De bezetene in Gardara reageert op de vraag als de Heere Jezus vraagt naar zijn naam. Zijn naam legio geeft aan hoe het er met hem voorstaat: in vijandschap tegen God. Dat geldt ons allemaal in onze gevallen natuurstaat. Alleen door het volbrachte werk van Christus komt daar verandering in. Hij heeft de volkomen verzoening aangebracht. Kom tot Hem, vertrouw in Hem en u zult worden gered.

Lukas 8 vers 35: ‘En zij gingen uit om te zien hetgeen geschied was, en kwamen tot Jezus, en vonden den mens van welken de duivelen uitgevaren waren, zittende aan de voeten van Jezus, gekleed en wel bij zijn verstand; en zij werden bevreesd’.

Het proces en de omvang van de bekering tot God

We gaan terug naar vers 26. De bezetene te Gardarénen. Er zijn tot op deze dag daar oude stenen van toen te vinden. Christus ging uit en ontmoette daar die man.

Vers 27: ‘En als Hij aan het land uitgegaan was, ontmoette Hem een zeker man uit de stad, die van over langen tijd met duivelen was bezeten geweest; en was met geen klederen gekleed, en bleef in geen huis, maar in de graven’.

Markus en Mattheüs schrijven over twee. Lukas over een. Deze was met de duivel bezet. Je komt dat niet zoveel meer tegen. Soms met mensen die zich diep in occulte activiteiten hebben begeven. Deze man was met de duivel bezet.

Christus zegt: Als ik met de vinger van God de duivel uitwerp, dat was aangekondigd dat Hij zou komen. Dit is geen Bijbelse verklaring van ziekte, van mentale ziekten.

Dit gaat niet over genezing van een ziekte. Deze man is bezeten door duivelen, in het meervoud.

Met geen klederen gekleed. Dat betekende waarschijnlijk dat hij geen bovenkleding aan had. Geen huis. Had wel ergens familie maar leefde in de grotten. Heel antisociaal.

Hij riep Christus. Die moet je zorgvuldig besturen. Hij wilde mogelijk iets van Hem. Met een luide stem riep hij: wat heb ik met u te doen Jezus Christus, pijnig mij niet.

Waarom tot Christus te gaan? Helemaal naar Hem te gaan met vele mensen om Hem heen en dat te roepen naar Hem pijnig mij niet. Waarom? Hij is een verdeelde man. Verlost te worden van pijn. Hulp. Bevrijding.

Een ander deel van hem roept: ga van mij weg. Vers 29, ‘Want Hij had den onreinen geest geboden, dat hij van den mens zou uitvaren; want hij had hem menigen tijd bevangen gehad’. Misschien was hij regelmatig gewelddadig. Waarom zou je iemand anders aan ketenen binden?

‘En hij werd met ketenen en met boeien gebonden, om bewaard te zijn; en hij verbrak de banden, en werd van den duivel gedreven in de woestijnen’. Uitgezonderd van de samenleving. Vers 30, En Jezus vraagde hem, zeggende: Welke is uw naam?.

Waarom vraagt Christus zijn naam? Hij wist zijn naam, Hij kende alle namen. Hij is God en mens. Waarom wat is je naam? Voor de mensen. Voor de geschiedschrijving, voor ons. Dat deze mens zichzelf beschrijft. Hij beschrijft zijn eigen staat.

Legio. Het is niet vertaald. Het is geen Grieks. Het is Latijn. Legio. Een Romeinse regiment. Het konden er drie- of zesduizend zijn. Inclusief een infanterie. Hij noemt zich Legio. Dat was niet zijn naam maar zijn beschrijving.

De uitleg komt ernaar. Het is een beschrijving. Bezet door duivelen. We leren hierin over onszelf. Zijn reactie beschrijft ons.

We zijn gemaakt met een vijandigheid van binnen tegen God. We hebben grote verlangens. We kunnen het een succes maken. Doen wat we willen. Maar er zijn tijden, het leven biedt niet wat we willen. Depressief. Er moet meer zijn dan leven. Atheïsme kan niet waar zijn. Er moet een doel zijn.

Er is geen doel in ons. Op het dag het eind en dan alles weg. Geen doel in ons. Dat kan niet waar zijn. We voelen een opening naar God. Misschien een vriend die vertelt over God en Christus. Of we lezen erover.

En onmiddellijk zijn we verteld. Die ene zegt: ga weg van mij, ik moet er niks mee te maken hebben. Ik wil mijn eigen bestemming niet opgeven. De dingen waar ik van geniet niet opgeven. Niet overgeven aan Gods leiding.

Wat is je naam? Waarmee Hij bedoelt wat is je staat? Wat wil je dat Ik doe voor je. Heere, geef mij mijn zicht. Je moet weten wat je nodig hebt als je God benadert.

Het is als dat Christus weet wat je nood? En hij reageert: legio. Bezet door duivelen. Hoor je het als het deel waarin je hoort Heere hoor me. Bevrijd mij uit deze staat. Een man zonder leven en hoop. Een ander deel zegt ga weg. Gaat dat over ons vrienden?

Een zeker deel is van ons open. Een bestemming, hemel, doel. Nee nee, laat me met rust, vraag mij niet. ‘en zij baden Hem, dat Hij hun wilde toelaten in dezelve te varen. En Hij liet het hun toe’.

Vers 34, ‘En die ze weidden, ziende hetgeen geschied was, zijn gevlucht; en heengaande boodschapten het in de stad, en op het land’. Wat denk je, hun leeftocht eraan hierdoor, maar zouden ze niet geraakt zijn door de gebeurtenis? De duivelen uitgeworpen. Ze konden zien dat hij veranderd was. Zouden ze niet verbaasd zijn geweest?

Iemand veranderd door God. Dat was alarmerend. We willen dit niet. Nieuw leven, wandelen met God. Er was vrees voor de vertoning van de Goddelijke macht. Vers 35, ‘En zij gingen uit, om te zien hetgeen geschied was, en kwamen tot Jezus, en vonden den mens, van welken de duivelen uitgevaren waren, zittend aan de voeten van Jezus, gekleed en wel bij zijn verstand; en zij werden bevreesd’. Dat is een andere groep. Zij waren bevreesd. De man was bevreesd. De groep die het verteld was waren bevreesd.

Vers 36, ‘En ook, die het gezien hadden, verhaalden hun, hoe de bezetene was verlost geworden’. Vers 37, En de gehele menigte van het omliggende land der Gadarénen baden Hem, dat Hij van hen wegging; want zij waren met grote vreze bevangen’.

Een persoon veranderd. Ze vluchten weg. Haatten hen. Weg ermee. Onderschat nooit de opstand tegen God in ons hart voordat we bekeerd worden tot God. Het houdt je je hele leven bij God vandaan en brengt je in het oordeel en eeuwige veroordeling. Je moet tot God roepen.

Wat een gevolg: gekleed en wel bij zijn verstand. Wat is je naam? Je status? Wat heb je nodig? Je moet je zonden kennen. Hoe ver je bij God vandaan bent. En al je trots en onrecht. Tegen God en tegen Zijn wet. Zelfgericht. Al je zonden moeten vergeven worden, God is heilig.

Er is maar een weg waardoor vergeving mogelijk is. God is zo heilig en rechtvaardig. Hij moet zonden straffen. Het moet in de eeuwigheid gestraft worden. Wat voor hoop is er voor ons? Ik kan niet van mijn zonden in het verleden af.

Je moet de theologie van het kruis begrijpen. De enige weg is dat God Zelf kwam. Om te komen en te lijden in onze plaats. Dat is wat Christus deed op Golgotha’s kruis. Hij nam de plaats in van elke man en vrouw ooit in de geschiedenis geleefd die Hem toebehoort op het kruis.

Samengeperst in die verbazingwekkende zes uren. Begrijp je die verzoening. De eerste grote nood is de bekering tot God, verzoend met God. Je moet nieuw leven hebben, wedergeboorte. Het is een woord dat vandaag uitgebannen is. En wordt gebruikt en niet begrepen. Je haat zonden. Waar je eerst van hield, haat je nu. Het derde wat je nodig hebt is een relatie met God. God adopteert je tot een kind.

Je hebt drie dingen nodig: vergeving van zonden. Nieuw leven. En relatie met God. Dat is wat Hij geeft aan allen die tot Hem komen. ‘En kwamen tot Jezus, en vonden den mens, van welken de duivelen uitgevaren waren, zittend’. Zittend. Zichzelf vernederd. Gekleed. Wel bij zijn verstand.

En zij waren bevreesd. Wees niet bevreesd over bekering. Bid tot God dat Hij je wast, je verandert en gemeenschap met je heeft. Dat verandert je hele leven tot in alle eeuwigheid.

Je kent de naam John Bunyan. Tweede boek na de Bijbel de Christenreis -ik weet niet of het zo was. John Bunyan was een ketellapper. Hij kon geen zin uitspreken of te zweren. Of hij verandert kon worden. En hij hoorde vrouwen praten over geestelijke ervaringen. Hoe zijn wandelen met Hem. Hij was jaloers op deze mensen.

En hij zette zich ertoe een christen te worden. Zijn temperament te veranderen. Probeerde het misschien wel voor maanden. Maar bleef vallen. Geen relatie met God. En zijn gebeden niet beantwoord. En hij gaf het allemaal op. En uiteindelijk leerde hij het allemaal beter. Maar dat is niet de weg om gered te worden.

Ga tot Christus. Vertrouw op Christus die aan het kruis de straf op Zich nam. Dan ga je je realiseren dat je Hem nodig hebt. Dat Hij tot je kwam, je veranderd heeft bij Zijn machtige kracht.

Vrienden dit is urgent, vitaal. Je moet Hem zoeken vrienden of eeuwig verloren. Als je geen vriend hebt in de hemel, blijf je geestelijk onverschillig en leef je alleen maar voor deze materialistische wereld. Kom tot Hem vrienden.

 

Zondag 29 mei 2022 – Metropolitan Tabernacle Londen, Verenigd Koninkrijk – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 25 en Lukas 8 vers 26-40