Zal een mens God beroven?
Hoe kan een mens God beroven? Is dat werkelijk mogelijk!? Door ons leven en alles wat we van God gekregen hebben en Hem toebehoort niet God voor te danken en eren. Door het voor onszelf te houden beroven we God. We stelen heimelijk van Hem. En het aangrijpende is dat we dat van nature doen. Maar waarvan we God niet kunnen beroven is het recht op de hemel en vrede met God. We kunnen dat alleen ontvangen als zondaren, op onze knieën smeken om vergeving. Door Zijn Zoon de Heere Jezus Christus is er vergeving en recht op het eeuwige leven dat Hij verworven heeft.
Maleachi 3 vers 8a: ‘Zal een mens God beroven? Maar u berooft Mij, en zegt: Waarin beroven wij U?’.
Zal een mens God beroven?
Onze dood voor God. Hoe kun je God beroven? Kan een mens dat doen? In deze Atheïstische dagen. Onze instinct vertelt ons dat als God bestaat almachtig is. Alle dingen in Zijn handen zijn. Hij kan niet beperkt worden.
Hoe kun je God bezitten? Hoe kan ik iets van God nemen? Hij heeft alles. Wat alle mensen verzamelen. Dat alles in Zijn handen. Hoe kan een mens God bezitten. Hem beroven.
We hebben geen geweten hierover. Hoe beroofden we Hem? Op welke manier? Het Hebreeuwse woord komt van iets verborgen wegnemen. Dat niemand het ziet. Het is een geheim proces. Het is altijd zo. Ook het beroven van God. We denken altijd dat we redelijke mensen zijn. Goede mensen. We denken niet dat we stelen van God. Het is een belangrijk om over na te denken.
Wie bedankt God in een materialistische tijd. Je ontvangt het van Hem. Biologie kan het niet verklaren. Je vermogen om dingen te plannen en te overwegen. Je geheugen. Je gevoelens. Je gezondheid. Voor alles wat je krijgt. Voor de adem die je inademt. Alles, totdat Hij je gered heeft, is God beroven. We maken onze geschenken voor onszelf. Hoe dwaas. Trots. Alsof je jezelf gemaakt hebt. Geen dankbaarheid voor God.
We lijken wel op kinderen. Danken ouders niet uit zichzelf. Alles nemen voor zichzelf voor eigen voordeel. Ouders herkennen zichzelf erin. Toen ik een jongere was in nationale dienst. Twee taken. Ik was er niet geschikt voor. In een groot kantoor moest de groep de administratie bijhouden van iemand die afwezig was of desertie. Desertie stond een veel hogere straf op. Eentje werd opgepakt. Terug naar de basis. Hij moest voor het gerecht komen. Hing een serieuze straf boven het hoofd, had geen goede verdediging. Het zette me aan het denken. We hebben nooit de intentie om God te danken.
De Heere danken en eren. Voor wat Hij gedaan heeft. We verwerpen Hem. Dat is een grote misdaad. Stelen. We moeten Hem liefhebben. We stoppen het allemaal in wereldse dingen en in onszelf. Wat we zien en kunnen aanraken. We moeten Hem dienen. Hoe we moeten leven. Hoe we moeten leven in deze wereld. Bekritiseren. Samenleving probeert de wetten van God te veranderen. We doen het individueel ook. Constant en massief overtreden van de wetten van God.
We moeten ons verdiepen in Hem. Deze wereld. Het universum. Zijn openbaring. Zijn werk. Zijn Woord. Waarom Hij het gedaan heeft. Over onszelf waarom Hij ons gemaakt heeft. Dat is de hoogste roeping van mensen. We stelen Zijn glorie, beroven Hem ervan.
Hem bekendmaken. Hem dienen. Dat kinderen Hem kennen en Hem dienen. Dankbaarheid tot God. Hij heeft er recht op. Maar we hebben het niet gedaan. Het is de geest in ons die het niet doet.
Ik las over iets in Sussex. Atleet. Hij ging altijd de zelfde route. Als de politie hem probeerde te pakken wist hij altijd te ontkomen. Hij beging de overtredingen. Maar ze konden Hem maar niet te pakken krijgen. Daar moet ik aan denken ten opzichte van mensen ten opzichte van God.
Het doet me denken aan een jonge advocaat. Iemand zei dat hij alleen maar een auto had gestolen en daarvoor vijf jaar celstraf had gekregen. Normaal gesproken maar zo’n zes maanden. Eerder zes maanden. Heb je het eerder gedaan? Nee, niet. Ik was nooit eerder met justitie in aanraking gekomen. Waar heb je de auto gestolen? Wat heb je in de auto gedaan? Daar kwam het. Hij had de auto gestolen. Dronken. Politieachtervolging. Hadden hem en wist weer te ontsnappen. Toen ze hem uiteindelijk definitief te pakken hadden, had hij een spoor van vernieling aangericht.
We hebben onze zielen gestolen voor God. Ben je eerlijk geweest. Wat heb je gedaan in je leven. Ben je onzuiver geweest. Niet gelovig. Als we voor God staan. Hoe we ons hebben gedragen in dit leven. Hoeveel hebben we Zijn vergeving nodig? Hoeveel hebben we Jezus nodig. Die kwam en betaalde. Die kwam uit de hemel.
Laat ik je vertellen wat je kunt stelen van God. Je leven voor tijd. Je tijd. Dat is alles. Maar wat je niet stelen van God. Stel je voor dat de Almachtige een kamer heeft met documenten die certificaten. De gedachten van God weet alles. Hij is alwetend. Voor toegang tot de hemel documenten. Voor registers van vergeving van zonden. Je kunt er geen toegang toe hebben. Vrede met God. Er is geen priester op aarde die ze voor je kan kopen. Geen ceremonie kan dat voorzien.
De enige manier waarop je vrijspraak krijgt en recht op de hemel, is op je knieën. Hem vragen. Allen die tot Hem komen. Geven hun zondige leven op. Die zich bekeren geeft Hij het leven. Vertrouwen in Christus die betaalde. Dan opent Hij de kamer. Dan vergeeft Hij je uit genade. We hebben niets verdiend. Vergeving en eeuwig leven.
Denk aan de kinderen in de straten van Londen in de jaren ’90. Fotografie kwam. Straatkinderen. Straatarm. Sliepen onder de bruggen. Je kent het verhaal van dokter Benado. Hij opende een huis voor kinderen. Hij stuurde een jongen weg omdat hij geen kamer meer had. Nooit meer wilde hij iemand weigeren. Later een hostel voor meisjes. Wanneer mogen ze komen? Als ze niets hadden. Door de jaren heen zo gezorgd. Om te leren werken en handelen en terug te komen in het leven.
Het is precies hetzelfde met zaligheid. Weg van trots en dwaasheid. Iets voor God waardig ben. Zien wat ik gedaan heb. Eenvoudig komen als een zondaar. Een nieuwe natuur. Een nieuw begin. Als ik in die geest kom, en mij bekeer, en vraag, dan ontvangt Hij mij. De deur gaat open. Verzekering van een kind van God. En hierna gaan de deuren van de hemel voor je open. Roep tot Hem. En Hij wil je redden.
Zondag 6 oktober 2019 – Metropolitan Tabernacle Londen [Verenigd Koninkrijk] – dr. P. Masters – Schriftlezingen Psalm 107 vers 1-12 en 43 en Mattheüs 6 vers 19-34