Gods genade wordt zichtbaar in gelovigen. Het is die inwonende genade die maakt dat Christus rijkelijk in mensen woont. Het Evangelie van verlossende genade. In het Woord te vinden te zijn, gesterkt te worden door het Woord. In alle wijsheid: toegepaste kennis. De Heere prijzen met psalmen en lofzangen en geestelijke liederen. In die bewustheid om alles met Christus in gedachten te doen.
Kolossenzen 3 vers 16: ‘Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart’.
Inwonende genade in de gelovige
Er zijn er hier in de King James Bijbel drie genoemd. Maar vier hebben de meeste Bijbelvertalers aangenomen. Geen interpunctie in het Grieks. Het woord van Christus wone rijkelijk in u. Dat is het eerste. Dat gaat over het Evangelie van verlossende genade. Het woord van Christus betekent voor hen specifiek het Evangelie.
Paulus heeft het Evangelie geplaatst tegenover de Judaïsten. De leer van Christus. De doctrine. Natuurlijk, toen de tijd verliep en de Bijbel compleet was, wisten zij dat Christus is het Woord. In de beginne met God. Al de woorden van Christus het Woord van God.
Leeft in u. Altijd. Levenslang. Ik was tien jaar bekeerd, of twintig of vijftig jaar zeg je, maar dit moet levend in ons zijn. Dat is het meest voorname. Waar Christus voor je doorheen moest gaan. De noodzakelijkheid van Zijn plaatsvervangende lijden. Zijn komen in het vlees. Laat het in je wonen. Laat het niet naar de achtergrond verdwijnen.
De vriendelijkheid van Zijn genade. Wij verdienden niets. Herinner het je. Laat het niet verdwijnen. Denk aan je getuigenis. Laat het werk van Christus altijd in gedachten zijn. Newton had de tekst bedenk dat je een slaaf in Egypte was bij zijn bureau. Laat het er altijd zijn. In elke aanvechting.
Dan voegen we toe wat op de lange termijn erin zit. Laat het woord van Christus rijkelijk in je wonen. Lees het natuurlijk dagelijks. Dat je het gaat verstaan. De bron voor ons. Niet zoals de kerk van Rome die de traditie belangrijker maakte van het Woord. Die de paus en colleges belangrijk maken. Claimen de Schrift te interpreteren.
Maar de kerkelijke traditie zegt dit. Dat is altijd belangrijker zeggen ze. Het spijt met het in te moeten brengen. Maar er is niets belangrijker dan de Schrift. De charismatische bewegingen heeft duizenden profeten in zich. Ze claimen dat God het hen geopenbaard heeft. Maar het is niet in het Woord.
Het is meer. Het is onderwerp van aanbidding. Je verwondert je over de compositie. En de structuur. En zo de afwezigheid van tegenstrijdigheden. Het is een van de gevoelen van de gemeenschap met Christus. Persoonlijke aanbidding. Je leest een Psalm. Je maakt het eigen.
De nabijheid van Christus. Het is niet alleen de bron van kennis. Maar de betekenis van de gemeenschap met God. We nemen het in twee delen. Laat het woord van Christus rijkelijk in je wonen. De basis van al het Woord en het geheel ervan. Je kunt niet teveel reflecteren op het Woord.
Als je dagelijks in het Woord leest, de vraag stellen: is er een doctrine te herkennen, een plicht die ik misschien negeerde, een verbetering, een bemoediging, een belofte, een beeld van Christus en van God de Vader? Het dagelijkse gebruik van de Woord scherpt de ziel en vermindert de verwachting van de wereld.
Als een tweede inwonende genade: in alle wijsheid. Het is verbonden maar vertelt ons meer. Het is een belangrijk punt van Paulus in de brief aan de Kolossenzen. Het is iets anders dan kennis.
Kennis toepassen. Analyseren. Toepassen op de situatie. Dat is wijsheid. Als ik onderwijs kan ik feiten leren. Maar wijsheid is die toepassen op de situatie. Het is herhaald in alle wijsheid, leert en vermaant elkander. Didactisch. In alle wijsheid. Hier in lering en onderwijzen uit het Grieks aan het verstand brengen. Een woord van bemoediging, verbetering, hulp.
Beide van de kansel en in de gemeenschap van de een met de ander. Wat zijn de vier delen van preken? Onderwijzen van de doctrine. Het is toepassen. Het Evangelie, ertoe bewegen het derde. En het vierde de grootheid van God. Al die vier onderdelen.
Je kunt een dienaar hebben die alleen maar de doctrine brengt. En nooit het Evangelie. Sommigen richten zich op een of twee aspecten. Maar niet op alle vier. De toepassing is belangrijk. De doctrine mag niet achterwege blijven. Daarom zijn zoveel studiebijbels zo zwak, ook al zijn ze goed in context maar niet in de toepassing.
Ik wil komen tot de derde inwonende genade. Met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart. Je kunt natuurlijk niet onderwijzen met Psalmen en geestelijke liederen. Dat is niet wat de tekst zegt. Een nieuwe gedachte. Dat is meer de gebruikelijke manier van de vertaling. Inwonende Psalmen. Het is in de gelovige.
Wat is het verschil? Sommigen zeggen dat het de Psalmen uit het Boek van Psalmen is. Maar dat kan niet zo worden uitgelegd. Geestelijke liederen uit het Oude Testament. Je kunt er niet absoluut zeker van zijn. Wat is de garantie, de autoriteit, van menselijk gedichte liederen? Hier in vers 17.
Alles te doen in de naam van Jezus. We waarderen die alleen exclusief Psalmen zingen. Maar we denken dat ze hier een fout maken. Om nooit de naam van Christus te zingen. Laat het woord van Christus in u wonen. We moeten niet alles vatten in de beelden van het Oude Testament waar Christus nog niet was.
Openbaring. Nieuwen een nieuw lied. Het werk van Christus. Zijn incarnatie. Al deze dingen zijn Nieuwe Testament doctrines. We hebben de autoriteit om liederen te zingen door mensen gedicht. Maar ze moeten parafraseren naar Christus. We zingen de 150 Psalmen, gebaseerd op wat in de Bijbel staat. Maar ook menselijk liederen. Het onderwerp van de prijzen van God. En het subjectief prijzen van God bij wat Hij doet en Zijn liefde. We moeten de balans tussen objectief en subjectief prijzen hebben.
We starten niet dank u God voor mijn zaligheid, en Uw zegen. We prijzen God eerst. Het onderwerp. Paulus’ letters starten zo. Onze hymns moeten de inhoud van de Psalmen eren. Heel veel moderne hymns zijn zo niet. Allemaal over mezelf. Niet over bekering. Met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart.
Met aangenaamheid in uw hart. De onverdiende genade van God om je te redden. Vernederend voor God.
Ik las in een brief van een dienaar over de opsluitinh dat het niet waard is naar de kerk te gaan als je niet kunt zingen. Als je niet kunt zingen, is het niet waard te gaan. Ik bedacht: het kan zijn dat er een man is met 100% zingen met de lippen en 0% in het hart.
De opsluiting is een voorrecht dat we alleen kunnen zingen met het hart. Ik kan het percentage niet zo zeggen, 90% met het hart en 10% met de lippen. Meest met het hart zingen.
Vers 17. Inwonende bewustheid dat je een vertegenwoordiger van Christus bent. Wees je bewust van je roeping. Dat alles wat je doet bij Zijn autoriteit. Zelfs gedaan in Zijn dood. Geestelijke plichten doe je in de geest van Christus.
Plannen maken voor in je agenda. Doe het voor Hem. Werk voor Hem. Ontspanning voor Hem. Of is het niet terecht tegenover een ander. Waar kijk ik naar? Waar luister ik naar? Kan het alles zijn in de Naam van Jezus?
De inwonende genade. De inwoning van het woord van Christus. Wijsheid. Zingen in het hart. Inwonende bewustzijn van Christus’ vertegenwoordiger zijn.
Zondag 20 december 2020, Vierde Adventszondag – Metropolitan Tabernacle Londen [Verenigd Koninkrijk] – dr. P. Masters – Schriftlezing Psalm 68 vers 7-21 en Efeze 5 vers 1-20