Zijn prediking gehoord. Het verspreidde zich en werd gehoord.

Het begin hier met wat gehoord wordt. Ergens had hij ervan gehoord. Jezus predikte in de synagoge in Galilea. Dat is het begin van geloof. Dat is het begin van komen tot Christus. Dit is zo bijzonder. Misschien jaren gehoord. En dan horen als nog nooit eerder zo gehoord. Dat de tweede Persoon in de Godheid kwam en betaalde voor ons. Dat God gekend kan worden. Waarom heb ik het eerder niet gehoord? Dit is het begin van geloof. Begint te horen. Deze man kwam tot Jezus terwijl bij de anderen geen respons was.

Gezegend zijn de armen van geest, zegt Jezus. Plotseling zegt hij het tegen zichzelf: ik mis dit. Nederig en open en zien de geestelijke armoede. Zij zullen binnengelaten in het Koninkrijk van God. Deze woorden raakte hem op een bijzondere manier. Hij realiseerde zich dat het van toepassing is op zij die zich bekeren. Ik moet nederig komen. Op mijn knieën. Vragen voor vergeving en misschien ook voor genezing.

Hij wist dat hij een melaatse was. Hij komt door horen. Het komt door bewust te zijn van wat wij nodig hebben. We weten niet dat we zondaren zijn voor God. We zijn zo tevreden met ons leven. We negeren het. Een paar zonden geven we toe. Paar onvolmaaktheden in ons karakter. Maar zo trots.

Maar als God begint te werken in ons, dan gaan we het zien. Iemand raakt overtuigd. Wat we nodig hebben. Dat is zo belangrijk en vitaal. Alleen God kan hem helpen. Hij kwam om hulp en genezing. Boog zich neer. Zijn lichaamstaal geeft het aan. Nederig voor Jezus.

Indien U wilt, U kunt mij reinigen. Er was geloof in hem. Niet als U het kant. Nee, U kunt het. Geen twijfel bij Hem. Jezus genas zo velen. Zijn probleem was: wil Jezus het doen? Dat is vaak ons probleem ook. Eerste vraag die opkomt. Hij redt anderen. Wil Hij mij helpen? Iemand die Hem verwierp, Zijn wet optrad en barrières opwerpt en van de zonden houdt. Wil Hij mij helpen?

Jezus heeft het beloofd. Dat is geen twijfel over. In Johannes. Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Niemand die tot Hem komt op de knieën zal verworpen worden. Indien die tot Mij komt, zal nimmer hongeren of dorsten. In iemand dorst, laat hem tot Mij komen. Geloof is de enige voorwaarde.

Voor mij? Die Hem verwierp. En Hem tegenstond. Is het ook voor mij? Ja, zegt Hij. Hoe ver we ook er vandaan zijn. Als je komt op je knieën tot Christus. Hij ging naar Golgotha om te betalen voor de Zijnen.

Een ander punt is dat hij zegt U kunt mij reinigen. Maakt mij schoon. Alle ziekten in de wereld zijn er vanwege de zonden. Hij moet eerst vergeven worden. Hij draagt een serieuze ziekte. Niet omdat hij een groter zondaar is dan anderen. Hij moet komen voor reiniging van zonden.

Hetzelfde voor ons. We komen tot Christus voor nieuw leven. Zonden vergeven. Dat hebben we nodig, de vergeving van zonden. Indien U wilt, U kunt mij reinigen. Daar kwam hij voor. De reactie van Christus was Ik wil, word gereinigd. Voor Hij Hem genas lezen we over de compassie voor hem. Hij was een melaatse, uitgeworpen. Kon niet met zijn eigen familie omgaan.

Christus kijkt met compassie. Speciaal voor hen die Hem niet kennen. Hij kwam voor hen. Als we vallen op onze knieën, en vragen om reiniging, dan zal Hij het geven. Hij raakte Hem. Die aanraking. Niemand raakte een melaatse aan. Dan was je onrein volgens de ceremonie. Maar Christus was er immuun voor. Jezus raakte niet altijd de mensen aan. Maar wel de melaatse.

De mensen om hem heen hebben het geweten. Genezen. Hij kan werken. Hij kan de synagoge bezoeken in Jeruzalem. Getransformeerd. Nieuw hart. Geestelijke eigenschappen. Vrede in het geloof. Het resultaat van het geloof in Christus. En de beloning ervan.

 

Zondag 26 januari 2020 – Metropolitan Tabernacle Londen – dr. P. Masters – Schriftlezingen Psalm 96 en Markus 1 vers 28 tot en met het einde van het hoofdstuk