Hoe christenen onderscheiden zijn
Jezus, de Zoon van God, bidt in het Hogepriesterlijk gebed tot God Zijn Vader. Dat gebed is meteen verhoord. De discipelen zijn na de opstanding en hemelvaart van Jezus Christus apostelen geworden en christenen vandaag de dag zijn en worden de wereld in gezonden. Met en in Christus zijn christenen één. De eenheid van de Kerk is het werk van de Heilige Geest die ons elkaar doet verstaan. Christus ontving ook de menselijke natuur en dat is een groot mysterie. In de hof van Gethsémané laat Christus zich vrijwillig arresteren: Zijn ure is gekomen om de weg naar Golgotha te gaan om daar te lijden en te sterven waarmee Hij de eeuwige straf over de zonden droeg voor degenen die in Hem geloven en in Hem het [eeuwige] leven hebben.
Johannes 17 vers 18: ‘Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzo heb Ik hen ook in de wereld gezonden‘.
Christus bidt niet alleen voor de discipelen die daarna de apostelen waren maar ook voor hen die geloven in Hem. Het gebed is al verhoord. Alle gebeden van Christus zijn al vervuld in de discipelen en dat gaat door. Alles is beantwoord bij God. Het is niet zomaar een gebed maar een gebed van God. Van God de Zoon naar God naar Vader. God is Een. Proclamatie van alles wat God doet.
Johannes 17 vers 18. Christus heiligt de christenen. Waarom zijn we gered en in de wereld voor de rest van ons leven hier op aarde. Gezonden in de wereld. Je bent gered een tijd geleden en dan gezonden. We zijn gezondene. We zijn zalig gemaakt om Hem te vertegenwoordigen. Zoals God de Vader Zijn Zoon zendde, zo zijn wij ook gezonden.
Ik ben een vader. Een moeder. Dat is mijn roep. Familie dienen. Dat is mijn roeping. Klinkt goed. Het is waar. We hebben deze verantwoordelijkheid voor God. Maar we hebben een hogere roeping. Gezonden in de wereld. Je kunt het niet ontvluchten. We hebben een hogere roeping. Hoe kan het dat christenen hierover discussiëren? Jezus zegt het hier duidelijk in het Hogepriesterlijk gebed.
Er zijn bepaalde dingen die alleen Christus kon doen. Het volmaakte leven. Betalen voor de Zijnen. Gaf Zijn leven op Calvarie, Golgotha. Alleen Hij kan dat. Wij zijn geroepen om Hem bekend te maken. Hij kwam om te genezen. Niet alleen het lichaam maar ook de ziel. Hij genas ook lichamen als een voorbeeld van de geestelijke genezing. Toonde Zijn compassie en macht om zielen te genezen. Wij zijn ingeschakeld.
Hij en wij worden geroepen om te lijden. Om verworpen te worden. Om Zijn macht te laten zien in ons leven. Zoals de Vader Hem zendde in de missie. Veel hoger en heiliger dan wij kunnen. De hoogste roeping en prioriteit om een vertegenwoordig van Christus te zijn. Ik heilig Mijzelf, zegt Jezus. Voor Golgotha om daar te betalen. Wij ook onszelf heiligen voor Zijn dienst en heiligheid. Geheiligd mogen worden door de waarheid.
Vers 20. Christus bidt ook voor ons. Als iemand zegt: 100% geroepen voor mijn familie. Is waar dat dat je roeping is. Maar hogere roeping. Door God de Vader gezonden. Het christelijke doel. De christen zijn onderscheiden. Opdat zij allen één zijn. Wat betekent het om één te zijn? Eerst zeggen wat het niet betekent. Het gebed is niet dat christen allen in een organisatie moeten zijn. Dan corrupt. Er zijn er die geloven in God, persoonlijke zaligheid maar die niet geloven in de doctrine. Een grote kerk maken. Altijd nominale kerk dan. Dat het een organisatie moet zijn. Je pakt een vers uit de Bijbel en gebruikt het voor je eigen punt. Allen één zijn: conclusie dat we in een organisatie moeten zitten op aarde.
Eén in ons, zegt Jezus. Dat die Jezus toebehoren één zijn in de Vader. Verenigd in de waarheid. In de Drie-eenheid. Een geloof. Ze weten de waarheid. Ik kan niet verenigd zijn met iemand die Maria dient. Of Katholieke die belijdt dat hij door werken zalig wordt. Of iemand die niet gelooft in de wedergeboorte. Over wie spreekt Christus? Over de geredde discipelen. Die zijn veranderd door Hem. Niet over christenen die elkaar niet vinden in de waarheid maar in een organisatie. Christenen hebben een geestelijke eenheid.
We kennen niet alle christenen. We kennen sommigen. In welke zin zijn we verenigd? In een organisatie? Nee, geestelijk. Verenigd met Christus. In Hem. Zoals een wiel de spaken naar een punt gaan. Naar Hem. Wedergeboren christenen. We zijn verenigd met alle wedergeboren christenen op aarde. We kunnen samen zitten. Vinden we elkaar. Spreken over de liefde van Christus. Alle gelovigen hebben dezelfde geestelijke ervaring en vereniging.
Dat is duizend keer beter als een kerk die in een handboek aan elkaar verbonden is maar niets gemeen hebben. Ware christenen zijn dezelfde. Overal. Licht van Christus in zich. Zijn overal hetzelfde. Gaan niet naar werelds vermaak. Geloven in de schepping. Incarnatie van Jezus. Zijn betaling op Golgotha. Zij geloven in hemel en hel. Eenheid in de Geest. Gezamenlijke wandel met God. Dit gebed van Jezus is vanaf het begin verhoord. Een in geloof. In ervaring. Ervaring in Christus. Zoals God de Vader en Zoon een zijn.
Welke glorie? Dat is Christus in je. Ik in hen. Het wordt twee keer genoemd. Dat is een glorie. Niet sentimenteel. Zijn smaak in je. Van de wereld af. Het bewijs van Zijn Geest is in je. Controleert je om zonden niet te doen. Je denkt aan Christus al de tijd. Je ziet uit naar Zijn komst. Christus in je. En het bewijs van Hem in je door de Heilige Geest.
De christelijke bestemming. Vers 24. Vader, Ik wil, de wil van Jezus. Ik wil dat waar Ik ben ook die bij Mij zijn die U Mij gegeven heeft. Alleen Christus kan dat zeggen. Als een mens dit zegt, is dat een arrogante en aangrijpend iets. Het is mijn verlangen dat mensen mij zien. Dat is de zonde van de trots. Alleen God kan dit in zuiverheid en oprechtheid zeggen. Vader Ik wil. Voor Hem is het een bijzonder om zoiets te zeggen. Waarom zegt Hij het? Die U Mij gegeven heeft.
We leren toch dat Christus van eeuwigheid is? Geen tijd. Hij is niet de Zoon in de zin dat de Vader Hem geschapen heeft. Van eeuwigheid. Zo ook de Heilige Geest. Hoe kan de Vader Hem iets geven? Iets wat Hij voorheen niet had? Hij had toch alles? Christus had niet alles. Zijn menselijke natuur. Glorie die Hem gegeven is. Met Zijn menselijke natuur. Mysterie. Het is niet separaat van Zijn Goddelijke natuur. Bestaan naast elkaar. Iets nieuws. God-mens. Dat is iets dat wij gaan zien. Wij kunnen God de Vader niet zien. Onzichtbare God. Alles wat in God de Vader is, wordt uitgedrukt in God de Zoon. Hij ontving ook een menselijke natuur. Mysterie. Nam het mee naar de hemel. In Hem zien wij alle eigenschappen van God.
Vertegenwoordiging van de Godheid in Jezus getoond. In Zijn fysieke uitdrukking. Ik sprak met een broeder die een ingenieur is. Hij ging naar colleges om iets te ontwerpen. Het ging zijn begrip zijn begrip te boven het ontwerp. In alles. In waarden. Dat was zijn smaak en was zo verwonderd erover. Hij is een christen. Hier is iets veel groters: de menselijke natuur van Jezus de eeuwige Zoon van God. Er zijn mensen die in sommige dingen veel meer details kunnen zien dan anderen. Ik heb iets voor hen en dat is Gods eigenschappen verheerlijkt in Christus. Alleen Christus kon dit zeggen. Dat ze ons zien in Mijn verheerlijkte glorie.
We kunnen het hier op aarde niet zien. Maar een geredde ziel in de hemel in die glorie te zien. Om liefde, compassie en wijsheid te zien. Het is zo bijzonder, verbazingwekkend. De diepe woorden. Vader, Ik wil dat die bij Mij zijn die U Mij gegeven heeft. Wij zien niet eens een fractie van.
Nu gaat Jezus naar de vernedering. Naar Gethsémané en Golgotha. Johannes 18. Door de Oosterpoort over de beek Kidron naar Gethsémané. Olijfberg. Het betekent een olijfpers. Of een huis. Het is mogelijk, maar speculatie, dat de eigenaar van een huis daar een van de discipelen was. Maar of het zo was is de vraag. Om daar te slapen. Johannes weet dat iedereen weet over de tuin van Gethsémané. Jezus leed daar. De discipelen sliepen. Judas die Hem ging verraden was onderweg naar de tuin, hij wist ervan. Bende met zich van zo’n zeshonderd man. Grote menigte. Romeinse soldaten. Wat dachten ze? Waarom zo veel? Ze zagen hen als criminelen. Dwaas. Wilde misschien ook wel de discipelen arresteren. En dachten mogelijk dat ze zouden vluchten. Levitische priesters ook. Kwamen een crimineel zoeken.
Jezus wetende alle dingen die over Hem komen zouden. Hij verwachtte het. Hij gaf Zichzelf over. Als een Lam dat naar de slacht wordt geleid. Hij stapt vooruit, Hij gaat uit. Wie zoekt u? Meest seculiere titel: Jezus van Nazareth. Judas stond met hen. Hij behoorde tot hen. Christus en discipelen. Judas verraadde Hem met een kus. Met affectie. Zoals in de kerk van Rome meer kussen dan ergens elders.
Wie zien het vandaag. We zien soms mensen die de Heere belijden. Teug naar de wereld. Ze doen wat de wereld doet. Wereldse muziek. Dansen. Ze zijn als Judas. Judas stond met hen. Bij wie sta je? Dat kun je een christen vragen. Met wie geassocieerd. Toen Jezus zei: Ik ben het. Toen vielen ze allemaal achterwaarts op de grond. Hij zei alleen maar: Ik ben het. Ik kan me voorstellen dat sommige van de Overpriesters en Farizeeërs achterwaarts vielen. Hoorden eerder Hem bij de opwekking van Lazarus. Lazarus kom uit! Ze stonden weer op. Jezus zei: laat hen gaan, de discipelen. Ze gehoorzaamden Hem. Hij gaf Zich over. Hij ging vrijwillig voor ons. Op elk moment kon Hij het proces stoppen. Hij heeft alle macht.
Toen wij tot bekering kwamen vielen we voor Hem. Heilige Geest werkte in ons hart. Zijn vijanden vielen voor Zijn voeten. Hij ging in Gethsémané de weg van de vernedering voor de Zijnen.
Zondag 7 april 2019 – Metropolitan Tabernacle Londen – dr. P. Masters [dienaar te Londen] – Johannes 17 vers 18