De apostel Paulus vervolgt zijn onderwijs aan de christenen te Kolosse over de echte Evangelisatie. De verheuging in het lijden om Christus’ wil. De kerk lijdt, als een lid lijden alle leden, omdat het lichaam van Christus lijdt. En het Hoofd, Christus Zelf, lijdt mee. Wat mag het ons kosten? Zijn we bereid om te lijden? Of gaat alles zijn gangetje en zijn ze als we geen getuigen? In het Evangelisatiewerk gaat het om het vermanen en onderwijzen. Op een beleefde manier op andere gedachten brengen. Vertellen over de verzoening in Christus Jezus door te spreken vanuit het hart.
Kolossenzen 1 vers 24: ‘Die mij nu verblijde in mijn lijden voor u, en vervulle in mijn vlees de overblijfselen van de verdrukkingen van Christus, voor Zijn lichaam, hetwelk is de Gemeente‘.
Echte Evangelisatie
Het lijden dat aangenaam is. Paulus schrijft over de vreugde erin. Filippenzen 2 vers 17. 1 Thessalonicenzen 1 vers 6 en 7. Verheugt zich in het lijden, wat de kinderen van God overkomt. Het doel ervan inzien en dat leidt tot de vreugde. Dat is de vreugde van het christelijk leven.
Dit is van toepassing op getuigen. Als er geen problemen, tegenstand is. Als het ons niets kost, dan is het zeer waarschijnlijk dat we niet voor de Heere leven en geen getuigenis hebben. Dit is de boodschap van de Bijbel. Verheugen in het lijden. Niet om het lijden. Ze zijn heel erg pijnlijk. Maar hij ziet ze aan en ziet bronnen voor verheuging erin.
Dat zielen geraakt worden, harten veranderen. Het christelijk leven lijkt tot verwerping. De moeilijkheden worden door de Heere toegestaan. Er zijn vele lessen in het geloof in. Dat we op Hem vertrouwen. Op Hem aankunnen.
De gemiddelde klasse christen die niet weet van verwerping, geen getuigenis, alles gaat kalm en verloopt vloeiend. Dat is niet de ervaring van Paulus. Hoewel hij nooit naar Kolosse is geweest, hij lijdt voor het Evangelie onder de heidenen.
En vervul in mijn vlees de overblijfselen van de verdrukkingen van Christus. We moeten duidelijk zijn. Dit betekent niet dat Paulus iets van het lijden van Christus volbracht heeft. Christus heeft het werk volkomen volbracht, toen Hij stierf zei Hij: het is volbracht. Het gaat hier om de tegenstand die het lichaam van Christus treft. Daarin delen wij.
Het verwerpen van Christus. In mijn vlees, in mijn lichaam. Paulus werd gestenigd. Hij deed het voor de kerk. Als een lid lijdt, lijden alle leden. Het hoofd ook. Een pijn wordt in het hele lichaam geleden. Zo ook in de kerk, het lichaam van Kerk. We delen in Hem. Niet het grote en effectieve lijden waarmee betaald is door Christus. Hier start het. De bereidheid te lijden voor Christus. Wat het ook kost. Dit is de eerste weg naar echte Evangelisatie.
Sublieme bediening. Vers 25. Ook de heidenen in de kerk gebracht en gered. Vers 26. De verborgenheid die verborgen is geweest. De verborgen bediening. Wat is het? De bediening van het Evangelie. Het toebrengen van de heidenen. Sommigen zeggen het grote mysterie is dat heidenen toegebracht zijn, anderen zeggen dat het de persoon van Christus is. We hoeven niet te argumenteren welke het is.
Het komt allemaal samen. De doctrines. Het komt alles samen in Christus. Zijn plaatsvervangende werk. Zijn verhoging. En dan dat de heidenen ingebracht zijn in Sion. Niet alleen verkoren Joden maar ook verkoren heidenen. Waren geopenbaard in het Oude Testament maar in de schaduw. Ze wisten in het Oude Testament dat er een offer gebracht zou worden.
Jesaja 53. Daar is het! Calvarie. Het was niet zo duidelijk voor hen. Het was in typen en schaduwen. De mensen konden in het Oude Testament gered worden door het vertrouwen op God. Dat Hij het op een dag zou doen, het offer brengen. Maar hoe precies, wisten ze niet. Ze onderzochten de dingen nauwgezet. Hoe? Wanneer? Maar de details waren niet aan hen gegeven. Ze vertrouwden op God.
Het was een soort geheim. Een subliem mysterie. Vers 26. Maar nu geopenbaard! Geopend. Tot Zijn heiligen. Dat is aan ons. Wat een privilege en een verantwoordelijkheid geeft het ons. We moeten er het voorrecht van inzien. Geopenbaard aan de heiligen. Door de Schriften. Wij hebben het mysterie, het geheim.
De stille christen is een ramp. Hij maakt de gave van het licht niet bekend. Wat een ramp de niet-strijdende christen. Al deze dingen gaan over authentieke Evangelisatie. Vers 27. De toepassing. Aan wie God heeft willen bekendmaken. Wij hebben een grote verantwoordelijkheid.
De schat van Christus. Het gaat opnieuw over authentieke Evangelisatie. De rijkdom van deze heerlijkheid: dat is Christus in je. De waarde van deze schatten. Mensen hebben niet naar God gezocht. God heeft het geopenbaard. Aan ons. Hij heeft grote rijkdommen bekendgemaakt. Goud houdt het niet in het oordeel voor de eeuwigheid. Niets zal standhouden. Al onze schoonheid niet. Al onze materiele zaken niet. Als we van tijd in eeuwigheid gaan. Alles valt.
Er is alleen de verlossing in Christus dat het doorstaat in het eeuwige leven. Geestelijk leven dat de eeuwigheid verduurt. Aangenomen door God. Een nieuw karakter. Licht en verstaan. Er is niets mee te vergelijken. Door wie God heeft willen bekendmaken de rijkdom der heerlijkheid deze verborgenheid onder de heidenen.
Het is alles in Hem. De heiden die komt tot Hem, is vergeven. De schat in Hem. Is het mogelijk dat ware bekeerde christenen niet meer Christus in zich hebben? Wat een tragedie. Christus is onze eerste belangstelling. Thomas Watson: Christus is in het hart van een christen zoals geld in het hart van de geldgierige is. Hij is het grote Onderwerp. Hij is Degene die we absoluut niet willen kwetsen. Wat Hij ook zegt, we gehoorzamen Hem.
Hij is onze Beschermer elke dag van ons leven. Hij is onze Gids. Jezus, mijn Herder en Vriend. Mijn Profeet, Priester en Koning. Mijn einde, mijn alles. Hier is Degene die alles voor mij betekent. Kan je deze week zeggen: wat er ook gebeurt, ik ben loyaal aan Hem. Hoe moeilijk ook. Hij is Degene die ik vast wil houden welke verleidingen er ook zijn in deze voorbijgaande wereld.
Verborgenheid onder heidenen. Christus is de schat. Dat is wat wij nodig hebben om gemotiveerd te zijn om te getuigen. Het heeft alles te maken met Evangelisatie. Dit grote mysterie in de wereld. De mensen in de wereld kunnen de theorie van de verlossing horen, maar het niet verstaan, totdat christenen hun vertellen uit hun hart.
Wie wij prediken, zegt Paulus. Vers 28. Vermanende elk mens als eerste. Je denkt dat Paulus waarschuwt voor rampen. Waarschuwen voor de hel. Dat is een goede zaak en te weinig gedaan vandaag de dag. Of voor de toorn. Dat is een goede zaak om in je getuigenis te hebben. Maar dat is niet wat Paulus hier bedoelt. De waarschuwing is een goede zaak. Het woord heeft een meer beleefde betekenis. Raad geven. Bewegen. Op gedachten brengen. Waar ze niet aan gedacht hebben. Dingen die ze niet van belang vinden. Onze taak is het dingen in gedachten brengen. Dit is onderdeel van bewegen in het Evangelie.
Paulus spreekt meer algemeen dan over de effecten van het Evangelie. Het in gedachten brengen van mensen. Wat breng je in hun gedachten? Paulus bracht in gedachten toen hij preekte tot heidenen die afgoden dienden, idolen. Dat is hier dit en in een andere stad dat. Universaliteit was er op een bepaalde manier. Daar was goed geld mee te verdienen. Nee, zegt Paulus. Er is alleen maar een ware God. Als je je eigen god bedacht hebt, dan lig je verloren en ben je buiten.
Er kan maar een God, een Zaligmaker zijn. We hebben hetzelfde probleem nu als toen. Als je maar iets dient, dan zit je goed. O nee, het is maar een God. De Rechter die allen oordeelt. Een Zaligmaker. Je kunt niet nominaal zijn in je gedachten. God houdt de sleutels van het eeuwige leven. Het dwaze dat mensen de sleutels van materiele zaken in handen houden. En geen relatie met de levende God. Dan moeten we mensen overtuigen van hun zonden en de verwoestende kracht van God. Van de vreselijke conditie verloren zielen in zijn voor God.
In gedachten brengen. En onderwijzingen. Dat is ook een onderdeel van Evangelisatie. Calvijn zei het ook: we moeten ze onderwijzen. Zelfs de meest erudiete, meest hoogopgeleid, is een leerling in de school en moet door ons onderwijzen worden. We moeten ze niet bewegen van de redelijkheid van het geloof. We hebben het grote geheim van de verzoening. We preken voor nu en voor later. Voordat er een explosie in het hart en de ziel van een persoon is.
John Newton preekte tot een slavendrijver. In een schip op de oceaan. Hij kwam tot Christus. Hoe kwam hij tot Christus? Hij was overtuigd. Onderwijs van zijn moeder. Hij raakte overtuigd als jonge volwassene. William Carey. De dingen die hij hoorde, het leidde tot zijn bekering. Ik denk aan anderen. Zoals de schrijver van de hymns hij kwam als een volwassene tot geloof, van wat hij geleerd had hij in zijn vroege jaren.
Leren voor nu. In de hoop van het Evangelie dat ze zich nu bekeren. Of later. En het onderwijzen van de doctrines. Tot alle mensen. Collega’s. Mensen met wie een lange reis afleggen. Mensen die we tegenkomen. Waartoe ik ook arbeid, strijdende naar Zijn werking die in mij werkt met kracht.
We hebben gekeken naar het lijden van Paulus. De verheuging erin. Zijn we bereid te lijden? Het subliem mysterie. De schat Christus. Hoe meer wij Hem hebben, hoe meer wij getuigen. Om anderen te overtuigen, in hun gedachten te brengen. Ik hoop dat het ons vanmorgen daartoe aanzet.
Zondag 8 november 2020 – Metropolitan Tabernacle Londen [Verenigd Koninkrijk] – dr. P. Masters – Schriftlezingen Psalm 90 en Kolossenzen 1 vers 19-29