In de gelijkenis van de welgeboren, nobele man komen de dienstknechten aan het woord. Ze willen hem niet als koning die over hen heerst. Hij is het obstakel voor hen om te kunnen zijn die ze willen zijn. Zo is het ook met Koning Jezus. Als Hij het niet is die ons leven regeert, dan is het iets anders. Ga tot Hem, Hij wil het eeuwige leven schenken uit vrije genade. Dan heeft ons leven een bestemming en doel.
Lukas 19 vers 14: ‘En zijn burgers haatten hem, en zonden hem gezanten na, zeggende: Wij willen niet, dat deze over ons koning zij‘.
De grootste barrière om te geloven in God
Als Jezus deze gelijkenis vertelt is Hij op weg naar Jeruzalem. Zijn laatste. Een paar dagen voor Zijn sterven aan het kruis op Calvarieberg. Vanavond letten we op vers 14. De gelijkenis gaat over een welgeboren, nobel man. Ze wilden hem niet als iemand die over hen zeggenschap had. Net zo wilden ze niet dat Jezus hun Koning was. Toen en nu, de meerderheid wil Hem niet.
Bijna alle woorden van dit gezegde is belangrijk. Het eerste woordje is wij. Groepsdenken. Het beschrijft het goed. In diepe zaken zijn mensen graag in groepen. In de grote uitdagingen van het leven. Eeuwige zaken. Meer groepsdenkers dan zelf nadenken. Wij. Ze zeggen het samen. Klassiek groepsdenken. In geestelijke zaken denken in een groep is als een redding, uitvlucht voor ons. Iedereen denkt hetzelfde. De meesten mensen om mij heen denken dit of dat. Als het gaat over het bestaan van God? Zijn morele standaarden. We denken niet diep individueel. We kunnen trots op onze visie zijn. Maar het is het niet. Een deel maar. Dan stoppen we. En voelen we ons gerechtvaardigd. In de diepste zaken van het leven is dit hoe we handelen.
Je kunt geen huis kopen met een groep. Of jou carrière stap. Maar als het gaat om de relatie met God, dan komt groepsdenken in. Wees voorzichtig hiermee.
De vermetelheid is ongekend in dit gezegde. Dit land behoorde toe aan een nobel man. Ze wilden geen republiek of democratie. In die tijd was het een monarchie. Ze werden aangestuurd van boven. Als je het zegt, hoe trots ben je dan wel niet? En alles van God gegeven pakken. Maar het komt van God. God die je schiep en je liefheeft werp je uit. Dat is waar groepsdenken toe leidt.
Wij willen niet. Ze hebben de beslissing al genomen. Geen ruimte meer om te laten bewegen. Ouders hebben dat soms met een klein kind. Ze willen niet reflecteren. Waarom wilden ze niet? Deze koning. Ik vertel je waarom. Ze zagen in dat een gelegenheid om het koninkrijk voor zichzelf te hebben. Natuurlijk, wij hebben Hem niet nodig meenden ze. Dat is ook met ons. Eigen leven. Niet afhankelijk van deze God zijn. Ik zie gelegenheid om Hem te dienen. Ik zie veel vrienden en collega’s die het ook niet doen. Ik kan mijn leven bepalen zoals ik wil en hoef Hem geen verantwoording af te leggen. Werkelijk? Nee, het is de grootste onzin. Hij komt terug en wij moeten verantwoording afleggen.
Ik kies morele vrijheid en doe wat ik leuk vind. De inwoners haatten Hem. Ze zagen een gelegenheid om trots te laten inkomen. We hoeven echt niet afhankelijk van een koning te zijn. Een leven om trots op te zijn. Nu de gelegenheid om zo hoog te klimmen als ik zelf wil. Dit zijn de redenen om ongelovig te zijn. Wat een reden om te doen wat we willen en te zondigen.
Deze man. Maar hij was een koning. Hij behoorde bij het koningshuis. Hij is het obstakel voor onze vrijheid om te doen wat we willen doen. Hetzelfde met ons. Als ik naar de kerk ga en mijzelf buig onder deze autoriteit, kan ik niet zijn wie ik ben.
Daar is de evolutietheorie. God bestaat niet wordt beweerd. Ze haten Hem. De mensen zagen wonderen. Hij genas ze met vlees en beenderen. Velen sprongen op van de verlamming. Hij is niet meer dan een man. We kunnen dit niet geloven. Dat is waarom zij Hem verworpen. Ze wilden deze man niet. Zij negeerde Zijn karakter. En Zijn macht en glorie wilden ze niet meer aan denken. Het is hetzelfde met ons.
Ze doen net alsof ze het recht hebben om Hem weg te werken. Maar de konden niet. Het enige bewijs in de gelijkenis is dat hij zijn dienstknechten vertrouwd dat hij weg reist en geeft hun geld. Hun kijk en haat ten opzichte van Hem is compleet verkeerd. Het is een obstakel. Als je tot Christus komt, zoals mensen op zo vele plaatsen.
Het is de meest geduldige rol. Hij wil je gebeden horen. Je hart veranderen. Het pad is duidelijk. Hij heeft ongetwijfeld de grootste liefde over jou dan opzichte van de aardse liefde. Wat is het dat we Christus niet willen? Het is zo verdrietig.
Je komt tot Christus. Hij geeft je vrije genade. Je kunt het niet verdienen. Wat je van Hem verwacht? Weg naar de hemel. Hij geeft je een ‘christelijke wereldoorlog’. Hij geeft je vergeving. Je leven heeft een doel en bedoeling. Je leven heeft een bestemming.
Jij wilt niet dat Hij Koning is in je leven? Als je je laatste brood gegeten hebt en staat voor Hem dan zal Hij je aanzeggen: je zult krijgen wat je wilde je. Ik zal niet Koning over je zijn. Ga in de eeuwige hel. Dat is verschrikkelijk.
Jij stuurt een boodschap naar Christus door je leven. We willen niet. We willen deze Man niet. We willen dit niet. Dat staat er. Het beschrijft ons. Als we afsluiten: wie heerst over jou? Als het Christus niet is, dan is het de zonden. Is de groep waar je toe behoort. Je ambities. Je trots. Als Christus het niet is, dan iemand anders. Ik wil niet door God geregeerd worden, zegt een jongere. Wat verdrietig. Die jongere wordt geregeerd door de mobiele telefoon of de groep waar die toebehoort.
Voor een dubbele reden is het het meest dwaze om te zeggen we willen deze almachtige God niet. We hebben de Heere nodig. Zijn liefde. We hebben Zijn regering nodig.
Zondag 19 januari 2020 – Metropolitan Tabernacle Londen – dr. P. Masters – Schriftlezingen Psalm 23 en Lukas 10 vers 10 – 28